DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, juridisch, ondernemingsrecht

 

Bent u tijdelijk niet in staat uw schulden te betalen? Dan kunt u de rechtbank vragen u uitstel (surseance) van betaling (meestal anderhalf jaar) te geven. Door surseance van betaling kunt u een faillissement voorkomen. Of een surseance van betaling geschikt is voor uw bedrijf, hangt af van uw situatie. Het kan zijn dat schuldsanering beter bij uw situatie past.

Hoe vraagt u surseance aan?

U hebt een advocaat nodig om een verzoek tot surseance van betaling in te dienen. Bij uw aanvraag levert u uw financiële stukken en een lijst van schuldeisers. De rechtbank verleent binnen een dag een voorlopig akkoord. Daarna krijgt u te horen wanneer de definitieve uitspraak is.

Definitieve surseance

Voordat de rechtbank definitieve surseance verleent, krijgen uw schuldeisers en u gelegenheid te worden gehoord. Hierna mogen uw schuldeisers stemmen. Besluit de rechtbank om definitieve surseance toe te kennen? Dan kunnen de schuldeisers die niet hebben ingestemd hoger beroep aantekenen.

Geen surseance

Als de rechtbank een definitieve surseance weigert, kunt u failliet verklaard worden. U kunt uw advocaat hoger beroep laten aantekenen tegen de weigering om definitieve surseance te verlenen en de eventuele faillietverklaring.

Bewindvoerder

De rechter stelt een bewindvoerder aan. Deze geeft u advies en helpt u bij de onderhandelingen met schuldeisers. Hij voert samen met u het beheer over uw vermogen. Hij moet al uw beslissingen goedkeuren, bijvoorbeeld als u geld wilt uitgeven.

Betalingsregeling

Uw bewindvoerder kan in een vergadering van schuldeisers een betalingsregeling afspreken. Als een meerderheid van uw schuldeisers akkoord gaat, krijgen zij een gelijk percentage van de vordering. Het onbetaalde deel kunnen zij niet meer opeisen. De rechtbank moet het akkoord bevestigen. Dit heet homologatie.

Register van surseances van betalingen

In het Centraal Insolventieregister vindt u alle faillissementen, surseances van betalingen en schuldsaneringen van natuurlijke personen van na 1 januari 2005. De rechtbank geeft definitieve surseances ook op aan het Handelsregister.

 

 

Hieronder vindt u veelgestelde vragen over de boa.

Wat is een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)?

Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is een ambtenaar met opsporingsbevoegdheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan parkeerwachten, milieuinspecteurs en boswachters. Ook kunnen boa’s in dienst zijn van de politie, marechaussee of douane.

Wat zijn de bevoegdheden van een boa?

Boa’s vervullen een belangrijke rol in het handhaven van de veiligheid en het tegengaan van criminaliteit. Een  boa mag uw identiteit controleren, een proces-verbaal opmaken, boetes uitschrijven en personen aanhouden als deze worden verdacht van een strafbaar feit waarvoor de boa opsporingsbevoegdheid heeft.

Waaraan zijn boa’s te herkennen?

Het insigne van een boa Boa’s die veel contact hebben met het publiek – bijvoorbeeld parkeercontroleurs, hoofdconducteurs en ook boswachters – dragen een insigne. Dankzij dit insigne is meteen duidelijk wanneer iemand “bijzondere bevoegdheden” heeft. Voorbeelden van “bijzondere bevoegdheden” zijn het uitschrijven van boetes en het aanhouden van verdachten. Sommige boa’s mogen ook handboeien, een wapenstok, pepperspray of een vuurwapen dragen. Met een insigne onderscheiden boa’s zich ook van andere handhavingsfunctionarissen, zoals particuliere beveiligers, die deze bevoegdheden niet hebben, en van de politie, die juist meer bevoegdheden heeft. Het insigne toont een hand, een scepter en een schild. De hand houdt de scepter vast, daarachter staat het schild. Het insigne is zilverkleurig en beschikbaar in 2 vormen:

  • een mouwembleem van stof om op het uniform te naaien
  • een metalen insigne om op te spelden, bij voorkeur op het revers

De hand, de scepter en het schild van het insigne staan voor de taken en bevoegdheden die boa’s hebben. Het schild staat daarbij voor de bescherming van mensen in de publieke ruimte. De scepter (of staf) in de hand geeft aan dat de boa de bevoegdheid heeft om op te treden als dat nodig is. Naast dat boa’s een insigne dragen, moeten zij zich altijd kunnen legitimeren. Boa’s dragen een uniform maar er bestaat niet één boa-uniform, dus aan zijn kleding kun je de boa niet altijd herkennen. Daarnaast zijn er ook mensen die voor hun werk een uniform dragen, maar die geen opsporingsbevoegdheden hebben (bijvoorbeeld particuliere beveiligers).

