DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof

Als startende ondernemer of ZZP’er moet u in veel gevallen direct rekening houden met de BTW-aangifte of omzetbelasting, zoals deze aangifte ook wel wordt genoemd. In Nederland gelden tarieven van 21, 6 of 0 procent, maar het kan ook zijn dat u voor uw producten of diensten volledig wordt vrijgesteld van BTW. In dit artikel leest u er alles over: 5 vragen en antwoorden over BTW-tarieven en vrijstellingen.

1. Welke BTW-tarieven zijn er?

Volgens de Europese richtlijnen mag het algemene BTW-tarief niet lager zijn dan 15%, maar in Nederland geldt sinds 1 oktober 2012 een algemeen tarief van 21 procent. De overheid heeft deze verhoging doorgevoerd om extra belastinginkomsten te kunnen genereren (een miljard euro in 2012 en 4,1 miljard euro in 2013). In het recente woonakkoord is echter besloten dat bepaalde branches, waaronder de (tuin)bouwsector, tot 1 maart 2014 gebruik kunnen maken van het verlaagde BTW-tarief van 6%.

Dankzij deze maatregel kunnen ondernemers gedurende deze periode bijvoorbeeld een lager BTW-tarief rekenen voor arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen ouder dan twee jaar. Datzelfde geldt voor het aanleggen en onderhouden van tuinen. Het BTW-tarief van 6% is daarnaast van toepassing op:

  • Eerste levensbehoeften zoals voedingsmiddelen, water en geneesmiddelen
  • Arbeidsintensieve diensten zoals reparatie van schoenen, kleding en fietsen en kappersdiensten
  • Werkzaamheden aan woningen, zoals schilderen, stukadoren, behangen, schoonmaken en isoleren van woningen die ouder zijn dan twee jaar
  • Digitale educatieve informatie die is bestemd voor het onderwijs (cursussen op dvd en cd-rom bijvoorbeeld);
  • Openbaar vervoer en andere vormen van personenvervoer [bron: Rijksoverheid]

Tot slot kennen wij in Nederland ook een BTW-tarief van 0%. Dit tarief geldt voor ondernemers die zakendoen met het buitenland en is van toepassing op bepaalde grensoverschrijdende transacties. Daarbij moet u denken aan de uitvoer van goederen naar een land buiten de Europese Unie (EU). Maar u krijgt ook te maken met het 0%-tarief wanneer u goederen levert aan andere ondernemers binnen de EU of als u diensten levert voor exportleveringen.

2. Wanneer kom ik in aanmerking voor belastingvermindering?

Het kan zijn dat u als starter op jaarbasis nog dermate weinig BTW moet betalen dat u recht heeft op de Kleineondernemersregeling. Deze regeling is van toepassing op kleine ondernemers die in een jaar niet meer dan 1883 euro betalen aan BTW, mits u aan de gestelde voorwaarden kunt voldoen. Zo moet uw onderneming qua rechtsvorm een natuurlijke persoon (of een combinatie van personen) zijn, zoals een eenmanszaak, maatschap of vof. Daarnaast moet u voldoen aan de administratieve verplichtingen van de Belastingdienst en betaalt u – na aftrek van de voorbelasting – minder dan 1883 euro aan BTW.

Let op: bent u in een jaar minder 1345 euro kwijt aan BTW? Dan wordt u voor die periode hiervan vrijgesteld. Verwacht u echter dat dit ook de komende jaren het geval zal zijn? Dan is het raadzaam om bij de fiscus ontheffing aan te vragen voor de administratieve verplichtingen. Eenmaal toegewezen hoeft u dan geen BTW-aangifte meer te doen. Houd er echter rekening mee dat  uw omstandigheden ieder moment weer kunnen veranderen en dat de ontheffing dan niet meer geldig is. De Belastingdienst controleert dit ieder jaar, maar het gaat sneller als u de ontheffing bij eventuele wijzigingen zelf tijdig opzegt. Klik hier om meer te lezen over de Kleineondernemersregeling.

