DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor de Zelstandige zonder personeel(ZZP), juridisch, ondernemingsrecht

Bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) kunt u een merk registreren. Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Een merk is overdraagbaar, wat is daarvoor nodig?

Een merk kan worden overgedragen middels een onderhandse akte. Wil de overnemende partij er voor zorgen, dat hij ook dezelfde bescherming geniet als de overdragende partij, dan dient dit ook geregeld te worden bij het BBIE. Hiertoe kan een standaardformulier worden ingevuld, welke te downloaden is op de website van het BBIE.

In de onderhandse akte kunnen afspraken gemaakt worden inzake een vergoeding voor de overdracht. Als het om een groot bedrag gaat, is het mogelijk om dit via een derdengeldenrekening van een IT-notaris te laten lopen. In dat geval maakt de koper het bedrag over op deze derdengeldenrekening en stort de IT-notaris dit bedrag op de rekening van de verkoper, zodra het register van het BBIE is aangepast. De IT-notaris heeft hiervoor een speciaal protocol opgesteld.

Ook kunnen er in de onderhandse akte afspraken gemaakt worden inzake gerelateerde rechten, zoals auteursrechten en domeinnamen, die mogelijk betrekking hebben op het merk. Indien de overdragende partij nog wel het merk mag blijven gebruiken, is het mogelijk om in deze akte een licentierecht te verstrekken.

Daarnaast is het goed om afspraken te maken inzake garanties, vrijwaringen en eventueel een boetebepaling, in geval de overdragende partij na overdracht onrechtmatig gebruik maakt van het merk.

U kunt ten slotte overwegen om uw merk over te dragen aan een afzonderlijke IE-holding, om te voorkomen dat bedrijfsrisico’s in de werkmaatschappij er voor zorgen, dat merkenrechten in een failliete boedel terechtkomen.

(www.it-jurist.nl)

Is uw echtgenoot of partner ook aansprakelijk?

Gaat uw bedrijf failliet of heeft u schulden? Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, kan het zijn dat uw partner ook aansprakelijk is. Lees hier meer over de aansprakelijkheid van uw echtgenoot of partner.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid?

Uw aansprakelijkheid is afhankelijk van de rechtsvorm van uw bedrijf. Een ander belangrijk aspect is uw burgerlijke staat. Binnen een ‘regulier’ huwelijk of een geregistreerd partnerschap en een eenmanszaak of vof, is er geen verschil tussen privé- en ondernemingsvermogen. Bent u in gemeenschap van goederen samen en gaat u failliet? Dan zijn zowel u als uw partner aansprakelijk met uw privévermogen. Bekijk onderstaande aandachtspunten.

De juiste rechtsvorm kiezen

Bij de ene rechtsvorm loopt uw partner meer risico dan bij de ander. Meer informatie over rechtsvorm kiezen.

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

In huwelijksvoorwaarden zet u afspraken over bijvoorbeeld de verdeling van de bezittingen, de inkomsten en pensioenrechten. U kunt bijvoorbeeld het bedrijf op uw naam zetten en het huis op de naam van uw partner. U verkleint dan het risico dat de bank uw huis verkoopt als het slecht gaat met uw bedrijf. In dat geval is het noodzakelijk om zowel de hypotheek als huis op dezelfde persoon af te sluiten. Zorg voor daadwerkelijke jaarlijkse verrekening volgens de akte om de huwelijkse voorwaarden in stand te houden.

Procedure opstellen huwelijkse voorwaarden

De procedure voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden voordat u trouwt, is simpel. U vraagt een notaris om huwelijkse voorwaarden op te stellen. De notaris zorgt voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden gelden vanaf het moment van uw huwelijk.

Achteraf omzetten naar huwelijkse voorwaarden

Bent u langer dan 1 jaar getrouwd? In dat geval kan de notaris alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Dankzij een wetswijziging is de toestemming van de rechtbank niet meer nodig voor wijziging of opstellen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk.

In de ‘nieuwe’ wet die geldt vanaf 2012 worden eventuele schuldeisers alsnog beschermd. Wil men het huwelijk wijzigen in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden? Dan dienen beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor alle gemeenschapsschulden die er op de datum van wijziging van het huwelijk zijn.