Wat is er nodig om over te stappen van domein I naar domein II of andersom?

Indien u overstapt van domein I naar domein II of andersom dan kunt u hiervoor een nieuwe aanvraag om een akte van opsporingsbevoegdheid indienen en krijgt u de resterende termijn van de akte voor het andere domein verleend. Let op! U dient zich te realiseren dat u binnen deze resterende termijn van de akte de permanente her- en bijscholing van het nieuwe domein afgerond dient te hebben voordat u een volgende akte aan kunt vragen. U kunt hiervoor géén ontheffing krijgen.

  • Akte van opsporingsbevoegdheid aanvragen

Wat is de behandeltijd van een aanvraag?

De wettelijke beslistermijn op een aanvraag bedraagt drie maanden. Dien uw aanvraag dan ook op tijd in.

Waar kan een klacht over een boa worden ingediend?

Klachten over boa’s moeten in principe worden ingediend bij de organisatie waar de boa voor werkt.

Wanneer is advies van de toezichthouders nodig?

Bij een individuele akte moet een advies van de politie en het Openbaar Ministerie over de noodzaak van de aanstelling aan de aanvraag worden toegevoegd. Als er meerdere boa’s moeten worden aangesteld (minimaal 5), kan een werkgever een categoriale beschikking aanvragen. Daarin wordt de noodzaak en de eisen voor de aanstelling van de boa’s vastgelegd. Als een categoriale beschikking is afgegeven, kan een werkgever voortaan op basis hiervan aanvragen voor een akte van opsporingsbevoegdheid indienen. Bij een aanvraag op basis van een categoriale beschikking is de noodzaak vastgesteld en hoeft alleen de betrouwbaarheid en bekwaamheid van de individuele boa’s te worden aangetoond op basis van de vereiste opleiding(en) (bekwaamheid) en de VOG (betrouwbaarheid). Zie ook bij Akte van opsporingsbevoegdheid aanvragen.

Wanneer kunnen boa’s ingehuurd worden?

Inhuur van boa’s is alleen mogelijk in domein I. Zie hiervoor de circulaire boa.

Kan een boa in meerdere domeinen werken?

Een boa kan in maximaal twee domeinen werken, maar alleen als de boa bij twee verschillende boa-werkgevers in dienst is en voldoet aan de bekwaamheidseisen van de twee domeinen. Een parkeercontroleur in dienst van een gemeente kan bijvoorbeeld ook boa milieu, welzijn en infrastructuur zijn voor een landgoedeigenaar. Hij beschikt dan over twee verschillende akten van opsporingsbevoegdheid, bijvoorbeeld een akte voor het domein Openbare ruimte en een akte voor het domein Milieu, welzijn en infrastructuur. (Bron: Justis.nl)

Met een merk kunt u uw producten of diensten onderscheiden van die van uw concurrenten. Een merk wordt pas beschermd, nadat het is geregistreerd. Hoe werkt een dergelijke registratie?

Een merk kan worden geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Tijdens de registratieperiode wordt u merk beschermd.

Wat kunt u registreren?

Er zijn verschillende soorten merken:

  •          Woordmerk: naam van product of dienst
  •          Beeldmerk: logo
  •          Vormmerk: vorm van een product
  •          Kleurmerk: bepaalde kleur(en) combinatie
  •          Klankmerk: geluid behorend bij een product of dienst (reclamejingle)

U dient uw merkaanvraag te kijken binnen welke classificatie uw product of dienst valt. Er zijn 45 klassen waarin een merk kan worden geregistreerd.

Hoe lang duurt het registratieproces?

Meestal duurt het registratieproces een maand of 3. Uw depot moet aan alle wettelijke vereisten voldoen en er kan nog oppositie tegen uw depot worden ingesteld. Het proces ziet er als volgt uit:

IT-jurist merkregistratie

bron: https://www.boip.int

Wanneer wordt u merkaanvraag geweigerd?

Het BBIE kan uw merkaanvraag weigeren bij de volgende gevallen:

  •          Het teken is beschrijvend
  •          Het teken mist onderscheidend vermogen
  •          Het teken is misleidend
  •          Het teken is een vlag, wapen of ander officieel embleem
  •          Het vormmerk overlapt met andere intellectuele eigendomsrechten
  •          Het merk is in strijd met openbare orde en goede zeden

Wat kost het registreren van een merk?

Een online merkregistratie kost 240 euro. Indien u liever de registratie op papier wilt regelen, dan zijn de kosten 15% hoger.

