DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof

De bestuurders van een BV waren namens de BV twee financieringsovereenkomsten aangegaan. Het ging niet goed met de BV en op een bepaald moment kwamen de ondernemingsactiviteiten zo goed als stil te liggen, waardoor de financiële situatie hard achteruit ging. Er diende zich een koper aan voor de BV en er werd een koopovereenkomst gesloten. Daarin werd opgenomen dat de koper op de hoogte was van de heel slechte financiële situatie van de BV, dat de activiteiten nagenoeg stillagen en dat de koper een boekenonderzoek mocht doen maar welbewust de keuze had gemaakt de BV te kopen zonder onderzoek te doen. Een maand vóór de verkoop namen de bestuurders ontslag als bestuurder. De overname vond plaats en vlak daarna stopte de BV met het doen van betalingen in het kader van de financieringsovereenkomsten. De financier kon zijn vordering niet meer volledig op de BV verhalen en sprak voor het restant de oud bestuurders aan. Hij stelde zich op het standpunt dat de oud bestuurders een persoonlijk ernstig verwijt trof, omdat zij de BV in een slechte financiële toestand hadden overgedragen aan een onbetrouwbare/insolvabele koper.

De rechtbank baseert zich op de geldende regel dat een bestuurder aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade van een schuldeiser, als het handelen van die bestuurder zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Daarvan was in dit geval volgens de rechtbank sprake: de bestuurders hadden in het kader van de overname de financiële situatie van de koper moeten onderzoeken. Dat moesten ze zelf doen: hun verweer dat de notaris onderzoek zou hebben gedaan, werd door de rechtbank terzijde geschoven. Daarbij speelde ook een rol dat door via Google te zoeken al snel duidelijk werd dat de koper geen smetteloos blazoen had. Bovendien ligt niet voor de hand dat iemand een verlieslatende onderneming zou willen kopen zonder enig onderzoek te doen: de bestuurders hadden moeten bedenken dat er iets niet in de haak was en dat het niet de bedoeling van de koper kon zijn om de onderneming echt voort te zetten. De rechtbank vond daarom dat er sprake was van een ernstig persoonlijk verwijt en de financier kon dus bij de oud bestuurders zelf terecht, zij waren persoonlijk aansprakelijk.

TIP: Onderzoek als verkopende bestuurder de koper!

Ook als sprake is van een buitenkansje, zoals een verlieslatende onderneming toch nog kunnen verkopen, dan wordt van een bestuurder verwacht dat hij zorgvuldig te werk gaat. Hij mag niet namens de BV overeenkomsten aangaan waarvan hij weet of hoort te begrijpen dat de BV niet aan haar verplichtingen uit die overeenkomsten zal kunnen voldoen en vervolgens voor de schade die daardoor ontstaat, geen verhaal zou bieden.

(Bron: Dijkstra Voermans)

Als ondernemer bent u zelf verantwoordelijk voor het afdekken van persoonlijke en zakelijke risico’s. De hoeveelheid relevante premies kan per situatie verschillen – neemt u wel of geen personeel in dienst, gaat u veel goederen vervoeren etc. – maar de gemiddelde starter moet het afsluiten van onderstaande verzekeringen serieus overwegen: 8 bedrijfsverzekeringen voor startende ondernemers.

1. De bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering

Als u – of een van uw medewerkers – tijdens een meeting met een klant per ongeluk een antieke vaas van tafel stoot, zal uw particuliere bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering deze kosten niet vergoeden, omdat verzekeringsmaatschappijen duidelijk onderscheid maken tussen zakelijk en privé. Voor dit soort zaken zult u dus echt een aparte bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering moeten afsluiten. Een ongeluk zit in een klein hoekje, dus ook als u een freelance tekstschrijver bent en het risico op schade in uw branche misschien minder hoog is dan in – bijvoorbeeld – de bouw, doet u er verstandig aan dit risico tijdig af te dekken. U zou echt niet de eerste freelancer op locatie zijn die een kop thee over een toetsenbord morst… -> Benieuwd naar de kosten als u alle bedrijfsrisico’s in een keer verzekert? Kijk eens bij de Interpolis Bedrijven Compact Polis®

2. De beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Met de beroepsaansprakelijkheidsverzekering dekt u belangrijke belangrijke risico’s af op schade die u aan derden kan toebrengen bij uitoefening van uw beroep. Als u bijvoorbeeld als consultant een cliënt een verkeerd advies heeft gegeven met vervelende gevolgen, kan deze u hiervoor aansprakelijk stellen. Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering zal dan (een deel van) het ondernemersrisico dekken en de gemaakte kosten voor haar rekening nemen.

Er zijn op dit gebied uiteenlopende premies beschikbaar, maar met name als u in de medische zorg actief bent, moet u bij de keuze van een verzekeraar goed opletten of deze de veroorzaakte schade in uw beroep wel vergoedt. Zo biedt verzekeraar Interpolis ook in de medische sector mogelijkheden voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Het gaat vooral om beroepen uit de eerstelijnszorg, zoals de huisarts en de tandarts. Voor de meeste beroepen uit de tweedelijnszorg (ziekenhuis) heeft Interpolis geen mogelijkheden. In dat geval kunt u beter contact opnemen met gespecialiseerde medische verzekeraars. -> Meer informatie over beroepsaansprakelijkheid bij Interpolis

3. De personeelsverzekering

Indien u van plan bent een of meerdere werknemers in dienst te nemen, moet u straks ook rekening houden met het feit dat u als werkgevers verantwoordelijk bent voor uw personeel. Stel dat een werknemer schade aanricht bij een klant, dan wordt het bedrijf hiervoor aansprakelijk gesteld. Dit risico kunt u echter goed afdekken met de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven. Daarnaast moet u als werkgever onder andere zorg dragen voor het welzijn van uw personeel. Denk bijvoorbeeld aan het aanbieden van aanvullende pensioenvoorzieningen.