Man-vrouwfirma

Zit u samen met uw man of vrouw in een vof, dan bent u beiden ondernemer en aansprakelijk met uw privévermogen. In die situatie biedt trouwen onder huwelijksvoorwaarden nauwelijks bescherming. U bent allebei met uw privévermogen aansprakelijk bij eventuele schulden.

Huwelijksvoorwaarden opheffen

Heeft u uw bedrijf verkocht of bent u gestopt en gaat u met pensioen? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijksvoorwaarden om te zetten naar een wettelijke gemeenschap van goederen. Uw erfgenamen betalen dan minder successierechten als u overlijdt.

(Bron: Ondernemingsplein)

TIP
Zorg dat altijd medewerking van de wederpartij is verkregen ingeval van een contractsovername. Indien een rechtsverhouding met een wederpartij aan een derde wordt overgedragen, is medewerking van de wederpartij een wettelijk vereiste.

VOORAF
Door middel van contractsovername wordt de gehele rechtsverhouding tot de wederpartij, met inbegrip van alle nevenrechten, nevenverplichtingen en wilsrechten aan de derde overgedragen. Een wettelijk vereiste voor contractsovername is medewerking van de wederpartij. De wederpartij kan zijn of haar medewerking in elke vorm verlenen, zowel vooraf, als achteraf, als zonder duidelijke verklaring. Daarnaast is een akte vereist, want zonder akte is de contractsovername nietig. Hetzelfde geldt ingeval van het ontbreken van medewerking. Men mag er niet van uitgaan dat medewerking is verleend. Om achteraf discussie te voorkomen, verdient het de voorkeur om de medewerking in de akte op te nemen.

Dat partijen dit in de praktijk niet altijd even scherp op hun netvlies hebben, blijkt wel uit een situatie die recent werd voorgelegd aan Rechtbank Midden-Nederland.

DE SITUATIE
In deze situatie betrof het de overdracht van een franchiseovereenkomst. De franchisegever (X) is ervan overtuigd dat hij de franchiseovereenkomst, die hij heeft gesloten met de franchisenemer (Y) heeft overdragen aan een nieuwe vennootschap (Z). In de franchiseovereenkomst is namelijk de volgende bepaling opgenomen: “franchisegever is bevoegd zijn rechten uit deze overeenkomst aan derden over te dragen”. In de aanhangige procedure vordert Z onder meer een contractuele boete van Y wegens overtreding van verplichtingen die voortvloeien uit de franchiseovereenkomst. Y voert hiertegen echter het verweer dat zijn rechtsverhouding met X helemaal niet is overgegaan op de nieuwe vennootschap Z. Uit voornoemde bepaling volgt namelijk niet dat Y bij voorbaat toestemming heeft gegeven aan X of medewerking heeft verleend aan overdracht van de gehele rechtsverhouding tussen X en Y aan Z. Evenmin is vast komen te staan dat Y op een later moment heeft ingestemd met de overdracht.

Nu niet is gebleken dat Y medewerking heeft verleend aan de overdracht van de gehele rechtsverhouding is hier geen sprake van een rechtsgeldige contractsovername in de zin van artikel 6:159 BW. Dit leidt tot de slotsom dat de vordering van Z wordt afgewezen, nu zij geen vorderingsrecht kon ontlenen aan de franchiseovereenkomst tussen X en Y. In onderhavige kwestie is X nog niet opgehouden te bestaan, zodat zij (wellicht in een separate procedure) alsnog nakoming van de franchiseovereenkomst kan vorderen. Indien X wel zou zijn opgehouden te bestaan, zou zich een groter probleem voordoen. Immers, ook in dat geval is de franchiseovereenkomst nooit overgedragen. Daar komt nog eens bij dat de franchisegever inmiddels is ontbonden. Kortom, zorg ingeval van contractsovername altijd voor (schriftelijke) toestemming van de wederpartij!