3. Wat is het verschil tussen het 0%-tarief en vrijgesteld zijn van BTW?

Het 0%-tarief heeft betrekking op producten of diensten die binnen Nederland belast zijn met BTW. Het verschil tussen dit tarief en de vrijstelling van BTW, die onder meer van toepassing is op de gezondheidszorg, het onderwijs en sociaal-culturele instellingen, heeft te maken met de aftrek van voorbelasting. Als uw producten of diensten onder het 0%-tarief vallen, heeft u recht op aftrek van voorbelasting. Wanneer uw producten of diensten zijn vrijgesteld van BTW, is dat niet het geval. Het BTW-tarief van 0% is dus niet hetzelfde als worden vrijgesteld van BTW.

4. Wat mag in mijn administratie voor de BTW niet ontbreken?

Hoe overzichtelijker uw administratie, des te makkelijker en sneller u BTW-aangifte kunt doen. De Belastingdienst adviseert in ieder geval om de gegevens die u nodig heeft voor uw aangifte en voor uw opgaaf ICP bij de hand te houden als u aangifte gaat doen. Per aangiftevak moet u in ieder geval overzichten bijhouden van:

  • Uitgaande facturen (als u het factuurstelsel toepast)
  • Inkomsten (als u het kasstelsel toepast)
  • Ontvangen facturen
  • Privégebruik van goederen en diensten

5. Hoe weet ik zeker dat de BTW-nummers van mijn klanten of opdrachtgevers kloppen?

Heeft u een factuur ontvangen waarvan de afzender niet direct duidelijk is of vertrouwt u het niet helemaal? Dan is het goed om te weten dat u bij binnenlandse klanten zelfstandig het BTW-nummer van klanten of opdrachtgevers kunt controleren. Dat kunt u doen op deze website van de Europese Commissie. Hier vindt u dan ook direct de juiste naam- en adresgegevens van uw afnemer. Indien deze gegevens onbekend zijn of niet overeenkomen met wat er op uw factuur staat, kunt u het beste zelf contact opnemen met de afnemer in kwestie. Het kan zijn dat er slechts sprake is van een tikfoutje op de factuur, maar dan heeft u in ieder geval wel gecheckt of er niet iets meer aan de hand is.

(Bron: Ikgastarten)

Als erfgenaam kunt u een nalatenschap zuiver of beneficiair aanvaarden of verwerpen.

Erfenis zuiver aanvaarden

Als u meteen weet dat u de erfenis wilt aanvaarden, kunt u de erfenis zuiver aanvaarden. U kunt hiervoor een verklaring van zuivere aanvaarding afleggen bij de griffie van de rechtbank. Dit hoeft niet. Ook door het opruimen van bezittingen van de overledene en het betalen van zijn openstaande rekening, heeft u volgens de wet de erfenis zuiver aanvaard. U heeft recht op alle bezittingen van de overledene. Maar u bent ook aansprakelijk voor alle schulden. Zelfs als die schulden bij elkaar meer bedragen dan de bezittingen. U moet dan met uw eigen vermogen de overgebleven schulden betalen.

Erfenis beneficiair aanvaarden

Weet u niet zeker of u de erfenis zuiver wilt aanvaarden, omdat voor u bijvoorbeeld niet duidelijk is wat de bezittingen en schulden van de overledene zijn, dan kunt u ook beneficiair aanvaarden. Dit heet ook wel: aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Als er schulden zijn, bent u als erfgenaam met uw eigen vermogen hiervoor niet aansprakelijk. Zijn er niet voldoende bezittingen om de schulden te betalen? Dan hoeft u het tekort niet zelf bij te betalen. Maar u mag ook niets van de bezittingen hebben totdat zeker is dat alle schulden zijn betaald. Minderjarigen moeten een erfenis altijd beneficiair aanvaarden.

Erfenis verwerpen

U kunt een erfenis weigeren. Dit heet verwerpen. U bent dan niet verantwoordelijk voor de nalatenschap en niet betrokken bij de afwikkeling ervan. U ontvangt niets, maar u bent ook niet aansprakelijk voor schulden.