(Bron: http://www.it-jurist.nl/)

Er zijn verschillende manieren waarop u een octrooiaanvraag kunt indienen bij Octrooicentrum Nederland, onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

U heeft de volgende mogelijkheden:

  • op papier:
    – verzenden per post
    – persoonlijk afgeven op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur
    – toezenden per fax
  • elektronisch indienen (online filing).
Ga naar onze contactgegevens.

Indiening op papier

Bij indiening op papier geldt als datum van aanvraag de dag waarop u deze bij ons afgeeft. Bij verzending via post geldt de dag van binnenkomst van uw aanvraag.

Indiening per fax

Bij indiening per fax is de aanvraagdatum de dag waarop de laatste pagina van de octrooiaanvraag bij ons binnenkomt.

Elektronisch indienen

Elektronisch indienen biedt voordelen boven de andere indieningsvormen. Het krijgt dan ook meer en meer de overhand. Zo ontvangt u direct een ontvangstbevestiging, wat tevens de aanvraagdatum is.

Indienen per e-mail niet mogelijk

Octrooiaanvragen die per e-mail worden gestuurd, worden niet in behandeling genomen. Niet in behandeling nemen betekent dat ook geen indieningsdatum wordt toegekend. In artikel 5, derde lid van de Uitvoeringsregeling Row 1995 staat vermeld hoe elektronisch indienen van octrooiaanvragen dient te geschieden. Het gaat hier om indiening met gebruikmaking van software, beschikbaar gesteld door onze organisatie.

Correspondentie per e-mail in het kader van procedures vallend onder de Rijksoctrooiwet 1995 (Row 1995) wordt wel in behandeling genomen, tenzij het een reactie betreft op een brief met een fatale termijn voortvloeiend uit de Row 1995. Hiermee wordt bedoeld dat er met het verstrijken van voornoemde termijn een verlies van recht kan optreden.

De betaalopdrachten voor taksen mogen wel per e-mail geschieden. Deze kunnen aan het volgende centrale e-mailadres worden gestuurd: team.beheer@agentschapnl.nl.

Zowel voor het indienen van octrooiaanvragen als voor correspondentie in het kader van procedures vallend onder de Row 1995 is faxen wel geoorloofd. Faxen kan aan ons centrale faxnummer (088) 602 90 24.
Wel is vereist dat het origineel van het gefaxte document wordt nagezonden per post.

Let wel: als per e-mail wordt gecorrespondeerd kan de vertrouwelijkheid niet gewaarborgd worden.

Storing?

Bij elektronisch indienen kunnen systeemstoringen vertragend werken op het moment waarop uw aanvraag binnenkomt en wordt geregistreerd. Garantie op de indieningsdatum kan in zulke gevallen, en zeker bij indiening buiten kantooruren, niet gegeven worden. Uitwijk naar indiening via fax wordt aangeraden.

Als u een storing constateert, neem dan tijdens openingsuren telefonisch contact met ons op.

(Bron: RVO.nl)

 

Het zal je maar gebeuren. Er ligt een brief van de Kamer van Koophandel (KvK) op de mat waarin wordt aangekondigd dat zij voornemens is je onderneming te ontbinden en vervolgens uit te schrijven uit het Handelsregister. De KvK heeft dit recht en deze plicht op grond van de wet. Wat nu?
In de wet staat dat een rechtspersoon (o.a. de naamloze vennootschap (nv) en besloten vennootschap (bv)) door de KvK zal worden ontbonden indien de KvK constateert dat ten minste twee van de hiernavolgende omstandigheden zich voordoen:
  • Wanneer er ten minste een jaar geen bijdrage is betaald aan de KvK (geldt sinds 1 januari 2014 alleen nog voor de vereniging en stichting);
  • Wanneer er minstens een jaar geen bestuurder is ingeschreven, de bestuurder niet bereikbaar is of wanneer een bestuurder is overleden;
  • Wanneer de rechtspersoon ten minste een jaar geen financiële stukken heeft gedeponeerd (geldt niet voor de vereniging en stichting);
  • Wanneer de rechtspersoon ten minste een jaar geen aangifte vennootschapsbelasting heeft ingediend (geldt niet voor de vereniging en stichting).

Eerste brief

In de eerste brief kondigt de KvK aan dat zij het voornemen heeft om de onderneming te ontbinden, omdat twee van de hierboven genoemde gronden zich voordoen. De rechtspersoon is daardoor niet meer als actief te beschouwen. In zo’n geval is het belangrijk meteen contact op te nemen met de KvK en ervoor te zorgen dat de genoemde gronden zich niet meer voordoen. Er geldt een termijn van acht weken om te reageren.

