DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de eenmanszaak of vof, belastingnieuws, auto

Werkgevers berekenen regelmatig de bijtelling onjuist door in de loonbelasting. De belangrijkste reden is dat er van een verkeerde waarde van de auto wordt uitgegaan.

5% klopt niet

Volgens een onderzoek van Vereniging Auto van de Zaak klopt bij 5% van de berijders de bijtelling niet. De bijtelling wordt door de werkgever in het salaris verrekend, waarbij de consumentenprijs van de auto als grondslag wordt genomen. De juiste waarde van een nieuwe leasewagen is de consumentenprijs op het moment dat die wordt geleverd, inclusief fabrieksopties.

Afleveringskosten en dealeropties

“In veel gevallen worden ook de afleveringskosten en dealeropties meegenomen in de berekening, maar dat klopt niet: als er geen bpm over wordt geheven, moet het bedrag niet worden meegenomen in de bijtelling”, aldus Martin Huisman van de Vereniging Auto van de Zaak.

Onwetendheid en op safe spelen

Werkgevers zijn of onwetend of gaan bij twijfel op safe, waardoor zij uitgaan van een te hoge catalogusprijs. Als de grondslag voor de auto eenmaal is bepaald, dan blijft de werkgever deze vaak de hele looptijd hanteren.

€ 250 per jaar

Hierdoor kan de berijder dus jarenlang te veel bijtelling betalen. De kosten daarvan kunnen al snel oplopen tot € 250 per jaar, ofwel € 1000 bij een leaseperiode van vier jaar.

(Bron: De Telegraaf)

De ANWB heeft de autobelastingen per 1-1-2013 nog eens uitgewerkt in een PDF-document.

Hiernaast treft u de link naar het document aan: http://www.anwb.nl/bestanden/content/assets/anwb/pdf/auto/nieuws-en-tips/factsheet_autobelastingen-2013.pdf

Werknemers met een auto van de zaak en een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ ontvangen vanaf 1 november 2012 een brief van de Belastingdienst. Met deze verklaring geeft de werknemer aan maximaal 500 privékilometer per kalenderjaar te rijden.

Inhoud brief In de brief wijst de Belastingdienst deze werknemers erop, dat de verklaring voor onbepaalde tijd is en geldig blijft zolang hun situatie niet verandert. Zij moeten wijzigingen zoals een andere (bestel)auto of wanneer zij meer dan 500 privékilometer per kalenderjaar rijden, zo snel mogelijk aan de fiscus doorgeven via dit formulier.

Pas op, ook als werkgever! Als een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ onterecht is afgegeven, kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen, inclusief een boete, en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw opleggen. In eerste instantie wordt dit direct opgelegd aan uw werknemer, maar als u hier als werkgever vanaf wist, is het ook mogelijk dat u als werkgever zelf een naheffingsaanslag opgelegd krijgt. Attendeer uw werknemer er daarom op de brief ‘Verklaring geen privégebruik auto’goed te lezen en grijp indien nodig zelf in zodra u weet dat die verklaring inmiddels niet meer correct is.

Gevolgen werknemerspremies Vanaf 2013 valt, door de Wet uniformering loonbegrip, de auto van de zaak ook onder het loon sociale verzekeringen. Maakt uw werknemer ten onrechte gebruik van de ‘Verklaring geen privégebruik auto’, dan moet hij/zij naast de bovenvermelde naheffing ook de werknemerspremies betalen. Normaal zijn dit werkgeversheffingen, maar in dit geval komen deze ten laste van uw werknemer.

Informeer uw salarisexpert Wij adviseren eventuele wijzigingen (kopie van wijzigingsformulier) ook door te geven aan uw salarisexpert. Aan het einde van dit jaar zal u voorts worden gevraagd of bij u ook alle kentekens en waarden nog kloppen.

(Bron: Burad)

Als iemand naast een uitkering inkomen uit een dienstverband heeft en daarbij een auto van de zaak heeft waarvoor een bijtelling geldt, dan krijgt hij vanaf 1 januari 2013 waarschijnlijk een lagere uitkering. Dat meldt UWV.

Vanaf 1 januari telt de bijtelling mee bij de inkomsten die UWV van de uitkering aftrekt. Dit betekent dat UWV een hoger bedrag van de uitkering aftrekt en dat de uitkering lager kan worden. Deze wijziging is het gevolg van de nieuwe Wet Uniformering Loonbegrip (WUL).

