DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof

Verlenging of verkorting van de termijn waarbinnen een alimentatieplichtige aan
een alimentatiegerechtigde partneralimentatie dient te betalen, houdt de
rechtspraak al jaren bezig. Op de omvangrijke jurisprudentie zal hier niet
worden ingegaan. Nieuw is echter dat de duur van de alimentatietermijn ook de
gemoederen binnen de politiek (opnieuw) bezig houdt. Nadat de termijn per 1
juli 1994 al werd gewijzigd van levenslang naar (in principe) maximaal twaalf
jaar, zijn er momenteel wetsvoorstellen aanhangig om de termijn opnieuw te
verkorten. Wanneer en of er een nieuwe wet wordt aangenomen en of er een
overgangsregeling zal zijn, is (nog) niet bekend. Iedereen lijkt het er echter
mee eens te zijn dat de huidige maximale duur van twaalf jaar
partneralimentatie ingekort moet worden. In dit artikel wordt kort ingegaan op
de huidige regeling.

De wet bepaalt dat de rechter op verzoek van de echtgenoot die niet voldoende
inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich in redelijkheid kan
verwerven, ten laste van de andere echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud
kan toekennen. De rechter kan deze uitkering toekennen onder vaststelling van
voorwaarden en een termijn. Deze termijn is in principe gemaximeerd op twaalf
jaar na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de
burgerlijke stand. Een rechter kán dan ook al op grond van de huidige wetgeving
een kortere termijn dan twaalf jaar toekennen. Dit gebeurt echter nauwelijks.

Indien de rechter géén termijn heeft vastgesteld, eindigt de verplichting
alimentatie te betalen in principe van rechtswege na een periode van twaalf
jaar. Het is dan ook van belang om, indien er partneralimentatie dient te worden
voldaan, snel afspraken over de ingangsdatum te maken. Helaas komt het
regelmatig voor dat partijen al lange tijd feitelijk uiteen zijn en de
alimentatieplichtige gedurende deze periode al partneralimentatie betaalt. Deze
periode telt echter niet mee voor de termijn van twaalf jaar!

Indien de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan vijf jaren en uit dit
huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud
van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van
het huwelijk. In sommige gevallen wordt, in geval van een kinderloos huwelijk
dat langer dan vijf jaar heeft geduurd, toch aangesloten bij de duur van het
huwelijk. Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Van belang is
bijvoorbeeld of de ex-echtgenoot in alle redelijkheid een inkomen heeft kunnen
verwerven, rekening houdend met de leeftijd, het opleidingsniveau en de stand
van de banenmarkt.

Een verplichting van een gewezen echtgenoot om partneralimentatie te betalen,
eindigt ook wanneer de alimentatiegerechtigde opnieuw in het huwelijk treedt,
een geregistreerd partnerschap aangaat, dan wel is gaan samenleven met een ander
als waren zij gehuwd. De bewijslast hiertoe ligt bij de alimentatieplichtige.
Opgemerkt wordt dat het vaak bijzonder lastig is aan te tonen dat iemand
samenwoont.

De vaststelling van partneralimentatie is een momentopname. De hoogte van de
partneralimentatie hangt weliswaar af van de (huwelijksgerelateerde) behoefte
van de alimentatiegerechtigde, en staat dus vast, maar ook van de draagkracht
van de alimentatieplichtige. De behoefte wordt bepaald aan de hand van de
inkomsten en uitgaven gedurende de laatste jaren van het huwelijk. Als
vuistregel voor de berekening van de behoefte wordt vaak de zogenaamde “Hofnorm”
gehanteerd. Aan de hand van deze Hofnorm wordt de behoefte van de
alimentatiegerechtigde bepaald op zestig procent van het netto gezinsinkomen na
aftrek van de kosten van de kinderen. Steeds vaker wordt echter afgeweken van
deze Hofnorm. De alimentatiegerechtigde zal dan aan de hand van concrete
gegevens de gestelde behoefte moeten onderbouwen. Vervolgens dient te worden
bekeken in hoeverre de alimentatiegerechtigde in het eigen levensonderhoud kan
voorzien. Vervolgens dient de draagkracht van de alimentatieplichtige berekend
te worden.

