DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de eenmanszaak of vof

Er is een valse e-mail in de omloop van de Belastingdienst met als onderwerp ‘Betalingsachterstand belastingaangifte 2015’. Open de e-mail niet, maar verwijder hem meteen.

Ontvangers van de phising-mail worden gevraagd op een link te klikken om een betalingsachterstand te voldoen via iDeal. In de valse mail staat ook dat bij het betalen een hotmailadres moet worden opgegeven met daarin een belastingnummer. Verder staan in de mail dreigementen als hoge incassokosten, het blokkeren van de rekening, beslag op spullen en zelfs gijzeling als er niet op tijd wordt betaald.

Open de e-mail niet, maar verwijder hem meteen.

(Bron: Belastingdienst)

Vanaf dinsdag 1 maart kunnen particulieren weer de aangifte inkomstenbelasting indienen. Daarvoor hebben ze tot 1 mei 2016 de tijd.

Aftrekposten, zoals zorgkosten, giften en kosten voor de eigen woning, kunnen geld opleveren. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen, waardoor de inkomstenbelasting lager uitvalt.

Het grootste deel van de aftrekposten is niet vooraf ingevuld. Voor veel mensen is het dan ook de moeite waard om zich hierin te verdiepen. NU.nl zet de belangrijkste aandachtspunten en struikelblokken op een rij.

Hypotheekrenteaftrek en aftrek zorgkosten zijn vaak van toepassing

“Aftrekposten waar veel mensen gebruik van kunnen maken, zijn de hypotheekrenteaftrek en de eenmalig aftrekbare kosten voor de eigen woning. Ook van de persoonsgebonden aftrek van specifieke zorgkosten kan vaak gebruikgemaakt worden”, zegt onderzoeker Jasja Bos van het Nibud. “Minder veelvoorkomend zijn posten als reiskosten, alimentatie en studiekosten.”

Ten opzichte van het voorgaande jaar is er bij de belastingaangifte 2015 niet veel veranderd, constateert Bos. “Afgelopen jaren is er veel gewijzigd in de aftrek van zorgkosten, dit jaar valt dat erg mee. Er zijn wel kleine, al aangekondigde, wijzigingen, zoals het stapsgewijs afbouwen van het maximale percentage van de hypotheekrenteaftrek.”

Volgens Bos zijn reiskosten in verband met zorg voor mensen vaak lastig in te schatten, in tegenstelling tot reiskosten die voor het werk gemaakt worden. Ook vinden veel particulieren het ingewikkeld het sparen in een lijfrenteverzekering voor hun pensioen goed in te vullen. Dit mag alleen afgetrokken worden als er via de werkgever niet genoeg pensioen opgebouwd wordt.

Stop alle bonnetjes en bewijzen meteen in een mapje

Hoewel de belastingaangifte maar één keer per jaar gedaan wordt, raadt Bos mensen aan er het hele jaar mee bezig te zijn.

“Dankzij de vooraf ingevulde aangifte wordt het steeds makkelijker, maar de moeilijkheid is het vinden van alle informatie, helemaal bij aftrekposten”, zegt Bos. “Daarvoor heb je bonnetjes en bewijzen nodig. Zorg er daarom voor deze spullen gedurende het jaar steeds in een mapje te stoppen, anders kost het alsnog heel veel tijd.”

Ook voor mensen met een laag inkomen is het de moeite waard om belastingaangifte te doen. Zij kunnen juist profiteren van het aftrekken van zorgkosten, doordat zij hun specifieke zorgkosten mogen verhogen.

Zorgkosten moeten boven een drempelbedrag uitkomen

In het algemeen geldt dat ziektekosten die niet door de verzekering worden vergoed, vaak aftrekbaar zijn bij de aangifte. Daarvoor moeten ze wel boven een bepaald inkomensafhankelijk drempelbedrag uitkomen. Als dit niet zo is, heeft het invoeren van alle bedragen geen zin.