Tweede brief

Neem je geen actie, dan volgt de tweede brief vanuit de KvK waarin zij aangeeft dat de rechtspersoon is ontbonden en de registratie in het Handelsregister hiermee is beëindigd. Naast het schrijven van brieven aan de rechtspersoon moet de KvK in een landelijke krant de ontbinding aankondigen. Je krijgt dan de mogelijkheid binnen zes weken schriftelijk bezwaar te maken. In dat geval is het belangrijk dat je met bewijsstukken aan kunt tonen dat de rechtspersoon wel degelijk een ‘levende’ rechtspersoon is. Uitstel van de bezwaartermijn is doorgaans niet mogelijk.

Beroep

Mocht het bezwaar uiteindelijk door de KvK worden afgewezen dan is het nog mogelijk om in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in Den Haag.
Wil je het niet zo ver laten komen? Neem dan contact op met een juridisch adviesbureau.
(Bron: Kamer van Koophandel)

 

Heeft u een uitvinding gedaan waarbij niet te achterhalen is hoe het werkt? Dan is geheimhouding mogelijk een goed alternatief voor een octrooi.

Stelt u zich de volgende vraag: Is mijn uitgevonden techniek makkelijk te reproduceren of juist heel moeilijk?

Niet geheim te houden!

Bij een makkelijk te reproduceren product, is door een ander duidelijk te achterhalen hoe de uitvinding werkt. Makkelijk na te bouwen uitvindingen kunt u niet geheim houden bij toepassing ervan. Een nieuw koffiezetapparaat of een nieuwe verbrandingsmotor is misschien eenvoudig uit elkaar te halen. In dit geval is geheimhouding onvoldoende en is een octrooi verstandig.

Wanneer werkt geheimhouding wél?

Is ‘reverse engineering’ niet mogelijk en kunt u uw uitvinding geheim houden? Dan is octrooibescherming in veel gevallen niet wenselijk. Door publicatie van de octrooiaanvraag kan iedereen uw uitvinding nalezen. Bovendien eindigt de octrooibescherming na 20 jaar. Als u de uitvinding geheim houdt, kan niemand erachter komen en is de beschermingsduur dus niet beperkt. Voor fabricagemethoden of recepten is geheimhouding vaak de manier van bescherming.

Bedrijfsgeheimen in de praktijk

Een bedrijfsgeheim is informatie die geheim is en handelswaarde bezit. Deze informatie kan vaak een voorsprong op de concurrenten opleveren. Daarom houden bedrijven de informatie geheim.

Een bedrijfsgeheim geheim houden, betekent dat de informatie niet in de openbaarheid mag komen. Het is niet zo dat maar één iemand er vanaf mag weten. Maar de informatie mag niet algemeen bekend zijn. De informatie mag dus ook niet makkelijk toegankelijk zijn. Het mag niet ergens in een kantoor rondslingeren waar iedereen bij kan komen.
Het kan wel nodig zijn dat meer mensen van de informatie af moeten weten. Bijvoorbeeld omdat de informatie dan pas van nut is voor de onderneming. Een werknemer bijvoorbeeld moet van de geheime informatie afweten voor het productieproces. Een ander heeft bijvoorbeeld de geheime informatie nodig voor het produceren van een halfproduct. Belangrijk is dan dat ook deze mensen het geheim bewaren en niet aan anderen doorgeven.

Actief beschermen

De eigenaar van een bedrijfsgeheim moet zijn bedrijfsgeheimen actief beschermen. Hij moet zoveel mogelijk in overeenkomsten opnemen. Zo weet de ondertekenaar wat hij wel en niet mag met de verkregen informatie.

Fysieke maatregelen

Verder moet de eigenaar fysieke maatregelen nemen. Bijvoorbeeld:

  • het beperken van de toegang tot de bedrijfsgeheimen (bijvoorbeeld opbergen in een kluis)
  • documenten bestempelen als ‘vertrouwelijk’
  • het versleutelen van elektronische documenten
  • papier met daarop gevoelige informatie op een juiste manier vernietigen, etc.

Europese regelgeving

De Europese Commissie heeft eind 2013 nieuwe regels voorgesteld voor de bescherming van geheime knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen). De nieuwe regels zijn voor het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen tegen te gaan.

(Bron:

Een octrooi, ook wel patent genoemd, is het exclusieve eigendomsrecht op je uitvinding. Dat voorkomt dat anderen jouw uitvinding, proces of product gaan
maken, gebruiken, doorverkopen, verhuren of leveren.

