DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Kennisbank voor het MKB (BV)

Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen. Daarnaast spelen fiscale aspecten een grote rol. De Belastingdienst kijkt bij de overdracht namelijk kritisch mee. Het bedrijf is er voor bestaanszekerheid van de huidige generatie, de volgende generatie en liefst nog vele generaties daarna.

Belastingclaims bij bedrijfsoverdracht

Bij de overdracht van een persoonlijke onderneming moet u rekening houden met belastingclaims. Inkomstenbelasting is aan de orde als de overdrager bij de bedrijfsoverdracht fiscale winst realiseert. Dat is het geval als de onderneming wordt verkocht voor meer dan de fiscale boekwaarde. De overdrager realiseert dan stille reserves in vermogensbestanddelen en/of goodwill in de onderneming. Daarover betaalt de overdrager het progressieve belastingtarief in box 1.

Let op! Bij bedrijfsoverdracht moet u ook rekening houden met de desinvesteringsbijtelling. Dat is een fiscale winstpost waarmee investeringsaftrek uit de laatste vijf jaar wordt gecorrigeerd, als voor meer dan € 2300 wordt gedesinvesteerd. Ook vallen de fiscale reserves (herinvesteringsreserve, kostenegalisatiereserve en de oudedagsreserve) vrij bij de bedrijfsoverdracht.

Wordt een onderneming verkocht met onroerende zaak (bedrijfspand) op de balans?

Dan moet de overnemer overdrachtsbelasting betalen. Er is mogelijk, onder voorwaarden, een vrijstelling van toepassing. Die komt verderop aan bod.

Schenkt de overdrager de onderneming of verkoopt hij de onderneming voor een te laag bedrag?

Dan moet de overnemer schenkbelasting betalen. Er zijn vrijstellingen en betalingsregelingen, maar daarvoor gelden voorwaarden. Die worden hierna globaal besproken.

Tip: De overdrager van een persoonlijke onderneming kan belastingheffing over de stakingswinst uitstellen door een premie te betalen voor een zogenoemde stakingslijfrente, of door premies te storten op een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht. De lijfrentepremie komt dan in aftrek op de belaste winst. De overdrager betaalt pas belasting als de uitkering uit de lijfrente gaat vloeien. Ook kan de overdrager op deze manier de oudedagsreserve omzetten in een lijfrente.

Is sprake van de overdracht van een bv en is de verkoopprijs hoger dan de verkrijgingsprijs van de aandelen?

Dan geniet de overdrager een boekwinst en dus inkomen uit aanmerkelijk belang. Daarover moet hij 25% belasting betalen in box 2.

Tip: De directe inkomstenbelastingheffing in box 2 bij verkoop van de aandelen kunt u voorkomen met een holdingstructuur (de boekwinst die de holding-bv geniet door de verkoop van de werk-bv valt namelijk onder de deelnemingsvrijstelling).

Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting – persoonlijke onderneming

Een beste manier om inkomstenbelasting te besparen bij bedrijfsoverdracht is er niet. Het hangt af van de omstandigheden. Kijkend naar het familiebedrijf zal vaak sprake zijn van een bekende die het bedrijf overneemt: de zoon of dochter of zelfs aangetrouwde familie. Het moet wel iemand die al in het bedrijf meewerkt. Er moet dan worden gekozen tussen afrekenen of doorschuiven.

Afrekenen

Afrekenen betekent dat de bedrijfsoverdrager het bedrijf verkoopt en de stakingswinst opgeeft aan de fiscus en daarover belasting betaalt Hij mag € 3.630 stakingsaftrek van zijn winst aftrekken. Of de bedrijfsoverdrager daadwerkelijk inkomstenbelasting betaalt, hangt af van de omvang van zijn gewone jaarwinst, stakingswinst, de stakingslijfrentepremie- en de stakingsaftrek.

Onverrekende verliezen

Afrekenen bij bedrijfsoverdracht kan bijvoorbeeld fiscaal voordelig zijn als de bedrijfsoverdrager nog onverrekende verliezen heeft die hij kan verrekenen met de stakingswinst of als hij de stakingswinst kan omzetten in een lijfrente. De bedrijfsoverdrager betaalt op het moment van de bedrijfsoverdracht geen inkomstenbelasting, terwijl de bedrijfsopvolger kan afschrijven over de hogere werkelijke waarde van de onderneming, in plaats van over de overgenomen fiscale boekwaarde. Ook heeft de bedrijfsopvolger dan investeringsaftrek en mag hij – als hij starter is – willekeurig afschrijven.

Tip: Verkoopt de overdrager zijn persoonlijke onderneming aan een natuurlijke persoon en blijft die de koopsom schuldig? Dan kan de overdrager kiezen voor maximaal tien jaar renteloos uitstel van betaling van de inkomstenbelastingclaim. Hij moet dan wel de inkomstenbelasting in gelijke jaarlijkse delen aan de fiscus betalen. Voor de overnemer zijn er de hiervoor beschreven voordelen. Om het uitstel van betaling moet worden verzocht en er moet zekerheid worden gesteld.

Doorschuiven

Doorschuiven betekent dat de bedrijfsoverdrager het bedrijf verkoopt en dat de bedrijfsopvolger de inkomstenbelastingclaim van de bedrijfsoverdrager overneemt. De waarde van het bedrijf wordt op hetzelfde bedrag bepaald als bij de variant van afrekenen, maar de (contante waarde van de) overgedragen inkomstenbelastingclaim komt er nog op in mindering. Deze variant heet doorschuiven, omdat de bedrijfsopvolger in deze variant de onderneming in zijn fiscale winstaangifte de fiscale boekwaarde van de overgenomen onderneming hanteert.