Keuze maken voor aanvaarden of verwerpen

U heeft tot 3 maanden na het overlijden de tijd om uw keuze te maken. Binnen deze termijn kunnen eventuele schuldeisers zich niet verhalen op de erfenis. Let op dat u binnen deze termijn geen handelingen van zuivere aanvaarding verricht. Dit gebeurt als u zich gedraagt alsof u de erfenis zonder beperking heeft aanvaard heeft. Bijvoorbeeld door de inboedel of de woning van de overledene te verkopen. De wet gaat er dan vanuit dat u heeft gekozen voor zuivere aanvaarding. U kunt dan niet meer kiezen voor beneficiaire aanvaarding of verwerping.

Kiest u voor beneficiair aanvaarden of verwerpen, dan moet u een verklaring afleggen bij de rechtbank. Twijfelt u over uw keuze, dan kunt u voor advies terecht bij een erfrechtdeskundige, zoals een notaris.

(Bron: Overheid)

Het aantal faillissementen in 2012 was uitzonderlijk hoog, zo meldt het CBS. De economische crisis zorgt ervoor dat steeds meer bedrijven in de financiële problemen komen en vorderingen van crediteuren onbetaald worden gelaten. Het is algemeen bekend dat crediteuren weinig tot niets op hun vordering betaald krijgen in geval van faillissement. In ruim 80 % van de gevallen krijgen crediteuren niets.
Drie praktische tips voor crediteuren om de schade waar mogelijk te beperken:
1. Recht van reclame
Het recht van reclame houdt in dat de crediteur de geleverde zaak terug kan vorderen wanneer de debiteur de koopprijs niet betaalt. Dit recht is wettelijk geregeld en hoeft niet in de algemene voorwaarden te zijn opgenomen. Wanneer een crediteur zich tijdig beroept op het recht van reclame, keert het eigendom van de geleverde zaken terug bij de crediteur. Bij het inroepen van het recht van reclame moet de crediteur wél een aantal formaliteiten in acht nemen. Zo moet het recht van reclame schriftelijk worden ingeroepen. Daarnaast mag de crediteur niet te lang wachten: de bevoegdheid om het recht van reclame in te roepen vervalt als de factuur ouder is dan zes weken. Het recht vervalt ook als de debiteur de roerende zaak langer dan zestig dagen onder zich heeft gehad.
2. Eigendomsvoorbehoud
Als een crediteur schriftelijk met de debiteur een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen, gaat het eigendom van de geleverde zaak pas over na betaling van de factuur. Bij niet betaling van de factuur kan de crediteur de door hem geleverde zaak opeisen bij de debiteur. Een effectief eigendomsvoorbehoud moet aan een aantal voorwaarden voldoen:
  • Het moet schriftelijk zijn overeengekomen (bijvoorbeeld in de koopovereenkomst of de algemene voorwaarden);
  • Het geleverde moet bepaalbaar of identificeerbaar zijn (bijvoorbeeld met serienummers);
  • Het geleverde mag nog niet zijn verwerkt in nieuwe producten;
  • Het geleverde zelf mag nog niet bewerkt zijn tot een nieuw product.
3. Retentie recht
Elke crediteur die een zaak van de debiteur feitelijk onder zich heeft, kan zich beroepen op het retentierecht. Het retentierecht houdt ook in een faillissement stand. Het retentierecht geeft een voorrangspositie. De curator kan de zaak opeisen en verkopen of hij kan de zaak in de boedel terugbrengen door voldoening van de vordering van de crediteur. De crediteur kan de curator een redelijke termijn stellen waarbinnen de curator zich hierover heeft uit te laten. Laat de curator zich binnen de gestelde termijn niet uit of slaagt de curator er niet in binnen de gestelde termijn de zaak te verkopen dan verkrijgt de crediteur het recht van parate executie. Hij kan dan zelf tot verkoop van de zaak overgaan. De crediteur mag alsdan zijn vordering als eerste uit de netto opbrengst voldoen. Het eventuele restant komt aan de curator toe. Als de curator de zaak wel opeist en verkoopt dan houdt de crediteur voorrang op de opbrengst boven de andere schuldeisers. Wel worden eerst alle boedelkosten over de opbrengst omgeslagen en zal de crediteur de afwikkeling van het faillissement af moeten wachten.
(Bron: Dijkstra Voermans)
Bij een dreigend faillissement of een oplopende schuld is het belangrijk om snel te handelen.
Om ervoor te zorgen dat u zo veel mogelijk van uw vordering binnenhaalt, is een proactieve houding en assertiviteit vereist. Een strak beleid rond het offreren, de totstandkoming van de overeenkomst en het verstrekken van de algemene voorwaarden is hierbij van groot belang.