(Bron: Pellicaan)

 

Bent u tijdelijk niet in staat uw schulden te betalen? Dan kunt u de rechtbank vragen u uitstel (surseance) van betaling (meestal anderhalf jaar) te geven. Door surseance van betaling kunt u een faillissement voorkomen. Of een surseance van betaling geschikt is voor uw bedrijf, hangt af van uw situatie. Het kan zijn dat schuldsanering beter bij uw situatie past.

Hoe vraagt u surseance aan?

U hebt een advocaat nodig om een verzoek tot surseance van betaling in te dienen. Bij uw aanvraag levert u uw financiële stukken en een lijst van schuldeisers. De rechtbank verleent binnen een dag een voorlopig akkoord. Daarna krijgt u te horen wanneer de definitieve uitspraak is.

Definitieve surseance

Voordat de rechtbank definitieve surseance verleent, krijgen uw schuldeisers en u gelegenheid te worden gehoord. Hierna mogen uw schuldeisers stemmen. Besluit de rechtbank om definitieve surseance toe te kennen? Dan kunnen de schuldeisers die niet hebben ingestemd hoger beroep aantekenen.

Geen surseance

Als de rechtbank een definitieve surseance weigert, kunt u failliet verklaard worden. U kunt uw advocaat hoger beroep laten aantekenen tegen de weigering om definitieve surseance te verlenen en de eventuele faillietverklaring.

Bewindvoerder

De rechter stelt een bewindvoerder aan. Deze geeft u advies en helpt u bij de onderhandelingen met schuldeisers. Hij voert samen met u het beheer over uw vermogen. Hij moet al uw beslissingen goedkeuren, bijvoorbeeld als u geld wilt uitgeven.

Betalingsregeling

Uw bewindvoerder kan in een vergadering van schuldeisers een betalingsregeling afspreken. Als een meerderheid van uw schuldeisers akkoord gaat, krijgen zij een gelijk percentage van de vordering. Het onbetaalde deel kunnen zij niet meer opeisen. De rechtbank moet het akkoord bevestigen. Dit heet homologatie.

Register van surseances van betalingen

In het Centraal Insolventieregister vindt u alle faillissementen, surseances van betalingen en schuldsaneringen van natuurlijke personen van na 1 januari 2005. De rechtbank geeft definitieve surseances ook op aan het Handelsregister.

 

Met een merk kunt u uw producten of diensten onderscheiden van die van uw concurrenten. Een merk wordt pas beschermd, nadat het is geregistreerd. Hoe werkt een dergelijke registratie?

Een merk kan worden geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Tijdens de registratieperiode wordt u merk beschermd.

Wat kunt u registreren?

Er zijn verschillende soorten merken:

  •          Woordmerk: naam van product of dienst
  •          Beeldmerk: logo
  •          Vormmerk: vorm van een product
  •          Kleurmerk: bepaalde kleur(en) combinatie
  •          Klankmerk: geluid behorend bij een product of dienst (reclamejingle)

U dient uw merkaanvraag te kijken binnen welke classificatie uw product of dienst valt. Er zijn 45 klassen waarin een merk kan worden geregistreerd.

Hoe lang duurt het registratieproces?

Meestal duurt het registratieproces een maand of 3. Uw depot moet aan alle wettelijke vereisten voldoen en er kan nog oppositie tegen uw depot worden ingesteld. Het proces ziet er als volgt uit:

IT-jurist merkregistratie

bron: https://www.boip.int

Wanneer wordt u merkaanvraag geweigerd?

Het BBIE kan uw merkaanvraag weigeren bij de volgende gevallen:

  •          Het teken is beschrijvend
  •          Het teken mist onderscheidend vermogen
  •          Het teken is misleidend
  •          Het teken is een vlag, wapen of ander officieel embleem
  •          Het vormmerk overlapt met andere intellectuele eigendomsrechten
  •          Het merk is in strijd met openbare orde en goede zeden

Wat kost het registreren van een merk?

Een online merkregistratie kost 240 euro. Indien u liever de registratie op papier wilt regelen, dan zijn de kosten 15% hoger.

