DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de eenmanszaak of vof

Als het gelet op de omvang van de opgevoerde kosten en de aard en hoogte van de inkomsten onwaarschijnlijk is dat de aangiften juist zijn, moet de inspecteur dit nader onderzoeken. Als dit is nagelaten kan hij niet navorderen op grond van aanwezigheid van een nieuw feit.

Tot 2009 dreef een man een onderneming op het gebied van psychosociale-zorgverlening aan particulieren met een persoonsgebonden budget. Na staking van zijn onderneming zette hij zijn werkzaamheden voor drie cliënten nog voort. De hieraan relaterende inkomsten en kosten verwerkte zijn financieel deskundige in zijn aangiften onder resultaat uit overige werkzaamheden. Voor de jaren 2009 tot en met 2011 waren aanslagen opgelegd conform zijn aangiften. De inspecteur legde vervolgens echter navorderingsaanslagen op waarbij de in aanmerking genomen kosten alsnog buiten beschouwing werden gelaten.

In tegenstelling tot Rechtbank Den Haag, achtte Gerechtshof Den Haag de inspecteur niet geslaagd in zijn bewijslast dat sprake was van een nieuw feit. Bij het vaststellen van een IB-aanslag mag de inspecteur uitgaan van de juistheid van de gegevens zoals vermeld in de aangifte. Hij is alleen verplicht de aangifte nader te onderzoeken wanneer het onwaarschijnlijk is dat de aangifte juist is. De man had de inkomsten uit zijn PGB-activiteiten en de daaraan verbonden (reis)kosten expliciet in zijn aangiften vermeld. Gelet op de omvang van de opgevoerde kosten en de aard en hoogte van de inkomsten, had de inspecteur na normale zorgvuldige kennisneming van de aangiften voor het opleggen van de aanslagen moeten onderzoeken of de kosten voor aftrek in aanmerking konden komen. Door geen nadere gegevens en informatie in te winnen voordat hij de aanslagen vaststelde had de inspecteur een ambtelijk verzuim begaan volgens het hof. Het signaal van een collega onder verwijzing naar hetgeen in de aangiften was vermeld was voor de inspecteur kennelijk voldoende voor het opleggen van de navorderingsaanslagen. Daarmee bracht hij de facto tot uitdrukking het onwaarschijnlijk te achten dat de aangiften juist waren. De ondernemer kon geen kwade trouw worden verweten ter zake van de ingediende aangiften.

Heeft u ook een boekenonderzoek gehad en twijfelt u of opgelegde correcties wel juist zijn? Neem dan eens contact op voor een vrijblijvend gesprek met ons richard.overweg@ambitions.nu of 06-57592486

Een werkgever moet in principe per door hem ter beschikking gestelde auto rekening houden met de bijtelling. Een werknemer komt alleen onder een dubbele of driedubbele bijtelling uit als hij per auto kan aantonen dat hij minder dan 500 privékilometers heeft gereden.

In een rechtszaak draaide het om een bv die drie auto’s op haar naam had staan. De auto’s werden gebruikt door haar directeur-grootaandeelhouder (dga). De bv hield voor slechts één auto rekening met de bijtelling, maar dat was voor de inspecteur niet genoeg. Die legde ook voor de andere auto’s naheffingsaanslagen op in verband met het privégebruik. Hier was de bv het niet mee eens en stapte naar de rechter.

Niet voldaan aan bewijslast

Daar voerde de bv aan dat haar dga slechts één auto privé gebruikte. De bv probeerde dit te nog te bewijzen met twee in allerijl opgestelde rittenregistraties, maar die vond de rechter niet overtuigend. Wel achtte de rechter bewezen dat alle drie de auto’s ter beschikking waren gesteld: de dga kon vrijelijk beschikken over de voertuigen. Daarom had de bv overtuigend moeten bewijzen dat er geen privégebruik had plaatsgevonden. Aangezien dit niet het geval was, oordeelde de rechter dat de inspecteur de naheffingsaanslagen voor twee extra bijtellingen terecht had opgelegd. De bv ging nog in cassatie bij de Hoge Raad maar dat mocht ook niet baten.