En een ongevallen- of ziekteverzuimverzekering is vaak ook geen overbodige luxe. Deze verzekeringen voorkomen bijvoorbeeld dat u – in het geval dat een personeelslid arbeidsongeschikt zou raken – in uw eentje verantwoordelijk bent voor de (soms langdurige) financiële gevolgen. Tip: in de meeste CAO’s gelden voor werkgevers vaste regels voor het afsluiten van bepaalde personeelsverzekeringen. Blader daarom, voordat u daadwerkelijk premies gaat afsluiten, die van uw sector eerst goed door om te zien welke verplichtingen van toepassing zijn op uw bedrijf. De meeste banken en verzekeringsmaatschappijen bieden diverse pakketten, waarin u zich in een keer voor meerdere risico’s kunt afdekken. -> Klik hier voor meer informatie over personeelsverzekeringen

4. De rechtsbijstandverzekering

Een leuke situatie is het natuurlijk niet, maar het kan voorkomen dat u in uw loopbaan te maken krijgt met een juridisch conflict. Bijvoorbeeld als een leverancier de gemaakte afspraken niet nakomt, een klant ontevreden is over de door u uitgevoerde werkzaamheden of u een geschil heeft met een werknemer over een arbeidscontract. De juridische kosten kunnen in dergelijke situaties snel oplopen; in dat geval worden deze kosten door uw rechtsbijstandverzekering vergoed. In veel gevallen heeft u daarnaast recht op juridische bijstand. Houd er echter rekening mee dat verzekeraars niet altijd de kosten voor alle geschillen zullen afdekken. Informeer dus altijd eerst naar de voorwaarden voor u de verzekering afsluit. -> Meer informatie over de mogelijkheden van een rechtsbijstandsverzekering bij de Rabobank

5. De inventaris- en voorraadverzekering

Het is de nachtmerrie van iedere ondernemer: de voorraad of inventaris in uw bedrijfspand loopt onherstelbare schade op, bijvoorbeeld door brand of een inbraak. Daarvoor biedt de inventaris- en voorraadverzekering uitkomst. Mits u er natuurlijk voor zorgt dat het pand goed onderhouden en beveiligd is. Overigens komt het vaak voor dat starters in eerste instantie vanaf huis werken. In dat geval is het in de meeste gevallen voldoende om uw inboedelverzekering uit te breiden. Neem hiervoor contact op met uw verzekeraar om de mogelijkheden te bespreken. -> Meer details over de inventaris- en voorraadverzekering

6. De bedrijfsschadeverzekering

Een bovengenoemd incident, zoals brand, een hevige storm of een inbraak, kan de nodige gevolgen hebben voor uw onderneming. Dit kan niet alleen direct betrekking hebben op de inventaris of de voorraad: uw bedrijf kan ook noodzakelijke inkomsten mislopen, omdat de werkzaamheden tijdelijk gedeeltelijk of helemaal moeten worden stilgelegd. Om deze kosten te compenseren, kunt u dit risico afdekken met een bedrijfsschadeverzekering. -> Klik hier voor meer informatie over de bedrijfsstagnatieverzekering

7. De debiteurenverzekering

Als u – om wat voor reden dan ook – te maken krijgt met een uitblijvende betaling, is dat altijd vervelend. Zeker voor veel startende ondernemers, die tijdens de startfase van hun bedrijf baat hebben bij gestuurde facturen die wél op tijd worden voldaan. Omdat u als ondernemer nooit helemaal zeker bent of het verschuldigde bedrag op tijd (en zo niet, hoeveel later) wordt bijgestort op uw rekening, doet u er verstandig dit risico af te dekken met  een goede debiteurenverzekering (ook wel kredietverzekering genaamd). Deze verzekering is met name relevant indien u producten of diensten op krediet levert aan klanten.  -> Klik hier voor alle voordelen van de debiteurenverzekering

8. De opstalverzekering

Schade aan uw bedrijfspand kan voor de nodige overlast zorgen. Als u besluit uw bedrijfspand te verzekeren tegen schade die is ontstaan door brand, storm, inbraak, water of aanrijding, hoeft u zich over die gevolgen in ieder geval geen zorgen meer te maken. De verzekeraar keert u dan geld uit om de schade te herstellen, maar biedt veelal ook oplossingen in natura. Stel: het regenwater komt via de grond uw kantoor binnen en beschadigt uw parketvloer. Dan zal er zo snel mogelijk iemand langskomen om de schade te herstellen.

(Bron: ik ga starten)

Als ondernemer kan het importeren van buitenlandse producten naar Nederland veel perspectieven bieden. U moet daarbij echter wel bepaalde regels van de overheid in acht nemen. In dit stappenplan leest u meer over de bekendste verplichtingen, maar houd er rekening mee dat dit een algemene richtlijn is. Mogelijk zijn op uw situatie nog andere regels van toepassing: importeer een product in 9 stappen.

1. Check of het product mag worden ingevoerd

Het is uiteraard niet de bedoeling dat u ‘zomaar’ begint met het invoeren van die geurige en aromatische theemelanges uit Maleisië. In eerste instantie zoekt u via een marktonderzoek uit of er op de Nederlandse markt wel vraag is naar dit product. Misschien geven consumenten hier nog steeds de voorkeur aan thee van de bekende merken, of maken zij liever gebruik van theezakjes dan van losse theebladeren. Dan kunt u het importeren van de Maleisische thee liever meteen uit uw hoofd zetten. Als u echter vaststelt dat er in ons land hiervoor wel degelijk een markt bestaat, is het zaak om verder te kijken.

In dat geval kunt u, voordat u zich gaat bezighouden met het schrijven van het importplan, nagaan of de overheid uw plannen van dit specifieke product ook ziet zitten. Het invoeren van producten uit andere EU-landen levert vrijwel nooit problemen op. Producten importeren van buiten de EU ligt vaak iets ingewikkelder. U moet dan rekening houden met de Douane, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), die controles uitvoeren om te zien of u zich wel goed houdt aan de wetgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, economie en milieu.

Sommige goederen mag u sowieso niet of slechts beperkt invoeren, terwijl voor andere goederen specifieke voorwaarden gelden. Klik hier voor een overzicht van de verschillende goederen en daarbij horende voorwaarden. Daarnaast moet u ook altijd nagaan of er geen bepaalde merk-, model-, octrooi- of auteursrechten op het in te voeren product rusten.

2. Vraag indien nodig toestemming aan de producent

Bij het importeren van producten krijgt u niet alleen te maken met de EU, maar ook met de landen van de Europese Economische Ruimte (EER), die werd opgericht in 1992. De EER is het akkoord tussen de landen van de Europese Unie en de Europese Vrijhandels Associatie (EVA), met uitzondering van Zwitserland. Het akkoord bevordert vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal tussen de deelnemende landen. Bij het importeren van producten van buiten de EU krijgt u echter nadrukkelijker te maken met de lokale producent; deze moet u namelijk toestemming geven om de producten naar Nederland te importeren en te verkopen.

Binnen de EER producten zonder toestemming importeren wordt ook wel parallelimport genoemd. Dit is vanzelfsprekend niet aan te raden, omdat de straf op parallelimport varieert van een schadevergoeding tot vernietiging van de geïmporteerde voorraad. Echter, een product dat in de EER via een officieel distributiekanaal in de handel wordt gebracht, is daarna binnen de EER dus vrij verhandelbaar.