Indien sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden in de financiële
situatie van de alimentatieplichtige óf de alimentatiegerechtigde kán wijziging
van de partneralimentatie worden verzocht. Deze wijzigingsmogelijkheden kunnen
echter in onderling overleg worden beperkt of uitgesloten (in het
echtscheidingsconvenant).

(Bron: Dijkstra Voermans)

De ondernemer die door toedoen van een ander (bijvoorbeeld diefstal) niet kan
voldoen aan zijn informatie- en administratieplicht, kan toch een
informatiebeschikking opgelegd krijgen en dus geconfronteerd worden met omkering
van de bewijslast.

Een verhuurder van twee bedrijfspanden, die steeds had geopteerd voor met
omzetbelasting belaste verhuur ondervond dit aan den lijve. Deze onderneemster
kreeg een informatiebeschikking opgelegd, omdat ze de door de inspecteur
verzochte informatie en bescheiden niet kon laten zien. Haar administratie en de
usb-stick met de digitale versie daarvan waren namelijk uit de auto van haar
echtgenoot gestolen. Het niet kunnen voldoen aan dit informatieverzoek was
volgens haar niet gebaseerd op onwil maar overmacht. Het hof oordeelde echter
dat de nadelige gevolgen van het bewaren van de administratie in de auto en het
niet voorhanden hebben van een back-up van de administratie en van kopieën van
de administratieve bescheiden voor haar rekening kwamen. Ze had als
btw-onderneemster de plicht om de administratie van haar bedrijf zorgvuldig te
bewaren. Door aldus te handelen of nalaten te handelen had zij zelf zich in een
positie gebracht waarin zij niet meer voldeed aan haar informatieverplichtingen.
Ze moest binnen acht weken na verzending van de uitspraak de in de beschikking
gestelde vragen beantwoorden en de verzochte informatie alsnog verstrekken.

Verwijzingshof ‘s-Hertogenbosch beslist dat de bijtelling privégebruik auto moet plaatsvinden over beide in het jaar 2009 aan X ter beschikking gestelde auto’s.

Belanghebbende, X, heeft het eerste deel van het jaar 2009 een auto van zijn werkgever ter beschikking gehad, die hij niet voor privédoeleinden heeft gebruikt. Van 13 mei 2009 tot 10 juli 2009 heeft X geen auto ter beschikking gehad van zijn werkgever. Vanaf 10 juli 2009 krijgt X de beschikking over een andere auto van de werkgever, die hij wel privé gaat gebruiken. Op 17 juli 2009 heeft X de inspecteur daarom verzocht om de “Verklaring geen privégebruik” met ingang van 10 juli 2009 in te trekken. De inspecteur legt X over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 12 mei 2009 de in geschil zijnde naheffingsaanslag lb/pvv op. De Hoge Raad heeft het beroep van de staatssecretaris gericht tegen de uitspraak van Hof Arnhem gegrond verklaard en de zaak verwezen naar Hof ‘s-Hertogenbosch om te bepalen of de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

Verwijzingshof ‘s-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van Rechtbank Arnhem . Als een belastingplichtige met de eerste auto minder dan 500 kilometer rijdt, zoals bij X, en met de andere auto meer dan 500 kilometer, moet de bijtelling ook voor de eerstbedoelde auto plaatsvinden. Dit geldt zelfs als vast zou staan, dat – anders dan het geval is bij X – met de eerstbedoelde auto in het geheel geen privékilometers zijn gereden. De kilometergrens geldt op jaarbasis en niet per auto.

(Bron: Taxlive)

Het kan zijn dat u uw ingediende aangifte wilt aanvullen of wijzigen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de aangifte inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting, de aangifte omzetbelasting en de aangifte loonheffingen.

Aangifte inkomsten- en vennootschapsbelasting

Een aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting kunt u aanvullen of wijzigen zolang hiervoor nog geen definitieve aanslag is opgelegd. U past de eerder verstuurde aangifte aan en verstuurt deze opnieuw. Wij nemen deze aangifte dan in behandeling. Hebt u voor de eerder verzonden aangifte al wel een definitieve aanslag gekregen? Dan kunt u een wijziging alleen nog doorgeven door bezwaar te maken. Dit kan met het online bezwaarformulier in het beveiligde gedeelte van onze internetsite. U kunt ook schriftelijk om een navorderingsaanslag vragen als u tot de conclusie bent gekomen dat de aanslag te laag is vastgesteld.