Ondernemen staat gelijk aan risico nemen: hier vallen ook juridische risico’s onder. Niet elk juridisch risico hoeft ernstige gevolgen te hebben. Echter, het is wel belangrijk om goed te weten wat uw juridische risico’s zijn en deze vervolgens goed te managen. Anders bestaat het gevaar dat de continuïteit van uw bedrijf alsnog in gevaar komt.

Juridisch risico is een breed begrip. Aan al uw bedrijfsprocessen kunnen namelijk juridische risico’s kleven. Denk aan een verkeerde inkooptransactie, late levering van uw product of vergeten huuropzegging van een bedrijfspand, waardoor u nu voor een langere periode aan de huurruimte vastzit. Allemaal voorbeelden van bekende problemen die geld kosten en die u kunt beschouwen als financiële risico’s. En juist deze risico’s kunnen het voortbestaan van uw bedrijf bedreigen.

‘Bad luck’

Het is de schrik van iedere ondernemer: het failliet gaan van een grote debiteur, waarvoor u zich niet hebt verzekerd. In tijden van crisis komt het vaak voor. Het niet betaald krijgen is een juridisch risico dat direct het voortbestaan van de onderneming kan bedreigen. Vervolgens rijst de vraag of u de situatie had kunnen voorkomen. De ervaring leert dat veel MKB’ers dat risico zien als ‘pech’ of ‘bad luk’. Het verzekeren van dit soort risico’s is voor kleine bedrijven namelijk vaak te duur.

Wet en regelgeving

Er zijn echter meer soorten juridische risico’s waarmee u te maken kunt krijgen. Zoals wanneer u niet (of niet goed genoeg) op de hoogte bent van de wet en regelgeving die op het bedrijf van toepassing is.

Risico’s managen

Hoe moet u uw juridische risico’s managen? Mijn cliënten vertel ik altijd dat zij eerst hun risico’s moeten kennen voordat ze deze kunnen managen. Dit kunt u doen door eventuele klachten of conflicten te analyseren. Zo kan vaak al snel een groot aantal risico’s worden geconstateerd, ook juridische.

Oplossing

Daarnaast zijn risico’s eenvoudig uit de relevante wet en regelgeving te halen. Voldoet uw bedrijf aan deze regels? Zo niet, dan zijn er risico’s. Ook zeer effectief is het vragen aan uw medewerkers waar volgens hen de risico’s zitten. Als u de gevaren eenmaal in kaart heeft gebracht, kunt u starten met het daadwerkelijk managen van de risico’s. Soms betekent dit dat u daarvoor hele bedrijfsprocessen moet reorganiseren. Hebben de risico’s te maken met verplichtingen van wetten en regels? Dan geef ik u hierbij meteen de oplossing: leef deze regels simpelweg goed na.

Risico’s afdekken

Voor het afdekken van de allergrootste risico’s kan het afsluiten van een of meerdere verzekeringen soms de oplossing zijn. Denk bijvoorbeeld aan de risico’s op het gebied van aansprakelijkheid. Voor relatief weinig geld kan een startende ondernemer zich goed verzekeren tegen de belangrijkste bedrijfsrisico’s. Let op: u kunt niet alles afdekken. Er blijven altijd risico’s bestaan die niet altijd ernstig hoeven te zijn, maar die wel voor een belangrijke mate het succes van een bedrijf kunnen bepalen.