Voorbeeld gevolgen WUL

Bart heeft recht op een WIA-uitkering van € 2.000. Hij heeft daarnaast een inkomen van € 1.000. 70% van deze € 1.000 wordt van zijn uitkering afgetrokken. Dat is € 700. Bart krijgt dus een uitkering van (€ 2.000 – € 700 = ) € 1.300. De bijtelling is € 500. In de nieuwe situatie telt dit mee als inkomen. Het totale inkomen van Bart wordt dan (€ 1.000 + € 500 = ) € 1.500. Vervolgens wordt 70% van deze € 1.500 van zijn uitkering afgetrokken. Dat is € 1.050. Bart krijgt dus een uitkering van (€ 2.000 – € 1.050 = ) € 950. Bart krijgt vanaf 1 januari 2013 dus (€ 1.300 – € 950 = ) € 350 minder uitkering dan in 2012.

Levensloopregeling

De WUL heeft ook gevolgen als iemand geld inlegt op een levensloopregeling. Hij krijgt dan mogelijk een wat hogere uitkering.

(Bron: Pleinplus)

Sinds 1 juli 2012 zijn er nieuwe regels van kracht voor mensen met een auto van de zaak (Ambitions.nu: hierover hebben we ook reeds eerder bericht op deze site). Dit heeft gevolgen voor de CO2-grenzen voor het 14%-tarief en het 20%-tarief van de bijtelling. Waarschijnlijk heeft u hier al veel over gehoord, maar misschien vraagt u zich nog af welke gevolgen dit heeft voor uw situatie. Hieronder leest u er meer over: wat u moet weten over de nieuwe bijtelling.

1. Wat is het verschil tussen een hoge of lage bijtelling?

De bijtelling voor de zelfstandig ondernemer wordt door de belastingdienst geheven als correctie op de met inkomstenbelasting belaste winst. Wanneer iemand ook privékilometers maakt in zijn auto van de zaak, moet dit dus worden verrekend in de zogenaamde bijtelling. Omdat de overheid graag zou zien dat mensen eerder voor een zuinige (en dus milieuvriendelijkere) wagen kiezen, zijn er lagere bijtellingpercentages vastgesteld voor zuinige auto’s. De mate van CO2-uitstoot bepaalt het bijtellingpercentage, dus: hoe minder CO2 uw voertuig uitstoot, des te lager de bijtelling.

2. Brengen de nieuwe regels daar verandering in?

Indien u in een zuinige auto van de zaak rijdt, is de kans groot dat er sinds begin deze maand voor u andere regels gelden. Sinds begin juli 2012 zijn de CO2-grenzen voor het 14%-tarief en het 20%-tarief namelijk aangescherpt. Hieronder vindt u alle wijzigingen:

  • Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km, die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 worden aangeschaft, geldt gedurende zestig maanden een 0%-tarief voor de bijtelling
  • Op auto’s die vóór 1 januari 2012 zijn aangeschaft en niet meer dan 50 gr/km CO2 uitstoten, is voor zover ze daar nog geen recht op hadden vanaf 1 januari 2012 het 0% tarief van toepassing tot 1 januari 2017
  • Voor personenautos met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km, die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende zestig maanden een 7%-tarief voor de bijtelling
  • Auto’s met een 20% of 14% bijtelling waarvan het kenteken vóór 1 juli 2012 op naam is gesteld, houden dat lagere bijtellingpercentage totdat de auto een andere eigenaar én andere gebruiker krijgt. In dat geval zal het bijtellingpercentage met ingang van 1 juli 2017 worden aangepast overeenkomstig de dan geldende normen
  • Auto’s met een 20% of 14% bijteling, die vanaf 1 juli 2012 op naam worden gesteld, houden dat lagere bijtellingpercentage voor een periode van zestig maanden. Deze periode begint op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld. Aan het eind van die periode wordt bekeken of de auto tegen de dan geldende CO2-grenzen opnieuw voor een 60 maanden periode voor een verlaagd bijtellingspercentage in aanmerking komt [Bron: Rijksoverheid]

3. Ik heb een vrij nieuwe en uiterst zuinige auto. Wat is er sinds 1 juli voor mij veranderd?

Het nul-tarief motorrijtuigenbelasting (MRB), dat in 2010 voor zeer zuinige auto’s is ingevoerd, blijft nog tot en met het jaar 2013 bestaan. Deze regeling is van toepassing op zeer zuinige auto’s, oftewel personenauto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 95 g/km (diesel) of maximaal 110 g/km (benzine/aardgas). Tot 2012 kunt u dus blijven rondrijden zonder MRB te hoeven betalen, maar houd er rekening mee dat dit belastingvoordeel per 1 januari 2014 alsnog vervalt.