3. Wel of geen invoervergunning nodig?

Het kan zijn dat u als importeur van een bepaald product in het bezit moet zijn van een invoervergunning. Daarbij moet u vooral denken aan goederen die beperkt of alleen onder strenge voorwaarden mogen worden ingevoerd, zoals wapens of bedreigde plantensoorten. Een standaard lijst om het te checken bestaat niet, maar de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) in Groningen kan u op dat gebied zeker meer vertellen. Een andere mogelijkheid is om hiervoor een consulent internationale handel van de Kamer van Koophandel (KvK) te raadplegen. Mocht u in aanmerking komen voor een vergunning, moet u zelf een aanvraag indienen bij het CDIU.

4. Houd u aan de Warenwet

De Warenwet geldt niet alleen voor producenten van levensmiddelen of andere consumentenproducten, maar ook voor importeurs. In feite moet iedereen die producten produceert, bereidt of verkoopt zich hieraan houden. In de Warenwet staan algemene regels over volksgezondheid, veiligheid van producten, eerlijkheid van handel en goede voorlichting. De wet wordt nog wel eens aangepast, zoals afgelopen voorjaar nog de regels voor de etikettering van textielproducten. Het is belangrijk dat u zich ook al importeur altijd goed aan de Warenwet houdt. Mocht u deze Wet overtreden, kunt u te maken krijgen met de maatregelen – zogenaamde interventies – van de de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Deze maatregel kan een waarschuwing zijn, maar ook een geldboete.

5. Zoek uit of een CR-markering noodzakelijk is

De CE-markering is bestemd voor industriële of bouwproducten die afkomstig zijn uit een EU-land en binnen de EER op de markt worden gebracht. Een CE-markering is niet altijd nodig, maar importeurs van bijvoorbeeld speeltoestellen, cosmetica en verpakkingen uit een ander EU-land kunnen er vanuit gaan dat zij wel aan deze verplichting moeten voldoen. In dit artikel leest u alles over de CE-markering of uw importproducten hiervoor in aanmerking komen. Op de website van Agentschap NL vindt u bovendien een overzicht van de geldende richtlijnen op dit gebied.

6. Maak goede afspraken met uw leverancier(s)

Niets zo vervelend als een bestelling die beschadigd of niet op tijd wordt bezorgd bij uw klanten. Om te voorkomen dat u als importeur uiteindelijk moet opdraaien voor deze kosten, is het van groot belang om altijd eerst duidelijke afspraken te maken met uw leverancier(s). Sluit een koop-, distributie- of agentuurovereenkomst af en maak hierin duidelijke afspraken over bijvoorbeeld aansprakelijkheid, garantie en welk nationaal recht van toepassing is.

7. Houd rekening met de productaansprakelijkheid

In principe kan in Nederland de producent van een product aansprakelijk worden gesteld voor schade die door een gebrek in uw product wordt veroorzaakt (denk aan een incomplete gebruiksaanwijzing of het ontbreken van een veiligheidsvoorziening). Maar als u een product van buiten de EU importeert, wordt u juridisch beschouwd als de producent. Er wordt voor de wet op dit gebied echter wel onderscheid gemaakt tussen importeurs en agenten. De regel geldt alleen voor producten en is niet van toepassing op gebouwen of diensten. Het risico op productaansprakelijkheid kunt u afdekken met een zogenaamde productaansprakelijkheidsverzekering.

8. Doe tijdig aangifte bij de douane

Het ligt misschien enigszins voor de hand, maar als u goederen importeert (of exporteert) uit een land van buiten de EU, moet u de betreffende goederen altijd aangeven bij de douane. Deze aangifte doet u digitaal of via het Enig document en in samenwerking met een vervoerder, logistiek dienstverlener of douane-expediteur. Aan de hand van uw aangifte wordt de specifieke invoerheffing berekend. Daarnaast kijkt de douane of het importproduct voldoet aan de invoerregels op onder meer het gebied van veiligheid en milieu. Meer informatie over het doen van aangifte bij de douane leest u op de website van Agentschap NL.

9. Vergeet eventuele invoerheffingen niet

Gaat u producten invoeren van buiten de EU? Dan krijgt u gegarandeerd te maken met invoerheffingen. U moet dan bijvoorbeeld rekening houden met bijkomende kosten voor de BTW, invoerrechten en accijnzen. De hoogte van het specifieke bedrag hangt onder meer af van het soort product en het land waaruit u het product heeft geïmporteerd. Voor meer informatie hierover kunt u terecht in de TARIC-database van de Europese Commissie.

(Bron: Ik ga starten)

Wat is een faillissement?

Wanneer een schuldenaar niet meer in staat is aan zijn financiele verplichtingen te voldoen, of (bewust) is opgehouden met het betalen van zijn schulden, dan kan door de schuldeisers via een advocaat een faillissement worden aangevraagd.

Een faillissement is met andere woorden het (financieel) onvermogen of onvermogend zijn, de insolventie of het insolvent zijn. Faillissement wordt soms ook wel deconfiture genoemd.

Er zijn landen waar een negatief eigen vermogen al voldoende is om een faillissement aan te vragen.

Wie kunnen failliet worden verklaard?

Dit kan een prive persoon zijn, denk daarbij aan een eenmanszaak, Vennootschap onder Firma of een maatschap. Daarnaast kan een onderneming in de vorm van een rechtspersoon failliet worden verklaard zoals een BV of NV.

In het geval van een eenmanszaak,VOF of maatschap zal niet de onderneming failliet worden verklaard, maar respectievelijk de eigenaar, vennoten of maten.

In het geval van een rechtspersoon zoals een BV, dan zal de BV failliet worden verklaard en niet de eigenaar / bestuurder. Hierop is wel een uitzondering, en dat is wanneer er sprake is van wanbeleid. Wanneer er sprake is van financieel wanbeleid door de bestuuder, dan kan de bestuurder met zijn gehele prive vermogen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de BV.

Wie kan een faillissement aanvragen?

Er zijn vier partijen die een faillissement kunnen aanvragen.

  1. Dit kan door de schuldenaar zelf worden gedaan
  2. De schuldeiser(s) indien er sprake is van minimaal twee opeisbare vorderingen.
  3. Het Openbaar Ministerie om redenen van openbaar belang
  4. De rechtbank op basi van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)

 

Hoe vaak komt een faillissement voor?

Dit is uiteraard geen vast gegeven. Maar gemiddeld kan worden uitgegaan van ongeveer 5.000 faillissementen per jaar. Echter worden er wel veel meer faillissementen aangevraagd. Dit gebeurt vaak als laatste pressie middel om de schuldenaar alsnog tot betaling te laten over gaan. In dat geval wordt de aanvraag na betaling weer ingetrokken.

Hoe lang duurt een faillissements procedure?

De duur van een faillissement varieert, afhankelijk van de complexiteit, van enige maanden tot enkele jaren.

Hoe verloopt de faillissements procedure?