Aangifte omzetbelasting

Een ingediende aangifte omzetbelasting kunt u niet meer wijzigen. Wel kunt u de aangifte corrigeren met het formulier ‘Suppletie omzetbelasting’ als u te veel of te weinig btw hebt betaald. Dit formulier vindt u in het beveiligde gedeelte van de internetsite. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om digitaal een gewijzigde aangifte over hetzelfde tijdvak in te dienen.

Aangifte loonheffingen

Als u een onjuiste of onvolledige aangifte loonheffingen hebt ingediend, moet u die altijd corrigeren.

(Bron: belastingdienst)

Een octrooi, ook wel patent genoemd, is het exclusieve eigendomsrecht op je uitvinding. Dat voorkomt dat anderen jouw uitvinding, proces of product gaan
maken, gebruiken, doorverkopen, verhuren of leveren.

Als je een octrooi hebt op een vinding, kun je anderen verbieden om deze vinding na te maken of te verkopen. Zelfs als die ander de vinding geheel onafhankelijk
zelf bedacht en uitgevoerd heeft. Een octrooi geldt voor een bepaald land of een aantal landen en geldt maximaal 20 jaar, daarna is je vinding vrij te gebruiken
door iedereen. Als er nog wel een patent op je idee zit, kun je anderen wel toestemming geven om jouw uitvinding te maken, verkopen of beheren. Dat doe je
met een octrooilicentie

Wanneer kan ik een octrooi aanvragen?

Als je een octrooi wilt aanvragen, moet je vinding aan bepaalde eisen voldoen.

Nieuwheid: Je product of proces moet nieuw zijn. Dit betekent dat je idee vóór de datum van
indiening nergens ter wereld openbaar bekend mag zijn, ook niet als je daar zelf de oorzaak van bent door bijvoorbeeld een brochure of een presentatie.
Inventiviteit: De vinding moet ‘inventief’ zijn. Dit houdt in dat het voor de vakman niet voor de hand mag liggen.
Industriële toepasbaarheid: De vinding moet gaan over een product of productieproces, en je moet kunnen aantonen dat dit technisch kan functioneren. Zo kunnen diensten, ideeën zonder concrete uitwerking, natuurwetenschappelijke theorieën, rekenmethoden en esthetische vormgeving niet beschermd worden door een patent. Hier zijn weer
andere beschermingsvormen voor zoals het auteursrecht, het tekeningen- en modellenrecht of het merkenrecht.

Wanneer vraag ik een octrooi aan?

Het is raadzaam om een goede afweging te maken wanneer je octrooi wilt aanvragen, omdat het niet gratis is. Denk je dat een concurrent op het punt
staat om dezelfde vinding te doen als jij dan kun je maar beter zo snel mogelijk een patent aanvragen. Jij bent dan de enige die het octrooi krijgt en dus geld
met je vinding kan verdienen. Als je denkt dat een ander niet zo gauw op hetzelfde idee zal komen, is er minder haast geboden bij het aanvragen van een
octrooi. Je kunt dan beter eerst de markt goed onderzoeken op commerciële haalbaarheid en het product of proces (in het geheim) uitproberen en verbeteren.
Want als je eenmaal een octrooiaanvraag hebt gedaan, kost het ook geld om dat octrooi te onderhouden.

Hoeveel kost het om een octrooi aan te vragen?

Je krijgt bij het aanvragen van een octrooi te maken met verschillende kosten. Denk bijvoorbeeld aan aanvraagkosten. Doe je dat op papier in Nederland, dan
kost je dat 120 euro, doe je dat online dan kost een octrooiaanvraag je 80 euro. Na je aanvraag voert het Octrooicentrum Nederland een verplicht onderzoek uit
naar de stand van de techniek. De stand van de techniek is alles wat vóór de indiening van de octrooiaanvraag schriftelijk of mondeling openbaar toegankelijk
is gemaakt. Het doel van dit onderzoek is de status ervan te achterhalen. De kosten zijn 100 euro (nationaal) en 794 euro (internationaal).

Daarnaast heb je instandhoudingskosten die je betaalt vanaf het derde jaar nadat je de aanvraag hebt ingediend. Dat begint bij 40 euro per jaar, maar loopt
langzaam op tot 1400 euro. Als je de instandhoudingstaks jaarlijks betaalt, blijft je octrooi maximaal 20 jaar geldig.