“Het gaat hierbij niet alleen om zorgkosten die je voor jezelf maakt, maar ook om kosten die je maakt voor mensen die, ook tijdelijk, bij je inwonen”, verklaart Bos.

Aftrekbare zorgkosten zijn bijvoorbeeld kosten voor verpleging in een ziekenhuis, extra kleding en beddengoed, dieetkosten, acupunctuur, homeopathie, revalidatie en bepaalde hulpmiddelen, zoals steunzolen of een blindengeleidehond.

Vanaf 2015 zijn uitgaven voor geestelijke gezondheidszorg of dyslexiezorg voor personen onder de achttien jaar niet langer aftrekbaar. Dit geldt ook voor uitgaven voor een combinatietest in het kader van een prenatale screening als er geen sprake is van een medische indicatie.

Maximale hypotheekrenteaftrek afgebouwd naar 51 procent

Woningbezitters kunnen bepaalde kosten voor hun huis aftrekken, zoals de hypotheekrente en periodieke betalingen voor erfpacht. Mensen die in 2015 een woning gekocht hebben, kunnen bovendien bepaalde eenmalige kosten aftrekken, zoals notariskosten en de kosten voor de aanvraag van een Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

De maximale hypotheekrenteaftrek wordt langzaam afgebouwd. In 2014 was het maximale belastingtarief waartegen hypotheekrente kon worden afgetrokken nog 51,5 procent, in 2015 was dat 51 procent. Dit tarief geldt alleen voor de hoogste belastingschrijf: het belastbare inkomen uit werk en woning vanaf 57.586 euro.

Woningeigenaren kunnen overigens kiezen of zij hun hypotheekrenteaftrek achteraf ineens terugvragen bij de aangifte inkomstenbelasting, of maandelijks via de voorlopige aanslag. Bij de laatste optie moeten huiseigenaren er wel goed op letten dat zij inkomenswijzigingen tijdig doorgeven, waarschuwt Bos. “Anders moeten mensen misschien terugbetalen.”

“Ook is het handig wijzigingen in de uitgaven door te geven, bijvoorbeeld na extra aflossingen of een wijziging van de hypotheekrente”, voegt Bos toe.

Stop schenkingen zoveel mogelijk in één jaar

Schenkingen zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar. Hierbij is er verschil tussen periodieke en gewone giften.

Een gewone gift is aftrekbaar als die bestemd is voor een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SBBI). Een periodieke gift is aftrekbaar als die bestemd is voor een ANBI of voor een vereniging die geen ANBI is, maar wel aan bepaalde voorwaarden voldoet.

Voor een gewone gift geldt een drempelbedrag van 1 procent van het inkomen. En de eerste 60 euro is niet aftrekbaar. Ook is er een maximum. Voor een periodieke gift geldt geen drempelbedrag en is er ook geen maximering.

“Vanwege dat drempelbedrag kan het handig zijn om giften te concentreren in één jaar, in plaats van ze uit te smeren over meerdere jaren, om boven die 1 procent en die 60 euro uit te komen”, adviseert Bos.

Alleen alimentatie voor ex-partner is aftrekbaar

Mensen die gescheiden zijn en alimentatie aan hun voormalige partner betalen, kunnen dat bedrag aftrekken.

Kinderalimentatie geldt niet meer als aftrekpost. In voorgaande jaren kon dit onder uitgaven voor het levensonderhoud van kinderen vallen, maar vanaf 2015 zijn deze kosten niet meer aftrekbaar.

“Wel kan de waarde van kinderalimentatie als schuld worden opgegeven en op die manier als een soort van aftrekpost dienen”, aldus Bos. Dit moet dan gedaan worden in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Door dit als schuld op te geven, valt het vermogen lager uit.

Studiekosten kunnen in aanmerking komen voor aftrek

Volwassenen die in 2015 een opleiding of studie hebben gevolgd voor hun (toekomstige) beroep, kunnen hiervoor bepaalde verplichte en noodzakelijke kosten aftrekken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om cursusgeld en leermiddelen zoals boeken, een kappersschaar of schildersbenodigdheden.

