DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de eenmanszaak of vof

Volgens A-G Niessen mocht de Belastingdienst bij controle van rittenregistraties gebruik maken van informatie die met behulp van de ANPR-camera’s van de politie is vergaard.

Aan belanghebbende, X, is door zijn werkgever in de jaren 2011 en 2012 een auto ter beschikking gesteld. X beschikte vanaf het jaar 2006 over een Verklaring geen privégebruik auto. Op verzoek van de inspecteur heeft X zijn zakagenda overgelegd met daarin de rittenadministratie over de hiervoor genoemde periode. De inspecteur heeft de rittenadministratie vergeleken met (foto)camerabeelden afkomstig van camera’s van het KLPD (thans: de Landelijke eenheid) met Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-technologie. Aan de hand van deze informatie heeft de inspecteur geconstateerd dat de auto is gesignaleerd op locaties die niet overeenkomen met de door X verstrekte informatie, waarna hij naheffingsaanslagen loonbelasting heeft opgelegd. In geschil is of de inspecteur in verband met de controle van de rittenregistratie van de ‘auto van de zaak’ gebruik mocht maken van de informatie die met behulp van de ANPR-camera’s van de Politie is vergaard. X betoogt in hoofdzaak dat het vergaren van de ANPR-gegevens door de Belastingdienst in strijd is met het recht op privacy en de Wet bescherming persoonsgegevens, nu daarvoor geen wettelijke grondslag voorhanden is. Hof ‘s-Hertogenbosch is van mening dat door het gebruik door de Belastingdienst van de foto’s van de KLPD in beginsel wel een inmenging van het privé leven plaatsvindt, maar dat hier sprake is van een geoorloofde inbreuk op het recht op privacy. Deze inbreuk is bij wet geregeld en is noodzakelijk in het belang van het economische welzijn van het land. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van X heeft Advocaat-Generaal (A-G) Niessen een conclusie genomen. De A-G is het met Hof ‘s-Hertogenbosch eens dat de Belastingdienst de door het KLPD met ANPR-camera’s verkregen gegevens mag gebruiken als contra-informatie bij de controle op de juistheid van de Verklaring geen privégebruik auto. Het opvragen van ANPR-data door de Belastingdienst bij de politie kon plaats vinden binnen de kaders van artikel 55 AWR. Dit hoewel de politie de informatie onbevoegd heeft verkregen (i.e. de gegevens in strijd met de wet heeft bewaard). De ANPR-data zijn volgens de A-G door de Belastingdienst namelijk niet verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. Het beroep in cassatie van X dient ongegrond te worden verklaard.

(Bron: Taxlive)

In het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2017 (OFM 2017) staan maatregelen die geen of nauwelijks gevolgen hebben voor het budgettaire en koopkrachtbeleid voor 2017. De voorgestelde wijzigingen zijn de volgende.