(Bron: http://www.it-jurist.nl/)

 

Simpel gezegd moet je de jaarrekening zien als een financieel eindverslag van je bedrijf, waarin je beschrijft wat je zakelijk gezien hebt gedaan in het betreffende boekjaar. Zo maak jij (of je accountant) in feite de financiële balans op. Belangrijk om te weten is dat een jaarrekening goed moet aansluiten op jouw zakelijke administratie, waarin je bewijzen van inkomsten en uitgaven (denk aan facturen, bankafschriften en losse bonnetjes) bewaart.

Voor een beginnend ondernemer kan het opstellen van een jaarrekening best een ingewikkeld proces zijn en het komt dan ook geregeld dat starters deze taak uitbesteden aan een professional, maar het is bij een kleine onderneming zeker niet ondenkbaar dat je dit zelf doet.

Houd er wel rekening mee dat het bij grotere bedrijven verplicht is om de jaarrekening te laten goedkeuren door belastingadviseur of accountant. Dan zou je overweging kunnen maken dat het qua tijdsinvestering misschien voordeliger is om dit hele proces uit te besteden. Of deze verplichte controle ook van toepassing is op voor jouw onderneming, kun je trouwens hier checken bij Ondernemersplein.

Wie moet een jaarrekening opstellen?

Het jaarlijks opstellen van een jaarrekening is verplichte kost voor ondernemers die een rechtsvorm hebben met rechtspersoonlijkheid. Het gaat voornamelijk om de volgende vijf rechtsvormen:

  • Besloten vennootschap
  • Naamloze vennootschap
  • Stichting
  • Vereniging
  • Coöperatie/onderlinge waarborgmaatschappij

Moet een ZZP’er een jaarrekening opstellen?

Nee, dit is niet noodzakelijk. Als zelfstandige professional moet je tegen het einde van het jaar wel zorg dragen voor een balans en winst- en verliesrekening. Echter, als jij je administratie door iemand anders laat bijhouden, zal deze persoon dit meestal voor jou doen. Maar voor de Belastingdienst is het (laten) opstellen van een jaarrekening dus niet altijd relevant. Je zou dus eens met je accountant kunnen overleggen of een uitgebreide jaarrekening in jouw situatie wel van belang is. Overigens moet je vaak wel jaarstukken kunnen overleggen aan de belastingdienst.

Overigens komt een complete jaarrekening wel van pas als je een lening wilt afsluiten of een hypotheek wilt aanvragen voor je nieuwe huis. In dat geval kan een bank jou verzoeken tot het overleggen van een volledige jaarrekening.

Wat mag niet ontbreken in de jaarrekening?

Een jaarrekening kun je opdelen in drie delen, te weten:

  • De balans: is een momentopname van de financiële status van het bedrijf. In deze checklist lees je hoe je zo’n balans opstelt.
  • Een uitgebreide winst- en verliesrekening: geeft een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van jouw onderneming gedurende het afgelopen jaar.
  • Een toelichting op bovengenoemde onderdelen: hoe uitgebreid deze beargumentatie moet zijn, hangt onder meer af van de bedrijfsomvang. Een klein bedrijf kan vaak volstaan met het aantal werkzame personen binnen het bedrijf te vermelden en in te gaan de manier waarop de balans is opgesteld. Grotere rechtspersonen hebben er meer werken en moeten bijvoorbeeld ook een jaarverslag en accountantsverklaring deponeren.

Wanneer moet je de jaarrekening uiterlijk deponeren?

De deadline voor jaarrekeningen kunnen onderling verschillen, maar de KvK houdt in de regel aan dat jij (of de accountant) de jaarrekening uiterlijk acht dagen na vaststelling bij de instantie moet hebben gedeponeerd. Ook de uiterste termijnen voor vaststelling zijn per rechtspersoon verschillend.

Het bestuur moet uiterlijk vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening hebben opgesteld en deze hebben voorgelegd aan de aandeelhouders, tenzij er om uitstel is gevraagd en de aandeelhouders hiermee akkoord zijn gegaan.

Indien de jaarrekening binnen de normale termijn van vijf maanden is voorgelegd aan de aandeelhouders, hebben zij op hun beurt twee maanden de tijd om de jaarrekening vast te stellen.