Een faillissements procedure begint bij het aanvragen van het faillissement door een van bovengenoemde vier partijen. Dit dient te gebeuren bij de rechtbank in de regio waar de schuldenaar is gevestigd. Om als schuldeiser een faillissement aan te vragen, dient  men de schuldenaar wel meerdere malen te hebben aangemaand en uiteindelijk ingebreke te hebben gesteld.

De rechtbank zal een curator en een rechter-commissaris aanstellen. De curator zal optreden in de plaats van de failliet verklaarde, beheert de vereffening van de failliete boedel en behartigt de belangen van de schuldeisers. In het geval van grote faillissementen kunnen meerdere curatoren worden aangesteld.

De rol van de rechter-commissaris is het toezicht houden op het proces van het beheren en vereffenen van de failliete boedel en de handelingen van de curator. Op voordracht van de rechter-commissaris kan de rechtbank de gijzeling bevelen van de failliet. Ook kan de rechter-commissaris getuigen oproepen en horen.

Voor sommige handelingen dient de curator toestemming te vragen aan de rechter-commissaris, bijvoorbeeld in het geval van het ontslaan van personeel en de verkoop van inboedel of goederen.

Nadat door de rechtbank het faillissement is uitgesproken zal de failliet verklaarde (rechts)persoon van rechtswege de beschikking en het beheer over het vermogen verliezen en wordt handelsonbevoegd verklaard. De curator is de enige die vanaf dat moment nog handelend mag optreden. Deze zal een beschrijving opstellen van de baten en de schulden.

Inkomsten die de schuldenaar tijdens het faillissement geniet worden in principe bij de boedel gevoegd. In de praktijk maakt de curator over die inkomsten echter afspraken met de schuldenaar. Als een privé persoon failliet wordt verklaard, is het belangrijk om te weten wat onder het faillissement valt en wat niet. Eerste levensbehoeften en een deel van het inkomen worden bijvoorbeeld niet tot het faillissement gerekend. De schuldenaar mag ook gewoon rechtshandelingen verrichten, alleen de failliete boedel wordt hierdoor niet gebonden.

Verder zal de curator het vonnis van de rechtbank openbaar maken door registratie bij de faillissementsgriffie en Kamer van Koophandel, en door het plaatsen van een advertentie in de Staatscourant en in een landelijk dagblad.Dit gebeurt om eventuele schuldeisers die zelf niet betrokken zijn geweest bij de aanvraag van het faillissement in staat te stellen zich te melden bij de curator en hun vordering in te dienen.

Samen met de rechter-commissaris bereidt de curator de zogenaamde verificatie vergaderingen voor, waar de rechter-commissaris zal optreden als voorzitter. De verificatievergadering vindt plaats op de rechtbank en is het moment waarop de schuldenlijsten, zoals opgesteld door de curator, worden vastgesteld.

Hoe wordt de boedel verdeeld?

Allereerst worden voor zover mogelijk, de boedelschulden betaald. Hieronder vallen het salaris van de curator, huur en salaris na faillissementsdatum. Het eventuele restant gaat naar de bevoorrechte (preferente) vorderingen, waaronder de aanvraagkosten van het faillissement, rijksbelastingen en premies. Een eventueel restant gaat naar de concurrente (“gewone”) schuldeisers. Indien de concurrenten geheel zijn voldaan, gaat het restant naar de eventuele achtergestelde schuldeisers. Is er zelfs nu nog geld over, dan wordt dit uitgekeerd aan de aandeelhouder(s) indien het een NV of een BV betreft. In het faillissement van een natuurlijk persoon gaat het restant naar de gefailleerde zelf.

Hoe eindigt een faillissements procedure?

Een faillissement kan op de volgende manieren eindigen:

  1. opheffing wegens gebrek aan baten: Zijn er onvoldoende baten om een bedrag uit te kunnen keren aan anderen dan de boedelschuldeisers, dan wordt het faillissement opgeheven bij gebrek aan baten.
  2. beëindiging wegens homologatie van het aangeboden akkoord:”De failliet kan eenmalig een akkoord voorstellen aan de schuldeisers. Een dergelijk voorstel houdt vaak in dat de failliet een percentage van de betreffende vordering betaalt, waartegenover hij voor het restant wordt bevrijd van zijn schulden.
  3. opheffing wegens het verbindend worden van de slot-uitdelingslijst:Wanneer de boedel niet over voldoende actief beschikt om een uitkering te verrichten aan de concurrente crediteuren, maar de preferente crediteuren wel (deels) kunnen worden voldaan
  4. opheffing vonnis rechtbank in hoger beroep door Gerechtshof
  5. opheffing op verzoek gefailleerde en tegelijkertijd uitspreken van de toepassing schuldsaneringsregeling

Wat gebeurt er als een schuldenaar niet meewerkt tijdens de faillissements procedure?

De schuldenaar is verplicht om volledige medewerking te verlenen en de curator te voorzien van alle benodigde informatie. Dit is de zogenaamde  Inlichtingenplicht. Wanneer de curator echter wordt tegengewerkt kan hij dwangmaatregelen treffen. Heeft de schuldenaar nog voor de faillissementsverklaring bepaalde handelingen verricht waardoor schuldeisers minder kans maken op het verhalen van schulden, dan kan de curator deze handelingen weer ongedaan maken. Als de curator aanwijzingen vindt waaruit blijkt dat de bestuurders misbruik hebben gemaakt van de gefailleerde rechtspersoon, dan kunnen zij privé aansprakelijk worden gesteld.

Verklarende woordenlijst

failliet
toestand waarin iemand op grond van een rechtelijk vonnis verkeert, die niet meer in staat is zijn financiële verplichtingen na te komen
rekwest
schriftelijk verzoek aan een overheidsorgaan, bijvoorbeeld de rechter, om een bepaalde maatregel te nemen
schuldeiser
degene die van een ander geld heeft te vorderen
schuldenaar
degene die aan een ander geld schuldig is
vonnis
beslissing van de rechter waaraan ieder zich heeft te houden
curator
advocaat die door de rechtbank wordt benoemd om voorzieningen te treffen in een faillissement
in staat van kennelijk onvermogen vóór 1896 konden alleen kooplieden failliet worden verklaard. Voor anderen gold deze term serie een chronologisch geordende reeks van hetzelfde soort bescheiden
verificatievergadering
vergadering waarin wordt vastgesteld welke schuldvorderingen op degene die failliet is worden erkend
schuldvordering
een eis om iets te betalen omdat men iemand iets heeft geleverd of iets voor hem heeft gedaan
klapper
alfabetische namenlijst
handelsregister
sinds 1921 onderdeel van de Kamer van Koophandel, waar gegevens over bedrijven worden geregistreerd
vennootschapsregister
boek waarin vóór 1921 door de rechtbank/kantongerecht akten van vennootschap en de wijzigingen daarin werden ingeschreven
civiele zaken
geschillen tussen burgers waarin de rechter beslist
(Bron: faillissementsdossier.nl

 

Er zijn 4 verschillende samenlevingsvormen. Wilt u de relatie met uw partner officieel regelen, dan kunt u trouwen, een geregistreerd partnerschap aangaan of een samenlevingscontract opstellen. U kunt ook samenwonen zonder dit officieel vast te leggen.