  • Voortaan worden alle vermogensbestanddelen die deel uitmaken van een algemeenheid waarop krachtens erfrecht een vruchtgebruik rust of is gevestigd, volledig in aanmerking genomen bij de vruchtgebruiker, en niet (deels) bij de bloot eigenaar.
  • Een goedkeuring uit een beleidsbesluit van 21 februari 2014 wordt gecodificeerd. Hierdoor kan een vruchtgebruiker de rente en kosten van de schuld voor een eigen woning die hij krachtens erfrecht in vruchtgebruik heeft in aftrek brengen, ook al gaat het niet om een schuld van de vruchtgebruiker zelf. Daarbij zijn enige aanpassingen opgenomen.
  • Voor buitenlands belastingplichtige bestuurders en commissarissen van in Nederland gevestigde vennootschappen is wettelijk vastgelegd dat Nederland kan heffen over de beloningen, zowel wanneer sprake is van winst uit onderneming als wanneer sprake is van loon of resultaat uit overige werkzaamheden.
  • Er is een maatregel getroffen met betrekking tot goedkeuring die al was opgenomen in een beleidsbesluit van 6 december 2014 en een uitbreiding daarvan. Die komt erop neer dat de vrijstelling voor een uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW), beleggingsrecht eigen woning (BEW), of een kapitaalverzekering van vóór 1 januari 2001 in met name de in het beleidsbesluit genoemde situaties toch kan worden genoten terwijl niet is voldaan aan de voor de vrijstelling vereiste looptijd van 15 (lage vrijstelling), of 20 jaar (hoge vrijstelling). De codificatie is uitgebreid met betrekking tot de situatie van verkoop van de eigen woning.
  • In de WVA wordt wettelijk vastgelegd dat eindheffingsloon is uitgesloten van het loonbegrip dat in het kader van de S&O-afdrachtvermindering wordt gehanteerd voor de berekening van het gemiddelde uurloon. Daarnaast wordt de boete bij niet-naleving van de mededelingsplicht van het aantal over het kalenderjaar bestede S&O-uren en gerealiseerde kosten en uitgaven per S&O-verklaring, gemaximeerd op € 2.500.
  • Om ongewenste gevolgen van de van de quasi-inbestedingsvrijstelling voor overheidslichamen in de Vpb en eventuele taxplanning te voorkomen, is de quasi-inbestedingsvrijstelling voortaan niet meer van toepassing op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen die bij de afnemer worden aangewend ten behoeve van belaste (niet-vrijgestelde) activiteiten. Omdat de quasi-inbestedingsvrijstelling het equivalent van de vrijstelling voor interne diensten, wordt ook deze vrijstelling op gelijke wijze aangepast.
  • De gevolgen van het arrest van 22 april 2016 worden met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2016 gerepareerd. In dit arrest besliste de Hoge Raad dat een indirect belang in een onderneming van een erflater of schenker dat kleiner is dan 5%, onder omstandigheden kan kwalificeren als ondernemingsvermogen voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de erf- en schenkbelasting (BOF) en de doorschuifregeling voor het a.b. in de IB. Er wordt teruggekeerd naar de werkwijze zoals de Belastingdienst die sinds 2010 hanteerde.
  • Vanaf 1 januari 2017 mag iedereen tussen 18 en 40 jaar per schenker eenmalig een schenking van € 100.000 ten behoeve van de eigen woning vrijgesteld ontvangen. Deze vrijstelling is eenmalig, maar het is mogelijk om deze verspreid over drie achtereenvolgende kalenderjaren te benutten. De geschonken bedragen moeten uiterlijk in het tweede kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de eerste schenking is gedaan, worden aangewend ten behoeve van de eigen woning. Aangezien meestal pas na drie kalenderjaren duidelijk is in hoeverre de vrijstelling feitelijk is benut en hoe de vrijstelling is gebruikt, wordt de termijn voor het opleggen van de aanslag met twee jaar verlengd tot vijf jaar.
  • Om de inwerkingtreding van de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 budgettair neutraal te laten plaatsvinden, wordt de Accijnswet aangepast, waardoor de tarieven van wijn, mousserende wijn en tussenproducten wijzigen.
  • De teruggaafregeling voor biobrandstoffen in de Accijnswet wordt uitgebreid met hernieuwbare brandstoffen.
  • In de Accijnswet wordt opgenomen dat dieren en apparatuur mogen worden meegenomen voor controles.
  • Voor de teruggaafregeling van energiebelasting voor aardgas, gebruikt in zeeschepen, moet de inspecteur voortaan beslissen bij voor bezwaar vatbare beschikking.
  • De Awir wordt in overeenstemming gebracht met een uitspraak van 1 juni 2016 waarin de ABRvS besliste dat de termijn waarbinnen de Belastingdienst/Toeslagen een voorschot in het nadeel van de aanvrager kan herzien of de definitieve toeslag lager kan vaststellen, vervalt vijf jaar na de laatste dag van het berekeningsjaar.
  • In de Awir wordt een bepaling opgenomen die een grondslag biedt voor gegevensverstrekking door de Belastingdienst/Toeslagen aan andere bestuursorganen waarmee op basis van een convenant wordt samengewerkt. Bij algemene maatregel van bestuur zal nader worden uitgewerkt welke gegevens voor welke doeleinden worden verstrekt aan welke bestuursorganen .
  • De goedkeuring in het besluit van 26 november 2014 waardoor ook sprake kan zijn van een woning in aanbouw als de feitelijke bouwwerkzaamheden (heien of aanleggen fundering) nog niet zijn begonnen, wordt per 1 januari 2017 omgezet in wetgeving.
  • Op grond van een beleidsbesluit van 19 februari 2016 kon al met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 een vrijstelling van afvalstoffenbelasting worden toegepast voor zuiveringsslib dat wordt afgegeven om te worden verbrand. De datum van 1 januari 2015 is nu ook wettelijk geregeld.