(Bron: Rendement)

Uw huidige hypotheek valt in box 1. Mogelijk kan een fiscale verhuizing van uw lening naar box 3 u duizenden euro’s aan belastingvoordeel opleveren.

Als u weinig hypotheekrente betaalt, is het belastingvoordeel van de renteaftrek gering of zelfs afwezig, omdat de renteaftrek (grotendeels) wegvalt tegen de bijtelling van het eigenwoningforfait. Als u uw hypotheek dan verhuist naar box 3, heeft u meer belastingvoordeel omdat de hypotheekschuld het vermogen in box 3 verlaagt. Hierdoor gaat u minder vermogensrendementsheffing betalen.

Als u de hypotheek gewoon zou aflossen, verlaagt u ook het vermogen in box 3 en geniet u dus ook dat fiscale voordeel. Een voordeel van ‘verhuizen’ ten opzichte van aflossen is echter dat u het geld nu ter beschikking houdt voor uitgaven als aanvulling van uw pensioen.

VoorbeeldStel, u hebt een woning van €400.000 en een hypotheek van €200.000. U betaalt 2% hypotheekrente. Uw salaris bedraagt €80.000 bruto per jaar en u mag de rente aftrekken tegen het maximale tarief van 50,5%. De rekensom is dan als volgt: u betaalt €4000 bruto aan rente per jaar, het eigenwoningforfait bedraagt € 3000, de aftrekbare rente is dan € 1000 (€4000 – €3000). Hiervan ontvangt u 52% terug, minus 1,5% (tariefsaanpassing eigen woning 2016) maal €4000, ofwel €460 (€520 – €60). Dat is dus een netto aftrekpercentage van slechts 11,5% (€460/ €4000).

Hoe om te gaan met oude leningen

Als u een oude lening fiscaal wilt verhuizen, dan moet u deze lening aflossen en dan moet u haar na een paar maanden opnieuw aangaan. Het oogmerk van deze nieuwe lening moet het financieren van sparen/beleggen zijn, en niet van de woning. De lening kan dan in box 3 worden geplaatst. Hoe langer de tijd tussen het aflossen en het opnemen, hoe aannemelijker dit oogmerk is. Een alternatief is om eerst in box 3 te lenen, tijdelijk te beleggen en later een deel van de beleggingen te verkopen om de hypotheek mee af te lossen. Een en ander werkt naar de mening van specialisten in beginsel niet als de lening wordt aangegaan met het oog op de aflossing van de hypotheek.

 

Naast een hypotheekschuld beschikt u over een vermogen van € 300.000. Per 1 januari 2017 krijgt u te maken met de nieuwe hogere rendementsheffing in de fiscale box 3. Om deze nadelige belastingregel om te zetten in uw voordeel moet u een schuld creëren in box 3, waardoor uw vermogen afneemt. Stel dat u uw hypotheek van € 200.000 voor 1 januari verhuist naar box 3, dan zal uw vermogen in box 3 dalen naar ongeveer €100.000. Hierdoor betaalt u op jaarbasis €2760 (1,38% * 200.000; geen partner) minder aan box 3-belasting. Dit voordeel is een stuk groter, namelijk € 2300 op jaarbasis, dan wanneer u uw hypotheek in box 1 laat staan.

Verhuizen

Voor ‘nieuwe’ hypotheken waarvoor de annuïtaire aflossingseis geldt, kan de overgang naar box 3 worden relatief eenvoudig geforceerd door niet annuïtair af te lossen. Hierdoor zou er geen sprake meer zijn van een eigenwoningschuld. Gezien de peildatum box 3 van 1 januari kunt u het ‘overboeken’ het beste aan het einde van het jaar doen. Houd wel rekening met de verwerkingstijd van de bank. Ook is het mogelijk om de lening weer terug te verhuizen naar box 1. ‘Dit is anders voor leningen van voor 2013’, aldus Renaldo Antonissen, belastingadviseur bij 216 accountants. ‘Eenmaal in box 3, altijd in box 3.’