  • Trouwen en geregistreerd partnerschap
  • Samenlevingscontract
  • Samenwonen zonder contract

Trouwen en geregistreerd partnerschap

Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap zijn in veel opzichten gelijk. Het zijn wettelijk geregelde samenlevingsvormen. Bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap legt u uw relatie vast bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. U krijgt een aantalrechten en plichten ten opzichte van elkaar. Zoals het recht om elkaars achternaam te gebruiken en de plicht elkaar te onderhouden.

Samenlevingscontract

In een samenlevingscontractmaakt u afspraken over zaken die met het samenwonen te maken hebben. Bijvoorbeeld over de kosten van de huishouding. U kunt samen een overeenkomst maken of daarvoor naar de notaris gaan. Een notarieel samenlevingscontract kan als voorwaarde gesteld worden om in aanmerking te komen voor bepaalde regelingen, zoals partnerpensioen.

Samenwonen zonder contract

Als u samenwoont zonder samenlevingscontract is er wettelijk niets geregeld. U bent dan niet verplicht elkaar te onderhouden, maar heeft ook geen recht op bijvoorbeeld alimentatie of partnerpensioen. Wel heeft samenwonen zonder samenlevingscontract gevolgen voor bijvoorbeeld uitkeringen en belastingen. Woont u langer dan 6 maanden samen, dan kunt uexterne link: fiscale partners van elkaar worden. U kunt uw gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten dan verdelen.

(Bron: rijksoverheid)

Het is een vervelende gedachte die u als enthousiaste startende ondernemer het liefst zou willen negeren: wat als ik in de toekomst arbeidsongeschikt raak? U moet echter wel degenlijk rekening houden met dit zwartste scenario, zeker gezien het feit dat u als arbeidsongeschikte ondernemer op weinig steun van de overheid kunt rekenen.

Wanneer ben ik arbeidsongeschikt?

Kort gezegd bent u arbeidsongeschikt wanneer u niet langer in staat wordt bevonden om arbeid te verrichten met een zogeheten economische meerwaarde. In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen gedeeltelijke en volledige arbeidsongeschiktheid. In het eerste geval is een persoon nog wel in staat om enkele arbeid te verrichten, maar iemand die geheel arbeidsongeschikt wordt verklaard, kan helemaal niet meer werken. Het spreekt voor zich dat deze situatie rampzalig kan zijn voor iemand met een eigen bedrijf. In tegenstelling tot werknemers die in dienst zijn van een bedrijf, kunnen zelfstandigen in de meeste gevallen niet bij de overheid aankloppen voor financiële ondersteuning.

Ik heb een ongeval op het werk gehad en kan niet meer werken. Ben ik nu arbeidsongeschikt?

Als u verzekerd bent tegen arbeidsongeschiktheid, neemt u zo snel mogelijk contact op met uw verzekering. Vervolgens zal een keuringsarts van de verzekeringsmaatschappij de mate van arbeidsongeschiktheid (uitkeringsdrempel) vaststellen. Ook de hoogte van het inkomensverlies zal hierbij een rol spelen. Bij het afsluiten van de AOV-verzekering heeft u een bepaalde risicoperiode aangegeven waarin u zelf in uw onderhoud voorziet. Pas daarna krijgt u geld uitgekeerd van uw verzekering.

Het kan zijn dat u in aanmerking komt voor een reïntegratietraject. Stel dat u door het ongeval niet langer zwaar lichamelijk werk kunt doen, maar wel administratieve taken kunt uitvoeren. In dat geval zal de verzekeringsmaatschappij ook kijken naar de mogelijkheden tot omscholing, omdat het uiteindelijke doel is dat u – in min of meerdere mate – toch weer aan het werk kunt. Houd er in ieder geval rekening mee dat u regelmatig contact zult hebben met uw verzekeringsarts en ook geregeld op controle zal moeten komen. Indien de arts u op een bepaald moment weer arbeidsgeschikt verklaart, zal de uitkering worden stopgezet en moet u weer opnieuw premie gaan betalen voor de AOV.

Is een arbeidsongeschiktheidsverzekering essentieel?

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet verplicht en veel kleine zelfstandigen zijn vanwege de doorgaans hoge premies bereid dit risico te nemen, maar het is uiteraard verstandiger uzelf hiervoor toch goed te verzekeren. Als u arbeidsongeschikt raakt en niet verzekerd bent, kan het zijn dat u wel recht heeft een bijstandsuitkering. Hiervoor moet u zelf contact opnemen met de gemeente.

AOV-verzekeringen zijn er in alle soorten en maten. De kosten zijn onder meer sterk afhankelijk van uw beroep en de periode die u wilt verzekeren. Hoe verleidelijk ook, het is echt niet verstandig om u primair te concentreren op de premiekosten. Het gaat erom dat u de verzekering vindt die het best bij uw persoonlijke situatie aansluit. Als u zich maar voor de helft verzekert om de kosten te drukken, kunt u later met een eventueel financieel gat van een vijf of tien jaar alsnog veel duurder uitkomen.

Is een AOV-verzekering eigenlijk fiscaal aftrekbaar?

Ja. De AOV is volledig fiscaal aftrekbaar voor alle ondernemers, hoewel u er rekening mee moet houden dat dit ook geldt voor de uitkering. Maar zeker voor startende ondernemers kan het financieel aantrekkelijk zijn om een AOV af te sluiten. Sommige verzekeraars bieden starters aantrekkelijke kortingen bij een langdurige contractperiode, maar desalniettemin is het slimmer om zo flexibel mogelijk met deze duur om te springen. Plan liever niet al te ver vooruit, aangezien u niet in de toekomst kunt kijken en zowel uw persoonlijke als zakelijke situatie in vijf jaar tijd aanzienlijk kan veranderen.

(Bron: Ikgastarten)

Accountancy-dienstverlening is in Nederland de afgelopen drie jaar gemiddeld achttien procent duurder geworden, aldus het CBS. Engels onderzoek signaleert dezelfde trend. Marktconcentratie zou de oorzaak zijn van kostenopdrijving.