“Het moet gaan om kosten die verband houden met carrièreverbetering”, zegt Bos. “Er geldt een drempelbedrag van 250 euro.”

Om het bedrag uit te rekenen, moeten de studiekosten en andere scholingsuitgaven bij elkaar worden opgeteld. Een eventuele vergoeding moet hier weer van afgetrokken worden, evenals de drempel van 250 euro.

Reiskosten openbaar vervoer voor het werk zijn mogelijk aftrekbaar

Voor mensen die in loondienst zijn en van en naar het werk reizen met het openbaar vervoer, geldt onder voorwaarden reisaftrek. Dit is in de vorm van een forfaitair bedrag. De hoogte van het bedrag hangt af van het aantal afgelegde kilometers per enkele reis en het aantal reisdagen per week.

Een eventuele reiskostenvergoeding van de werkgever moet van dit vaste bedrag afgetrokken worden.

De reisaftrek geldt voor mensen die minimaal 10 kilometer van hun werk wonen en hier minimaal één dag per week naartoe gaan. In 2015 is het maximumbedrag 2.055 euro.

De belasting  die wordt geheven over vermogen (box 3 van de inkomstenbelasting) is in strijd met het recht van eigendom (art. 1 van het Eerste Protocol EVRM). Dat schrijft  advocaat-generaal Niessen  in een advies aan de Hoge Raad. Mensen die zeer verschillende resultaten behalen op hun vermogen, betalen hetzelfde percentage belasting. Dat leidt tot willekeur, aldus de advocaat-generaal. Wanneer dit vaste percentage belasting niet kan worden betaald uit de opbrengst van het vermogen is er sprake van een oneigenlijke ontneming.

Inkomsten uit sparen en beleggen (bv. rente en dividend) én de waardestijging van vermogen (bv. stijging van vastgoedprijzen of aandelenkoersen)  worden in de inkomstenbelasting belast naar een fictief rendement. De wetgever gaat ervan uit dat iedereen gemiddeld over een aantal jaren een rendement van 4% kan behalen (dus dat dat vermogen groeit met 4 %). Een deel van dit fictieve rendement, namelijk 1,2 procent, moet worden afgedragen aan de Belastingdienst. Deze regeling is aan het einde van de jaren negentig gemaakt na een lange periode van grote economische voorspoed. Maar volgens de advocaat-generaal kan met de kennis van nu niet meer worden uitgegaan van een dergelijk rendement. Maatschappelijk, zo stelt hij vast, is over deze belasting na 2011 steeds meer onrust en onvrede ontstaan.

De advocaat-generaal wijst er op dat de moderne belastingwetgeving is gebaseerd op individuele draagkracht. Een heffing die uitgaat van een fictief gemiddelde is daarmee in tegenspraak. Ook zijn belastingplichtigen volgens hem vrij om hun financiën zelf in te richten en zouden zij daarom niet moeten worden belast op basis van een opbrengt die zij volgens de wetgever hadden kunnen halen.

De rechter kan de regeling niet wijzigen of vervangen omdat daarbij rechtspolitieke keuzes moeten worden gemaakt. De advocaat-generaal adviseert de wetgever een termijn te geven voor aanpassing of vervanging van de regeling. Zolang dat niet is gebeurd, kan de rechter beslissen dat de regeling buiten toepassing moet blijven in gevallen waarin een belastingplichtige verlies lijdt op zijn vermogen.

Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

(Bron: Rechtsspraak.nl)

Bij gebruik van de nieuwe DBA-modelovereenkomsten van de Belastingdienst kunnen btw-vrijstellingen in gevaar komen, aldus Carola van Vilsteren in Tax Talks.

Bij het uitlenen van personeel is btw een belangrijk punt, omdat de btw een kostenverhogend effect heeft. Het uitlenen van personeel is volgens een besluit in beginsel een belaste prestatie ter zake waarvan btw in rekening dient te worden gebracht, al kan de heffing in een aantal situaties toch achterwege blijven.