Hop van box 1 naar 3
Door de lage hypo-theekrente — minder aftrek — is het soms fiscaal aantrekkelijk om de schuld in box 3 te plaatsen

Wees ervan bewust dat u op grond van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) in beginsel 50% van de marktwaarde van de woning zonder verplichting tot aflossing mag lenen. Een voorbeeld. U leent € 400.000 en u komt met de bank overeen dat er slechts € 200.000 in 30 jaar hoeft te worden afgelost volgens een annuïtair aflossingsschema. Door het overeenkomen van deze leningsvorm wordt niet voldaan aan de fiscale aflossingseis. De schuld valt daarmee in box 3. Maar er wordt wel voldaan aan de Gedragscode Hypothecaire Financieringen die voorschrijft dat ten minste 50% van de lening in 30 jaar geheel wordt afgelost. ‘Let wel op, dat indien de lening niet wordt gewijzigd – ofwel deze blijft annuïtair – er additionele termijnen gelden in de Wet Inkomstenbelasting. De lening blijft nog in box 1 gedurende 12 maanden’, aldus Antonissen.

‘Als u momenteel een rente van 4 à 5% betaalt, dan kan het betalen van boeterente prima worden gecombineerd met een fiscale verhuizing van de hypotheek. Door het betalen van boeterente, betaalt u eigenlijk een deel van de rente vooruit. Een groot voordeel daarvan is dat de bijtelling van het eigenwoningforfait maar voor één keer van toepassing is. Als u kunt aftrekken tegen het toptarief, kunt u bovendien die rente nu nog aftrekken tegen een hoog tarief. Immers, dat tarief wordt jaarlijks steeds minder. Vervolgens gaat u na de verhuizing van uw hypotheek profiteren van het voordeel in box 3. U combineert zo dus belastingvoordeel in box 1 en box 3. Als u een renteafspraak voor een lange periode maakt, kunt u bovendien momenteel een historisch lage rente krijgen en heeft u dus de zekerheid van toekomstige lage lasten’, aldus Otten.

(Bron: fd.nl)

De dagen worden kort en koud, wat betekent dat het einde van het jaar nadert! Een uitstekend moment om bij een warm, knisperend haardvuur onder het genot van een goed glas wijn vooruit te blikken op de veranderingen op btw-gebied voor het jaar 2017! Hieronder een aantal tips die voor jou relevant kunnen zijn.

Nieuwe regelgeving oninbare vorderingen
Vanaf 2017 wordt het terugvragen van afgedragen btw die niet (meer) kan worden geïnd, eenvoudiger. De btw kan namelijk in ieder geval worden teruggevraagd indien de betreffende factuur één jaar nadat deze opeisbaar is geworden nog niet is betaald. Het oninbare btw-bedrag kan gewoon in de reguliere aangifte worden opgenomen. De nieuwe termijn van één jaar gaat lopen met ingang van 1 januari 2017. Is bijvoorbeeld een vordering opeisbaar op 1 oktober 2016 niet betaald, dan kan de afgedragen btw pas worden teruggevraagd op 1 januari 2018 (en niet 1 oktober 2017). Als een oninbare vordering later alsnog (deels) wordt betaald, dan moet de teruggevraagde btw weer worden terugbetaald aan de Belastingdienst. Staat overigens al voor de éénjaarstermijn vast dat er geen betaling zal worden ontvangen, dan bestaat op dat moment al recht op teruggaaf van btw.

Levering bouwterrein in 2016 of 2017?
De levering van een bouwterrein is belast met btw. Door toepassing van de samenloopregeling is dan geen overdrachtsbelasting verschuldigd. De Europese rechter geeft echter een ruimere uitleg aan het begrip bouwterrein dan onze eigen wetgever. We kunnen daarom op dit moment nog “kiezen” voor de ruime of de enge definitie en daarmee inspelen op de verschillende fiscale uitwerkingen. Vanaf 1 januari 2017 is deze “keuze” niet meer mogelijk, aangezien de wettekst dan aansluit op de rechtspraak. Het kan dus aantrekkelijk zijn om de levering van een bouwterrein nog in 2016 te laten plaatsvinden.

