DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de eenmanszaak of vof, belastingnieuws, belastingaangifte of belastingaanslag

Doet u niet vóór 1 april aangifte, bijvoorbeeld omdat u nog niet al uw gegevens compleet hebt? Vraag dan uitstel aan. Deze aanvraag moet vóór 1 april bij ons binnen zijn. Binnen 10 werkdagen na uw aanvraag krijgt u van ons een schriftelijke reactie. In de meeste gevallen krijgt u uitstel tot 1 september.

Hoe vraag ik uitstel aan?

Dit kan op 3 manieren:

  • Digitaal: U kunt tot 1 april 2012 digitaal uitstel aanvragen.  U hebt daarbij uw DigiD-inlogcode nodig.
  • Telefonisch: Bel de BelastingTelefoon.
  • Schriftelijk: U stuurt uw verzoek naar: Belastingdienst Postbus 2523 6401 DA HEERLEN
  • Uw boekhouder of accountant vraagt voor uw uitstel aan en regelt het doen van aangifte.

Bron: belastingdienst

Beschikt een inspecteur over aanwijzingen over het bestaan van buitenlandse inkomsten, dan mag hij een langere navorderingstermijn toepassen. Hij mag daarbij de termijn die noodzakelijk is voor het verkrijgen van de inlichtingen echter niet overschrijden.

De erfgenamen van een overleden man informeerden de inspecteur begin 2003 over het bestaan van spaartegoeden die hun vader in het buitenland aanhield. De inspecteur had naar aanleiding hiervan twee inlichtingenverzoeken gedaan bij de buitenlandse belastingautoriteiten. Het eerste verzoek had betrekking op één bankrekening. In het tweede verzoek vroeg de inspecteur expliciet om informatie over alle bankrekeningen. De inspecteur legde medio 2005 navorderingsaanslagen op. Volgens de erfgenamen heeft de inspecteur de termijn die noodzakelijk was voor het verkrijgen van de inlichtingen overschreden. De inspecteur stelde dat met internationale inlichtingenuitwisseling vaak meer tijd gemoeid is dan met informatieverzoeken in de binnenlandse sfeer. Het hof besliste dat de inspecteur door de onvolledigheid in het eerste verzoek een tweede verzoek had moeten indienen, waardoor een vertraging was ontstaan. De vertraging had volgens het hof niets te maken met het verkrijgen van inlichtingen uit het buitenland, maar met een fout van de inspecteur. De navorderingsaanslagen waren in strijd met het vrije kapitaalverkeer te laat opgelegd.

Bron: Taxence

Wie zijn belastingaangifte over 2010 nog niet heeft ingediend, kan  rekenen op een boete die kan oplopen tot 984 euro van de Belastingdienst , dat meldt het ministerie van Financiën woensdag. Die boete komt  bovenop de aanslag die de fiscus oplegt op basis van de gegevens die  bekend zijn.

Uitstel

Mensen die eerder uitstel hebben gekregen kunnen een boete nog  voorkomen. Wie ondanks aanmaningen niets heeft gedaan is daarvoor hoe  dan ook te laat, zo benadrukt een woordvoerder van de Belastingdienst  woensdag.

Als de Belastingdienst geen aangifte ontvangt, wordt een zogenoemde ambtshalve aanslag opgelegd. Dat betekent dat de hoogte van de aanslag wordt geschat op basis van de gegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn.

Aanmaningen belastingplichtigen

Over 2010 kregen circa 8 miljoen mensen van de Belastingdienst een brief dat zij aangifte inkomstenbelasting moesten doen. Bijna 169.000 van de ongeveer 8 miljoen  belastingplichtigen hebben nog geen aangifte over 2010 gedaan. Zij  hebben ondanks schriftelijke en telefonische herinneringen nog niet  gereageerd, aldus de fiscus.

Extra controle

De Belastingdienst lette over 2010  extra op het op tijd inleveren van de aangifte. Het aantal  belastingplichtigen dat verzuimde, daalde daarop met 35 procent.