(Bron: FUTD)

In het Belastingplan 2017 zijn de volgende voorstellen opgenomen:

  • De derde schijf van de LB en IB eindigt bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.072.
  • De maximale algemene heffingskorting bedraagt € 2.254.
  • De maximale arbeidskorting bedraagt € 3.223. Het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting komt op € 32.444 te liggen.
  • De ouderenkorting wordt € 1.292 voor pensioengerechtigden met een verzamelinkomen van niet meer dan € 36.057.
  • In box II moet worden afgerekend over de positieve a.b.-claim als een lichaam waarin de belastingplichtige een a.b. heeft, de vbi-status verkrijgt. Deze maatregel treedt met terugwerkende kracht tot en met Prinsjesdag 2016 in werking. Box III-vermogen dat wordt ondergebracht in een vbi waarin de belastingplichtige een a.b. heeft, wordt niet alleen belast in box II, maar blijft ook belast in box III als dit vermogen binnen achttien maanden weer terugkomt naar box III. Het percentage van het forfaitaire rendement uit een vbi wordt automatisch gekoppeld aan het voor dat jaar geldende percentage van de hoogste schijf in box III.
  • In de APV-regeling is een bepaling opgenomen om dubbele belastingheffing te voorkomen: de toerekeningsstop. Deze zal alleen nog gaan gelden voor APV’s voor zover die een reële, actieve onderneming drijven. Daardoor worden in een (aanzienlijk) aantal gevallen waarin dit voorheen niet het geval was, het door een APV genoten inkomen en gehouden bezittingen, zoals aandelen en winstbewijzen, toegerekend aan de inbrenger of diens erfgenamen. De verkrijgingsprijs van deze aandelen en winstbewijzen wordt in beginsel vastgesteld op de historische verkrijgingsprijs van de inbrenger vóór de inbreng in het APV. Deze maatregel treedt met terugwerkende kracht tot en met Prinsjesdag 2016 in werking.
  • De nexusbenadering wordt in de innovatiebox geïmplementeerd en de toegangscriteria worden aangepast. De nexusbenadering betekent dat, indien een gedeelte van de uitgaven van een belastingplichtige verband houdt met het uitbesteden van speur- en ontwikkelingswerk aan verbonden lichamen, een navenant deel van de voordelen niet in aanmerking komt voor de innovatiebox. Octrooien, naar hun aard met octrooien vergelijkbare rechten als “utility models” (gebruiksmodel), kwekersrechten, weesgeneesmiddelen en aanvullende beschermingscertificaten, programmatuur en overige activa die niet voor de hand liggen en nieuw en nuttig zijn, zijn toegangstickets voor de innovatiebox. De toegang voor de laatste categorie activa is beperkt tot belastingplichtigen met een nettogroepsomzet van ten hoogste € 50 mln per jaar en brutovoordelen uit intellectueel eigendom van ten hoogste € 7,5 mln per jaar.
  • De berekeningssystematiek van de overnameholdingbepaling in de Vpb wordt aangescherpt voor het geval een overnameschuld door middel van een zogeheten “debt push-down” wordt verplaatst van het niveau van de overnameholding naar het niveau van de overgenomen vennootschap. Daarnaast wordt de termijn van zeven jaar, waarbinnen de financiering moet worden afgebouwd van ten hoogste 60% van de verkrijgingsprijs naar ten hoogste 25% van de verkrijgingsprijs, aangescherpt. Voorwaarde voor toepassing van de renteaftrekbeperking is dat de leningen zijn verstrekt door een “verbonden lichaam”. Van de vereiste verbondenheid is ook sprake bij de aanwezigheid van een samenwerkende groep.
  • Het belastbare loon van DGA’s van innovatieve start-ups mag vanaf 2017 voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling worden vastgesteld op het wettelijke minimumloon.
  • De eerste tariefschijf van de Vpb van 20% wordt in 2018 verlengd van € 200.000 naar € 250.000, in 2020 van € 250.000 naar € 300.000 en in 2021 van € 300.000 naar € 350.000.
  • Voor een niet-ingezeten natuurlijke persoon en een niet-ingezeten lichaam met Nederlandse aandelen wordt teruggaaf op verzoek mogelijk van ingehouden dividendbelasting.
  • Ook bij (niet-kwalificerende) buitenlandse belastingplichtigen met een box III-inkomen wordt het heffingvrije vermogen in aanmerking genomen.
  • Een terrein wordt als bouwterrein voor de BTW aangemerkt, wanneer uit een beoordeling van alle omstandigheden blijkt dat op de datum van levering het betrokken terrein daadwerkelijk was bestemd om te worden bebouwd.
  • De BTW-vrijstelling voor watersportorganisaties wordt gewijzigd.
  • Het tarief van de exportheffing in de afvalstoffenbelasting wordt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 op nul gezet. Het tarief van de afvalstoffenbelasting wordt verhoogd.