Pas de KOR toe!
Indien er op jaarbasis maximaal € 1.883 aan btw (na aftrek van voorbelasting) is verschuldigd, dan komt een natuurlijk persoon of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen (zoals een maatschap of een VOF) in aanmerking voor de kleineondernemersregeling (KOR). In dat geval hoef je een deel van de btw niet te voldoen. Er geldt zelfs een vermindering van 100% indien op jaarbasis niet meer dan € 1.345 aan btw is verschuldigd. Ga daarom na of jij in jouw situatie de KOR kan toepassen!

Meld een verbreking of wijziging fiscale eenheid btw
Ondernemers die zijn opgenomen in een fiscale eenheid voor de btw zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de btw-schulden van de fiscale eenheid. Indien er niet langer aan de voorwaarden van een fiscale eenheid btw wordt voldaan, is het raadzaam om de inspecteur hiervan op de hoogte te stellen en de fiscale eenheid te verbreken of te wijzigen. Hierdoor eindigt de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de uittredende ondernemer(s).

Aandachtspunten laatste btw-aangifte 2016
Suppletie btw
Onjuistheden of onvolledigheden in eerder ingediende btw-aangiften kunnen worden gecorrigeerd door middel van het indienen van een suppletieaangifte. Als deze onjuistheden of onvolledigheden niet worden gecorrigeerd riskeer je een boete voor het niet tijdig of niet juist doen van de aangifte. De grens voor het verplicht indienen van een suppletieaangifte ligt bij € 1.000. Als de correctie lager is, is het indienen van een suppletieaangifte niet verplicht. In dat geval kun je de correctie meenemen in de lopende btw-aangifte.

Correctie privégebruik auto
Wanneer een ondernemer zijn auto van de zaak privé gebruikt, dan dient hij aan het einde van het jaar btw voor het privégebruik (op basis van het werkelijk aantal privé gereden kilometers of op basis van een forfaitaire correctie) te betalen. Vergeet deze correctie privégebruik auto niet!

Herziening
Het recht op aftrek van btw is afhankelijk van het gebruik van de ingekochte goederen en diensten. Op het moment van inkoop moet een ondernemer op basis van het verwachte gebruik de btw-aftrek bepalen. Wanneer het gebruik achteraf toch anders blijkt te zijn (bijvoorbeeld meer gebruik voor vrijgestelde prestaties dan ingeschat), dan moet de afgetrokken btw worden ‘herzien’. Het is belangrijk om deze herzieningsberekening eind 2016 te maken zodat de eventueel te weinig teruggevraagde btw kan worden teruggevraagd of te weinig afgedragen btw alsnog kan worden voldaan.

(Bron: Bentacera)

Als je een erfenis hebt geaccepteerd, kun je hier in principe niet meer op terugkomen als later blijkt dat de erfenis meer schulden dan bezittingen heeft. Deze schulden moet je dat uit je eigen vermogen betalen. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken of de overledene schulden heeft voordat je een erfenis accepteert. Vanaf 1 september 2016 kent de wet één uitzondering waarin je als een erfgenaam de rechter kan vragen of je de erfenis alsnog beneficiair mag aanvaarden. Dit is het geval als je ‘onverwachte schulden’ van de overledene tegenkomt. De wetgever is streng bij de beoordeling wat een onverwachte schuld is en niet.
Geen onverwachte schulden
Als erfgenaam heb je een onderzoeksplicht naar de schulden van de overledene en moet je actief op zoek naar mogelijke schulden. Dit onderzoek stopt niet bij de openstaande rekeningen. Als erfgenaam moet je ook rekening houden met zaken waar ‘verborgen’ schulden uit kunnen komen, zoals bodemverontreiniging of schulden in de onderneming van de overledene. Ook bij een woning die duur in onderhoud is en moeilijk verkoopbaar, kunnen de kosten zo hoog oplopen dat deze kosten niet meer uit de erfenis kunnen worden betaald. Deze kosten zijn voorzienbaar en de wet biedt voor dit soort schulden geen bescherming. Er is ook geen sprake van een onverwachte schuld als je op de hoogte bent van de schuld, maar verrast wordt over de hoogte. Ben je als erfgenaam verkeerd ingelicht over de hoogte van de schuld door de schuldeiser, dan mag je wel een beroep doen op de uitzondering.
Wel onverwachte schulden
Een onverwacht schuld is een schuld die je niet in de administratie van de overledene kunt terugvinden en die je ook niet kunt voorzien. Hierbij kun je denken aan schulden die volgen uit de aansprakelijk van de overledene. Ook schulden bij een online account, zoals een PayPal-rekening, kun je niet in de administratie van de overledene kunt terugvinden. Tenslotte kunnen schulden die ontstaan door het overlijden van een eerder partner onder omstandigheden worden aangemerkt als een onverwachte schuld (aanspraken van stiefkinderen). Dit is alleen het geval als je als erfgenaam niet op de hoogte bent van deze erfrechtelijke aanspraken, doordat de overledene bijvoorbeeld al jaren gebrouilleerd is met deze stiefkinderen en je niet weet van het bestaan van deze stiefkinderen.
(Bron: Netwerk Notarissen)