Opdrachtverstrekking en btw

Vanuit btw-perspectief lijken de nieuwe DBA-modelovereenkomsten van de Belastingdienst ook tot nieuwe problemen te kunnen leiden. Om een dienstbetrekking te voorkomen, streeft men naar een opdrachtverstrekking. Een opdrachtverstrekking is normaal gesproken belast met btw, tenzij een vrijstelling van toepassing is. Kijkend naar de modellen voor bijvoorbeeld medici, dan is er geen btw-probleem als het om een BIG-er gaat die een medische dienst verricht omdat hij onder een vrijstelling valt. Als het gaat om een gastdocent die wordt ingezet voor het verzorgen van wettelijk geregeld onderwijs, wordt het een ander verhaal. Er kunnen in dat geval wel goedkeuringen gelden, maar juist de school moet dan de lead hebben. Dat wringt met de arbeidsrelatie en dat gaat voor de btw niet goed, aldus Carola van Vilsteren in de aflevering van Tax Talks van 19 januari 2016.

Werken met personeel zonder btw-heffing?

Een oplossing voor gezamenlijk werken met personeel zonder btw is bijvoorbeeld via een overeenkomst ‘kosten voor gemene rekening’. Het nadeel hierbij is echter dat ieder een deel van de kosten volgens een vooraf vastgestelde verdeelsleutel voor zijn rekening moet nemen, en deze verdeelsleutel kan niet meer gewijzigd worden. Partijen kunnen bijvoorbeeld ook een zogenaamde ‘pot-overeenkomst’ aangaan. Het gezamenlijke personeelslid wordt dan van een gemeenschappelijke bankrekening betaald en er zit geen vaste verdeelsleutel in.

(Bron: Taxence)

TIP

Zorg dat ingeval van een overdracht van een contract een akte wordt opgesteld. Indien een rechtsverhouding met een wederpartij aan een derde wordt overgedragen, is een akte een wettelijk vereiste.

VOORAF

In een contract leggen partijen onder andere hun rechten (vorderingen) en plichten (schulden) over en weer vast. Elementen uit een contract kunnen separaat worden overgedragen, bijvoorbeeld de overdracht van een vordering uit een contract, de zogeheten ‘cessie’. Voor een cessie van een vordering (een recht op naam) is ingevolge artikel 3:94 BW een daartoe bestemde akte en mededeling aan de schuldenaar nodig. Deze akte kan authentiek zijn of onderhands. Een zogenaamde ‘stille cessie’ (zonder mededeling) kan ook tot stand worden gebracht; alsdan dient de mededeling te volgen bij inwinning van de betreffende gecedeerde vordering.

Maar wat nu als een volledig contract (alle rechten en plichten) wordt overgedragen aan een derde, de zogenoemde ‘contractsoverneming’. Welke vereisten worden daaraan gesteld? In de wet is neergelegd dat tussen een partij en de derde een daartoe bestemde akte moet worden opgemaakt. Wanneer tussen partijen geen akte is opgesteld, is er geen sprake van contractsoverneming. Dat een akte nog wel eens wordt vergeten, blijkt uit een situatie die recent werd voorgelegd aan Gerechtshof Amsterdam.

DE SITUATIE

In deze situatie betrof het een overdracht van een huurovereenkomst. De voormalig huurder (A) is op 24 juli 2008 namens zijn eenmanszaak een huurovereenkomst met de verhuurder aangegaan ten aanzien van een winkelruimte. Naast zijn eenmanszaak heeft A echter ook een vof. Twee vennoten zijn tot deze vof toegetreden en zij zijn met A een vennootschapscontract overeengekomen. Enige tijd later treedt A uit als vennoot en is A in staat van faillissement verklaard. De twee vennoten zijn nu van mening dat zij in de winkelruimte mogen blijven, aangezien er sprake is van contractsoverneming. Het vennootschapscontract kan volgens de vennoten worden beschouwd als akte. In het vennootschapscontract is immers onder andere opgenomen dat ‘‘iedere vennoot de te zijnen naam gestelde contracten, voor zover deze betrekking hebben op het door de vennootschap uitgeoefende bedrijf’’ inbrengt in de vof. De huurovereenkomst is volgens de vennoten derhalve ingebracht in de vof. De verhuurder voert hiertegen echter het verweer dat er geen sprake is van contractsoverneming en dat de vennoten daarom onrechtmatig in de winkelruimte verblijven.