Tip: Heeft u iemand op het oog aan wie u de zaak wil doorschuiven? Dat kan alleen als die persoon al 36 maanden mede-ondernemer is (maat of firmant) of medewerker (werknemer). Laat uw bedrijfsopvolger daarom als mede-ondernemer of werknemer ten minste 36 maanden meedraaien in het bedrijf.

De bedrijfsopvolger neemt de fiscale boekwaarde over en gaat na de doorschuiving afschrijven zoals de overdrager dat deed. Zijn fiscale winst ten opzichte van de variant Afrekenen zal dus hoger zijn. Hij heeft geen recht op willekeurige afschrijving en als hij binnen drie jaar staakt heeft hij geen recht op stakingsaftrek.

Let op! Bij doorschuiving heeft de inkomstenbelastingclaim grote invloed op de overnamesom. De waardering van de inkomstenbelastingclaim hangt echter af van vele variabelen zoals looptijd en rentepercentage, waarover bedrijfsoverdrager en bedrijfsovernemer verschillend kunnen denken. Doorschuiving moet daarom ‘passen’ bij de personen van de bedrijfsoverdrager en bedrijfsovernemer.

Of u nou kiest voor afrekenen of doorschuiven, er zijn veel voorwaarden aan verbonden waar u rekening mee moet houden. Voor een afgewogen beslissing, overleg met een van onze adviseurs.

Firma als opvolgingsinstrument

Als u uw persoonlijke onderneming liever niet in één keer overdraagt, maar de bedrijfsopvolging wilt blijven begeleiden, dan kunt u dat doen met een firma (vof) of commanditaire vennootschap (cv). Daarin kunt u beherend vennoot blijven (‘op de bok’) of op de achtergrond als commanditair vennoot (‘geldschieter’).

Uw bedrijfsopvolger wordt vennoot in de firma en u spreekt een winstverdeling af die past bij ieders vermogensinbreng en arbeidsinbreng. Vervolgens kunt u uw aandeel in de firma overdragen aan uw bedrijfsopvolger, in één keer of in fases.

Tip: Heeft u een onderneming met veel vermogen, maar relatief weinig geld (liquiditeit)? Dan kan de firma voor u een oplossing zijn als opvolgingsinstrument. U blijft dan in de firma (ofwel commanditaire vennootschap) zitten als geldschieter (kapitaalverschaffer). Uw bedrijfsopvolger kan de bedrijfsopvolging dan gemakkelijker financieren. Let ook op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting (zie hierna).

Samenwerkingsovereenkomst

Zorg ervoor dat u afspraken over bedrijfsopvolging vastlegt in een samenwerkingsovereenkomst. Met afspraken over de toedeling van het vermogen regelt u dat de onderneming bij verbreking van de samenwerking kan worden voortgezet door de bedrijfsopvolger. Deze afspraken worden wel voortzettings-, verblijvens-, toescheidings- en overnemingsbedingen genoemd. Kern van deze bedingen is dat in de samenwerkingsovereenkomst afspraken worden gemaakt over de voortzetting van de onderneming en het ondernemingsgebonden vermogen bij uittreden van één van de firmanten.

Andere overdrachtsvormen

Als de financierbaarheid van de overname een probleem is, dan komen in de praktijk de volgende alternatieven voor:

  • verhuur van de gehele onderneming
  • huurverkoop van de onderneming
  • overdracht van de onderneming tegen een winstrecht
  • overdracht van de onderneming tegen een lijfrente

Een combinatie is ook mogelijk, door bijvoorbeeld de overdrachtsprijs deels in een vast bedrag en deels in een winstrecht vast te stellen. Het voert te ver om in deze advieswijzer al deze overdrachtsvormen te bespreken. Laat u voorlichten en begin tijdig met (de voorbereiding van) uw bedrijfsopvolging.

Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting – besloten vennootschap

Heeft u een onderneming in de vorm van een bv, realiseert u zich dan dat bij overdracht van de aandelen een vervreemdingsvoordeel ontstaat. Dat is het verschil tussen de verkrijgingsprijs van uw aandelen en de verkoopprijs of waarde bij overdracht van de aandelen. U betaalt over dat verschil 25% inkomstenbelasting (box 2 aanmerkelijk belangheffing).

Ook als u de aandelen schenkt of voor een lagere dan zakelijke prijs verkoopt, wordt de vervreemdingswinst berekend over de volle waarde van de aandelen. Wel geldt dan een vrijstelling voor de schenkbelasting (zie hierna).

Tip: Als uw bedrijfsopvolger de koopsom schuldig blijft, heeft u onder voorwaarden recht op een renteloze betalingsregeling van maximaal tien jaar voor de inkomstenbelastingclaim. Voorwaarde is onder andere dat de bezittingen van de bv voor minder dan 30% uit beleggingen bestaan. De bedrijfsoverdrager moet om uitstel van betaling verzoeken en zekerheid stellen.

Let op! Schenkt u aandelen, dan kunt u niet verzoeken om een betalingsregeling voor de inkomstenbelastingclaim.

Andere overdrachtsvormen

Om belastingheffing over het vervreemdingsvoordeel bij overdracht te voorkomen, kiezen de meeste ondernemers met een bv voor een holdingstructuur. Heeft u namelijk een holding die de aandelen van de werk-bv houdt, dan hoeft de holding over de overdrachtswinst op de aandelen niet af te rekenen. Dat komt door de deelnemingsvrijstelling. De ontvangen verkoopprijs van de aandelen kan de holding ter belegging blijven aanhouden. Pas bij uitkering aan u als aandeelhouder moet u over het dividend 25% inkomstenbelasting betalen.