4. Ik heb een leaseauto. Merk ik dat straks ook aan de kosten?

Rijdt u al een paar jaar een leasewagen die in de 14%-, 20%- 25%-bijtellingscategorie valt? Dan zal op dit gebied weinig veranderd zijn sinds de invoering van de nieuwe regels. Zolang uw leasecontract nog loopt, zal in veel gevallen de bijtelling onveranderd blijven. U kunt desalniettemin overwegen om uw leasecontract over te sluiten, zodat u met een nieuwe (zuinigere) wagen langer kunt profiteren van de voordelige bijtelling. Neem contact op met uw autoleasebedrijf om te informeren naar de mogelijke voordelen en voorwaarden van het oversluiten van een leasecontract. Meer informatie over leaseauto’s vindt u hier: 5 vragen en antwoorden over de leaseauto.

5. Ik rijd elektrisch. Blijf ik vrijgesteld van bijtelling?

Ja, in principe wel. Elektrische auto’s, maar ook andere voertuigen met een nulemissie tijdens het rijden, zijn in ieder geval tot 2015 vrijgesteld van de bijtelling privégebruik auto van de zaak. Datzelfde geldt voor de BPM (de belasting op personenauto’s en motorrijwielen) en de motorrijtuigenbelasting.

6. En wat als ik besluit privé geen gebruik te maken van de auto?

In dat geval wordt u vrijgesteld van het betalen van bijtelling, mits u officieel kunt aantonen dat de wagen alleen zakelijk gebruikt en weinig privékilometers hebt gemaakt. Deze grens ligt bij vijfhonderd privé gereden kilometers per jaar). U kunt dit aantonen door een rittenadministratie bij te houden of bij de Belastingdienst een Verklaring geen privégebruik auto aan te vragen.

(Bron: Ik ga starten)

Staatssecretaris Weekers heeft een Hoofdlijnennotitie over de uitwerking van het Begrotingsakkoord 2013 op het punt van de herziening van het fiscale regime voor kosten van woon-werkverkeer naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris benadrukt dat hij hiermee niet wil vooruitlopen op de uiteindelijke uitwerking zoals die zal worden opgenomen in het Belastingplan 2013. Wij ontlenen aan de Hoofdlijnennotitie het volgende:
Definitie woon-werkverkeer: De staatssecretaris streeft naar één definitie  voor alle belastingen, maar momenteel is nog onduidelijk of dat mogelijk is.   Gedacht wordt aan aansluiting bij de definitie zoals die gold vóór 2004, toen   de 60-dagenregeling gold. Een andere optie is aansluiten bij de Wet OB.
Waardering woon-werkverkeer en zakelijke reizen: Voor bepaalde   verstrekkingen, zoals de verstrekkingen die betrekking hebben op zowel  woon-werkverkeer als zakelijke reizen, moet de waarde van bijvoorbeeld het   OV-abonnement worden gesplitst. Een ander waarderingsprobleem speelt bij   georganiseerd vervoer van huis. Vanaf 2014, wanneer de gerichte vrijstelling   voor zakelijke reizen vervalt, kunnen alle vergoedingen voor zakelijke reizen   vanuit de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) worden vergoed en  verstrekkingen kunnen op nihil worden gewaardeerd.Onderzocht wordt nog of ook   de verstrekkingen onder de vrije ruimte van de WKR kunnen worden gebracht.
De staatssecretaris bevestigt in de Hoofdlijnennotitie het in het Lenteakkoord overeengekomen overgangsrecht. De staatssecretaris gaat in op de huidige regeling doorlopend afwisselend gebruik bestelauto, waarbij twee of meer werknemers door de aard van het werk   een bestelauto doorlopend afwisselend gebruiken. In sommige situaties kan nu   een eindheffing worden toegepast voor het privégebruik, waarbij een vast   bedrag van € 300 geldt. Mogelijk wordt dit bedrag aangepast, omdat het   woon-werkverkeer vanaf 2013 ook gaat gelden als privégebruik.

(Bron: FUTD)

Het kabinet wil vanaf volgend jaar belasting gaan heffen over de reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer. Hoe zit dat nu allemaal precies met deze maatregel?

