DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de eenmanszaak of vof, belastingnieuws, belastingaangifte of belastingaanslag

Hof Arnhem – Leeuwarden oordeelt dat de aanslagen onjuist zijn vastgesteld als gevolg van een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten of in het recht. De inspecteur kan dan niet navorderen.

Belanghebbende, X, verhuurt een bedrijfspand aan E bv. De aandelen van E bv worden gehouden door A, de echtgenoot van X. X rekent het pand tot haar box 3-vermogen. In 2010 voert de inspecteur een boekenonderzoek uit bij E bv. Naar aanleiding van dit onderzoek legt de inspecteur navorderingsaanslagen op aan X. Volgens de inspecteur behoort het pand namelijk tot het box 1-inkomen van X. X is het daar op zich wel mee eens, maar wijst er op dat zij het pand in het verleden tot haar box 1-inkomsten heeft gerekend, maar dat de inspecteur dat toen heeft gecorrigeerd. In geschil is of de inspecteur bij het opleggen van de aanslagen een fout heeft gemaakt.

Hof Arnhem – Leeuwarden oordeelt dat er geen sprake is van een kenbare ambtelijke fout. Het hof legt hierbij de tekst van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR restrictief uit. Dit houdt volgens het hof in dat de inspecteur niet kan navorderen als de aanslag onjuist is vastgesteld als gevolg van een verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten of in het recht. Vervolgens stelt het hof vast dat de navordering de inzichttoets niet doorstaat. Het hof overweegt hierbij dat uit het boekenonderzoek was gebleken dat de aan X opgelegde aanslagen onjuist waren en dat de ambtenaren die waren belast met de inhoudelijke toetsing van de aangiften hebben nagelaten de aangiften van X te blokkeren. Volgens het Hof is het niet-blokkeren van de aangiften het gevolg van een verwijtbaar onjuist inzicht van de behandelende ambtenaren in de feiten die bepalend zijn voor de (omvang van de) belastingplicht. Het hof vernietigt dan ook de navorderingsaanslagen.

(Bron: Taxlive)

 

De verzwaarde bewijslast die op een belastingplichtige drukte nadat hij niet alle winst uit onderneming in zijn IB-aangifte had verantwoord, gold niet alleen voor de winst, maar ook voor de aftrekposten. Tot dit oordeel kwam Hof Arnhem/Leeuwarden.

In deze zaak had een inspecteur navorderingsaanslagen IB en WAZ opgelegd aan een belastingplichtige. Deze had niet alle winst uit onderneming aangegeven, en daarnaast had hij volgens de inspecteur privé-uitgaven ten onrechte ten laste van de winst gebracht. Hof Arnhem/Leeuwarden stelde vast dat de belastingplichtige de betreffende winst bewust niet had aangegeven, aangezien de betreffende bedragen wel in zijn administratie voorkwamen. Dit betekende volgens het Hof dat de belastingplichtige de vereiste aangifte niet had gedaan, wat leidde tot een verzwaring van de bewijslast. Dit gold volgens het Hof voor de gehele belastingaanslag, en dus niet alleen voor de winst uit onderneming, maar ook voor de aftrekposten. Omdat de belastingplichtige niet overtuigend had aangetoond dat de opgevoerde aftrekposten zakelijk waren, oordeelde het Hof dat de inspecteur de aftrekposten terecht als privé-uitgaven had aangemerkt, zodat de navorderingsaanslagen in stand bleven.