Tip: Een holdingstructuur werkt goed als u uw onderneming voor een reële prijs wilt verkopen aan uw bedrijfsoverdrager.

Let op! Als u uw onderneming wilt schenken of verkopen voor een lagere dan reële prijs, dan kunt u onder voorwaarden gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenk- en erfbelasting (zie hierna). Wel moet u dan ook de inkomstenbelastingclaim afrekenen. Als u de aandelen verkoopt maar de overnemer de koopsom schuldig blijft, kunt u verzoeken om een betalingsregeling van tien jaar.

Tip: Heeft u veel beleggingsvermogen in uw holding en/of werk-bv en wilt u de aandelen schenken?
Zonder uw beleggingsvermogen dan af, al dan niet in een vrijgestelde beleggingsinstelling. U maakt daarmee de bestaande aandelen (in de holding) lichter en geschikt voor schenking, terwijl u door de herstructurering directe fiscale claims over het beleggingsvermogen voorkomt.

Bedrijfsopvolging met onroerende zaken – overdrachtsbelasting

Gaan er bij de bedrijfsoverdracht in de vorm van de overdracht van de activa en passiva één of meer onroerende zaken over, let dan op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting. De bedrijfsopvolger die de onroerende zaken overneemt, moet 6% overdrachtsbelasting betalen over de waarde van de overgenomen bedrijfsonroerende zaken. Er zijn bij bedrijfsoverdracht echter enkele vrijstellingen voor de overdrachtsbelasting.

Vrijstellingen overdrachtsbelasting

Bij bedrijfsoverdracht van een persoonlijke onderneming in de familiesfeer geldt onder voorwaarden een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Dat is het geval bij bedrijfsoverdracht aan kinderen, kleinkinderen, broers, zusters, of echtgenoten van deze personen. Het moet gaan om de overdracht (en voortzetting) van de gehele onderneming, al dan niet in fasen.

Gaat de bedrijfsoverdrager een samenwerkingsverband aan met zijn bedrijfsopvolger, dan geldt onder voorwaarden een overdrachtsbelastingvrijstelling voor de inbreng van de onderneming met onroerende zaken in het samenwerkingsverband (vof, cv, maatschap). Bij de verdeling van het vermogen van een samenwerkingsverband geldt een overdrachtsbelastingvrijstelling voor de toedeling van de onroerende zaak aan de oorspronkelijke inbrengers, als de onroerende zaak vrijgesteld van overdrachtsbelasting was ingebracht.

Let op! Heeft u één of meer onroerende zaken op de ondernemingsbalans staan? Let dan bij de bedrijfsopvolging op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting. Bij een bedrijfsoverdracht binnen de familiesfeer kan overdrachtsbelasting vaak worden voorkomen. Namelijk door het gebruik maken van een vrijstelling of door gewoonweg de onroerende zaken niet in te brengen dan wel over te dragen (buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen).

Tip: Regel de bedrijfsopvolging ook in uw testament. Door uw bedrijfsopvolger uw onderneming na te laten bij uw overlijden, ontvangt uw bedrijfsopvolger de onderneming als ‘erfrechtelijke verkrijging’. Die is onbelast voor de overdrachtsbelasting. Bij zo’n testamentaire regeling kunt u ook bepalen dat uw bedrijfsopvolger een bedrag moet betalen aan de overige erfgenamen (‘legaat tegen inbreng’).

Onroerendezaaklichaam

Overdrachtsbelasting kan ook aan de orde zijn bij de overdracht van aandelen in een bv die een onroerendezaaklichaam is. Dat is het geval als de bezittingen voor meer dan 50% bestaan uit onroerende zaken, voor meer dan 30% uit Nederlandse onroerende zaken en de onroerende zaken beleggingsvermogen zijn. Kort gezegd moet de verkrijger van de aandelen dan overdrachtsbelasting over de waarde van de onroerende zaken betalen als hij ten minste een derde aandelenbelang heeft of verkrijgt.

Bedrijfsopvolgingsregeling – schenkbelasting

De bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet is van toepassing bij het schenken of vererven van het vermogen van een persoonlijke onderneming (zoals een eenmanszaak, firma- of cv-aandeel) én bij aanmerkelijkbelangaandelen in een actieve bv. Om hiervan gebruik te maken moet u bij de Belastingdienst een verzoek indienen. Dat doet u in de aangifte schenkbelasting of erfbelasting, die u indient binnen twee maanden na het jaar waarin u de onderneming of aandelen heeft overgedragen gekregen.

Vrijstelling

De BOR-vrijstelling wordt toegepast op de going-concernwaarde. Als de liquidatiewaarde hoger is, dan is het verschil tussen de liquidatiewaarde en de going-concernwaarde vrijgesteld. Dat geldt bijvoorbeeld voor kapitaalintensieve bedrijven met een relatief laag rendement. De going-concernwaarde is 100% vrijgesteld tot een bedrag van € 1.060.298, daarboven geldt een vrijstelling van 83%.

Betalingsregeling

Is de going-concernwaarde hoger dan de vrijstelling, dan kan de verkrijger kiezen voor tien jaar rentedragend uitstel van betaling van de schenkbelasting over de belaste waarde.

Bezitseis en voortzettingseis

De schenker moet de onderneming op het moment van de schenking ten minste vijf jaar zelf hebben gedreven en de voortzetter moet de onderneming minstens vijf jaar voortzetten. Bij schenking van aandelen moeten deze vijf jaar tot het aanmerkelijk belang van de schenker hebben behoord. Voldoet de voortzetter niet aan de voortzettingseis, dan moet hij alsnog schenkbelasting betalen over de verkregen onderneming.