Ambitions.nu: Kostenopdrijving heeft ook te maken met het feit dat er aan meer regels voldaan moeten worden. Bovendien moeten bepaalde stukken ook steeds meer op een verplichte digitale manier aangeleverd worden bij de belastingdienst. Hiervoor dienst aangiftesoftware aangeschat te worden en dit kost vaak ook extra tijd. Eerder kon er bijvoorbeeld nog een jaarrekening als bijlage meegestuurd worden bij een aangifte vennootschapsbelasting. Tegenwoordig moeten alle cijfers op een voorgeschreven wijze ingevoerd worden en verstuurd naar de fiscus.

De accountant de deur dan maar uit doen, is echter het kind met het badwater weggooien. Een Belgische onderzoeker heeft aangetoond dat accountants wel degelijk toegevoegde waarde hebben. Besparen kan geen kwaad, daarom volgen hier ook een aantal besparingstips voor uw accountantskosten.

Tips om accountantskosten te drukken

Het Financiële Dagblad komt met een zestal tips om prijsafspraken met accountants te maken. Kort samengevat luiden die tips:

Vaste prijs
Juiste accountant
Onderhandel
Wees voorbereid
Heldere facturen
Vast aanspreekpunt

1. Spreek een vaste prijs af

Spreek bij voorkeur een vaste prijs af. Anders wordt het uren maal tarief en dat kan snel in de papieren lopen. In de praktijk is vaak sprake van een combinatie van beide. Soms blijkt namelijk dat extra werkzaamheden verricht moeten worden omdat de ondernemer niet aanlevert wat hij belooft of omdat er technische complicaties optreden. Dat is dan uren maal tarief. Een goede accountant is altijd helder over zijn nacalculatie. Hij is zich ervan bewust dat daar vaak een spanningsveld zit.

2. Kies de juiste accountant

De indruk is dat de accountant duur is. Maar accountants zijn er in soorten en maten. Je hebt de AA (accountant-administratieconsulent) en de RA (Registeraccountant). De RA is soms duurder dan de AA en beschikt over het algemeen over meer specifieke deskundigheid. Daarnaast zijn er kleine, middelgrote en grote kantoren. De uurtarieven variëren van euro 50 tot 500 euro.

3. Onderhandel

Diverse kantoren hanteren standaardtarieven die naar boven en beneden kunnen worden bijgesteld. Hoeveel is natuurlijk afhankelijk van de aard en de combinatie van diensten die worden afgenomen. Er is dus onderhandelingsruimte. Maak daar optimaal gebruik van. De accountant hoeft niet alles in één keer te factureren. Dat kan ook in termijnen.

4. Wees voorbereid

Wat is de positie van uw onderhandelingspartner? Er is een groot tekort aan accountants. Dit leidt tot hogere tarieven. De beroepsgroep opereert in een verkopersmarkt. Klanten genoeg, accountants kunnen kiezen. Bent u nog wel rendabel genoeg als klant? Houd daar rekening mee.

5. Vraag om heldere facturen

Ondernemers die klagen over accountants doelen vaak op de hoogte en de specificatie van de rekening. Accepteer geen wazige facturen.

6. Zorg voor een vast aanspreekpunt

Ondernemers zijn gebaat bij een vast aanspreekpunt. Dat hoeft overigens geen registeraccountant te zijn. Een ervaren assistent-accountant kan ook de jaarrekening samenstellen, de salarisverwerkingen afhandelen en de belastingaangifte voorbereiden. De gespecialiseerde accountant houdt zich bezig met hoogwaardige dienstverlening zoals de jaarrekeningcontrole of deskundig advies in een specifieke branche.

(Bron: ZZP Boekhoudeer)

 

Wist u dat interne fraude vaak wordt gepleegd door leidinggevenden die al langer dan tien jaar bij een bedrijf werken? Vaak hebben ze ook nog eens een ceo-functie. Deze, en zeven andere tips over interne fraude leest u hier. Wat kunt u doen om dit te voorkomen én wat als het toch gebeurt?

1) Zorg vooraf voor duidelijke regels
Het is van belang dat u duidelijke regels op schrift heeft over het gebruik van geld in uw organisatie. Zo kunt u bijvoorbeeld in uw huishoudelijk reglement opnemen dat gebruik van het geld van uw organisatie voor privé-doeleinden niet, en ook niet tijdelijk, is toegestaan. Of dat betalingen aan werknemers nooit contant gebeuren, maar altijd via een bankbetaling. Op die manier kan fraude veel eenvoudiger worden bewezen.

2) Wie is het?
Een kant-en-klaar profiel van de dader bij u op kantoor kunnen we u niet geven. Maar wel een paar statistische aanwijzingen. Volgens onderzoeksbureau Schalke & Partners zijn daders van grote interne fraude vaak loyale leidinggevenden die al langer dan tien jaar bij u in dienst zijn.

Volgens dit onderzoek is bijna driekwart van alle fraudeplegers tussen de 35 en 55 jaar oud.  Een derde van de fraudeurs werkt op de financiële afdeling en opvallend: een groot deel van de daders heeft een ceo-functie of zit in de Raad van Bestuur.

3) Zorg voor een duidelijke scheiding tussen betalen en autoriseren
Regel het zo dat er altijd, in ieder geval, een tweede persoon is, die meekijkt naar de mutaties op de betaalrekeningen. Met internetbankieren kan dat heel makkelijk.

Nog beter is het als u als regel hanteert dat de werknemer die de overboekingsopdrachten aan uw bank geeft, eerst een geautoriseerde betaalopdracht onvangt van een chef of collega. Hij mag die betalingen dus alleen doen als een tweede persoon de factuur heeft gecontroleerd en een akkoord voor betaling heeft getekenend. En de medewerker die de daadwerkelijke overboekingen doet, kan weer vaststellen of de door zijn collega of chef gegeven betaalopdrachten in orde zijn.

Ondersteun deze scheiding tussen betalen en autoriseren door gebruik te maken van de functionaliteiten die het betaalpakket van uw bank biedt!

4) Houd controle en kijk mee
Degene die de betalingen autoriseert, moet na verwerking door de bank van de betaalopdrachten aan de hand van de dagafschriften (op papier of via beeldscherm) vaststellen dat er niet méér betalingen zijn verricht, dan waarvoor hij goedkeuring heeft gegeven.

Het is sowieso handig als meerdere mensen inzage in alle mutaties hebben. Als er dan toch fraude voorkomt, hebben deze personen immers ook inzage in alle mutaties en bent u minder afhankelijk van medewerking van de frauderende medewerker.

Het is wel belangrijk dat u zorgt dat de medewerker die in de gelegenheid is om te frauderen, nooit de bevoegdheid heeft om de instellingen van uw bankrekeningbeheer aan te passen. Anders zou hij bijvoorbeeld kunnen regelen dat u geen toegang meer heeft tot uw eigen rekening. Het beste is om deze bevoegdheid in uw eigen hand te houden.