Als je een octrooi hebt op een vinding, kun je anderen verbieden om deze vinding na te maken of te verkopen. Zelfs als die ander de vinding geheel onafhankelijk
zelf bedacht en uitgevoerd heeft. Een octrooi geldt voor een bepaald land of een aantal landen en geldt maximaal 20 jaar, daarna is je vinding vrij te gebruiken
door iedereen. Als er nog wel een patent op je idee zit, kun je anderen wel toestemming geven om jouw uitvinding te maken, verkopen of beheren. Dat doe je
met een octrooilicentie

Wanneer kan ik een octrooi aanvragen?

Als je een octrooi wilt aanvragen, moet je vinding aan bepaalde eisen voldoen.

Nieuwheid: Je product of proces moet nieuw zijn. Dit betekent dat je idee vóór de datum van
indiening nergens ter wereld openbaar bekend mag zijn, ook niet als je daar zelf de oorzaak van bent door bijvoorbeeld een brochure of een presentatie.
Inventiviteit: De vinding moet ‘inventief’ zijn. Dit houdt in dat het voor de vakman niet voor de hand mag liggen.
Industriële toepasbaarheid: De vinding moet gaan over een product of productieproces, en je moet kunnen aantonen dat dit technisch kan functioneren. Zo kunnen diensten, ideeën zonder concrete uitwerking, natuurwetenschappelijke theorieën, rekenmethoden en esthetische vormgeving niet beschermd worden door een patent. Hier zijn weer
andere beschermingsvormen voor zoals het auteursrecht, het tekeningen- en modellenrecht of het merkenrecht.

Wanneer vraag ik een octrooi aan?

Het is raadzaam om een goede afweging te maken wanneer je octrooi wilt aanvragen, omdat het niet gratis is. Denk je dat een concurrent op het punt
staat om dezelfde vinding te doen als jij dan kun je maar beter zo snel mogelijk een patent aanvragen. Jij bent dan de enige die het octrooi krijgt en dus geld
met je vinding kan verdienen. Als je denkt dat een ander niet zo gauw op hetzelfde idee zal komen, is er minder haast geboden bij het aanvragen van een
octrooi. Je kunt dan beter eerst de markt goed onderzoeken op commerciële haalbaarheid en het product of proces (in het geheim) uitproberen en verbeteren.
Want als je eenmaal een octrooiaanvraag hebt gedaan, kost het ook geld om dat octrooi te onderhouden.

Hoeveel kost het om een octrooi aan te vragen?

Je krijgt bij het aanvragen van een octrooi te maken met verschillende kosten. Denk bijvoorbeeld aan aanvraagkosten. Doe je dat op papier in Nederland, dan
kost je dat 120 euro, doe je dat online dan kost een octrooiaanvraag je 80 euro. Na je aanvraag voert het Octrooicentrum Nederland een verplicht onderzoek uit
naar de stand van de techniek. De stand van de techniek is alles wat vóór de indiening van de octrooiaanvraag schriftelijk of mondeling openbaar toegankelijk
is gemaakt. Het doel van dit onderzoek is de status ervan te achterhalen. De kosten zijn 100 euro (nationaal) en 794 euro (internationaal).

Daarnaast heb je instandhoudingskosten die je betaalt vanaf het derde jaar nadat je de aanvraag hebt ingediend. Dat begint bij 40 euro per jaar, maar loopt
langzaam op tot 1400 euro. Als je de instandhoudingstaks jaarlijks betaalt, blijft je octrooi maximaal 20 jaar geldig.

Houd ook rekening met kosten voor handhaving van je octrooi. Hoeveel geld je daarvoor moet reserveren, hangt af van het risico van inbreuk en de juridische
kosten. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden er jaarlijks zo’n 25 patentzaken voor de rechter uitgevochten, tegenover ongeveer 140.000
patenten die van kracht zijn voor ons land. Het is niet precies bekend hoeveel octrooien met inbreuk te maken krijgen. De tarieven voor regionale (Europese) en internationale octrooien liggen anders, kijk daarvoor op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).

Waar kan ik een octrooi aanvragen?

Je vraagt een octrooi aan bij het Octrooicentrum Nederland. Dat is onderdeel van de Rjiksdienst voor Ondernemend Nederland (octrooicentrum.nl).

Kan ik een octrooi zelf aanvragen?

In principe kun je zelf een aanvraag indienen bij het Octrooicentrum Nederland, maar een octrooi is een technisch en juridisch document, waardoor het loont om
hulp in te schakelen. Een octrooi, geschreven door een octrooigemachtigde, heeft meer kans van slagen in een gerechtelijke procedure. Het tarief daarvoor is
afhankelijk van de complexiteit van je uitvinding en de tarieven van de gemachtigde die je inschakelt. Een Nederlandse aanvraag kost in totaal tussen de
2.000 en 10.000 euro. Je kunt de kosten wel enigszins drukken door veel uitzoekwerk vooraf zelf te doen (zie kader), zodat de gemachtigde zich vooral
kan concentreren op het beschrijven van je vinding.