Grip

Slechte contracten of – nog erger – alleen onduidelijke mondelinge afspraken kunnen voor onrust zorgen en u uiteindelijk veel geld kosten. Grip krijgen op juridische risico’s begint dan ook bij het juiste contractmanagement. Het kunnen overleggen van duidelijke overeenkomsten is een belangrijke voorwaarde om uw juridisch management goed vorm en inhoud te geven.

Kennis

Maar er is meer. Kennis over wet en regelgeving moet up-to-date blijven. Alleen dan kunt u de eventuele juridische risico’s beperken. Als u niet weet om welke risico’s het gaat, valt er immers ook weinig te managen. Deze risico’s worden mede bepaald door de kwaliteit van de juridische processen van uw bedrijfsvoering. En uit onderzoek blijkt dat het daar in het MKB nog wel eens aan wil schorten. Meer aandacht besteden aan de juridische kwaliteit van uw organisatie hoeft u niet eens zoveel geld te kosten. Wel de nodige motivatie, tijd en energie.

7 tips om juridische risico’s te beperken

  1. Wees alert op juridische risico’s in uw bedrijf.
  2. Realiseer u dat juridische risico’s u veel geld kunnen kosten en dat om die reden het managen ervan altijd loont.
  3. Contractmanagement beperkt juridische risico’s.
  4. Blijf up-to-date met de huidige wet en regelgeving; dat kan u snel geld opleveren.
  5. Verzeker uw belangrijkste aansprakelijkheidsrisico’s.
  6. Vergroot uw risicobewustzijn, maar blijf wel (verantwoorde) risico’s nemen. Tenslotte bent u een ondernemer.

(Bron: Ikgastarten)

De btw-tarieven verschillen nog altijd flink in Europa. Het standaardtarief varieert bijvoorbeeld van 8% in Zwitserland, tot 27% in Hongarije. In dit overzicht ziet u welk btw-tarief per 1 januari 2013 geldt voor welk land.

Overzicht btw-tarieven in Europa per 1 januari 2013

Land Standaard tarief Verlaagd tarief
België 21% 6%, 12%
Bulgarije 20% 9%
Cyprus 18% van 14-1-2013 tot 12-1-2014. Daarna 19% 8%
Denemarken 25%
Duitsland 19% 7%
Estland 20% 9%
Finland 24% 14%, 10%, 0%
Frankrijk 19,6% 7%, 5,5%, 2,1%
Griekenland 23% 13%, 6,5%
Hongarije 27% 18%, 5%
Ierland 23% 13,5%, 9%, 4,8%
Italië 21% (Mogelijk 22% per 1 juli 2013) 10%, 4%
Kroatië 25% 5%, 10%
Letland 21% 12%
Litouwen 21% 9%, 5%
Luxemburg   15% 3%, 6%, 12%
Malta 18% 5%
Moldavië 20% 8%, 0%
Nederland 21% 6%
Noorwegen  25% 15% 8%
Oostenrijk 20% 10%
Polen 23% 5%, 8%
Portugal 23% 6%, 13%
Roemenië 24% 9%, 5%
Rusland 18% 10%
Slowakije 20% 10%
Slovenië 20% 8.5%
Spanje 21% 10%, 4%
Tsjechië 21% 15%
Turkijke 18% 8%, 1%
Verenigd Koninkrijk  20% (tot 31-12-2017) 5%, 0%
Zweden 25% 6%, 12%
Zwitserland 8% 2,5%, 3,8%

Is uw klant inderdaad ondernemer voor de btw? Als blijkt dat dit niet zo is, krijgt u een naheffingsaanslag. U moet dan alsnog btw betalen over de goederen en diensten die u zonder omzetbelasting hebt geleverd.

Hoe btw-identificatienummers controleren?

Wilt u het btw-nummer controleren van uw klant? Ga dan naar de internetsite van de Europese Commissie. Daar kunt de btw-identificatienummers controleren van uw afnemers uit alle EU lidstaten. Dus ook die van uw Nederlandse afnemers. De Nederlandse belastingdienst beschikt niet meer over een portaal voor controle van btw-nummers.