(Bron: FUTD)

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS), trekken aan de bel. Na overleg met de Belastingdienst over modelovereenkomsten voor de omroepsector, waarbij de relatie tussen zelfstandige en klant wordt verduidelijkt en schijnzelfstandigheid wordt uitgesloten, is het resultaat nihil. In een brief (.pdf)aan staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën stellen de NPO en ROOS dat de Wet DBA voor de Publieke Omroepen niet werkt. En dat zorgt voor een nijpend probleem.

In de brief stellen de organisaties dat de omroepen zich er al sinds medio 2015 van bewust zijn dat de komst van de Wet DBA, de opvolger van de VAR, de bestaande praktijk van contracten afsluiten zou wijzigen. Om hier op voorbereid te zijn, werd al vroeg in het najaar van 2015 contact gelegd met de Belastingdienst en werden de eerste modelcontracten ter goedkeuring voorgelegd.

Uiteindelijk werd er medio juli 2016 op het niveau van de delegaties overeenstemming bereikt over een systematiek van drie basismodellen als ‘mal’ en tien voorbeeldrolbeschrijvingen in aanvulling daarop, welke ook toe te passen zijn op andersoortige opdrachten.

“De Belastingdienst heeft echter eind augustus laten weten slechts bereid te zijn om goedkeuring te verlenen aan een deel van elk van de drie basistypen modelovereenkomsten en niet aan de systematiek van de rolbeschrijvingen.”

“Deze opstelling van de Belastingdienst wekt de indruk dat de Belastingdienst zich bij nader inzien toch niet wenst te committeren aan te verstrekken zekerheid en de nodige slagen om de arm wenst te houden voor latere controles. Deze conclusie is na ruim dertig uur overleg uiterst teleurstellend maar vooral ook onthutsend. Het is vanzelfsprekend dat een sector als de onze haar bedrijfsvoering aanpast aan gewijzigde regelgeving. Daar staat tegenover dat wij van de Belastingdienst mogen verwachten dat zij zekerheid verschaft vooraf en ons niet onnodig opzadelt met ongewisse fiscale rislco’s gedurende een naheffingstermijn van vijf jaar.”

De organisaties vragen zich nu af hoe ze de inzet van freelancers gaan voortzetten. De NPO en ROOS hebben geen inzicht in de wijze waar contracten vanaf 1 mei 2017, de datum waarop het transitiejaar verstrijkt, aan moeten voldoen. De Publieke Omroepen zouden graag in gesprek willen met Wiebes over “hoe deze risico’s op zo kort mogelijke termijn kunnen worden weggenomen zodat onze processen niet verder stagneren.

Het kabinet heeft de pensioenen gemaximeerd. Daarom zijn voor inkomens boven de ton nettolijfrentes uitgevonden. Wat zijn nettolijfrentes en hoe aantrekkelijk zijn die eigenlijk?

Een nettolijfrente is in veel opzichten te vergelijken met een gewone lijfrente. U stort dan in de regel bij een verzekeraar maandelijks een bedrag voor uw oude dag. Een belangrijk verschil is echter dat de premie voor een gewone lijfrente aftrekbaar is, mits u voldoet aan de voorwaarden en tot een bepaald maximum. De premie voor een nettolijfrente is nooit aftrekbaar. Het voordeel van een nettolijfrente is dat deze vrijgesteld is in box 3. En dat scheelt dus jaarlijks 1,2% belasting over het opgebouwde vermogen.

Premie

De premie die u mag inleggen, is afhankelijk van de leeftijd en varieert tussen de 2,3% en 13,5%. De premie wordt berekend over uw arbeidsinkomsten, waaronder uw winstinkomen valt. Voor 2016 geldt dat alleen uw arbeidsinkomen boven € 101.519 meetelt. U moet rekening houden met AOW en eventueel opgebouwd pensioen.

Tip: Laat altijd door de verzekeraar de maximale premie berekenen, want als u meer premie stort dan toegestaan, vervalt de hele vrijstelling in box 3. Zelfs als u bij wijze van spreken maar één euro te veel stort.