Houd ook rekening met kosten voor handhaving van je octrooi. Hoeveel geld je daarvoor moet reserveren, hangt af van het risico van inbreuk en de juridische
kosten. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden er jaarlijks zo’n 25 patentzaken voor de rechter uitgevochten, tegenover ongeveer 140.000
patenten die van kracht zijn voor ons land. Het is niet precies bekend hoeveel octrooien met inbreuk te maken krijgen. De tarieven voor regionale (Europese) en internationale octrooien liggen anders, kijk daarvoor op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).

Waar kan ik een octrooi aanvragen?

Je vraagt een octrooi aan bij het Octrooicentrum Nederland. Dat is onderdeel van de Rjiksdienst voor Ondernemend Nederland (octrooicentrum.nl).

Kan ik een octrooi zelf aanvragen?

In principe kun je zelf een aanvraag indienen bij het Octrooicentrum Nederland, maar een octrooi is een technisch en juridisch document, waardoor het loont om
hulp in te schakelen. Een octrooi, geschreven door een octrooigemachtigde, heeft meer kans van slagen in een gerechtelijke procedure. Het tarief daarvoor is
afhankelijk van de complexiteit van je uitvinding en de tarieven van de gemachtigde die je inschakelt. Een Nederlandse aanvraag kost in totaal tussen de
2.000 en 10.000 euro. Je kunt de kosten wel enigszins drukken door veel uitzoekwerk vooraf zelf te doen (zie kader), zodat de gemachtigde zich vooral
kan concentreren op het beschrijven van je vinding.

Voor welke landen vraag ik octrooi aan?

Het is veel te duur om in alle landen van de wereld octrooi aan te vragen, daarom is het verstandig je af te vragen in welke landen het voor jou en jouw
vinding loont om patent aan te vragen. Handel je bijvoorbeeld in vitaminenmixen die alleen door Nederlandse voedselproducenten worden toegepast? Dan is een
Nederlands octrooi voor jou afdoende. Als je gebruikmaakt van een verpakking die voor veel landen geschikt is, kan een octrooi voor meerdere landen verstandig
zijn. Maar ook dan geldt dat het raadzaam is verstandige grenzen te trekken. Zoek als vitamineleverancier naar de landen waar veel gebruik wordt gemaakt van
vitaminetoevoegingen in voedsel. Realiseer je dat een land dat nu nog niet interessant is, dat in de toekomst wel kan worden.

Checklist aanvragen octrooi

  •         Kan mijn vinding door een octrooi worden beschermd?
  •         Bestaat mijn idee nog nergens ter wereld?
  •         Wat kost een octrooi?
  •         Is er een markt voor mijn product?
  •         Kan ik hulp krijgen bij het aanvragen van een octrooi?
  •         Voor welke landen vraag ik octrooi aan?

(Bron: MKB Servicedesk)

Als u een laptop met draadloze connectiviteit hebt, kunt u toegang krijgen tot het internet met Wi-Fi of draadloze netwerken, vaak in openbare ruimten als cafés, luchthavens, hotels en dergelijke.

Dankzij deze vier korte tips kunt u genieten van het gemak van openbare Wi-Fi terwijl uw privacy te beschermd blijft.

  • Gebruik een firewall

    Als uw computer Windows XP met SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 gebruikt, hebt u een ingebouwde firewall die standaard is ingeschakeld. Zet deze niet uit.

    Als uw computer Windows 7 of Windows 8 gebruikt, kunt u de firewall zo instellen dat deze ongewenst bezoek blokkeert. Lees meer over de Windows 8 firewall of de Windows 7 firewall.

    Als uw computer geen Windows 8 heeft kunt u gratis Microsoft Security Essentials downloaden en installeren.

  • Verberg uw bestanden

    Als u openbare Wi-Fi gebruikt, hebt u vaak geen controle over de netwerkversleuteling.

    Controleer de privacyverklaring op de website van het netwerk om te weten te komen welk type versleuteling er wordt gebruikt. (als ze geen privacyverklaring hebben, kunt u beter geen gebruik maken van het netwerk.)

    Als u persoonlijke of financiële informatie op uw computer bewaart, overweeg dan om te investeren in een besturingssysteem, zoals Windows Vista, dat de hulpmiddelen heeft om uw informatie door versleuteling te beveiligen.