(Bron: Taxence)

De staatssecretaris heeft het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst, dat eerder ter consultatie was voorgelegd, bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel betreft: (1) het invoeren van een nieuw heffingssysteem voor de IB en de schenk- en erfbelasting in de SW en (2) het bieden van een grondslag voor elektronisch berichtenverkeer van en met de Belastingdienst. Het wetsvoorstel voorziet in een kortere termijn voor het opleggen van aanslagen (uiterlijk 15 maanden na de aangifte) en de mogelijkheid voor belastingplichtigen om de aanslag te laten herzien (tot 18 maanden na de aangifte). Verder wordt voorgesteld de navorderingstermijn bij een nieuw feit te beperken tot 3 jaar na de aangifte, maar deze termijn uit te breiden tot 12 jaar bij kwade trouw van een belastingplichtige. Heeft de inspecteur in het laatste geval echter voldoende aanwijzingen dat ten onrechte geen of te weinig belasting is geheven, dan moet hij de navorderingsaanslag uiterlijk binnen twee jaar daarna vaststellen. De navorderingstermijn bij een kenbare fout wordt drie jaar na de aangifte. Tot slot wordt een nieuwe navorderingsmogelijkheid voorgesteld: als de onjuiste aanslag een gevolg is van een verstoring of fout in de systemen van gegevensverwerking van de Belastingdienst, heeft de inspecteur zes maanden de tijd om de aanslag te corrigeren. Het kabinet streeft ernaar om de wijzigingen in werking te laten treden voor (voorlopige) aanslagen met betrekking tot tijdvakken die zijn aangevangen respectievelijk tijdstippen die zijn gelegen op of na 1 januari 2016. Voor navorderingsaanslagen treedt het nieuwe heffingssysteem echter direct in werking. Het onderdeel over het elektronisch berichtenverkeer van en met de Belastingdienst heeft betrekking op het formele berichtenverkeer, dat bestaat uit berichten die in de wetgeving zijn benoemd, zoals aangiften, beschikkingen en verzoeken van de Belastingdienst om informatie over te leggen. Het kabinet kiest voor een ingroeimodel, waarin bij ministeriële regeling een lijst met uitzonderingen wordt geformuleerd, die elk jaar kleiner moet worden. De Belastingdienst gaat voor het berichtenverkeer de Berichtenbox gebruiken, een persoonlijke, beveiligde elektronische postbus voor iedere burger bij de overheid, als onderdeel van MijnOverheid.nl.

(Bron: FUTD)

De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van staatssecretaris Weekers van Financiën dat belastingplichtigen sneller duidelijkheid en zekerheid moet gaan geven over zijn of haar aangifte. Het wetsvoorstel regelt dat de termijn wordt verkort waarbinnen een aanslag of navorderingsaanslag definitief wordt vastgesteld. Ook wordt het door het wetsvoorstel voor belastingplichtigen eenvoudiger zijn of haar aangifte te herzien. Het wetsvoorstel richt zich op de inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting.

Op dit moment is het nog zo dat het tot drie jaar kan duren voordat iemand zijn definitieve aanslag ontvangt. Deze termijn wordt nu verkort tot vijftien maanden. Zo weet een belastingplichtige eerder waar hij of zij aan toe is. De termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de Belastingdienst de aangifte ontvangt.

Navordering

De termijn waarbinnen goedwillende belastingplichtigen een navordering kunnen ontvangen is nu vijf jaar. In het voorstel wordt die termijn verkort tot drie jaar na ontvangst van de aangifte zodat iemand eerder zekerheid heeft dat de Belastingdienst niet meer navordert. Voor kwaadwillenden wordt de navorderingstermijn verlengd tot twaalf jaar na ontvangst van de aangifte in plaats van de huidige vijf jaar.

Wijzigingen doorgeven

Ook wordt het eenvoudiger voor belastingplichtigen om wijzigingen in de aangifte door te geven. Dit kan zelfs tot achttien maanden nadat de Belastingdienst de aangifte heeft ontvangen. Er hoeft geen bezwaar meer te worden gemaakt zoals nu het geval is. Als de belastingplichtige en de Belastingdienst het echter niet eens zijn, blijft rechtsbescherming gegarandeerd.

Evaluatie

‘In de uitwerking van dit wetsvoorstel heb ik gebruik gemaakt van de evaluatie van de internetconsultatie. We hebben de reacties serieus genomen. Het voorstel geeft bonafide belastingplichtigen meer zekerheid en een eenvoudige mogelijkheid om hun aangifte te herzien. Aan de andere kant wordt de termijn om malafide belastingplichtigen na te vorderen verruimd. Daardoor kunnen belastingplichtigen die willens en wetens hun aangifte onjuist invullen worden aangepakt’, aldus Weekers.