1. Wordt mijn reiskostenvergoeding nu helemaal afgeschaft?

Nee, uw werkgever kan u nog steeds een vergoeding blijven geven voor het woon-werkverkeer. Tot nu toe hoeft u over een vergoeding tot maximaal 19 cent per kilometer geen belasting te betalen. Ook de werkelijke kosten van het openbaar vervoer mogen onbelast worden vergoed. Maar nu wil het kabinet de reiskostenvergoeding vanaf 1 januari 2013 volledig gaan belasten. Hoeveel belasting u precies gaat betalen hangt af van de hoogte van uw inkomen en in welke belastingschijf u valt. U kunt dit uitrekenen met de ANWB ReiskostenCheck.

2. Is die extra belasting het enige waar ik rekening mee moet houden?

Dat hangt af van uw individuele situatie. Omdat de reiskostenvergoeding voor het woon- werkverkeer bij uw inkomen wordt opgeteld zou dit ook nog gevolgen kunnen hebben voor eventuele toeslagen die u ontvangt. Bijvoorbeeld de zorgtoeslag of huurtoeslag. Die kunnen lager uitvallen.

3. Hoe dan ook een flinke extra kostenpost; kan ik daar nog op besparen?

Dat kan alleen door uw woon-werkverkeer zoveel mogelijk terug te brengen. Dat betekent dat u dichterbij uw werk zou moeten gaan wonen. Of een andere baan dichtbij huis zou moeten zoeken. In de praktijk zal dat op korte termijn meestal niet lukken, want de huizenmarkt zit op slot en nieuwe banen liggen ook niet voor het oprapen. De enige reële mogelijkheden om reiskosten te besparen die u wellicht heeft zijn: carpoolen en vaker thuiswerken.

4. Kortom: de automobilist wordt weer eens gepakt?

Deze kabinetsmaatregel treft niet alleen automobilisten maar alle forensen. Want ook wie met het openbaar vervoer naar zijn werk reist moet voortaan belasting betalen over de volledige reiskostenvergoeding. Met deze maatregel brengen forensen gezamenlijk 1,3 miljard euro op. Dat is 10 procent van de in totaal 12 miljard die het kabinet volgend jaar extra wil bezuinigen met het zogeheten Lenteakkoord.

5. En wat vindt de ANWB ervan?

De ANWB vindt dat de koopkracht van forenzen door deze belasting onevenredig hoog wordt aangetast. Daarom ziet de ANWB liever een overgangsregeling, zodat forensen de mogelijkheid krijgen om in te spelen op de maatregel. En nog een ander punt: Volgens het kabinet zouden mensen door deze belastingmaatregel minder gaan reizen. De ANWB deelt deze opvatting niet. De meeste mensen hebben immers geen enkel alternatief voor de dagelijkse rit naar het werk. Ze kunnen niet op korte termijn van baan of van woonplaats veranderen. De ANWB verwacht van de maatregel dan ook weinig effecten voor de vermindering van files en CO2-uitstoot.

(Bron: ANWB)

Een naheffingsaanslag voor onterecht privégebruik van een auto van de zaak, werd door Hof Arnhem vernietigd. De naheffing was namelijk onbevoegd opgelegd door het Coördinatiepunt privégebruik auto, in plaats van de Belastingdienst waaronder de werknemer ressorteerde.

Nadat een werknemer met een Verklaring geen privégebruik in een jaar verzocht de Verklaring in te trekken omdat hij in een nieuwe auto wel privé ging rijden, kreeg hij een naheffingsaanslag opgelegd. Deze was vastgesteld door de inspecteur van de Belastingdienst/Oost/Coördinatiepunt privégebruik auto. De werknemer stelde voor Hof Arnhem dat deze inspecteur hiertoe niet bevoegd was. Bij de rechter kon de betreffende inspecteur zijn stelling dat de bevoegdheid hem toekwam ‘vanuit de landelijke taakverdeling binnen de Belastingdienst’ niet nader onderbouwen. Hij had niet aangegeven wat die taakverdeling inhield, wie de taakverdeling had vastgesteld, op grond van welke bevoegdheid deze taakverdeling was vastgesteld en waar deze taakverdeling was gepubliceerd. Er was ook geen mandaat van de inspecteur waaronder de werknemer ressorteerde. Het hof vernietigde dan ook de naheffingsaanslag.