Ook naam- en adresgegevens controleren

Op deze internetsite kunt u naast de geldigheid van het btw-identificatienummer ook de naam- en adresgegevens van uw afnemer controleren. Is het nummer niet geldig of wijken de naam-en adresgegevens af? Neem dan contact op met uw afnemer.

Klanten in Duitsland

Controleren van naam- en adresgegevens van klanten in Duitsland via de internetsite van de EU is niet mogelijk. De bevestiging dat het btw-identificatienummer geldig is, is dan voldoende.

Bevestiging en controle btw-nummer

Wilt u een bevestiging van de door u uitgevoerde btw-identificatienummercontrole? Dan kunt u het resultaat van de controle afdrukken en/of opslaan in uw computer. Bij het controleren kunt u uw eigen btw-identificatienummer invoeren. Deze wordt dan getoond op de bevestiging.

Verantwoordelijkheid EU-lidstaten

De wijze waarop de controle is ingericht, is de verantwoordelijkheid van iedere EU-lidstaat afzonderlijk. Bovendien zijn de lidstaten zelf verantwoordelijk voor de beschikbaarheid en inhoud van hun ondernemersbestand. Als het (tijdelijk) niet mogelijk is om voor een lidstaat een controle uit te voeren, dan heeft het geen zin contact op te nemen met de Belastingdienst. De EU-internetsite adviseert u wat te doen.

Meerdere btw-identificatienummers controleren

U kunt via de EU-internetsite één of meerdere BTW-identificatienummers geautomatiseerd controleren. Informatie over deze wijze van controle, maar ook het antwoord op andere vragen vindt u op de EU-internetsite in de rubriek ‘Veelgestelde vragen’ (FAQ).

(Bron: BTW+)

Op 1 januari is het provisieverbod op complexe producten ingegaan. Dat betekent dat de consument nu apart moet betalen voor advies. Daarmee ontstaat er voor de consument onoverzichtelijkheid van adviestarieven en diensten van financiële dienstverleners. Als antwoord hierop is vandaag de vergelijkingssite www.adviestariefvergelijker.nl gelanceerd.

Deze site vergelijkt geen verzekeringsproducten, maar diensten en de daarvoor in rekening gebrachte kosten. Ook kan de consument hier zijn review over zijn financieel adviseur geven. Het provisieverbod geldt voor o.a. de volgende (complexe) producten:

  • Pensioen, levensverzekeringen
  • Hypotheken
  • Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
  • Overlijdensrisicoverzekeringen
  • Uitvaartverzekeringen

Adviestariefvergelijker.nl geeft bedrijven en particulieren inzicht in:

  • Alle voorkomende tarieven, voor zowel advies als beheer, van alle producten die onder het provisieverbod vallen, waaronder vaste tarieven, uurtarieven, richttarieven, execution only, etc.
  • De kenmerken van diensten, waaronder vaste contactpersoon, kosteloos bezoek aan huis/bedrijf, mate van onafhankelijkheid van de dienstverlener.
  • De waardering van de dienstverlener per product, door andere consumenten, zowel zakelijk als particulier. Bijvoorbeeld op het gebied van prijs/kwaliteit, service, heldere uitleg, aanbeveling bij vrienden en familie.

(Bron: Pleinplus)

Bij het afsluiten van een autoverzekering wil de verzekeraar graag weten waarvoor iemand de auto gebruikt. Zo kan de verzekeraar namelijk het risico op schade goed inschatten. Of iemand de auto privé of zakelijk gebruikt, kan dan ook van invloed zijn op de premiehoogte. En sommige verzekeraars willen alleen auto’s verzekeren die uitsluitend privé gebruikt worden. Assurantietussenpersoon Independer.nl informeert over de verschillen tussen privé en zakelijk gebruik.

Privé-gebruik

Van huis naar werk rijden (woon-werkverkeer) valt voor verzekeraars onder privé gebruik van de auto. Ook als iemand de auto een enkele keer zakelijk gebruikt, dan kan bij de aanvraag van een verzekering gewoon worden aangegeven dat de auto privé wordt gebruikt.