Voor welke landen vraag ik octrooi aan?

Het is veel te duur om in alle landen van de wereld octrooi aan te vragen, daarom is het verstandig je af te vragen in welke landen het voor jou en jouw
vinding loont om patent aan te vragen. Handel je bijvoorbeeld in vitaminenmixen die alleen door Nederlandse voedselproducenten worden toegepast? Dan is een
Nederlands octrooi voor jou afdoende. Als je gebruikmaakt van een verpakking die voor veel landen geschikt is, kan een octrooi voor meerdere landen verstandig
zijn. Maar ook dan geldt dat het raadzaam is verstandige grenzen te trekken. Zoek als vitamineleverancier naar de landen waar veel gebruik wordt gemaakt van
vitaminetoevoegingen in voedsel. Realiseer je dat een land dat nu nog niet interessant is, dat in de toekomst wel kan worden.

Checklist aanvragen octrooi

  •         Kan mijn vinding door een octrooi worden beschermd?
  •         Bestaat mijn idee nog nergens ter wereld?
  •         Wat kost een octrooi?
  •         Is er een markt voor mijn product?
  •         Kan ik hulp krijgen bij het aanvragen van een octrooi?
  •         Voor welke landen vraag ik octrooi aan?

(Bron: MKB Servicedesk)

Geldt de “drie dagen bedenktijd” ook bij aankoop van een  woning als dat een beleggingspand is ? Volgens lid 2 van artikel 2  van Boek 7 van het Burgerlijk wetboek (BW) heeft de koper drie dagen bedenktijd  na de ondertekening van het koopcontract.

Binnen die periode kan de koper zich dus terugtrekken zonder opgaaf van reden  en zonder schadeplichtig te zijn.

Maar dan moet het verkochte object wel een woning zijn en de koper een  natuurlijk persoon zijn die niet een beroep of bedrijf uitoefent. Hiervoor is  aangegeven dat de aankoop van een woning als belegging gezien wordt als  uitoefening van een beroep of bedrijf. Oftwel: bij de aankoop van een woning  (zoals een studentenpand) als belegging geldt de drie dagen bedenktijd  niet voor de koper.

Probleem is echter dat als de koper claimt de woning voor eigen gebruik te  hebben gekocht, hij of zij wel de bescherming geniet van de drie dagen  bedenktijd.

Het is daarom aan te raden, als een woning als beleggingspand wordt  aangeboden, direct aan geinteresseerden te vragen of zij zelf in het pand willen  gaan wonen of dat zij dit als belegging aankopen.

(Bron: NTRS.nl)

Verkopende ondernemer heeft onderzoeksplicht: Als je je bedrijf van de hand doet, moet je onderzoek doen naar de achtergrond, betrouwbaarheid en plannen van de koper. Wie zijn bedrijf aan malafide opkopers overdoet, kan ook na de verkoop aansprakelijk worden gesteld voor schulden van de zaak.
Dat blijkt weer eens uit een recente uitspraak van de rechtbank Oost Brabant, meldt Het Financiële Dagblad. Een consument liet een zwembad aanleggen door een firma, maar al snel bleek dat er slecht werk was geleverd. Hij stelde het bedrijf aansprakelijk.

Onderzoeksplicht

De inmiddels nieuwe eigenaar weigerde de schade te betalen en ging later failliet. Er bleek geen administratie te zijn. De rechter onderzocht vervolgens of de oorspronkelijke eigenaar van het zwembadbedrijf had kunnen weten dat zijn opvolger zijn verplichtingen niet zou nakomen. Dat bleek niet zo te zijn, maar de ondernemer was wel tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht bij een bedrijfsovername.
Zo had de ondernemer de koper van zijn bedrijf nooit ontmoet en ontmoette hij tussenpersonen in hotels of op zijn eigen kantoor, nooit bij de koper. Ook had hij geen businessplan gezien. Met eenvoudig onderzoek had de eigenaar kunnen weten dat de koper bij diverse faillissementen betrokken was geweest. De oorspronkelijke eigenaar moest de schade vergoeden.

Business plan

Ook bij eerdere uitspraken van rechters blijkt dat als je geen gedegen onderzoek doet naar je kopers, je nog aansprakelijk gesteld kunt worden voor schulden van je oude bedrijf. “Het  blijkt maar weer eens dat je je bedrijf niet aan de eerste de beste moet verkopen maar dat je eisen moet stellen, zoals een businessplan”, zegt advocaat Jeroen Elslo.