Als het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar, is de datum van vaststelling 31 juli. Bij maximaal uitstel is dit 31 januari van het volgende jaar. Het niet tijdig deponeren van de jaarrekening kan in bepaalde gevallen leiden tot een boete van enkele duizenden euro’s. Houd deze deadline dus goed in de gaten.

Hoe deponeer ik een jaarrekening?

Goed om te weten: vanaf boekjaar 2016 verloopt de deponering verplicht digitaal. Overleg daarom dit jaar al met je accountant wat in jouw situatie de beste methode hiervoor is. Momenteel mag je de jaarrekening ook nog per post en zelfs per fax aanleveren bij het KvK-kantoor waarbij jouw onderneming staat ingeschreven. Of je maakt gebruik van het SBR-systeem. Afhankelijk van de grootte van je bedrijf zijn er verschillende manieren om de jaarrekening te deponeren. Op de KvK-website vind je een concreet overzicht van de mogelijkheden.

 

Er zijn verschillende manieren waarop u een octrooiaanvraag kunt indienen bij Octrooicentrum Nederland, onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

U heeft de volgende mogelijkheden:

  • op papier:
    – verzenden per post
    – persoonlijk afgeven op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur
    – toezenden per fax
  • elektronisch indienen (online filing).
Ga naar onze contactgegevens.

Indiening op papier

Bij indiening op papier geldt als datum van aanvraag de dag waarop u deze bij ons afgeeft. Bij verzending via post geldt de dag van binnenkomst van uw aanvraag.

Indiening per fax

Bij indiening per fax is de aanvraagdatum de dag waarop de laatste pagina van de octrooiaanvraag bij ons binnenkomt.

Elektronisch indienen

Elektronisch indienen biedt voordelen boven de andere indieningsvormen. Het krijgt dan ook meer en meer de overhand. Zo ontvangt u direct een ontvangstbevestiging, wat tevens de aanvraagdatum is.

Indienen per e-mail niet mogelijk

Octrooiaanvragen die per e-mail worden gestuurd, worden niet in behandeling genomen. Niet in behandeling nemen betekent dat ook geen indieningsdatum wordt toegekend. In artikel 5, derde lid van de Uitvoeringsregeling Row 1995 staat vermeld hoe elektronisch indienen van octrooiaanvragen dient te geschieden. Het gaat hier om indiening met gebruikmaking van software, beschikbaar gesteld door onze organisatie.

Correspondentie per e-mail in het kader van procedures vallend onder de Rijksoctrooiwet 1995 (Row 1995) wordt wel in behandeling genomen, tenzij het een reactie betreft op een brief met een fatale termijn voortvloeiend uit de Row 1995. Hiermee wordt bedoeld dat er met het verstrijken van voornoemde termijn een verlies van recht kan optreden.

De betaalopdrachten voor taksen mogen wel per e-mail geschieden. Deze kunnen aan het volgende centrale e-mailadres worden gestuurd: team.beheer@agentschapnl.nl.

Zowel voor het indienen van octrooiaanvragen als voor correspondentie in het kader van procedures vallend onder de Row 1995 is faxen wel geoorloofd. Faxen kan aan ons centrale faxnummer (088) 602 90 24.
Wel is vereist dat het origineel van het gefaxte document wordt nagezonden per post.

Let wel: als per e-mail wordt gecorrespondeerd kan de vertrouwelijkheid niet gewaarborgd worden.

Storing?

Bij elektronisch indienen kunnen systeemstoringen vertragend werken op het moment waarop uw aanvraag binnenkomt en wordt geregistreerd. Garantie op de indieningsdatum kan in zulke gevallen, en zeker bij indiening buiten kantooruren, niet gegeven worden. Uitwijk naar indiening via fax wordt aangeraden.

Als u een storing constateert, neem dan tijdens openingsuren telefonisch contact met ons op.