Voorkom een boete voor het niet tijdig indien van uw aangifte inkomstenbelasting 2010. Heeft u een aanmaning gehad van de fiscus neem dan gerust contact met ons op. Soms lukt het ons om nog extra uitstel te krijgen en dan de aangifte alsnog tijdig zondere boete in te dienen. Vragen? :. Stuur ons een email-bericht.

Hebt u een jaar een hoger of lager inkomen uit werk en woning dan andere jaren? Dan betaalt u waarschijnlijk meer belasting dan wanneer u dat inkomen gelijkmatig verdeeld over meerdere jaren krijgt. Met de middelingsregeling berekent u uw gemiddelde inkomen over 3 jaren. Hierdoor betaalt u waarschijnlijk minder belasting over dat gemiddelde inkomen en krijgt u geld terug.

In de volgende situaties krijgt u waarschijnlijk belasting terug:

  • U hebt na uw afstuderen een vaste baan gekregen en u had naast uw studie een bijbaan.
  • U hebt een ontslagvergoeding (‘gouden handdruk’) gekregen.
  • U bent in de afgelopen jaren gestart of gestopt met werken.
  • U werkt als freelancer of als ondernemer.
  • U hebt onbetaald verlof opgenomen (bijvoorbeeld voor een sabbatical).
  • U bent minder gaan werken.

(Bron: belastingdienst december 2011)

In het onderhavige geval heeft belastingplichtige aangifte gedaan. De inspecteur heeft deze aangifte niet gevolgd maar een ambtshalve aanslag opgelegd tegen een veel lager bedrag. Het kon echter de belastingplichtige niet redelijkerwijs kenbaar zijn dat de aanslag te laag was. De inspecteur kon derhalve niet navorderen.

Voor de goede orde hieronder de letterlijke wettekst van Artikel 16 lid 2c AWR: Navordering kan mede plaatsvinden in alle gevallen waarin te weinig belasting is geheven, doordat: ten gevolge van een fout een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten of ten gevolge van een fout een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, hetgeen de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar is, waarvan in elk geval sprake is indien de te weinig geheven belasting ten minste 30 percent van de ingevolge de belastingwet verschuldigde belasting bedraagt.

Wat verandert er?

Op dit moment bent u alleen bij de aangifte loonheffingen verplicht foute of onvolledige gegevens te verbeteren of aan te vullen. Straks bent u vaker verplicht – op eigen initiatief – wijzigingen aan de Belastingdienst door te geven, als achteraf blijkt dat eerder verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn. Het gaat om de volgende 4 gevalllen:

  • verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto;
  • verklaring geen privégebruik auto;
  • Edelweisssituaties (belastingfraude, waarbij erfbelasting over zwart vermogen van de erflater wordt ontdoken);
  • suppletie omzetbelasting.

Als u de wijzigingen niet doorgeeft, krijgt u van de Belastingdienst een boete.

Voor wie?

Alle ondernemingen

Wanneer?

De wijziging treedt op 1 januari 2012 in werking.

Waarom?

De maatregel is onderdeel van het Belastingplan 2012. Zorgen voor de beschikbaarheid van de voor de belastingheffing relevante informatie is een gedeelde verantwoordelijkheid van u en de Belastingdienst.

(Bron: Overheid 3-11-2011)

Bij het vaststellen van een navorderingsaanslag moet de Belastingdienst voortvarend te werk gaan. Dit geldt met name als sprake is van een verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda.

In deze zaak ging het om een man die bankrekeningen had in Luxemburg, maar daar niks over vermeldde in zijn aangifte. Op 27 oktober 2000 kreeg de fiscus informatie over deze Luxemburgse bankrekeningen. Na onderzoek van alle gegevens kon de fiscus op 11 oktober 2001 vaststellen dat de man de rekeninghouder was van de bankrekening. Om informatie te krijgen over deze bankrekeningen stuurde de inspecteur op 11 november 2002 een vragenbrief. De man beriep zich echter op zijn zwijgrecht, zodat de inspecteur op 31 december 2002 de eerste navorderingsaanslag oplegde en daarbij gebruikmaakte van de verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar. De rechter moest nu bepalen of de inspecteur deze verlengde navorderingstermijn wel mocht gebruiken.