Ondernemingsvermogen

De vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting geldt voor het ondernemingsvermogen. Bij een persoonlijke onderneming is dat het vermogen van de onderneming, zoals dat op de balans staat. Duurzaam beleggingsvermogen telt hierbij niet mee, want dat hoort niet thuis op de ondernemingsbalans. Bij bv’s is de faciliteit beperkt tot het ‘echte’ ondernemingsvermogen in de bv plus beleggingsvermogen voor een waarde van 5% van het ondernemingsvermogen. De schenker of erflater moet bovendien een aanmerkelijk belang (ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal) in de bv hebben. Aandelen in een beleggings-bv tellen niet mee.

Bij een holdingstructuur kan het ondernemingsvermogen geconsolideerd worden beoordeeld. Dat houdt in dat het ondernemingsvermogen van de werk-bv aan de holding kan worden toegerekend, waardoor de vrijstelling toch van toepassing is bij schenking van de aandelen van de holding. De uiteindelijk aandeelhouder moet dan wel een indirect aanmerkelijk belang (ten minste 5%) in de werk-bv hebben. Uiteraard moet de werk-bv een actieve onderneming drijven.

Vastgoed-bv’s

In het kader van de eis van de bedrijfsopvolgingsregeling – het moet gaan om ondernemingsvermogen – heeft de Hoge Raad in april 2016 een interessante uitspraak gedaan.

Het verhuren van panden aan derden wordt door de Belastingdienst niet aangemerkt als het drijven van een onderneming. Een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling wordt bij vastgoed-bv’s niet gehonoreerd. Inmiddels heeft de Hoge Raad bepaald dat een vastgoed-bv wel degelijk een onderneming kan drijven. In deze specifieke zaak ging het om de verhuur van 350 winkelpanden en achtte de Hoge Raad dat al de werkzaamheden die de bv zelf uitvoerde, als ondernemingsactiviteiten konden worden aangemerkt. Daarnaast werd een rendement gerealiseerd dat bij normaal vermogensbeheer niet kon worden behaald. Deze twee elementen zorgden ervoor dat in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling de panden aangemerkt werden als ondernemingsvermogen.

Tip: De rechtspraak heeft zich recent voor vastgoed-bv’s zeer positief ontwikkeld. Wellicht kan deze uitspraak van de Hoge Raad ook worden gebruikt bij wat kleinere familievastgoed-bv’s. Laat u hieromtrent goed adviseren.

Terbeschikkingstellingsregeling (TBS)

Ook op het terbeschikkinggestelde vermogen kan de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing zijn. Verhuurt u bijvoorbeeld als directeur-grootaandeelhouder een pand aan uw bv en schenkt u het pand en de aandelen aan uw opvolger, dan is op het pand en de aandelen deze vrijstelling van toepassing.

Let op! Denk bij schenking van uw bedrijf ook aan de mogelijke erfrechtelijke gevolgen. Door een schenking van uw bedrijf kunnen uw kinderen die het bedrijf niet voortzetten, worden benadeeld in hun legitieme portie. Ga daarom ook na of er erfrechtelijke gevolgen zijn verbonden aan de bedrijfsopvolging en pas eventueel uw testament hierop aan.

Tot slot

Start tijdig met de fiscale voorbereiding van de bedrijfsoverdracht. Reken zeker op een voorbereidingsperiode van zo’n vijf jaar. Zo zult u tijdig moeten nadenken over de juiste ondernemingsstructuur, omdat u hiermee belastingclaims kunt voorkomen of beperken. De fiscale regelingen waarop u bij bedrijfsoverdracht een beroep kunt doen, zijn complex en bevatten veel voorwaarden. Bij een bedrijfsoverdracht in de familiesfeer kan de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet een fors fiscaal voordeel opleveren. De regeling kan veel vaker worden toegepast dan veel ondernemers denken. Vrijwel altijd vergt een bedrijfsoverdracht ook uitwerking in de samenwerkingsovereenkomst (bij samenwerkende ondernemers), de aandeelhoudersovereenkomst, statuten (bij een bv) en het testament. Neem voor het overwegen van de beste opties contact met ons op.

Een huwelijk in gemeenschap van goederen eindigt in een echtscheiding. Tijdens het huwelijk ontving de vrouw een erfenis van haar ouders. De ouders van de vrouw hebben in hun testament een uitsluitingsclausule opgenomen. Nu het huwelijk op de klippen is gelopen, vordert de vrouw het volledige bedrag uit die erfenis op haar ex-partner.

 

Anti-schoonzoonclausule

De uitsluitingsclausule, ook wel de anti-schoonzoonclausule genoemd, stelt dat de erfenis privé is en dus niet in gemeenschap van goederen valt. Ook als dit bedrag op de gemeenschappelijke rekening is gestort, mag de erfgenaam deze erfenis bij een echtscheiding (voorafgaand op de verdeling van de gemeenschap van goederen) uit de boedel halen. Dat de ex-partner nu de gedeelde erfenis moet terugbetalen, voelt vaak oneerlijk. Als de erfenis is gebruikt bij de koop van het gezamenlijk huis, zal de vordering van de vrouw weinig problemen opleveren. Het geërfde bedrag is dan immers nog zichtbaar aanwezig. Maar wanneer deze erfenis tijdens het huwelijk is gebruikt voor bijvoorbeeld een reis die de voormalig echtgenoten samen maakten, voelt zo’n vordering een stuk oneerlijker aan. Toch is de rechtspraak hier duidelijk in. Het geld komt toe aan degene die het erfde, ongeacht hoe het besteed is.