(Bron: PleinPlus)

De afgelopen jaren koos de Belastingdienst jaarlijks een thema waarop de aangifte inkomstenbelasting werd gecontroleerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven die aanpak voor het belastingjaar 2012 wat te verbreden, niet alleen controleren, maar ook voorlichten.

Anders dan andere jaren is gekozen voor een thema met een meerjarige aanpak, waarbij in het eerste jaar vooral de nadruk ligt op voorlichting en dienstverlening. In latere fasen wordt de aandacht verlegd naar de controlekant. Dit jaar is gekozen voor het thema Echtscheiding en fiscus.

Naast dit thema wordt bij de aangiftebehandeling 2012 extra aandacht besteed aan enkele specifieke onderwerpen. Het gaat daarbij onder andere om de eigen woning, premies lijfrenten, specifieke zorgkosten en Duitse Rente. U leest alles over deze onderwerpen in de Kluwer Belastinggids 2013. Als u bij het invullen van uw aangifte de gids raadpleegt, hoeft u zich bepaald geen zorgen te maken over de extra aandacht van de fiscus.

(Bron: Kluwer)

Startende ondernemers worden door de Belastingdienst geholpen om hun administratie goed in te richten en om hun betalingsverplichtingen beter in de gaten te houden. Zo kunnen startende ondernemers een gratis sms-alert aanvragen om hen te helpen herinneren dat zij de btw-aangifte en betaling tijdig verrichten.

‘Vergeet niet uw aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal in te dienen en te betalen voor 1 februari.’ In januari ontvingen 8.000 starters dit sms’je van de Belastingdienst op hun mobiele telefoon. Sinds 4 maanden wordt deze mogelijkheid geboden. Medewerkers van de Starterteams van de Belastingdienst bezoeken starters en brengen de service onder de aandacht. Maandelijks komen er 2.000 abonnees bij. Door het versturen van een e-mail met telefoonnummer en BSN-nummer naar smsalert@belastingdienst.nl is de aanmelding een feit. In de proeffase bleken de resultaten veelbelovend. Door de sms-attendering daalde de groep zware verzuimers (meer dan 3 keer te laat geweest) met 40%. Op het YouTubekanaal van de Belastingdienst is een externe link: instructievideo te bekijken.

Verder is de Belastingdienst op 23 en 24 januari te vinden op de Webwinkel Vakdagen in de Utrechtse Jaarbeurs. Dit is de belangrijkste beurs voor E-commerce in de Benelux. Webwinkels moeten aan voorwaarden voldoen om een betrouwbare administratie te kunnen overleggen aan de Belastingdienst. Medewerkers van de Belastingdienst kunnen de startende ondernemers daarover informeren. Er zal ook een presentatie worden gegeven waarin de volgende onderwerpen aan bod komen: ‘Welke regels gelden er voor het starten van een webwinkel?’, ‘Wat zijn de belangrijkste juridische valkuilen en fiscale regels?’. De bezoekers worden ook gewezen op het speciale Twitteraccount voor startende ondernemers van de Belastingdienst: @BDstarters. Er worden meer dan 10.000 bezoekers verwacht op de beurs.

(Bron: belastingdienst)

Ondernemers die tijdelijk weinig geld hebben, kunnen vanaf 1 januari makkelijker uitstel van betaling krijgen bij de Belastingdienst.

Telefonisch

Ondernemers kunnen de fiscus telefonisch maximaal 4 maanden om  uitstel vragen voor een schuld van maximaal 20.000 euro. Voorwaarde is  wel dat ze tot nu toe altijd netjes aan hun fiscale verplichtingen  hebben voldaan. Bovendien moeten ze rente betalen. Aanslagen met een  boete komen niet in aanmerking voor het uitstel.