De afkoop van een nettolijfrente is via boetes fiscaal erg onaantrekkelijk gemaakt. De hoogte van de boete is afhankelijk van het aantal jaren dat u onterecht van de vrijstelling in box 3 geprofiteerd heeft. Dat kan daarom op termijn aardig oplopen. U dient zich dan ook te realiseren dat u over de gestorte premies langere tijd niet kunt beschikken.

Aanvulling pensioen

De nettolijfrente kent dus niet alleen voordelen. Toch kunnen hogere inkomens zo een aardige aanvulling op het pensioen realiseren. Daarbij telt ook mee dat de heffing in box 3 vanaf volgend jaar gewijzigd wordt en voor degenen met een hoger vermogen flink stijgt.

Wilt u meer informatie over de mogelijkheden van een nettolijfrente, neem dan contact met ons op.

(Bron: SRA)

Maakt u als ondernemer een onverwachte forse winst en heeft u nog geen bv? Dan kan het fiscaal interessant zijn om deze alsnog op te richten. De Hoge Raad heeft onlangs de mogelijkheden verruimd om dit met terugwerkende kracht te kunnen doen.

Als u uw onderneming in de inkomstenbelasting om wilt zetten naar een bv, kan dit zonder dat direct over de reserves afgerekend moet worden met de fiscus. Het oprichten van een bv kost echter de nodige voorbereiding en tijd. Daarom kunt u ervoor kiezen om een dergelijke overgang met terugwerkende kracht in te laten gaan. Dit is mogelijk als de voorovereenkomst is gesloten en geregistreerd binnen negen maanden na het laatste volledige boekjaar.

Let op! U kunt geen gebruik maken van de terugwerkende kracht als u er incidenteel fiscaal voordeel mee behaalt. De Hoge Raad heeft onlangs echter beslist dat men hieronder niet het tariefverschil tussen de inkomsten- en vennootschapsbelasting verstaat.

Structureel voordeel

In de betreffende uitspraak had een belastingplichtige een eenmalige bate van één miljoen dollar ontvangen. Deze winst zou bij hem normaal gesproken belast worden in de inkomstenbelasting. Om dit te voorkomen richtte hij met terugwerkende kracht een bv op. De winst werd hierdoor met 20%-25% belast en op termijn, na uitdeling, nog eens met 25% in box 2. De inspecteur vond dat er sprake was van een incidenteel voordeel en stond de constructie niet toe. De Hoge Raad vond echter dat er sprake was van een structureel voordeel dat werd veroorzaakt door het verschil in tarief. De inspecteur werd daarop in het ongelijk gesteld.

Lonend

Bij een plotselinge stijging van de winst in een jaar kan het dus lonend zijn met terugwerkende kracht een bv op te richten. Dat de winst is behaald voordat het voornemen tot oprichting bestond, is niet van belang. Voor vragen neemt u contact met ons op.

(Bron: HLB)

Sinds de openbaarwording van de Panama Papers in april 2016 is het debat over belastingontwijking en belastingontduiking losgebarsten. Maar waar ligt de grens tussen ontwijking en ontduiking? En wanneer is een standpunt een ‘pleitbaar standpunt’?

Ontwijking van belasting is een grondrecht dat we hebben, want het is toegestaan om fiscaal de meest voordelige weg te bewandelen. Belastingontwijking is daarom niet in strijd met de wet en dus legaal. Belastingontduiking is fraude en dus verboden. Bij ontduiking gaat het bijvoorbeeld om gevallen waarin inkomsten of vermogen is verzwegen of illegale transacties plaatsvinden.

De belastingaangifte betreft dan een belangrijk risico-element. Deze moet volgens de wet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden gedaan. Neemt een belastingplichtige of zijn gemachtigde hierin een standpunt in dat geen ‘pleitbaar standpunt’ is, dan zal de fiscus stellen dat de vereiste aangifte niet is gedaan, met boete- en bewijsproblemen tot gevolg.

Pleitbaar standpunt

Als in een aangifte een standpunt is ingenomen dat volgens de fiscus onjuist is, hoeft het niet aan opzet of grove schuld zijn te wijten dat te weinig belasting is geheven. Dat is het geval als er zodanige argumenten zijn aan te voeren (objectieve benadering) voor dit standpunt dat de belastingplichtige niet lichtvaardig heeft gehandeld. Een pleitbaar standpunt is dus een geobjectiveerde vorm van een standpunt dat op basis van jurisprudentie, wetgeving en literatuur goed te verdedigen is, aldus Herreveld.