 

Wetsvoorstel

Met de komst van het wetsvoorstel ‘Beperking gemeenschap van goederen’ lijkt meer duidelijkheid te ontstaan over welk deel van de boedel privé is. Erfenissen die tijdens het huwelijk worden ontvangen, blijven privébezit van de erfgenaam. Hierbij is het niet langer relevant of een uitsluitingsclausule is opgenomen in het testament. Hierdoor zal de partner die niet erft bij scheiding echter wel vaker geconfronteerd worden met een vordering. Dit zal in veel gevallen, zoals bij een gezamenlijke vakantie die uit de erfenis wordt betaald, niet wenselijk zijn.

 

Heeft u een uitsluitingsclausule opgenomen in uw testament en wilt u zulke situaties zoveel mogelijk voorkomen? Laat uw testament dan controleren en waar nodig aanpassen zodat uw testament, ook als deze wet wordt doorgevoerd, voldoet aan uw wensen.

(Bron: ABAB)

Regelmatig sta ik cliënten bij die te maken krijgen met een controle door de Belastingdienst. Ook als je alles keurig volgens de regels doet, kan je dat overkomen. Wat zijn dan eigenlijk je rechten?

Wie belastingaangifte heeft gedaan, ontvangt enige tijd later een aanslag. In 99 van de 100 gevallen hoor je verder niets. Toch kan het gebeuren dat de fiscus vragen stelt en erger nog: de inspecteur kan besluiten tot het onderzoeken van je administratie. Dat is schrikken, want de Belastingdienst is een machtige organisatie die veel bevoegdheden heeft.

Wettelijke basis

De basis voor zo’n boekenonderzoek is het wetsartikel waarin staat dat ‘ieder is gehouden desgevraagd aan de inspecteur de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing te zijnen aanzien van belang kunnen zijn.’ Of je nu hoog of laag springt, je bent verplicht om de gevraagde informatie te geven. Vaak merk ik dat cliënten meegaand zijn onder het motto: “Ik heb niks te verbergen en ik kan de inspecteur beter te vriend houden.” Dat laatste is zeker verstandig. Toch heb je een heleboel rechten!

Beginselen behoorlijk bestuur

Over het boekenonderzoek op zich is wettelijk niks geregeld. Wel moet de inspecteur zich houden aan de beginselen van behoorlijk bestuur.

Hij moet open zijn over zijn intenties en behoor je niet met vragen te overvallen. Dit is het  zorgvuldigheidsbeginsel. Hij dient je voldoende te informeren, moet een boekenonderzoek van te voren aankondigen en daarbij aangeven waartoe het zich zal uitstrekken. Als de controle gaat over de inkomstenbelasting dan mag hij geen vragen stellen over omzetbelasting.

 

Zo snel mogelijk afronden

Een ander beginsel is het evenredigheidsbeginsel: de nadelige gevolgen voor de burger dienen niet onevenredig te zijn ten opzichte van het belang van de belastingdienst. Hieruit volgt dat de inspecteur geen vragen mag stellen die een grote hoeveelheid werk oproepen terwijl de kans klein is dat daar iets van werkelijk belang uitkomt. Ook volgt hieruit dat de fiscus een boekenonderzoek zo snel en efficiënt mogelijk dient af te ronden, omdat het anders onnodig veel nadelen, zoals overlast en tijdsbeslag, met zich meebrengt.

 

Vertrouwensbeginsel

Ook belangrijk: het vertrouwensbeginsel. Neem als voorbeeld de vraag of een woning privé- of ondernemingsvermogen is. Als daarover in het verleden vragen zijn gesteld en de belastingdienst akkoord is gegaan met de keuze die je toen hebt gemaakt, mag je aannemen dat daarmee de kous af is. Er is sprake van opgewekt vertrouwen. Als een paar jaar later in een boekenonderzoek opnieuw de vraag aan de orde komt of die keuze terecht is, kun je verwijzen naar die eerdere discussie en zal de inspecteur zich moeten neerleggen bij de uitkomsten daarvan.

Tot zover de voorbeelden van spelregels waaraan de fiscus zich bij een boekenonderzoek moet houden. Dit zijn slechts voorbeelden, dit overzicht is zeker niet volledig. Ook al heb je niets te verbergen, wees niet te makkelijk en kom op voor je rechten. De Belastingdienst is groot en machtig, jij bent een eenvoudige burger. Dat blijft een ongelijke strijd.

(Bron: MKB Servicedesk)

Vraagt u een eigen bijdrage aan uw werknemers voor bijvoorbeeld het gebruik van telefoon, openbaar vervoer of sportfaciliteiten? Dan moet u hier btw uit berekenen en afdragen.

De eigen bijdrage wordt gezien als een vergoeding inclusief btw. Het is afhankelijk van de aard van de prestatie welk tarief van toepassing is. Zo dient uit de eigen bijdrage voor eten en drinken, openbaar vervoer en sporten 6% btw gehaald te worden. Voor het gebruik van een auto of telefoon is dit 21%. Eigen bijdragen voor het pensioen zijn vrijgesteld van btw.

Geen aparte factuur

De werknemer kan de eigen bijdrage op verschillende manieren betalen. De meest gangbare manier is het inhouden van een bedrag op het loon van de werknemer. Dit gaat vaak via de loonadministratie. Er hoeft voor betaling van de eigen bijdrage geen aparte factuur te worden uitgereikt, de vermelding op het salarisstrookje volstaat.