    Ga voor meer informatie naar Codeer of decodeer een map of bestand.

  • Voer geen creditcardnummers of wachtwoorden in

    Deze maatregelen bieden enige bescherming tegen toevallige hackers en identiteitsdieven die draadloze netwerken als werkterrein hebben. Maar als criminelen vastberaden genoeg zijn, vinden ze uiteindelijk een manier om elk beveiligingssysteem te omzeilen.

    Als u veilig wilt zijn, voert u bij gebruik van een openbaar draadloos netwerk, geen gevoelige informatie in zoals uw creditcardnummer of andere financiële informatie.

    Tip Tip: Als u creditcardgegevens moet invoeren terwijl u een openbaar draadloos netwerk gebruikt, zorg er dan voor dat er een pictogram van een gesloten hangslot in de rechterbenedenhoek van het browservenster staat, en zorg dat het webadres begint met https: (de “s” staat voor secure – veilig).

  • Schakel uw draadloos netwerk uit wanneer u het niet gebruikt

    Als u niet op het internet surft of geen e-mail verstuurt, maar u uw computer nog steeds gebruikt in een gebied waar er een openbaar draadloos netwerk is, schakel dan uw draadloze verbinding uit.

    Als u een externe Wi-Fi-kaart gebruikt, kunt u deze verwijderen.

    Als u een interne Wi-Fi-kaart gebruikt, klikt u rechts op de verbinding en vervolgens op Uitschakelen.

(Bron: Microsoft)

Geldt de “drie dagen bedenktijd” ook bij aankoop van een  woning als dat een beleggingspand is ? Volgens lid 2 van artikel 2  van Boek 7 van het Burgerlijk wetboek (BW) heeft de koper drie dagen bedenktijd  na de ondertekening van het koopcontract.

Binnen die periode kan de koper zich dus terugtrekken zonder opgaaf van reden  en zonder schadeplichtig te zijn.

Maar dan moet het verkochte object wel een woning zijn en de koper een  natuurlijk persoon zijn die niet een beroep of bedrijf uitoefent. Hiervoor is  aangegeven dat de aankoop van een woning als belegging gezien wordt als  uitoefening van een beroep of bedrijf. Oftwel: bij de aankoop van een woning  (zoals een studentenpand) als belegging geldt de drie dagen bedenktijd  niet voor de koper.

Probleem is echter dat als de koper claimt de woning voor eigen gebruik te  hebben gekocht, hij of zij wel de bescherming geniet van de drie dagen  bedenktijd.

Het is daarom aan te raden, als een woning als beleggingspand wordt  aangeboden, direct aan geinteresseerden te vragen of zij zelf in het pand willen  gaan wonen of dat zij dit als belegging aankopen.

(Bron: NTRS.nl)

De administratie bijhouden. You hate it or you love it.

80% van de zelfstandig ondernemers heeft een hekel aan de administratie. Zij worstelen zich door de verplichte taken en slaken dan een zucht van verlichting. Weer een kwartaal rust.

Houd jij de administratie bij voor de Belastingdienst of voor jezelf? Wat mij betreft is “voor de Belastingdienst” zo ongeveer de slechtste reden ooit.

Hier mijn lijstje met 30 goede redenen om de administratie bij te houden. Voor jezelf.

  1.  documenten altijd terug kunnen vinden
  2.  geen boetes meer voor te laat betalen
  3.  geen stapels papier op je bureau meer
  4.  op tijd gaan sparen voor je pensioen
  5.  afspraken altijd nakomen
  6.  nooit meer schulden maken
  7.  mails attent beantwoorden
  8.  niet oververzekerd zijn
  9.  niet onderverzekerd zijn
  10.  alle onkosten declareren
  11.  tijd om vervelende klussen over te dragen
  12.  facturen direct foutloos opsturen
  13.  jouw tijd besteden aan relevante zaken
  14.  inzicht in kosten van activiteiten en producten
  15.  nooit te laat op afspraken verschijnen
  16.  een computer waarin je alles kunt terugvinden
  17.  documenten op tijd opsturen
  18.  slim kunnen investeren
  19.  de Belastingdienst geen reden geven voor een (vervelende) controle
  20.  offertes altijd goed adresseren
  21.  tijd hebben om alternatieven te bedenken voor lastige taken
  22.  een beter imago bij klanten en leveranciers
  23.  tijd hebben om gegevens om te zetten in informatie
  24.  gevoel hebben dat je ‘in control’ bent
  25.  geen stress over de papierwinkel
  26.  met plezier werken
  27.  alle tijd hebben voor jouw werk
  28.  tijd overhouden voor gezin en hobby’s
  29.  wel een backup hebben en ‘m nooit hoeven te gebruiken
  30.  doelgericht geld besteden (en dus veel overhouden)