Langer uitstel

De regels voor  verzoeken om uitstel van betaling van langer dan 4 maanden worden ook  iets minder streng. Ondernemers hoeven in dat geval geen volledige  zekerheid meer te geven voor de openstaande schuld, bijvoorbeeld via een  bankgarantie. Wel blijft een verklaring van een derde, zoals een bank,  vereist waaruit onder meer moet blijken dat de betalingsproblemen van  tijdelijke aard zijn en dat de onderneming levensvatbaar is, aldus  Financiën.

Lucht

Staatssecretaris Frans Weekers van Financiën wil ondernemers op deze manier “wat   extra lucht” geven nu de economische  omstandigheden minder goed zijn. De maatregelen werden al aangekondigd in het Belastingplan 2013.

(Bron: ANP)

Een zware sanctie die de Belastingdienst wel eens toepast, is omkering van de bewijslast. In welke gevallen kan de Belastingdienst dit zware middel toepassen? Wanneer kan de inspecteur een administratie verwerpen?

Uiteraard kan de inspecteur een administratie niet zomaar verwerpen. Hij moet daarvoor goede argumenten aanvoeren.

Ernstige gebreken in administratie

Verwerping van de administratie kan aan de orde komen als bijvoorbeeld het brutowinstpercentage te laag is zonder dat de ondernemer daar een afdoende verklaring voor kan geven, als negatieve kassen worden geconstateerd en de vermogensvergelijking niet klopt. Uw administratie moet dus ernstige gebreken vertonen, zodat deze als onbetrouwbaar en ondeugdelijk kan worden bestempeld en niet meer kan dienen voor de berekening van bijvoorbeeld de verschuldigde btw.

Om de administratie te verwerpen, moet de inspecteur kunnen aantonen dat de gehele boekhouding (en de samenhang tussen de verschillende stukken) ernstige gebreken bevat. De praktijk leert dat als de boekhouding op slechts één punt een gebrek vertoont, er geen sprake kan zijn van omkering van de bewijslast.

Voorbeeld. De Duitse Belastingdienst had de Nederlandse Belastingdienst getipt over de leveringen van plastic tassen door een Duitse leverancier aan een Nederlandse handelaar. In de boeken van de leverancier stonden vier leveringen, terwijl door de Nederlandse Belastingdienst slechts twee leveringen werden gevonden. De Nederlandse inspecteur stelde dat de administratie van de handelaar niet aan de eisen voldeed en concludeerde tot omkering van de bewijslast. Met andere woorden; volgens de inspecteur moest de handelaar zelf bewijzen dat zijn boekhouding wel in orde was.

De omkering van bewijslast werd door Rechtbank Breda in dit geval verworpen omdat de tekortkomingen in de administratie niet ernstig genoeg waren (nr. AWB05/4638). De Duitse leverancier bleek daarnaast met de noorderzon vertrokken te zijn. De rechtbank oordeelde dan ook dat de betrouwbaarheid van de verkoper en zijn administratie twijfelachtig was. Omdat de inspecteur verder niets concreets kon aanvoeren, werd de naheffingsaanslag vernietigd.

Niet voldoen aan bewaarplicht

De inspecteur kan de administratie onder omstandigheden ook verwerpen als niet aan de bewaarplicht is voldaan. Maar ook hier moet de Belastingdienst terughoudend zijn.

Zo heeft Hof Amsterdam onlangs beslist (nr. 03/03368) dat het niet bewaren van kassatelstroken, debiteurenbonnen, blocnotevellen, enveloppen met dagopbrengsten en specificatieformulieren van het kasgeld niet in strijd is met de bewaarplicht. Deze formulieren en enveloppen behoren niet tot de boeken, bescheiden en gegevensdragers die u volgens de wet moet bewaren.

Debiteurenbonnen. De debiteurenbonnen worden gebruikt voor de interne controle. Deze bonnen verliezen hun betekenis voor de administratie zodra de daarop voorkomende bedragen zijn overgenomen op de debiteurenkaarten. Dat ze worden weggegooid, maakt dan niet uit.