(Bron: RVO.nl)

 

Het zal je maar gebeuren. Er ligt een brief van de Kamer van Koophandel (KvK) op de mat waarin wordt aangekondigd dat zij voornemens is je onderneming te ontbinden en vervolgens uit te schrijven uit het Handelsregister. De KvK heeft dit recht en deze plicht op grond van de wet. Wat nu?
In de wet staat dat een rechtspersoon (o.a. de naamloze vennootschap (nv) en besloten vennootschap (bv)) door de KvK zal worden ontbonden indien de KvK constateert dat ten minste twee van de hiernavolgende omstandigheden zich voordoen:
  • Wanneer er ten minste een jaar geen bijdrage is betaald aan de KvK (geldt sinds 1 januari 2014 alleen nog voor de vereniging en stichting);
  • Wanneer er minstens een jaar geen bestuurder is ingeschreven, de bestuurder niet bereikbaar is of wanneer een bestuurder is overleden;
  • Wanneer de rechtspersoon ten minste een jaar geen financiële stukken heeft gedeponeerd (geldt niet voor de vereniging en stichting);
  • Wanneer de rechtspersoon ten minste een jaar geen aangifte vennootschapsbelasting heeft ingediend (geldt niet voor de vereniging en stichting).

Eerste brief

In de eerste brief kondigt de KvK aan dat zij het voornemen heeft om de onderneming te ontbinden, omdat twee van de hierboven genoemde gronden zich voordoen. De rechtspersoon is daardoor niet meer als actief te beschouwen. In zo’n geval is het belangrijk meteen contact op te nemen met de KvK en ervoor te zorgen dat de genoemde gronden zich niet meer voordoen. Er geldt een termijn van acht weken om te reageren.

Tweede brief

Neem je geen actie, dan volgt de tweede brief vanuit de KvK waarin zij aangeeft dat de rechtspersoon is ontbonden en de registratie in het Handelsregister hiermee is beëindigd. Naast het schrijven van brieven aan de rechtspersoon moet de KvK in een landelijke krant de ontbinding aankondigen. Je krijgt dan de mogelijkheid binnen zes weken schriftelijk bezwaar te maken. In dat geval is het belangrijk dat je met bewijsstukken aan kunt tonen dat de rechtspersoon wel degelijk een ‘levende’ rechtspersoon is. Uitstel van de bezwaartermijn is doorgaans niet mogelijk.

Beroep

Mocht het bezwaar uiteindelijk door de KvK worden afgewezen dan is het nog mogelijk om in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in Den Haag.
Wil je het niet zo ver laten komen? Neem dan contact op met een juridisch adviesbureau.
(Bron: Kamer van Koophandel)

 

En wat staat er precies in?
Als je als zzp’er voor iemand een opdracht gaat uitvoeren, krijg je te maken met contracten. De meeste freelancers werken op basis van een overeenkomst van opdracht (ovo). Dat wordt ook wel een freelance overeenkomst genoemd. Maar wat is het nu precies?
De definitie
Volgens artikel 7:400 in het Burgerlijk Wetboek is de overeenkomst van opdracht de overeenkomst waarbij de opdrachtnemer, anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst, zich aan de opdrachtgever verbindt. Als zzp’er (opdrachtnemer) verklaar je dus dat je buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht voor de andere partij (opdrachtgever).
Daarnaast stelt de wet dat het gaat om het verrichten van werkzaamheden anders dan van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren van personen of goederen. Dit soort overeenkomsten komt vooral voor bij het verrichten van diensten, zoals het werk van een consultant, arts of tekstschrijver.

Zwart op wit

De overeenkomst van opdracht bestaat uit de regels waaraan de zzp’er en de opdrachtgever zich moeten houden. Het is handig een overeenkomst op papier te zetten als je langere tijd met een andere partij gaat samenwerken. Een mondelinge overeenkomst is geldig, maar het is verstandiger alle regelingen schriftelijk vast te leggen. Dat voorkomt mogelijke discussies achteraf, want de gemaakte afspraken staan zwart op wit.