Grachtenpanden in Amsterdam ANP

Eigenaren van monumentale panden kunnen het onderhoud volgend jaar toch als aftrekpost bij de Belastingdienst opgeven. Het kabinet wilde de monumentenaftrek met ingang van 2017 schrappen. De Tweede Kamer reageerde kritisch; oppositiepartijen vreesden voor verval van het culturele erfgoed.

Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur) ziet nu af van het plan en dat betekent dat er een financieel gat van 25 miljoen euro ontstaat. De minister vreest dat dit bedrag nog zal oplopen. “Het risico bestaat voor een aanzuigende werking, dat eigenaren werkzaamheden versneld uitvoeren”, staat in een brief aan de Tweede Kamer.

Plan

Ook wordt een aftrek voor scholing niet geschrapt. De komende tijd gaat Bussemaker een nieuw plan maken om de beide fiscale aftrekposten te vervangen.

Bussemaker wilde de aftrekpost van monumentale panden schrappen; de regeling zou gevoelig zijn voor “fouten en onbedoeld gebruik”. Met andere woorden: huiseigenaren zeggen hun pand te restaureren, maar zijn eigenlijk bezig hun huis voor zichzelf comfortabeler te maken.

(Bron: Nos.nl)

De Minister van Justitie stelt jaarlijks een indexeringspercentage voor alimentatie vast voor zowel partner- als kinderalimentatie.

percentage 2017

Voor 2017 is dit percentage inmiddels bekend en vastgesteld op 2.1%. Dit betekent dat per 1 januari a.s. de door de rechter of bij overeenkomst vastgestelde alimentatiebedragen met 2.1% verhoogd moeten worden.

Alimentatieplichtigen dienen de alimentatie telkens voor de eerste dag van iedere nieuwe maand aan alimentatiegerechtigden te voldoen. De eerste keer dat het nieuwe alimentatiebedrag voldaan dient te worden is dan ook in december 2016 voor de maand januari 2017.

achterstand

Als de indexering over voorgaande jaren nog niet is voldaan, kan het zijn dat de te weinig betaalde of ontvangen alimentatie is verjaard. Dat is al zo na verloop van vijf jaar. Incasso is dan niet meer mogelijk, maar het alimentatiebedrag moet wel worden geactualiseerd naar 2017.

Om geen achterstand op te lopen in betaling of ontvangst van alimentatie, is het raadzaam om de alimentatieplichtige tijdig op de hoogte te brengen van de verhoging.

(Bron: DVAN)

Werknemers die in hun privéauto voor hun baas rijden, komen er bekaaid vanaf. De onbelaste kilometervergoeding is al tien jaar onveranderd 19 cent per kilometer en daardoor schieten de berijders er fors bij in.

Dat stelt de Vereniging Zakelijke Rijders, die de belangen behartigt van mensen die over een leaseauto of andere wagen van de zaak beschikken en voor mensen die zakelijke kilometers rijden in hun privéauto. Dat gaat in totaal om circa 4,6 miljoen mensen. VZR wil dat het bedrag in ieder geval wordt opgetrokken tot minimaal 22 cent per kilometer.