Blocnotevellen. De blocnotevellen worden normaal gesproken bewaard tot de klant afrekent en daarna weggegooid. De blocnotevellen verliezen dus hun betekenis na betaling door de klant.

Klantenbonnen. Eerder is al door Hof Amsterdam beslist (nr. 02/06840) dat klantenbonnen niet altijd tot de administratie behoren. Dit is het geval als de kassa-afslagen zijn bewaard en de klantbonnen zijn weggegooid.

(Bron: FOBA)

U kunt de belastingdienst vragen om uitstel van betaling van de verschuldigde belasting. Als u bezwaar maakt met een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag krijgt u soms automatisch uitstel van betaling. Als er betalingsproblemen zijn en er is een belastingschuld dan kunt u om een betalingsregeling vragen of daartoe zelf voorstellen doen. Soms is ook kwijtschelding door de belastingdienst mogelijk. Vraag uitstel of maak bezwaar anders volgt een dwangbevel.

Uitstel van betaling inkomstenbelasting in verband met bezwaarschrift

Er zijn voor particulieren een aantal mogelijkheden voor een uitstel van betaling van de belastingdienst. Voor de betaling van de aanslag inkomstenbelasting kunt u maximaal vier maanden uitstel krijgen als de vordering van de belastingdienst kleiner is dan 20.000 euro en er geen andere belastingaanslagen open staan staan die gepaard gaan van een dwangbevel. De mogelijkheden van uitstel op een rij:

  • Als u niet tegen een belastingaanslag bezwaar maakt, krijgt u ook geen uitstel van betaling van de belastingdienst.
  • Als u wel bezwaar maakt tegen de vordering en het bestreden bedrag onderbouwt met een berekening krijgt u uitstel totdat er een uitspraak is gedaan op uw bezwaar.
  • Als u een belastingaanslag krijgt zonder dat u belastingaangifte had gedaan en u maakt bezwaar dan krijgt u voor maximaal 1 maand uitstel van betaling.
  • Ook als u bezwaar maakt tegen een WOZ-beschikking krijgt u uitstel van betaling.
  • Als er sprake is van een bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een bestuurlijke boete, krijgt u automatisch uitstel.

Bedenk wel dat een invorderingsrente in rekening wordt gebracht als na de laatste vervaldag van de aanslag nog een vordering openstaat. Wees dus wel op tijd met uw verzoek. Verder is het zo dat als u van de belastingdienst geen uitstel krijgt, u binnen tien dagen na dit besluit in beroep kunt gaan.

Uitstel van betaling belastingdienst voor ondernemingen en ondernemers

Ook een ondernemer kan uitstel aanvragen. Voor een onderneming is zonder een zekerheidstelling van de belastingdienst geen uitstel van betaling mogelijk. Dat betekent dus dat een ondernemer eerst moet zorgen voor een borg, garantie, bankgarantie of onderpand op hypotheekrecht. Vervolgens vult u het formulier Verzoek Betalingsregeling en uitstel van betaling van belasting en/of premie in. Geef duidelijk aan om welke belastingaanslag het gaat. U wordt ook gevraagd te motiveren waarom u meent voor uitstel in aanmerking te komen allerlei vragen gesteld. Bovendien doet u de belastingdienst de vereiste stukken van uw onderneming toekomen zoals:

  • De jaarstukken van de afgelopen twee boekjaren.
  • Een tussentijdse balans plus resultatenrekening over het lopende jaar plus een liquiditeitsprognose en algemene prognose voor de komende twee jaar.
  • Een overzicht van de lopende opdrachten en opdrachtgevers.

Op basis van dit alles zal de belastingdienst bepalen of uitstel gerechtvaardigd is.

Langer uitstel met betalingsregeling belastingdienst voor particulieren

Wilt u langer uitstel dan vier maanden dan moet u daarvoor eveneens een verzoek indienen en vragen om een betalingsregeling. Tot slot kunt u ook zelf een voorstel voor betaling doen waarbij als voorwaarde geldt dat de belastingaanslag binnen maximaal 12 maanden moet zijn betaald.