Praktische handreiking

Om te voorkomen dat de Belastingdienst kan spreken van een ‘niet pleitbaar standpunt’, is het volgens Herreveld aan te raden de volgende maatregelen te treffen of na te vragen bij uw belastingconsulent:

  • zorg ervoor dat de medewerkers een goed opleidingsniveau hebben;
  • zorg voor goede interne training mede gericht op risicoanalyse, en leg deze trainingen vast;
  • pas het vier-ogen-beginsel toe bij bijvoorbeeld het maken van de jaarstukken of opstellen van de aangiften;
  • leg een escalatiemogelijkheid vast voor het geval het tweede paar ogen het niet eens is met de opsteller;
  • beschrijf de regels (wie doet wat? escalatiemogelijkheid? etc.) in een Tax Control Framework;
  • laat bij twijfel een externe toetsing plaatsvinden door een deskundige die niet betrokken is bij de betreffende cliënt;
  • overweeg voorleggen aan de fiscus. Dit kan duidelijkheid verschaffen. Anderzijds kan de cliënt daardoor ook ongewenst in het licht komen te staan, dus weeg de voor- en nadelen goed af.

(Bron: Taxence)

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de aangiften niet zijn beoordeeld voordat de aanslagen zijn opgelegd, zodat de inspecteur bij het vaststellen van de primitieve aanslagen geen onjuist inzicht had in de feiten of in het recht.

De heer X heeft in 2009 een onderneming geruisloos overgenomen. Desondanks schrijft X fiscaal over de aangekochte goodwill af en brengt deze afschrijving ten laste van zijn winst. De IB-aanslagen over 2009 tot en met 2011 zijn conform de aangiften opgelegd. Bij de aanslagregeling over 2011 was aan de behandelende medewerker van de belastingdienst bekend dat in 2009 en 2010 ten onrechte over goodwill was afgeschreven, doch deze aanslag is niet geblokkeerd. Deze aanslag heeft als dagtekening 8 februari 2013. Een week later wordt de navordering over 2009, 2010 en 2011 op grond van art. 16-2-c AWR aangekondigd. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de navordering terecht. X gaat in hoger beroep. Niet in geschil is dat de fout van de inspecteur om te lage IB-aanslagen op te leggen voor X kenbaar was.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aangiften niet zijn beoordeeld voordat de aanslagen zijn opgelegd, zodat de inspecteur bij het vaststellen van de primitieve aanslagen geen onjuist inzicht had in de feiten of in het recht. X stelt vergeefs dat de inspecteur vanwege het doorschuivingsverzoek verplicht was onderzoek te doen alvorens de aanslagen vast te stellen. Aangezien de navordering kan plaatsvinden op de voet van art. 16-2-c AWR, kan in het midden blijven of sprake is van een nieuw feit of kwade trouw. Het beroep van X is ongegrond.

(Bron: Taxlive)

VENUE, Vereenvoudigde aangifte e-commerce, dat is de naam van het nieuwe systeem voor aangifte van e-commercegoederen. Hiermee kunnen belastingplichtigen binnenkort de aangifte ten invoer en ten uitvoer doen.

Tot nu toe kunnen belastingplichtigen voor e-commercegoederen alleen aangifte doen met AGS, het aangiftesysteem van de Douane. Binnenkort kan dat ook met de Vereenvoudigde aangifte e-commerce, VENUE. Dit meldt de Belastingdienst vandaag.

De Belastingdienst legt deze VENUE-mogelijkheid uit in de brochure VENUE: vereenvoudigde aangifte e-commerce.

VENUE mag alleen worden gebruikt bij invoer en uitvoer van e-commercegoederen. Dat zijn alle transacties die, zo stelt de Belastingdienst:

  • langs elektronische weg door tussenkomst van een computernetwerk (bijvoorbeeld het internet) tot stand komen en
  • fysieke goederenstromen tot gevolg hebben die aan douaneformaliteiten zijn onderworpen.

Een aanvraag voor een vergunning om aangiften ten invoer en /of aangiften ten uitvoer  te mogen doen met VENUE, kan worden gedaan door bijvoorbeeld importeurs, exporteurs, douane-expediteurs en logistieke dienstverleners. Hiervoor kan de Aanvraag Vergunning vereenvoudigde aangifte worden gedownload. In september organiseert de Douane een webinar over e-commerce. Daarnaast heeft de Douane een film over e-commerce via YouTube. gepubliceerd.

(Bron: Accountancyvanmorgen)