Om aan artikel 6:159 lid 1 BW (contractsoverneming) te kunnen voldoen, moet er sprake zijn van een akte. Uit deze akte moet volgens het hof de gezamenlijke wil van de betrokken partijen blijken, die is gericht op de overgang van de contractuele rechtspositie als eenheid. Daarnaast moet in de akte worden opgenomen welke rechten en plichten precies overgaan. In het betreffende vennootschapscontract was dit niet het geval en derhalve was er volgens het hof geen sprake van contractsoverneming.

Kortom, zorg ingeval van contractsovername dat een akte wordt opgesteld, waaruit de gezamenlijke wil van partijen blijkt, die is gericht op de overdracht van het contract. Vergeet daarbij niet aan te geven welke rechten en plichten precies overgaan.

(Bron: Pellicaan)

Het is mogelijk dat een auto gezamenlijk bezit is van een dga en zijn bv. Als de dga ook over de auto kan beschikken voor privédoeleinden, stelt de bv in dat geval alleen haar deel ter beschikking aan de dga. Dit werkt dus door in de bijtelling, aldus Hof Den Haag.

Een bv deelde de eigendom van een personenauto met haar dga. De bv had 75% van de eigendom, de dga 25%. Tussen de bv en de Belastingdienst ontstond een geschil over de fiscale behandeling van deze situatie. De bv vond dat geen sprake was van terbeschikkingstelling, omdat het privégebruik 25% was van het totaalgebruik en dus overeenkwam met het aandeel in de eigendom van de dga. De inspecteur hechtte geen waarde aan de overeenkomst tussen de bv en de dga, omdat de dga toch de volledige beschikking over de auto had. Maar voor het hof wist de bv aannemelijk te maken dat daadwerkelijk sprake was van gedeelde eigendom. De autokostenbijtelling schuift de mogelijkheid van gedeelde eigendom niet opzij. Het hof was het echter evenmin volledig eens met de bv. De bv had 75% van de auto ter beschikking gesteld aan de bv. De bijtelling moest daarom 75% van 25% van de cataloguswaarde van de auto bedragen. De bv wilde nog het aandeel van de dga in de afschrijvingskosten en een bedrag dat was verrekend via de rekening-courant aanmerken als aftrekbare eigen bijdrage. Het hof wees dit af, omdat deze betalingen door de dga voortvloeiden uit zijn aandeel in de eigendom van de auto en dus geen gebruikersvergoedingen aan de bv waren.

(Bron: Taxence)