Beoordeling verzoek tot uitstel door de belastingdienst

De belastingdienst beoordeelt uw verzoek als particulier op basis van uw inkomen en vermogen en dat van uw partner. Zes weken na het indienen van uw verzoek krijgt u van de belastingdienst uitsluitsel. De fiscus berekent hoeveel netto inkomen u in ieder geval nodig hebt om in uw levensbehoefte te voorzien. Denk aan de hypotheek, huur, ziektekosten en levensonderhoud volgens de bijstandsnorm. Van het bedrag dat overblijft moet u per maand 80% afstaan aan de belastingdienst.

Aanmaning, boete, beslaglegging, invordering, loonbeslag, gedwongen verkoop

Wat u nooit moet doen is niet reageren op een belastingaanslag als u betalingsproblemen hebt. Reageert u niet, dan volgt eerst een betalingsherinnering, vervolgens een aanmaning, een dwangbevel en tot slot een overheidsvordering. De overheidsvordering moet een automatische incasso en invordering mogelijk maken. Dit gaat gepaard met oplopende kosten die nog bovenop de belastingschuld en invorderingsrente komen. Als dit niet voldoende oplevert, kan de belastingdienst overgaan tot een loonbeslag of gedwongen verkoop van goederen. Dat kan dus ook de verkoop van uw huis betekenen.

Kwijtschelding belastingschuld

Als een betalingsregeling niet kan is er nog de mogelijkheid van kwijtschelding, U kunt dit bij de belastingdienst aanvragen met het formulier Kwijtschelding voor particulieren. Vul de gegevens over uw inkomen en vermogen in en de belastingdienst geeft u daarna uitsluitsel. Dit verzoek kunt u digitaal doen of door aanvraag van het formulier bij de belastingtelefoon.

Slot

Is er een belastingschuld die u niet binnen de juiste termijn kunt betalen, vraag dan de belastingdienst om uitstel van betaling. Sluit een betalingsregeling af of vraag of u misschien voor kwijtschelding van de belastingschuld in aanmerking komt. Wat u niet moet doen is niet reageren, want dan stapelen de problemen en kosten zich alleen maar op.

(Bron: financieel.infonu.nl)

Mocht de Belastingdienst u in een informatiebeschikking vragen om persoonlijke gegevens voor de aangifte inkomstenbelasting (IB) dan is dat niet in strijd met de privacy als er een redelijk heffingsbelang is. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda.

Sinds 1 juli 2011 kan de Belastingdienst u een informatiebeschikking geven. Deze beschikking zal de inspecteur geven als u weigert om de door hem gevraagde informatie te verstrekken. Het voordeel van deze beschikking is dat u deze kunt aanvechten bij de rechter. Die zal dan beoordelen of het verzoek om informatie gerechtvaardigd is. In deze zaak kreeg een man een voorlopige aanslag IB 2008 opgelegd naar een inkomen van € 25.000. De man ging in bezwaar tegen deze aanslag en gaf in zijn aangifte een loon op van € 1.599 en bijstand van € 5.285. Het viel de inspecteur echter wel op dat de man een tweedehands Mercedes had gekocht.

Informatiebeschikking is redelijk

De fiscus wilde graag weten hoe de man aan het benodigde geld was gekomen om de auto te kopen. Hij gaf aan dat hij geld had geleend van een vriend en dat zijn familie hem een handje hielp. Op een gegeven moment weigerde de man om de vragen van de Belastingdienst nog verder te beantwoorden. De inspecteur verstrekte daarom een informatiebeschikking en vroeg daarin om de namen van de familie, bankafschriften en gegevens over de aflossing van de lening bij de vriend en de tankbeurten van de auto. De man vond dat de fiscus dit niet mocht vragen en dat het in strijd was met de privacy. De rechtbank stelde echter dat de inspecteur een redelijke heffingsbelang had bij de door hem gevraagde informatie. De grenzen van de redelijkheid en privacy waren dus niet overschreden.

(Bron: Fiscaal Rendement)