„Morgen krijgen alle fracties van de politieke partijen een ’position paper’ van ons waarin wij uitleggen dat een redelijker vergoeding noodzaak is. Nu leggen alle rijders die hun eigen auto zakelijk gebruiken er al jarenlang geld bij. Bizar natuurlijk dat zij moeten opdraaien voor het falen van het fiscale vergoedingensysteem”, meent VZR-voorzitter Jan van Delft. „Nu subsidieert de werknemer als het ware de werkgever en dat is natuurlijk van de gekke.”

De onbelaste kilometervergoeding is de maatstaf voor de vergoeding die een werknemer krijgt als deze zijn privéauto zakelijk gebruikt. Van Delft: „Deze 19 cent staat in geen verhouding tot de daadwerkelijke autokosten die de werknemer heeft. Zo geeft het Nibud aan dat de werkelijke kosten voor een middenklasse auto 49 cent per kilometer zijn.”

De huidige vergoeding van 19 cent dateert van 1 januari 2006. Op Kamervragen heeft staatssecretaris De Jager van Financiën destijds geantwoord dat de 19 cent is bedoeld om de variabele kosten per kilometer te dekken. „Ook gaf hij aan het bedrag alleen te willen verhogen met de inflatie. Dit is echter sinds 2006 niet meer geëffectueerd.”

„De variabele kosten in mobiliteit zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Denk hierbij aan reparatie, onderhoud en banden. Maar ook kosten als brandstof zijn duurder geworden. Zeker als we deze vergelijken met tien jaar geleden. Volgens de consumentenprijzen-index van het CBS zou de onbelaste kilometervergoeding per kilometer minstens 22 cent moeten zijn. Maar eigenlijk willen we dit bedrag verder opgetrokken zien richting het bedrag van het Nibud.”

„Het doel van deze forfaitaire vrijstelling van 19 cent is dat werkgevers hiermee in de regel de variabele kosten van het vervoermiddel onbelast kunnen vergoeden. De kilometerprijs van 49 cent die door het Nibud wordt genoemd is een kilometerprijs voor alle kosten, dus die vergelijking met het bedrag van 19 cent gaat niet op”, stelt een woordvoerder van het ministerie van Financiën. „Er zijn geen overigens geen plannen om het bedrag van 19 cent te verhogen.”

De VZR heeft uitgerekend dat een werknemer die 5000 kilometer per jaar voor zijn baas rijdt, er 1500 euro bij inschiet als je Nibud-methode erop loslaat. Van Delft: „Er zijn 3,3 miljoen mensen die regelmatig hun eigen auto inzetten tijdens hun werk en die zijn allemaal de dupe. De gelukkige medewerkers met een auto van of via de werkgever (circa 700.000 leaserijders en 600.000 met een auto ’van de baas’) hebben hier geen last van, hun kosten worden – op de bijtelling na – door de werkgever volledig betaald.”

(Bron: Telegraaf)

Op 1 september is de nieuwe Wet bescherming erfgenamen tegen schulden ingegaan. Deze wet heeft als doel om de erfgenaam die de nalatenschap zuiver heeft aanvaard, te beschermen tegen onverwachte schulden. Zuiver aanvaarden kan door een schriftelijke verklaring, maar ook door bepaalde gedragingen. In de oude wet werd niet uitgelegd om wat voor soort gedragingen het dan gaat. De nieuwe wet doet dat wél.

Zuiver aanvaarden

Je gedraagt je als ‘zuiver aanvaard hebbende erfgenaam’ als je goederen van de nalatenschap verkoopt of bezwaart met een schuld. Denk aan een hypotheek op een huis in de nalatenschap, of als je goederen op andere wijze aan schuldeisers onttrekt. Als je de schuldeisers te kennen geeft dat je de schulden van de nalatenschap voor je rekening neemt, aanvaard je ook zuiver.