Btw moet direct worden voldaan

De btw moet worden voldaan middels de btw-aangifte in het tijdvak dat de werknemer de eigen bijdrage betaalt. Wanneer het 21%-tarief van toepassing is, moet de btw worden aangegeven in rubriek 1a. Wanneer het 6%-tarief van toepassing is dan moet dit worden aangegeven in rubriek 1b.

Let op! In relatie met directeur-grootaandeelhouders wordt de eigen bijdrage in de praktijk vaak verrekend in rekening-courant. In dat geval is ook btw verschuldigd.

(Bron: HLB)

Ook de ondernemer die geen kwade bedoelingen heeft, kan betrokken raken bij btw-fraude door toedoen van de wederpartij. Wees daarom altijd alert.

Ongewenst en onbedoeld betrokken raken bij btw-fraude kan vervelende consequenties met zich meebrengen. Het recht op vooraftrek van btw kan worden geweigerd of er kan een onderzoek naar fraude worden ingesteld. Gelukkig kunt u als ondernemer dit risico verkleinen. Wees daarom altijd alert en kritisch als u een deal sluit en let op de volgende punten.

Controlepunten

Controleer altijd de volgende punten:

  • Staat uw wederpartij ingeschreven bij de Kamer van Koophandel?
  • Zijn de overhandigde papieren echt?
  • Wat is de geschiedenis van het bedrijf? Het kan geen kwaad om het bedrijf waarmee u zaken doet eens te googelen.
  • Is het fysieke adres van uw leverancier of afnemer bekend? Dus heeft de afnemer of leverancier een pand of kantoor waar u binnen kunt lopen om met iemand te spreken?
  • Controleer het btw-nummer van de partij met wie u zaken doet. Dit kan via de link http://ec.europa.eu/taxation_customs/vies/
  • Controleer of de door uw afnemer uitgereikte facturen aan de factuureisen voldoen. Zo moet een factuur het btw-nummer van uw afnemer vermelden, een datum hebben en moet de geleverde dienst of het geleverde goed zijn omgeschreven. Daarnaast moet het in rekening gebrachte bedrag exclusief btw vermeld staan. Ook moeten het btw-tarief en het btw-bedrag worden vermeld.

Verdachte zaken

Daarnaast moeten de volgende signalen de alarmbellen bij u doen rinkelen:

  • De prijs die u moet betalen is opvallend laag.
  • De factuur klopt niet of er ontbreekt iets belangrijks op de factuur, zoals bijvoorbeeld het adres of telefoonnummer.
  • De leveranciers of afnemers bestaan maar kort en wisselen vaak.
  • De producten die worden geleverd zijn niet gebruikelijk in de branche van de leverancier.
  • De leverancier geeft al aan wie u de goederen mogelijk kunt doorverkopen en welke prijs u er dan voor zult krijgen.

Conclusie

Wanneer één van voorgaande situaties zich voordoet, betekent dit niet meteen dat er sprake is van btw-fraude, maar is dit wel een indicatie dat het verstandig is dat u nader onderzoek doet. Hoe meer van de voorgaande aspecten zich voordoen, hoe verdachter de situatie uiteraard is. Onderzoek in dat geval de situatie verder. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee!

(Bron: SRA)

Sommige ouders kiezen er nog wel eens voor om ‘met warme hand’ een deel van hun spaarcentjes te schenken (in de vorm van een schenking) aan hun kinderen. Lag er voor u met Kerst ook een envelopje onder de kerstboom? Lees dan vooral deze blog!

Voor een kind is het natuurlijk een aantrekkelijk idee om een extraatje te krijgen. Fiscaal kan dit ook voordelig zijn. Giften aan een kind tot ruim € 5.000,– per jaar zijn vrij van schenkbelasting. Aan een kind tussen 18 en 40 jaar oud mag zelfs eenmalig een bedrag van bijna € 25.000,– belastingvrij geschonken worden. Van deze mogelijkheid wordt dan ook regelmatig gebruik gemaakt. So far so good…

Maar wat nu als het kind dat geld geschonken heeft gekregen, gaat scheiden? Dan zijn de poppen aan het dansen. Ouders zien immers niet graag dat de helft van die schenking met de ex-partner mee gaat. Hoe zeer het er ook op leek dat ouders dit extraatje niet alleen het eigen kind, maar ook schoondochter of schoonzoon gunden, van die gunfactor blijft meestal weinig over als het kind gaat scheiden. Is het te voorkomen dat de helft van de schenking naar de koude kant overgaat? Ja, dat is vrij eenvoudig te regelen, maar het is niet achteraf te organiseren.

Belangrijk is dat ten tijde van de schenking uitdrukkelijk door de schenkende ouder wordt bepaald dat die schenking onder uitsluiting (in privé) aan het kind toekomt. De ouder kan dus niet achteraf bepalen dat die schenking een privé schenking betreft, althans dat heeft juridisch geen effect. Hoe leg je dan als ouder vast dat de schenking in privé aan het eigen kind toekomt? Dit is nergens in de wet vastgelegd, dus er zijn in feite geen vormvereisten.

Het is wel een misverstand te denken dat wanneer het geld op een bankrekening wordt gestort die alleen op naam van het eigen kind staat, dat het daarmee privé blijft. Dat is in ieder geval onvoldoende! Het is wel voldoende als duidelijk in de omschrijving bij de overboeking wordt vermeld dat het om een privé schenking gaat. Het zou nog beter zijn als de bedoeling in een notariële of onderhandse akte wordt vastgelegd én het bij de bankoverschrijving wordt vermeld.