Eigenlijk zijn er geen redenen om de administratie niet bij te houden 🙂

(Bron: Multiraedt)

Altijd op de hoogte van de nieuwste gepubliceerde normen.

Nieuwe Normen App

U raadpleegt regelmatig normen en wilt weten welke nieuwe normen er binnen uw vakgebied zijn verschenen? Dan is dit de app voor u.
Installeer de gratis Nieuwe Normen-app en abonneer u op uw vakgebied(en). U krijgt automatisch een melding wanneer er nieuwe normen zijn verschenen.

De Nieuwe Normen-app biedt u:

  • Overzicht van (recente) normen binnen 16 vakgebieden
  • Alerts per ingesteld vakgebied
  • Relevante info en preview van de norm

Download de Nieuwe Normen-app

• Direct naar de Nieuwe Normen-app in de AppStore (iPhone) • Direct naar de Nieuwe Normen-app in de PlayStore (Android)

Wat is mogelijk binnen deze app?

Abonneren op een of meer vakgebieden
Door u te abonneren op een vakgebied krijgt u regelmatig melding wanneer er nieuwe normen zijn verschenen in het door u geselecteerde vakgebied. Het aantal nieuw verschenen normen ziet u door middel van een getal. Heeft u een norm al (eens) bekeken? Dan ziet u dat deze grijs gekleurd is.
Norminformatie
Van de normen ziet u de titel, de publicatiedatum en een korte omschrijving. Ook is het mogelijk om een preview te bekijken.
Preview inzien en delen
In de Nieuwe Normen-app kunt u previews van normen bekijken. Zo krijgt u een betere indruk van de inhoud van de norm. U kunt een preview delen om deze op een later moment nog eens verder te bekijken.

(Bron: NEN)

De Hoge Raad oordeelt onder verwijzing naar de onderdelen 5.4 tot en met 5.19 van de conclusie van A-G Niessen dat het beroep van mevrouw X ongegrond is. Volgens de A-G fungeert de herrekende premie volksverzekeringen terecht als korting op de IB-teruggaaf.

Mevrouw X verzoekt in 2012 om een IB-middelingsteruggaaf over 2007, 2008 en 2009. Volgens art. 3.154 lid 7 Wet IB 2001 wordt onder de geheven inkomstenbelasting (IB) mede verstaan de premie volksverzekeringen (PVV) en wordt onder de herrekende IB mede verstaan de PVV. X stelt dat bij de berekening van de teruggaaf alleen de IB moet worden betrokken. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de keuze van de wetgever om een middelingsteruggaaf te berekenen aan de hand van belasting- en premiedruk samen niet van redelijke grond is ontbloot. Gelet op de duidelijke wettekst en de wetsgeschiedenis moet de premie wel als rekengrootheid in de middeling worden meegenomen. X gaat in sprongcassatie. De Hoge Raad oordeelt onder verwijzing naar de onderdelen 5.4 tot en met 5.19 van de conclusie van A-G Niessen dat het beroep van X ongegrond is. Volgens de A-G fungeert de herrekende premie terecht als korting op de belastingteruggaaf. De middelingsregeling wordt dus materieel ook voor de premieheffing toegepast. Deze keuze van de wetgever is goed te verdedigen en is niet van elke redelijke grond ontbloot. De belasting en premie worden namelijk samen in de eerste schijf geheven en kunnen dus voor het bepalen van de progressie niet los van elkaar worden gezien. De wetgever was redelijkerwijs niet gehouden om de middelingsregeling in te voeren en heeft in deze dus een ruime beoordelingsvrijheid. De regeling is volgens de A-G ook niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM, noch van het gelijkheidsbeginsel als vervat in art. 26 IVBPR of art. 14 EVRM. Zo wordt de herrekende premie volksverzekeringen ook niet “bijgeheven”.

(Bron: Taxlive)