Wettelijke en algemene regels

In de overeenkomst van opdracht staat dat je niet in dienst treedt bij de opdrachtgever. Dat is meteen het grootste verschil met een arbeidsovereenkomst. Een overeenkomst van opdracht ga je voor bepaalde tijd aan. Als je bijvoorbeeld aan een project werkt, loopt de overeenkomst zonder opzegging af als jouw werk is voltooid.
Niet alleen speciale wettelijke regelingen, maar ook algemene voorwaarden staan in het document. Dat zijn bijvoorbeeld regels van de opdrachtgever zelf, zoals een geheimhoudingsplicht of een concurrentiebeding. Meestal is er ook een artikel te vinden over tussentijds opzeggen. Daar kunnen voorwaarden bij staan. Houdt een van de twee zich niet aan de afspraken? Dan kan de overeenkomst worden ontbonden.

Zelf maken

Krijg je geen overeenkomst van je opdrachtgever? Dan kun je die zelf opstellen. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Je zet in ieder geval afspraken over je tarief, werkzaamheden, de duur van de opdracht en de verantwoordelijkheden van jou en de opdrachtgever in een bestand. Je maakt het document in tweevoud op. Op internet zijn diverse voorbeelden te vinden. De belangrijkste informatie die in de overeenkomst moet staan, is:
  • Persoonlijke gegevens van de opdrachtnemer en opdrachtgever.
  • Een omschrijving van de te verrichten werkzaamheden.
  • De begin-en einddatum van de opdracht.
  • De vergoeding, inclusief of exclusief btw.
  • De betaaltermijn.
  • Zelfstandigheid en professionaliteit opdrachtnemer.
  • Aansprakelijkheid en verzekering.
  • Ondertekening van beide partijen.

(Bron: ZZP Zervicedesk)

Een octrooi, ook wel patent genoemd, is het exclusieve eigendomsrecht op je uitvinding. Dat voorkomt dat anderen jouw uitvinding, proces of product gaan
maken, gebruiken, doorverkopen, verhuren of leveren.

Als je een octrooi hebt op een vinding, kun je anderen verbieden om deze vinding na te maken of te verkopen. Zelfs als die ander de vinding geheel onafhankelijk
zelf bedacht en uitgevoerd heeft. Een octrooi geldt voor een bepaald land of een aantal landen en geldt maximaal 20 jaar, daarna is je vinding vrij te gebruiken
door iedereen. Als er nog wel een patent op je idee zit, kun je anderen wel toestemming geven om jouw uitvinding te maken, verkopen of beheren. Dat doe je
met een octrooilicentie

Wanneer kan ik een octrooi aanvragen?

Als je een octrooi wilt aanvragen, moet je vinding aan bepaalde eisen voldoen.

Nieuwheid: Je product of proces moet nieuw zijn. Dit betekent dat je idee vóór de datum van
indiening nergens ter wereld openbaar bekend mag zijn, ook niet als je daar zelf de oorzaak van bent door bijvoorbeeld een brochure of een presentatie.
Inventiviteit: De vinding moet ‘inventief’ zijn. Dit houdt in dat het voor de vakman niet voor de hand mag liggen.
Industriële toepasbaarheid: De vinding moet gaan over een product of productieproces, en je moet kunnen aantonen dat dit technisch kan functioneren. Zo kunnen diensten, ideeën zonder concrete uitwerking, natuurwetenschappelijke theorieën, rekenmethoden en esthetische vormgeving niet beschermd worden door een patent. Hier zijn weer
andere beschermingsvormen voor zoals het auteursrecht, het tekeningen- en modellenrecht of het merkenrecht.

Wanneer vraag ik een octrooi aan?

Het is raadzaam om een goede afweging te maken wanneer je octrooi wilt aanvragen, omdat het niet gratis is. Denk je dat een concurrent op het punt
staat om dezelfde vinding te doen als jij dan kun je maar beter zo snel mogelijk een patent aanvragen. Jij bent dan de enige die het octrooi krijgt en dus geld
met je vinding kan verdienen. Als je denkt dat een ander niet zo gauw op hetzelfde idee zal komen, is er minder haast geboden bij het aanvragen van een
octrooi. Je kunt dan beter eerst de markt goed onderzoeken op commerciële haalbaarheid en het product of proces (in het geheim) uitproberen en verbeteren.
Want als je eenmaal een octrooiaanvraag hebt gedaan, kost het ook geld om dat octrooi te onderhouden.