Wat is het gevolg als dit ten tijde van de schenking op een goede manier is geregeld? Als een kind in gemeenschap van goederen is getrouwd, dan valt deze schenking buiten het gemeenschappelijk vermogen van de echtgenoten. Komt het tot een echtscheiding tussen deze echtgenoten, dan hoeft die schenking niet in de verdeling te worden betrokken. Dat is helder en logisch.

Maar wat als dat geld al is uitgegeven? De rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat de echtgenoot die de privé schenking heeft ontvangen in dat geval een vergoedingsrecht heeft, dit ongeacht (1) de aard van de bestedingen, (2) of de echtgenoten uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat een vergoedingsrecht ontstaat en (3) wat er nog over is van de ontvangen gelden. Dus schoondochters en schoonzonen, opgepast: reken je niet voortijdig rijk!

(Bron: ak-advocaten)

U bent ondernemer en stuurt een factuur met btw. De btw die u factureert, bent u uiteraard verschuldigd aan de Belastingdienst. Wat nu als u ten onrechte of per vergissing btw vermeldt op de factuur? Bent u dan ook de btw verschuldigd? Het antwoord is: ja. Als u btw vermeldt op de factuur, dan bent u de btw ook verschuldigd. Ook als u het btw-bedrag uiteindelijk niet ontvangt van uw afnemer. Voorkom discussie met de Belastingdienst en corrigeer tijdig ten onrechte gefactureerde btw.

 

Ook als u een factuur ontvangt waarop ten onrechte btw is vermeld, loopt u een risico. U mag het btw-bedrag dat ten onrechte in rekening is gebracht, niet in aftrek brengen. Ook al heeft u de btw betaald aan uw leverancier.

 

De Belastingdienst kan een naheffing en zelfs een boete opleggen als

  • uw afnemer de rekening niet betaalt;
  • uw leverancier de btw niet afdraagt aan de Belastingdienst;
  • er sprake is van transacties met buitenlandse afnemers.

 

Betaal btw op de factuur

Factureert u met btw aan andere ondernemers, dan bent u in de volgende situaties btw verschuldigd:

  • u factureert 21% in plaats van 6%;
  • u factureert btw, terwijl u de u de vrijstelling had moeten toepassen;
  • u factureert met btw, terwijl u de btw had moeten verleggen naar uw afnemer;
  • u factureert Nederlandse btw, terwijl u buitenlandse btw in rekening had moeten brengen;
  • u factureert met btw terwijl er geen sprake is van btw-prestatie.

 

Dus zelfs wanneer een belaste prestatie ontbreekt, bent u als opsteller van de factuur de btw verschuldigd die u ten onrechte of per vergissing in rekening brengt. Uw afnemer kan de btw niet aftrekken.

 

Btw ten onrechte gefactureerd? Herstel snel!

U kunt ten onrechte gefactureerde btw herstellen. Dit kunt u doen door de factuur tijdig te corrigeren, zodat uw afnemer de btw niet op de aangifte kan aftrekken. Hiervoor neemt u zo spoedig mogelijk de foutieve factuur terug en stuurt zo nodig een nieuwe factuur of een creditfactuur.

(Bron: ABAB)

Hoe moet je de bewaarplicht zien in combinatie met e-facturatie? Is het, zoals vroeger, noodzakelijk om alle facturen te bewaren en/of te printen, terwijl ze ook digitaal zijn opgeslagen? Het antwoord is nee. Het is niet meer noodzakelijk om dit te doen, zij het onder bepaalde voorwaarden. De Belastingdienst probeert op het terrein van de wettelijke bewaarplicht met haar tijd mee te gaan. Hieronder leggen we het uit.

We krijgen regelmatig vragen over de wettelijke (fiscale) bewaarplicht. Jij als ondernemer hebt hier natuurlijk ook mee te maken. De wettelijke bewaarplicht houdt in dat alle boeken, bescheiden en gegevensdragers die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing, door jou in principe gedurende 7 jaar bewaard moeten blijven. In deze blog zullen we het bewaren van facturen behandelen.

Hoe moet je elektronische facturen bewaren?

Als je nu al elektronisch factureert (bijvoorbeeld via eVerbinding), zijn je facturen via het platform toegankelijk. Maar voldoe je op deze manier aan je wettelijke bewaarplicht? Het antwoord is gedeeltelijk. Voor wat betreft je elektronische facturen wel. Vanuit de wet komt namelijk de eis dat facturen moeten worden bewaard in hun originele vorm en in het geval van elektronische facturen is dat dus ook elektronisch.

Mag je fysieke facturen weggooien?

In het geval van fysieke facturen ligt het iets anders. Waarschijnlijk zijn je fysieke facturen gescand en in het platform opgeslagen. Dit is conversie, je hebt de fysieke facturen geconverteerd. Het op deze manier overbrengen van gegevens is toegestaan, mits het gebeurt onder de volgende voorwaarden:

  • Alle gegevens worden overgezet
  • De inhoud wordt letterlijk overgenomen, juist overgezet
  • Gedurende de hele bewaartermijn is de nieuwe gegevensdrager beschikbaar
  • De gegevens moeten binnen een redelijke tijd gereproduceerd en leesbaar gemaakt kunnen worden

 

Hoe zit het met de authenticiteit en integriteit?

Ook de gegevens over de oorspronkelijkheid en de inhoud van de factuur zijn belangrijk. Het is natuurlijk van belang om te weten én aan te kunnen tonen dat een factuur bijvoorbeeld daadwerkelijk afkomstig is van een leverancier.

Wat moet je verder bewaren?