5) Inzicht in uw administratie
Fraude wordt vaak gepleegd met contant geld. Denk aan een greep uit de kas of betalingen die niet worden geregistreerd. U kunt een paar dingen doen voor meer inzicht in uw administratie. Schaf bijvoorbeeld het contante geldverkeer af of beperk dit. Zorg dat betalingen van en naar uw bedrijf uitsluitend per bank geschieden. Op die manier is er altijd zicht op de uitgaande geldstroom. En in geval van nood kunt u snel een kopie van de bankadministratie op vragen bij uw bank.

Zorg ook voor een regelmatige back-up (bijvoorbeeld eens per kwartaal) en maak op een vastgesteld tijdstip een kopie van (het digitale deel) van de administratie.

6) Schep duidelijkheid
Geruchten, vermoedens en onrust onder uw personeel zijn slecht voor uw bedrijf. Heeft u eenmaal iemand in het vizier? Schep dan zo snel mogelijk duidelijkheid: is er sprake van fraude of niet? Ga een gesprek aan met de mogelijke fraudeur en vraag iemand uit uw bedrijf met financiële kennis om er bij te zitten.

Voer het gesprek in een vriendelijke sfeer. Op dit moment heeft u vragen, nog geen beschuldigingen. Er is een vervelende situatie ontstaan, die zo snel mogelijk moet worden beëindigd, zodat (ervan uitgaande dat er helemaal geen sprake is van fraude) de goede sfeer ook zo snel mogelijk wordt hersteld.

7) Sommeren of schorsen
Als het duidelijk is dat uw werknemer fraudeert, maar hij of zij wil niet meewerken en weigert inzage te geven bijvoorbeeld in de administratie, overweeg dan een formeel besluit om hem of haar te schorsen of te sommeren. Dat doet u per aangetekende brief. Daarin vermeldt u ook dat u aangifte doet van de fraude indien niet vóór een bepaalde datum en tijdstip aan de sommatie (het teruggeven van de administratie of andere bewijsstukken) is voldaan.

In dit stadium is het verstandig om juridisch advies in te winnen, bijvoorbeeld via uw rechtsbijstandsverzekering of via een van de adviseurs van De Zaak.

8) Juridische stappen ondernemen?
U wilt het geld terug dat is ontvreemd, en onderneemt juridische stappen. Dat kan via het strafrecht (u doet dan aangifte bij de politie) of via een civiele procedure (u start zelf een rechtszaak). In het wetboek van strafrecht is best één en ander geregeld om fraude, of verduistering, diefstal of valsheid in geschrifte) te straffen.

Een juridische procedure kost echter wel geld, tijd en energie. In veel gevallen is het te overwegen om te komen tot goede afspraken met de fraudeur om uw geld terug te krijgen.

9) Een bekentenis in ruil
Een manier om het zonder de rechter te regelen, is het maken van een afspraak of overeenkomst met de fraudeur. U vraagt van hem een schriftelijke bekentenis én een belofte om op korte termijn het ontvreemde bedrag terug te betalen. Uit deze bekentenis moet blijken voor welk bedrag is gefraudeerd en hoe de fraude in zijn werk is gegaan. De belofte om het ontvreemde bedrag terug te betalen, moet vergezeld zijn van een concreet schema met bedragen en betalingsdata.

In ruil voor de bekentenis kunt u hem beloven niet in de publiciteit te treden met de fraude, om geen aangifte te doen, geen civiele procedure te starten, of geen loonbeslag te leggen op zijn inkomsten.

(Bron: De Zaak)

Een factuur is meer dan alleen een professioneel uitziende brief voorzien van een bedrijfslogo en het verschuldigde bedrag. Dit officiële document moet echter aan een aantal regels voldoen voordat het rechtsgeldig is en de BTW kan worden afgetrokken. In dit artikel leest u welke gegevens in ieder niet mogen ontbreken: 5 tips voor een goede factuur.

1. BTW-, KvK- en factuurnummers

Geen factuur is compleet zonder deze bedrijfsgegevens. Een BTW-nummer krijgt u wanneer u zich als ondernemer inschrijft bij de Kamer van Koophandel (KvK) en is in feite een bewijs dat u ‘ondernemer voor de omzetbelasting’ bent. Het kan echter zijn dat u bent vrijgesteld van BTW. In dit overzicht ziet u of deze vrijstelling op u van toepassing is. Lees verder alles over de BTW-aangifte in deze checklist. Tijdens uw inschrijving bij de KvK heeft u ook een speciaal KvK-nummer ontvangen; ook dit nummer moet u op iedere factuur vermelden.

Verder is het van belang dat u een goede volgorde van factuurnummers aanhoudt. Het spreekt voor zich dat u iedere factuur een ander nummer geeft; zo houdt u uw administratie makkelijker op orde en is de kans klein dat u straks onverhoopt opdrachtgevers door elkaar haalt of met dubbele factuurnummers zit. De Belastingdienst bepaalt echter niet welke nummering u moet aanhouden, dat mag u helemaal zelf bepalen. Tip: deel de facturen per jaar in, met name als u regelmatig voor dezelfde opdrachtgever of klant een klus uitvoert. In dat geval begint u iedere eerste maand van het jaar opnieuw en telt vanaf de eerste factuur verder. Voor 2012 wordt uw eerste factuur dan 120001, de tweede 120002 en zo verder. Wanneer u op een gegeven moment uitkomt bij 120010, telt dat makkelijk door.

2. De juiste factuurdatum

De meest gebruikelijke factuurdatum is de datum waarop u de factuur verstuurt naar uw klant of opdrachtgever en dus niet de dag waarop u gestart bent met het uitvoeren van de opdracht. Het is echter ook toegestaan om de factuur op een later moment te versturen. Houd er wel rekening dat dit uiterlijk moet zijn gebeurd vóór de vijftiende van de maand die volgt op de maand waarin u een klus hebt uitgevoerd of een product of dienst hebt geleverd. Iets anders gaat het wanneer u doorlopende prestaties (cursussen, abonnementen etc.) factureert. In die situatie geldt de uiterste verzenddatum voor de periode waarop de factuur betrekking heeft.

3. Wel of geen betalingstermijn

Het is inderdaad de bedoeling dat u op uw factuur ook een betalingstermijn aangeeft. De minimum betalingstermijn die u een klant moet geven, is een termijn van veertien dagen. Gangbaarder echter is het stellen van een termijn tussen de veertien en dertig dagen. Als u op de factuur vergeet om een termijn te noemen, geldt de standaardperiode van dertig dagen, maar aangeraden wordt om meteen bij de aanname van de opdracht al een betalingstermijn te bespreken, zodat beide partijen later niet voor vervelende verrassingen komen te staan. Het komt – mede door de aanhoudende recessie – tegenwoordig vaker voor dat klanten hun rekeningen later betalen. Daarom is het handig om te weten dat u, indien de (afgesproken) termijn wordt overschreden, rente in rekening mag brengen.