Tips:

  • Ontmoet de koper een paar keer. Spreek ook bij hem thuis of op zijn bedrijf af.
  • Vraag om een businessplan. Kijk hoe hij verwacht met toekomstige problemen om te gaan.
  • Google je koper. Opkopers die verschillende bedrijven failliet laten gaan, zijn meestal bekend op verschillende internetwebsites.

(Bron: MKB Servicedesk)

De rechtsvorm van je onderneming heeft gevolgen voor je aansprakelijkheid en belastingverplichtingen. Heel belangrijk dus dat je kiest voor de juiste rechtsvorm. Welke past bij jouw bedrijf?

Ben ik een eenmanszaak?

Veel starters kiezen voor de eenmanszaak als rechtsvorm. Een eenmanszaak is een bedrijf waarvan één persoon eigenaar is, al wil dat niet zeggen dat er ook maar één persoon werkt in de onderneming. Dus wil je (nu of later) personeel aannemen, dan kun je nog steeds kiezen voor een eenmanszaak. Verder is het goed om te weten dat voor de eenmanszaak geen oprichtingseisen gelden: je hebt bijvoorbeeld geen notariële akte nodig. Het enige wat je moet doen, is je inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Juridisch gezien bestaat er in de eenmanszaak geen onderscheid tussen privé-vermogen en zakelijk vermogen. En dat kan een risico zijn. Want als het mis gaat met je bedrijf, is de kans groot dat je ook bijvoorbeeld je koophuis en inventaris kwijtraakt aan de schuldeisers. Heb je een eenmanszaak en ben je getrouwd of ga je trouwen, kan het om die reden slim zijn om huwelijkse voorwaarden te laten opstellen.

Moet ik een vennootschap onder firma (vof) oprichten?

Een vennootschap onder firma (vof) heeft meerdere eigenaren (de vennoten of firmanten). Deze eigenaren kunnen bestaande personen zijn, maar ook rechtspersonen zoals besloten vennootschappen (bv’s).
Aan de oprichting van een vof worden geen bijzondere eisen gesteld, buiten inschrijving bij het Handelsregister. Wel is het wel raadzaam om afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en winstverdeling schriftelijk vast te (laten) leggen.
De vennoten binnen een vof zijn hoofdelijk aansprakelijk. Dat betekent dat als de vof haar verplichtingen niet nakomt, iedere vennoot met zijn of haar privé-vermogen voor 100 procent aansprakelijk is, ook als deze schulden door een andere vennoot binnen de vof zijn aangegaan.

Ben ik onderdeel van een maatschap?

Een maatschap is een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen (‘maten’), die onder een gemeenschappelijke naam een beroep uitoefenen. De maatschap komt veel voor in de medische en juridische wereld, denk bijvoorbeeld aan (tand)artsen, advocaten en fysiotherapeuten. Iedere maat brengt iets in, bijvoorbeeld arbeid, geld of goederen en het voordeel hieruit wordt verdeeld onder de maten.
Maatschappen moeten zich, afgezien van stille maatschappijen, sinds 2008 inschrijven in het Handelsregister. Het is niet verplicht om een notariële akte op te stellen bij de oprichting van een maatschap, maar het is wel aan te raden om onderlinge afspraken vast te leggen (bij een notaris), om ruzie tussen de maten te voorkomen. Zo doe je er bijvoorbeeld verstandig aan om vast te leggen wat de inbreng is van de maten, welke winstverdeling jullie gaan hanteren, hoe de verdeling van bevoegdheden is en wat er gebeurt als de maatschap wordt beëindigd. Goed hierbij om te weten is alle maten aansprakelijk zijn voor gelijke delen. Dat is dus een belangrijk verschil met de vof, waarbij iedere vennoot voor 100 procent aansprakelijk is.

Is een commanditaire vennootschap (cv) de oplossing?

Een commanditaire vennootschap (cv) is in feite een bijzondere vorm van de vof. Het is een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen (vennoten). Bij een cv bestaan twee soorten vennoten: beherende en stille (commanditaire) vennoten. De stille vennoten zijn alleen financieel betrokken; zij mogen niet namens de cv naar buiten treden.
De oprichting van een commanditaire vennootschap is vormvrij; er gelden dus geen formele vereisten. Wel is het slim om schriftelijk vast te leggen wat jullie precies zijn overeengekomen. Een inschrijving in het Handelsregister is wederom wél verplicht.
Lukt het de vennootschap niet meer om verplichtingen na te komen, dan zijn de beherende vennoten privé hoofdelijk aansprakelijk voor 100 procent. Dit geldt niet voor de commanditaire vennoten. Zij zijn slechts aansprakelijk voor het bedrag dat zij hebben ingebracht.

Past een besloten vennootschap (bv) bij mij?