(Bron: Taxence)

Een werknemer met een auto van de zaak die niet meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt, kan bijtelling voorkomen door een sluitende rittenregistratie bij te houden. Het vermelden van de dagtotalen is onvoldoende om dit te bewijzen. Uit een recente rechtszaak blijkt dat werknemers alle ritten specifiek moeten registreren.

Een rittenadministratie bestaande uit alleen dagtotalen is onvoldoende om bijtelling te voorkomen. In een recente rechtszaak had een directeur-grootaandeelhouder (dga) een naheffingsaanslag gekregen, omdat de inspecteur van de Belastingdienst vond dat zijn rittenregistratie niet sluitend was. De dga hield alleen de dagtotalen bij en registreerde niet de gereden kilometers per afzonderlijke rit.

Adviseur keurde rittenadministratie goed

De rechter vond dat de dagtotalen onvoldoende informatie leverden om geen bijtelling te rekenen. De dga lichtte zijn ritten daarop alsnog toe, maar de rechter vond dat onvoldoende. Bovendien leek het de rechter onwaarschijnlijk dat hij nooit privé had gereden met de auto. Het feit dat de dga een privéauto tot zijn beschikking had, maakte hier niet uit. De inspecteur wilde verder nog een boete opleggen voor grove schuld, omdat de dga willens en wetens slechts dagtotalen had ingevuld. Maar de dga had een adviseur die zijn aangifte afhandelde en die had zijn rittenadministratie goedgekeurd. De rechter was het dan ook niet eens met deze boete. De navorderingsaanslag vond de rechter echter wel terecht.

(Bron: Salarisrendement)

Per 1 juli 2012 gelden scherpere CO2-grenzen voor de bijtelling wegens het privégebruik van de auto van de zaak. Dat betekent dat auto’s zuiniger moeten zijn om nog onder de bijtelling van 14% of 20% te vallen. Wie vóór 1 juli een auto van de zaak aanschaft, kan nog wel profiteren van de oude grenzen.

De overheid verlaagt de CO2-grenzen voor de bijtelling stapsgewijs. De eerste verlaging vindt plaats op 1 juli aanstaande. Vanaf die datum geldt voor een benzineauto de 14%-bijtelling pas bij een uitstoot van minder dan 103 gram per kilometer. Nu ligt het maximum nog op 111 gram per kilometer. Voor een dieselauto moet de uitstoot vanaf 1 juli minder dan 92 gram per kilometer zijn om onder het 14%-tarief te vallen. Nu is dat nog 96 gram per kilometer.

Verlaging voor dieselauto’s minder ingrijpend

Voor het bijtellingstarief van 20% gelden vanaf 1 juli de volgende grenzen: benzineauto’s mogen een uitstoot van maximaal 132 gram per kilometer hebben. Dieselauto’s vallen onder het 20%-tarief bij een uitstoot van maximaal 114 gram per kilometer. Op dit moment ligt voor benzineauto’s de 20%-grens op 140 gram per kilometer en voor dieselauto’s op 116 gram per kilometer. Is de uitstoot hoger dan de genoemde maxima, dan geldt het normale bijtellingstarief van 25%. De verlaging van de uitstootgrenzen is voor dieselauto’s minder ingrijpend, omdat in 2015 voor diesel- en benzineauto’s dezelfde uitstootgrenzen moeten gelden. Aangezien voor dieselauto’s al lagere uitstootgrenzen van toepassing waren, blijft de daling beperkt.

Leaseauto aanschaffen vóór 1 juli 2012

Het is voor werknemers die binnenkort aan een nieuwe auto van de zaak toe zijn, verstandig om op te letten wanneer de auto geleverd wordt. Als een nieuwe leaseauto vóór 1 juli 2012 geleverd wordt, blijven namelijk gedurende het hele leasecontract de oude CO2-grenzen gelden. De betreffende werknemer betaalt sneller een lage bijtelling. Levert de dealer pas na 1 juli 2012, dan gelden de nieuwe grenzen. Athlon Car Lease laat zelfs de oude bijtellingsgrenzen gelden voor leaseauto’s die vóór 15 april worden besteld en vóór 1 juli op kenteken worden gezet. Ook leaserijders van wie het leasecontract pas in het najaar afloopt, kunnen hiervan gebruikmaken. Zij moeten de auto dan uiterlijk 15 november in gebruik nemen.

(Bron: SalarisRendement)