X en zijn echtgenote Y kochten in 2006 vijf appartementsrechten in een appartementencomplex. Voor de levering van de appartementsrechten op 10 oktober 2007 was op 16 mei 2007 € 93.004 aan BTW in rekening gebracht die X pas in het tweede kwartaal 2008 in aftrek bracht als voorbelasting. X had de appartementsrechten in 2007 in gebruik genomen. Hij gebruikte het woonappartement ook voor werkzaamheden ten behoeve van zijn onderneming, vooral voor het voeren van de administratie daarvan. De teruggaaf was aan hem verleend. De inspecteur stelde later dat X de appartementsrechten tot zijn privévermogen had gerekend zodat hij geen recht had op aftrek van voorbelasting. X ging in beroep tegen de opgelegde naheffingsaanslag BTW. Hij stelde dat hij al in 2007 de appartementsrechten als ondernemingsvermogen had geëtiketteerd en dat het hem niet kon worden tegengeworpen dat de in rekening gebrachte BTW door een omissie pas in een later tijdvak in aftrek was gebracht. Hof Den Bosch verwees naar een arrest van 8 oktober 2010 waarin de Hoge Raad had beslist dat een aftrek waarop direct aanspraak bestond, maar die in eerste instantie ten onrechte niet was gerealiseerd, niet alsnog via herziening kon worden teruggevraagd. Als laatste tijdstip waarop de keuze om een goed al dan niet als ondernemingsvermogen aan te merken, gold het tijdstip waarop het goed in gebruik was genomen. Het tijdstip van ingebruikname was volgens het Hof het laatste tijdstip waarop X de appartementsrechten tot zijn ondernemingsvermogen kon rekenen. Uiterlijk op dat moment moest X uitdrukking geven aan zijn keuze. Het stond volgens het Hof niet precies vast wanneer de ingebruikname had plaatsgevonden, maar het stond wel vast dat dit in 2007 had plaatsgehad. Het Hof besliste dat X er niet voor had gekozen om de appartementsrechten in 2007 tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen omdat hij de in rekening gebrachte BTW niet uiterlijk in de aangifte BTW over het vierde kwartaal 2007 als voorbelasting in aftrek had gebracht. De beslissing dat X de appartementsrechten niet tot zijn ondernemingsvermogen had gerekend, bleek volgens het Hof ook uit het feit dat X in de jaren 2007 tot en met 2010 geen BTW wegens een fictieve dienst in zin van artikel 4, lid 2, onderdeel a, Wet OB had aangegeven.

(Bron: FUTD)

Achterstallig onderhoud, bodemverontreiniging, verkeersoverlast, windmolens en een hondenuitlaatplek naast de deur. Dit zijn inmiddels wel bekende factoren die de waarde van uw woning kunnen drukken. Minder voor de hand liggende factoren waarmee woningeigenaren de belastingrechters ook wisten te overtuigen waren de aanwezigheid van een papegaaienopvang in de buurt, geluidsoverlast van een muziekvereniging en uitzicht op het WC-raampje van de buren.

De prijs die door de meestbiedende koper zou worden besteed bij aanbieding ten verkoop op de voor de woning meest geschikte wijze na de beste voorbereiding, dát is de waarde die op de beschikking moet staan voor de WOZ. De gemeente probeert bij de waardering natuurlijk zoveel mogelijk rekening te houden met alle waardebepalende factoren, maar uit de grote verzameling van uitspraken over WOZ-waarden die Fiscaal up to Date in de loop van de jaren heeft verzameld, blijkt dat gemeenten wel eens steken laten vallen en woningen daarom te hoog hebben gewaardeerd. Met een aantal – vaak interne – factoren, kunnen de gemeenten ook geen rekening houden omdat ze het niet weten als de woningeigenaar het ze niet vertelt. Denk aan: asbest, houtrot, lekkages en achterstallig onderhoud. Het is dus raadzaam om te controleren of de WOZ-waarde van uw woning wel juist is vastgesteld. De WOZ-waarde is namelijk niet alleen van belang voor de OZB, maar ook voor het eigenwoningforfait, waterschapsomslagen en soms de erf- of schenkbelasting. Heeft de gemeente wel rekening gehouden met alle factoren die de waarde van uw woning kunnen beïnvloeden, en zo ja, is dit op de goede manier gedaan? De afgelopen jaren bestond misschien wat minder aanleiding voor een nader onderzoek naar de WOZ-waarde van uw woning, omdat door de economische crisis de waarde nog van zelf naar beneden ging, alhoewel ook hier voorbeelden zijn aan te wijzen waarin de gemeente daar niet goed rekening mee heeft gehouden. Na de forse prijsdalingen op de woningmarkt in de voorgaande jaren is het beeld nu echter anders. Tussen 2013 en 2014 daalde de WOZ-waarde gemiddeld nog met 2,8%, maar na de waardepeildatum 1 januari 2014 is weer sprake van een lichte stijging van de WOZ-waarden. De WOZ-beschikking voor 2016 die u binnenkort ontvangt, gaat uit van de waarde van de woning op 1 januari 2015.