Nieuwe mogelijkheid

De nieuwe wet geeft een mogelijkheid om alsnog beneficiair te aanvaarden als je achteraf geconfronteerd wordt met een schuld die je niet kende en ook niet behoorde te kennen. Je kunt dan ‘beneficiair aanvaarden’ binnen drie maanden nadat je de schuld ontdekt hebt. Dat gaat via de kantonrechter. Als er een onverwachte schuld boven tafel komt nadat de nalatenschap verdeeld is, en de schuld te hoog is om uit de nalatenschap te betalen, dan kan de erfgenaam die zuiver heeft aanvaard de kantonrechter binnen drie maanden verzoeken om te worden ontheven uit de verplichting om de schuld uit zijn eigen vermogen te voldoen. Deze mogelijkheid gaf de oude wet niet.

Beter beschermd

Wordt de erfgenaam nu echt beter beschermd door deze wijziging? Ik denk dat voorkomen beter is dan genezen. De beste bescherming is nog altijd beneficiair te aanvaarden. De wetgever kiest ervoor om dat niet als standaard in te voeren, in tegenstelling tot omringende Europese landen. Nu kun je alsnog in een discussie verzeild raken of je een schuld kende of had behoren te kennen. Dat wil je niet. De wetgever wil erfgenamen niet op kosten jagen omdat het 123 euro kost om beneficiair te aanvaarden, maar een procedure voeren over een discussie of je een schuld niet kende of behoorde te kennen, is vele malen duurder. Ik begrijp daarom niet waarom de wetgever voor deze ‘halve oplossing’ heeft gekozen. Als je een wet wijzigt, doe het dan meteen goed.

Openheid

Daarnaast geldt het oude advies: geef openheid van zaken aan eventuele schuldeisers. Dan kan je niet verweten worden dat je goederen aan schuldeisers onttrekt. Praktisch betekent dat bijvoorbeeld dat als er een huurwoning in de nalatenschap is die op korte termijn leeg opgeleverd moet worden, die best ontruimd mag worden. Je moet de inboedel dan wel opslaan en de schuldeisers daarvan in kennis stellen. En aangeven dat je de nalatenschap beheert en deze werkzaamheden in die hoedanigheid uitvoert.

(Bron: DAS)

De btw op ontvangen facturen in aftrek gebracht maar de factuur nog niet betaald? U bent de btw na één jaar weer aan de Belastingdienst verschuldigd. Deze voorgestelde nieuwe regeling leidt ertoe dat u de btw op deze openstaande facturen moet betalen op 1 januari 2017 en moet voldoen op uw btw-aangifte. Wij adviseren u na te gaan welke facturen op 1 januari 2017 een jaar openstaan. Door tijdig een akkoord te sluiten met uw crediteur kunt u terugbetaling van de btw voorkomen.

Voordeel terugbetalen btw

Heeft u een factuur uitgereikt met daarop btw, dan kunt u de btw weer terugvragen zodra de factuur een jaar openstaat. De btw op facturen die op 1 januari 2017 openstaan, kunt u terugvragen over het eerste tijdvak van 2018. De nieuwe regeling werkt dus niet terug in uw voordeel.

 

Nadeel terugbetalen btw

De nieuwe regeling werkt wél terug in uw nadeel. Heeft u de btw  op facturen nog niet betaald maar wel (deels) teruggevraagd? Dan bent u die btw weer verschuldigd als de factuur na een jaar nog openstaat. Dit geldt dus ook voor facturen die op 1 januari 2017 een jaar openstaan. De btw op deze oude facturen van vóór 1 januari 2016 bent u op 1 januari 2017 verschuldigd.

Maak een overzicht van facturen die u nog moet betalen.  Staan deze facturen op 1 januari 2017 al een jaar open? Dan bent u de btw die u heeft teruggevraagd, weer verschuldigd. De btw verwerkt u op de btw-aangifte over het eerste tijdvak in 2017. Een akkoord met de crediteur kan voorkomen dat u de btw weer verschuldigd bent. Het akkoord moet ertoe leiden dat de koopschuld wordt omgezet in een leenschuld.

(Bron: ABAB)