Verlengde navorderingstermijn

Om dit te beoordelen ging de rechtbank Breda uit van de regels die bleken uit een arrest van de Hoge Raad van 26 januari 2000. Volgens dit arrest is de verlengde navorderingstermijn slechts aanvaard als het noodzakelijk is om:

  • de inlichtingen te verkrijgen die nodig zijn voor het bepalen van de hoogte
    van de navorderingsaanslag; en
  • er een redelijke voortvarendheid is betracht bij het voorbereiden en
    vaststellen van een navorderingsaanslag met de beschikbare gegevens.

In deze zaak had de inspecteur echter geen actie ondernomen in de periode tussen oktober 2001 en november 2002. De rechtbank vond dat de inspecteur niet de voortvarendheid had betracht die nodig was bij het vaststellen van de navorderingsaanslagen. De navorderingsaanslagen die met een beroep op de verlengde navorderingstermijn waren opgelegd moest de inspecteur dus vernietigen. De afhandeling van de inspecteur voldeed immers niet aan voorwaarden van het arrest van de Hoge Raad. De overige navorderingsaanslagen, die binnen de vijf jaar waren opgelegd, konden wel in stand blijven.

(Bron: Fiscaal Rendement: augustus 2011)

Hof Arnhem heeft onlangs geoordeeld dat een ondernemer een bezwaarschrift tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) te laat heeft ingediend. Dat de ondernemer de post met die naheffingsaanslag ongeopend heeft doorgegeven aan een boekhouder leidt niet tot verschoonbaarheid.

De ondernemer, die een eenmanszaak drijft, verkoopt in 2008 de inboedel en twee auto’s aan een bedrijf. De auto’s zouden op naam van de bv worden gesteld, maar dat gebeurde echter nooit. De inspecteur legt daarom MRB-naheffingsaanslagen op aan de ondernemer, die vervolgens de bezwaarschriften ruimschoots na verloop van de bezwaartermijn indient. Hij stelt dat hij de naheffingsaanslagen ongeopend aan de boekhouder van de kopende bv heeft overhandigd. De inspecteur verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk. Rechtbank Arnhem heeft het beroep ongegrond verklaard.
­
Hof Arnhem oordeelt dat de ondernemer met het te laat indienen van het bezwaarschrift in verzuim is geweest. Volgens het hof heeft hij met zijn handelwijze het risico genomen dat het bezwaar bij onvoorzienbare omstandigheden niet tijdig zou worden ingediend. De termijnoverschrijding is volgens het hof niet verschoonbaar. Het hof bevestigt dan ook de uitspraak van de rechtbank.
(Bron: Pleinplus 9 september 2011)

Rechtbank Leeuwarden heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting vernietigd, omdat deze niet aan de bv maar aan de fiscale eenheid opgelegd had moeten worden.

De op 13 januari 2005 opgerichte bv houdt zich bezig met diensten op het gebied van automatisering en telecommunicatie alsmede met handel in en im- en export van bouwmaterialen. Vanaf 1 februari 2005 vormt de bv met een andere vennootschap een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.

 

Na een boekenonderzoek bij de bv weigert de inspecteur aftrek van voorbelasting en legt hij een naheffingsaanslag omzetbelasting op over het tijdvak van 1 april tot en met 31 december 2005.

 

Rechtbank Leeuwarden vernietigt de naheffingsaanslag omzetbelasting omdat deze niet aan de bv maar aan de fiscale eenheid opgelegd had moeten worden. De uitzondering waar vernietiging achterwege kan blijven (HR 19 december 1990, nr. 26 825, BNB 1991/79) doet zich niet voor omdat in het geval van de bv door de afgegeven beschikking fiscale eenheid geen onzekerheid bestond over de vraag of er van een fiscale eenheid sprake was. Conclusie is dat het beroep gegrond is en dat de naheffingsaanslag en de boete moeten komen te vervallen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een integrale proceskostenvergoeding omdat de bv pas kort voor de tweede mondelinge behandeling haar grief dat de tenaamstelling onjuist was, naar voren heeft gebracht.

(Bron: Rechtbank Leeuwarden 28-7-2011)