Fiscaal up to Date heeft daarom net als voorgaande jaren een overzicht samengesteld van uitspraken van Rechtbanken, Hoven en Hoge Raad over de effecten van bepaalde omstandigheden op de WOZ-waarde van woningen. Wellicht kunt u hiermee de WOZ-waarde van uw woning met succes aanvechten. Uit de totaalcijfers blijkt dat van de ingediende bezwaren tegen de WOZ-waarde circa 45 % wordt gehonoreerd en dat in dat geval de vastgestelde waarde gemiddeld met maar liefst 10% wordt verminderd.

Nieuw in vergelijking met voorgaande jaren is wel dat het niet meer alleen hoeft te gaan om een vermindering van de WOZ-waarde. Ook als u vindt dat de WOZ-waarde van uw woning te laag is vastgesteld, kunt u bij de gemeente bezwaar maken. Een succesvol bezwaar en een hogere WOZ-waarde brengt dan wel hogere belastingen mee, maar daar is het natuurlijk niet om te doen. Een potentiele koper vergelijkt de vraagprijs van een woning natuurlijk ook met de WOZ-waarde en ook financiers kijken steeds vaker naar de WOZ-waarde. In dat geval kan een hogere WOZ-waarde wel eens voordeliger blijken. Kijk dus ook eens met andere ogen naar uw WOZ-waarde. Voorheen keken we of hij niet te hoog was, nu vragen we ons liever af: is de WOZ-waarde juist. Bij de belastingrechter een hogere waarde van een woning bepleiten omdat de aanwezigheid van hanggroepjongeren, de buurt “verjongt”, lijkt echter geen haalbare kaart.

Het volgende overzicht is een greep uit deze verzameling van spraakmakende zaken (via het Fidanummer krijgt u inzage in de rechterlijke uitspraak, alleen beschikbaar voor abonnees).

Bent u nog geen abonnee? Neem een (proef)abonnement en ervaar de snelle en complete nieuwsvoorziening van Fiscaal up to Date.

Recente artikelen (openbaar):