Zakelijk gebruik

Een normale autoverzekering biedt standaard alleen dekking voor privégebruik. Als iemand de auto voor zakelijke doeleinden gebruikt dan moet dit worden aangegeven bij het maken van offerte of bij het aanvragen van de autoverzekering. Vormen van zakelijk gebruik zijn bijvoorbeeld als iemand de auto gebruikt als taxi of lesauto of als de auto wordt gebruikt voor koeriersdiensten, betaald personenvervoer of goederenvervoer.

(Bron: PleinPlus)

Het huwelijk en geregistreerd partnerschap lijken veel op elkaar. De voorwaarden om te trouwen of geregistreerd partnerschap te sluiten, zijn hetzelfde. Dit geldt ook voor de rechten en plichten van u en uw partner ten opzichte van elkaar. Er zijn wel verschillen als u kinderen krijgt. Ook het beëindigen van de verbintenis is niet gelijk.

Kinderen tijdens huwelijk of partnerschap

Er zijn belangrijke verschillen tussen het huwelijk en geregistreerd partnerschap als u kinderen krijgt. Een kind dat wordt geboren in een huwelijk van een man en een vrouw heeft van rechtswege beide echtgenoten als ouder. Hierdoor krijgen de echtgenoten en het kind automatisch familierechtelijke banden. Dit heeft gevolgen voor onder andere de achternaam van het kind, het gezag, het omgangsrecht, de nationaliteit en het erfrecht.

Bij een huwelijk van 2 vrouwen of 2 mannen, maar ook bij een geregistreerd partnerschap (zowel van paren van gelijk als verschillend geslacht) is dit niet het geval. Familierechtelijke betrekkingen van het kind met de partner van de moeder of vader kunnen dan alleen ontstaan door erkenning of adoptie.

Beëindiging verbintenis

Voor de ontbinding van een huwelijk moet u altijd naar de rechter. Een geregistreerd partnerschap kan ook buiten de rechter om eindigen als u en uw partner het met elkaar eens zijn en u geen minderjarige kinderen heeft. Heeft u wel minderjarige kinderen, dan moet u het geregistreerd partnerschap door de rechter laten ontbinden. Verder kent het geregistreerd partnerschap niet de scheiding van tafel en bed, het huwelijk wel.

(Bron: Overheid)

Als iemand u minimaal € 2.269 leent om uw onderneming te starten, kan hij profiteren van de volgende fiscale voordelen:

  • Het bedrag dat uw geldgever aan u heeft geleend, is de eerste acht jaar vrijgesteld voor de vermogensrendementsheffing in box 3 tot maximaal € 56.420.
  • Uw geldgever krijgt een heffingskorting op de inkomstenbelasting. Deze heffingskorting is 0,7% van de vrijstelling die in box 3 voor hem geldt. De vrijstelling is maximaal € 56.420.

Kwijtgescholden durfkapitaal

Als u de lening uiteindelijk niet terug kunt betalen, kan uw geldgever u een deel van de lening of de hele lening kwijtschelden. Het verlies dat uw geldgever daardoor lijdt, was tot en met 2010 voor hem als persoonsgebonden aftrek aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De mogelijkheid om verliezen op beleggingen in durfkapitaal af te trekken als persoonsgebonden aftrek is met ingang van 2011 vervallen. Uw geldverstrekker kan het kwijtgescholden bedrag alleen aftrekken als hij het geld vóór 1 januari 2011 aan u heeft geleend.

Afbouw heffingskorting

In 2014 vervalt de heffingskorting voor maatschappelijke beleggingen en voor directe beleggingen in durfkapitaal en cultuurfondsen. Wij bouwen de heffingskorting vanaf 2011 in 4 jaar af. Voor 2012 is de heffingskorting verlaagd naar 0,7% en in 2013 wordt de korting verlaagd naar 0,4%. In 2014 vervalt de heffingskorting.

(Bron: belastingdienst)