De besloten vennootschap is een rechtspersoon, waarbij het kapitaal in aandelen is verdeeld (over de aandeelhouders) en de risico’s van hoofdelijke aansprakelijkheid worden beperkt. Dat betekent dat niet jij, maar de bv in de meeste gevallen aansprakelijk is voor eventuele schulden. Het rechtspersoon bv heeft dezelfde juridische status, rechten en plichten als een natuurlijk persoon. Daarmee wordt de bv als geheel als ondernemer gezien, terwijl je een bv wel samen met anderen kunt oprichten.
Je hebt geen minimum(start)kapitaal nodig om een bv op te richten, Eén eurocent is al genoeg. Ook een notariële akte is niet meer nodig. Een inschrijving in het Handelsregister is dat wél. Totdat dit gebeurd is, ben je namelijk nog persoonlijk aansprakelijk.
Groot voordeel van een bv is dat je privé-bezittingen buiten schot blijven. Er is echter één ‘maar’: voor schulden ontstaan door wanbeleid kun je wél persoonlijk aansprakelijk gesteld worden.

Hoe zit het bij een naamloze vennnootschap (nv)?

Slechts weinig starters zullen bij de oprichting van hun bedrijf kiezen voor een nv. Dit is een vennootschap waarvan het kapitaal is verdeeld in aandelen, maar anders dan bij de bv zijn de aandelen van een nv overdraagbaar.
Voor het oprichten van een nv gelden vrijwel dezelfde eisen als bij het oprichten van een bv, behalve het feit dat je voor oprichting van een nv startkapitaal nodig hebt: 45.000 euro.
Zowel met een bv als met een nv moet je jaarstukken inleveren bij de KvK. Welke gegevens je daarin moet opnemen, is afhankelijk van de grootte van je bedrijf. Zo hoeft een klein bedrijf alleen een verkorte balans en een beperkte toelichting te sturen en moet een middelgroot bedrijf ook een jaarverslag en een winst-en verliesrekening toevoegen.

Wanneer kies ik voor een vereniging?

Een vereniging is een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen (leden) met een gemeenschappelijk doel. Belangrijke voorwaarde is dat het niet je doel mag zijn om winst te maken om onder de leden te verdelen. Winst maken an sich mag wel, maar die moet dan ten goede komen aan het gemeenschappelijke doel.
De hoogste macht in een vereniging ligt bij de ledenvergadering, waarvan alle leden in principe één stem hebben. De ledenvergadering benoemt het bestuur, dat meestal bestaat uit leden.
Je hebt twee soorten verenigingen:
  • Bij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ben je niet met je privé-vermogen aansprakelijk voor de verplichtingen; je richt deze vereniging op met een akte van de notaris en de notaris schrijft je in in het Handelsregister.
  • Bij een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid ben je met je privé-vermogen wél aansprakelijk voor verplichtingen. Die aansprakelijkheid kun je beperken door de vereniging in te schrijven in het Handelsregister.
Is mijn bedrijf eigenlijk een stichting?
Een stichting is bedoeld om met behulp van een vermogen een bepaald doel te realiseren. Deze doeleinden leg je vast in de statuten. Een stichting mag winst maken, maar net als bij een vereniging moet deze opbrengst wel ten goede komen aan een ideëel of sociaal doel. Een stichting wordt opgezet door één of meerdere personen. Dit kunnen natuurlijke personen zijn, maar ook rechtspersonen (zoals bij een bv). Een stichting heeft geen leden en wordt opgericht bij notariële akte of testament. Vergeet een stichting niet in te schrijven in het Handelsregister van de KvK, zodat de bestuuurders niet privé aansprakelijk zijn.
In het geval van schulden worden bestuurders van een stichting niet aansprakelijk gesteld. Als de stichting onder de heffing van de vennootschapsbelasting valt, zijn wel de anti-misbruikwetten van toepassing en kunnen bestuurders onder bepaalde omstandigheden alsnog aansprakelijk worden gehouden.

Hoe zit het bij een coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij?

Een bijzondere en weinig voorkomende rechtsvorm is de coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij. De coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij zijn bijzondere verenigingen. Een coöperatie komt door middel van het afsluiten van overeenkomsten op voor de materiële belangen van haar leden. De winst mag worden uitgekeerd aan leden. Er zijn drie soorten: bedrijfscoöperatie, consumentencoöperatie en producten- of dienstencoöperatie.

Een coöperatie wordt opgezet door minimaal twee personen. De oprichting vindt plaats bij notariële akte. De coöperatie moet daarnaast worden ingeschreven in het Handelsregister en is verplicht om ieder jaar jaarstukken op te stellen en deze openbaar te maken.
(Bron: MKB Servicedesk)