Alle gegevens met betrekking tot de facturen moeten in principe 7 jaar worden bewaard om te voldoen aan de wettelijke bewaarplicht. Je moet de Belastingdienst namelijk duidelijk kunnen maken wat er precies met de factuur is gebeurd. Dit betekent dat ook bijvoorbeeld de offerte, opdrachtbevestiging en/of het bewijs van betaling moeten worden bewaard.

(Bron: Efacturatie)

Iedere maand brengt ABAB u op de hoogte van fiscale aandachtspunten en tips. In maart vragen de volgende fiscale punten uw aandacht:

  • aangifte omzetbelasting
  • aangifte loonbelasting
  • bezwaar WOZ-beschikking
  • fiscale eenheid verbreken
  • overgang naar besloten vennootschap (bv).

Aangifte omzetbelasting

Doet u per jaar aangifte omzetbelasting? Dan moet u over 2015 uiterlijk 31 maart 2016 aangifte omzetbelasting hebben gedaan. Wanneer u maandelijks aangifte omzetbelasting doet, dan moet voor deze datum de aangifte over februari 2016 zijn ingediend. Daarnaast moet u voor deze datum de verschuldigde belasting voldoen.

Aangifte loonbelasting

Voor 31 maart 2016 moet u aangifte loonbelasting doen over februari 2016. Daarnaast moet u de verschuldigde belasting voor die datum voldoen.

Bezwaar WOZ-beschikking

Bent u het niet eens met uw WOZ-beschikking? Dan moet u uiterlijk binnen zes weken na dagtekening bezwaar maken. De meeste WOZ-beschikkingen zijn gedateerd op 28 februari 2016. Uw bezwaar moet dan uiterlijk de eerste week van april bij de Belastingdienst binnen zijn.

 

Vennootschapsbelasting

Wilt u een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aangaan of verbreken? Dat kan met terugwerkende kracht per 1 januari 2016? U moet dan vóór 1 april 2016 een verzoek indienen bij de Belastingdienst.

Overgang naar besloten vennootschap (bv) registeren

Wilt u uw eenmanszaak of vof omzetten naar een bv? Dit kunt u ruisend of geruisloos doen. Bij een ruisende overgang staakt u de activiteiten van eenmanszaak of vof voor de inkomstenbelasting. U bent dan inkomstenbelasting verschuldigd over de stakingswinst.

 

Laat u voor 1 april 2016 een voorovereenkomst bij de Belastingdienst registreren, dan kan 1 januari 2016 met terugwerkende kracht de ingangsdatum zijn voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Voorwaarde is wel dat de oprichting en inbreng voor 1 oktober 2016 plaatsvinden.

 

U kunt uw onderneming ook geruisloos inbrengen in een bv. De eindbalans van uw eenmanszaak of vof is dan gelijk aan de beginbalans van de bv en u bent geen belasting verschuldigd over uw reserves. Dit kan voor de inkomstenbelastingen en vennootschapsbelasting met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 mits u voor 1 oktober 2015 een voorovereenkomst had gesloten en de overgang voor 1 april 2016 plaatsvindt.

(Bron: ABAB)

Hebt u een sterk wisselend inkomen uit werk en woning? Dan betaalt u waarschijnlijk meer belasting dan wanneer u dat inkomen gelijkmatig verdeeld over een jaar krijgt. U kunt dan in aanmerking komen voor de middelingsregeling.

Bereken uw gemiddelde inkomen

Met middeling berekent u uw gemiddelde inkomen over 3 aaneengesloten kalenderjaren. Dit is het middelingstijdvak. Vervolgens berekent u hoeveel belasting u per jaar moet betalen. Zijn de nieuwe belastingbedragen lager dan die van de eerdere aanslagen? Dan hebt u mogelijk recht op een teruggaaf.

Voor wie is middeling bedoeld?

Als u aan de voorwaarden voor middeling voldoet, krijgt u in de volgende situaties waarschijnlijk belasting terug:

  • U hebt na uw afstuderen een vaste baan gekregen en u had naast uw studie een bijbaan.
  • U hebt een ontslagvergoeding (‘gouden handdruk’) gekregen.
  • U bent in de afgelopen jaren gestart of gestopt met werken.
  • U werkt als freelancer of als ondernemer.
  • U hebt onbetaald verlof opgenomen (bijvoorbeeld voor een sabbatical).
  • U bent minder gaan werken.

Uw belastingteruggaaf

Om uw belastingteruggaaf te berekenen, hebt u de gegevens nodig van het middelingstijdvak. U gebruikt daarvoor de gegevens van de laatst opgelegde definitieve aanslagen van die jaren. Ook hebt u de tarieven inkomstenbelasting nodig. Weet u niet welk middelingstijdvak voor u het voordeligste is? Maak de berekening op tijd.

Als later blijkt dat uw inkomen uit box 1 niet juist is vastgesteld, kunt u een navordering of vermindering krijgen.

Soms hebt u met bijzondere situaties te maken die de middelingsregeling bemoeilijken. Bijvoorbeeld als u inkomsten hebt uit het buitenland. Neem dan contact op met de BelastingTelefoon.

Let op!

Middeling heeft geen invloed op de hoogte van uw belastbaar inkomen en uw verzamelinkomen van de jaren waarover middeling is aangevraagd. De hoogte van de aanslagen inkomstenbelasting en die van beschikkingen Toeslagen blijven hetzelfde.

Nabetaling inkomsten over een jaar vóór 2001

Hebt u na 2001 een nabetaling gehad van inkomsten over een jaar vóór 2001? Dan kunt u van een speciale regeling gebruikmaken. Deze regeling kan voordeliger voor u zijn dan middeling. Neem voor deze speciale regeling contact op met uw belastingkantoor.

(Bron: Belastingdienst)