4. Bewaarplicht

Iedere factuur die u opstelt valt onder de bewaarplicht en moet u zorgvuldig bewaren, omdat u hierop achteraf door de Belastingdienst kan worden gecontroleerd en u deze documenten moet kunnen overleggen.

5. Wel of niet digitaal factureren

Digitaal factureren is de laatste jaren steeds meer in opkomst. Sinds 2009 zijn de digitale en de papieren factuur aan elkaar gelijkgesteld. Het maakt voor de fiscus dan ook geen verschil meer of u digitaal factureert of niet. Maar houd er wel rekening mee dat u een factuur pas digitaal mag versturen, als uw klant of opdrachtgever hiervoor toestemming geeft. Een groot voordeel van digitaal factureren voor ondernemers is dat het aanzienlijk scheelt in de kosten voor het printen van papier en postzegels en het systeem maakt geen rekenfouten en is dus een stuk minder foutgevoelig.

Wanneer u ervoor kiest om uw facturen elektronisch te verzenden, moeten ze uiteraard aan dezelfde voorwaarden voldoen als papieren facturen. Digitale facturen kunt u als elektronisch bericht opslaan. De Belastingdienst benadrukt dat u facturen over onroerende goederen tien jaar moet bewaren. Voor overige facturen geldt een bewaarplicht van zeven jaar. Er zijn verschillende partijen die elektronisch factureren aanbieden. Welke aanbieder van toepassing is op uw situatie, is uiteraard persoonlijk. Een consultant die werkzaam is als ZZP’er heeft natuurlijk andere behoeften dan een eigenaar van een groot garagebedrijf. Op de website E-facturatie kunt u enkele aanbieders met elkaar vergelijken.

(Bron: Ikgastarten)

In een jong bedrijf moet u niet alleen veel tijd en energie steken; er moet ook het nodige geld in worden geïnvesteerd. Niet iedere startende ondernemer beschikt echter over de financiële middelen om deze investering zelfstandig te bekostigen. In dat geval kan het afsluiten van een lening uitkomst bieden: 7 belangrijke soorten financiering voor ondernemers.

1. Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)

Voor startende ondernemers bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de Borgstelling MKB Kredieten (BMKB). Deze regeling van de overheid maakt het mogelijk om bij de bank geld te lenen, ook wanneer uw onderpand in de ogen van de bank onvoldoende is. (Ambitions.nu: de regeling BMKB is sinds kort niet alleen meer beperkt tot banken.)

Dankzij de steun van de overheid zullen banken sneller bereid zijn een lening te verstrekken. Uw bedrijf moet hiervoor uiteraard wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo kunt u bijvoorbeeld niet meer dan 250 werknemers dienst hebben en mag de jaaromzet niet boven de vijftig miljoen euro uitkomen. Klik hier voor meer informatie over de BMKB-regeling.

2. Rekening-courantkrediet

Met een rekening-courantkrediet kunt u geld opnemen tot een bepaald afgesproken bedrag, de kredietlimiet. Zo kunt u schommelingen opvangen in uitgaven en inkomsten. Daarom kan een rekeningcourantkrediet vooral goed van pas komen als uw bedrijf seizoensgebonden opereert (denk aan een strandtent) of wanneer u behoefte heeft aan financiering van uw werkkapitaal. Het krediet maakt het mogelijk om flexibeler om te gaan met het beheer van uw liquiditeitsstromen. U hoeft alleen rente te betalen over het bedrag dat u debet staat.

3. Risicokapitaal

Kort gezegd wil risicokapitaal zeggen dat anderen geld investeren in uw onderneming. Risicokapitaal kan van toepassing zijn bij een innovatieve of technologische startup, omdat er in dat geval een aanzienlijk bedrag moet worden geïnvesteerd om een product te ontwikkelen, terwijl er op korte termijn sprake zal zijn van weinig tot geen omzet. Banken nemen een dergelijk risico over het algemeen minder snel dan investeerders, die hiermee een bepaald aandeel kopen in uw bedrijf. Blijkt de startup succesvol? Dan delen zij mee in de winst, maar zo niet, dan zijn zij hun investering kwijt.

4. Stimuleringskapitaal

Het stimuleringskapitaal is een financieringsvorm, onder andere bedoeld voor startups, doorgroeiers en innovatieve bedrijven. Op twee belangrijke punten verschilt het Stimuleringskapitaal van een gewone banklening: het is een achtergestelde lening die in de eerste vijf jaar aflossingsvrij kan worden gemaakt. Hierdoor heeft u in de startfase op financieel gebied wat meer ruimte. Mocht uw onderneming geen succes worden, dan kunt u eerst alle andere schuldeisers afbetalen. Pas daarna lost u uw stimuleringskapitaal af. Het kan dus zijn dat, mocht uw bedrijf in een faillissement geraken, u deze lening uiteindelijk helemaal niet kunt aflossen. In dat geval wordt het restant bedrag kwijtgescholden.

5. Leasing

Ook leasing is een vorm van financiering. Het gaat hierbij om financial of operational lease. Bij financial lease verstrekt de financier een lening tegen een vast onderpand (het zogenaamde objectfinanciering). Het juridische en het volledige economisch eigendom (gebruik en genot, de verzekering, het onderhoud) is hierbij voor rekening van de lessee. Bij operational lease koopt de kredietverstrekker (ook wel lessor genaamd) namens zijn opdrachtgever bedrijfsmiddelen of duurzame consumptiegoederen aan. Deze goederen stelt hij gedurende een vooraf overeengekomen termijn en tegen een vaste vergoeding ter beschikking aan de kredietnemer (de lessee). In dit geval blijft de leasemaatschappij of lessor juridisch gezien eigenaar van de geleaste goederen.

6. Qredits

Qredits is speciaal in het leven geroepen om startende ondernemers te helpen bij het rond krijgen van de financiering voor hun bedrijf. Starters die hierbij moeilijkheden ondervinden kunnen van de (krediet)bank een krediet van maximaal 50.000 euro krijgen, waarvoor het Rijk vervolgens garant staat. Daarnaast krijgen ondernemers bij deze kredietverstrekker ook coaching en hulp bij het goed opzetten van hun bankzaken. Qredits is de handelsnaam van Stichting Microkrediet Nederland en Rabobank is een van de initiatiefnemers.

7. Durfkapitaal

Durfkapitaal is een fiscale stimuleringsregeling voor particuliere geldverstrekkers aan ondernemers. Op deze manier kunnen die particuliere investeerders profiteren van fiscale voordelen. Hierdoor kan het voor startende ondernemers een stuk gemakkelijker worden om sneller het beginkapitaal voor uw onderneming bij elkaar te krijgen.

(Bron: Ik ga starten)