Hoeveel kost het om een octrooi aan te vragen?

Je krijgt bij het aanvragen van een octrooi te maken met verschillende kosten. Denk bijvoorbeeld aan aanvraagkosten. Doe je dat op papier in Nederland, dan
kost je dat 120 euro, doe je dat online dan kost een octrooiaanvraag je 80 euro. Na je aanvraag voert het Octrooicentrum Nederland een verplicht onderzoek uit
naar de stand van de techniek. De stand van de techniek is alles wat vóór de indiening van de octrooiaanvraag schriftelijk of mondeling openbaar toegankelijk
is gemaakt. Het doel van dit onderzoek is de status ervan te achterhalen. De kosten zijn 100 euro (nationaal) en 794 euro (internationaal).

Daarnaast heb je instandhoudingskosten die je betaalt vanaf het derde jaar nadat je de aanvraag hebt ingediend. Dat begint bij 40 euro per jaar, maar loopt
langzaam op tot 1400 euro. Als je de instandhoudingstaks jaarlijks betaalt, blijft je octrooi maximaal 20 jaar geldig.

Houd ook rekening met kosten voor handhaving van je octrooi. Hoeveel geld je daarvoor moet reserveren, hangt af van het risico van inbreuk en de juridische
kosten. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden er jaarlijks zo’n 25 patentzaken voor de rechter uitgevochten, tegenover ongeveer 140.000
patenten die van kracht zijn voor ons land. Het is niet precies bekend hoeveel octrooien met inbreuk te maken krijgen. De tarieven voor regionale (Europese) en internationale octrooien liggen anders, kijk daarvoor op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).

Waar kan ik een octrooi aanvragen?

Je vraagt een octrooi aan bij het Octrooicentrum Nederland. Dat is onderdeel van de Rjiksdienst voor Ondernemend Nederland (octrooicentrum.nl).

Kan ik een octrooi zelf aanvragen?

In principe kun je zelf een aanvraag indienen bij het Octrooicentrum Nederland, maar een octrooi is een technisch en juridisch document, waardoor het loont om
hulp in te schakelen. Een octrooi, geschreven door een octrooigemachtigde, heeft meer kans van slagen in een gerechtelijke procedure. Het tarief daarvoor is
afhankelijk van de complexiteit van je uitvinding en de tarieven van de gemachtigde die je inschakelt. Een Nederlandse aanvraag kost in totaal tussen de
2.000 en 10.000 euro. Je kunt de kosten wel enigszins drukken door veel uitzoekwerk vooraf zelf te doen (zie kader), zodat de gemachtigde zich vooral
kan concentreren op het beschrijven van je vinding.

Voor welke landen vraag ik octrooi aan?

Het is veel te duur om in alle landen van de wereld octrooi aan te vragen, daarom is het verstandig je af te vragen in welke landen het voor jou en jouw
vinding loont om patent aan te vragen. Handel je bijvoorbeeld in vitaminenmixen die alleen door Nederlandse voedselproducenten worden toegepast? Dan is een
Nederlands octrooi voor jou afdoende. Als je gebruikmaakt van een verpakking die voor veel landen geschikt is, kan een octrooi voor meerdere landen verstandig
zijn. Maar ook dan geldt dat het raadzaam is verstandige grenzen te trekken. Zoek als vitamineleverancier naar de landen waar veel gebruik wordt gemaakt van
vitaminetoevoegingen in voedsel. Realiseer je dat een land dat nu nog niet interessant is, dat in de toekomst wel kan worden.

Checklist aanvragen octrooi

  •         Kan mijn vinding door een octrooi worden beschermd?
  •         Bestaat mijn idee nog nergens ter wereld?
  •         Wat kost een octrooi?
  •         Is er een markt voor mijn product?
  •         Kan ik hulp krijgen bij het aanvragen van een octrooi?
  •         Voor welke landen vraag ik octrooi aan?

(Bron: MKB Servicedesk)