  • WOZ-waarde was voldoende verlaagd met herstelkosten van muur en kelder
  • Uitbreiding A12 en aanleg rondweg verlaagden WOZ-waarde met € 36.000
  Instantie Fidanr.
Verkoop op basis van erfpacht alleen indicatie van WOZ-waarde opstal Hof Den Bosch 11-12-2015, nr. 14/00674 20160015
Verzakte muur en lekkende kelder drukten WOZ-waarde Hof Arnhem-Leeuwarden 15-12-2015, nr. 14/01251 20157637
WOZ-waarde sloopwaardig pand 35% te hoog vastgesteld Hof Arnhem-Leeuwarden 15-12-2015, nr. 14/00620 20157642
WOZ-waarde woning verminderd door overlast landbouwverkeer Hof Den Bosch 11-9-2015, nr. 14/00529 20155858
WOZ-waarde lager omdat verschil met vergelijkingspand niet duidelijk werd Hof Arnhem-Leeuwarden 25-8-2015, nr. 14/00587 20155375
WOZ-waarde woning door bouwkundige gebreken gelijk aan grondwaarde Hof Arnhem-Leeuwarden 23-6-2015, nr. 14/00505 20154362
WOZ-waarde fors lager door overlast van mestvergistingsinstallatie Hof Arnhem-Leeuwarden 30-6-2015, nr. 14/00908 20154370
Uitbreiding A12 en aanleg rondweg verlaagden WOZ-waarde met € 36.000 Hof Den Haag 4-3-2015, nr. 14/00581 20152895
WOZ-waarde nog eens € 13.000 lager door tegenoverliggend flatgebouw Hof Arnhem-Leeuwarden 3-3-2015, nr. 14/00493 20151766
WOZ-waarde lager door onverklaarbaar verschil met referentieobjecten Hof Arnhem-Leeuwarden 18-11-2014, nr. 13/00328 20146902
Arbeidsmigranten op bungalowpark reden voor lagere WOZ-waarde Hof Den Haag 29-7-2014, nr. 13/01652 20145892
WOZ-waarde uitgewoond appartement met € 23.000 verminderd Hof Arnhem-Leeuwarden 26-8-2014, nr. 13/01041 20145454
Slechte staat damwand drukte WOZ-waarde met € 19.000 Hof Arnhem-Leeuwarden 19-8-2014, nr. 13/00612 20145202
Structurele hoge waterstand en schimmel drukten WOZ-waarde met € 20.000 Hof Den Haag 5-8-2014, nr. 14/00113 20145145
Deplorabele staat woning drukte WOZ-waarde met € 12.000 Hof Amsterdam 3-7-2014, nr. 12/00346 20145009
WOZ-waarde fors lager omdat gemeente met teveel grond en inhoud rekende Hof Arnhem-Leeuwarden 24-6-2014, nr. 13/00597 20144187
Rijwoningen met minder grond geen referentiepanden voor hoekwoning Hof Amsterdam 26-6-2014, nr. 13/00110 20144089
Oostkapelle wat ligging en wind betreft geen Zoutelande: WOZ-waarde verlaagd Rechtbank Zeeland-West-Brabant 15-4-2014, nr. 13/4908 20143039
Waardedruk van € 11.000 voor scheuren in muren en staat van dakkapel Hof Arnhem-Leeuwarden 3-6-2014, nr. 13/00640 20143413
WOZ-waarde door vervuiling voormalige stortplaats met ruim 35% omlaag Hof Arnhem-Leeuwarden 4-3-2014, nr. 13/00208 20141592
Misbruik door jongelui van tuin aan water drukte WOZ-waarde woning Hof Arnhem-Leeuwarden 11-2-2014, nr. 12/00205 20140968
Waardevermindering van 25% voor bodemverontreiniging Hoge Raad 31-1-2014, nr. 13/03957 20140490
Ligging woning aan rondweg was waardedrukkende omstandigheid Rechtbank Noord-Nederland 7-6-2013, nr. 12/4343 20140214
Bovengrondse hoogspanningsleiding verminderde WOZ-waarde met € 37.000 Hof Den Haag 27-5-2013, nr. 12/00404 20140048
WOZ-waarde € 35.000 lager door geluidsoverlast van muziekvereniging Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25-10-2013, nr. 12/5447 20137248
WOZ-waardedruk van meer dan € 100.000 voor wateroverlast souterrain Hof Arnhem-Leeuwarden 9-4-2013, nr. 12/00046 20132548
Dreigende executieverkoop was WOZ-waardedrukkend Hof Arnhem-Leeuwarden 29-1-2013, nr. 12/00018 20130952
Burenruzie verminderde WOZ-waarde als dit potentiële koper beïnvloedde Hof Arnhem-Leeuwarden 8-1-2013, nr. 12/00048 20130100
WOZ-waarde verminderd door economische crisis Hof Den Haag 15-6-2012, nr. 11/00346 20124072
WOZ-waarde verminderd wegens ligging langs drukke weg Hoge Raad 11-5-2012, nr. 12/00069 20123076
WOZ-waarde grachtenpand wegens verzakking € 143.000 lager Hof Amsterdam 26-4-2012, nr. 11/00072 20122965
Asbest leidde ook zonder noodzaak tot verwijdering tot lagere WOZ-waarde Hof Amsterdam 2-2-2012, nr. 11/00552 20122504
Houtworm en asbest in dakbeschot leidden tot lagere WOZ-waarde Hof Leeuwarden 27-3-2012, nr. 11/00109 20122186
WOZ-waarde met € 40.000 verminderd wegens stankoverlast Hoge Raad 17-2-2012, nr. 11/03369 20121152
Verlaging WOZ-waarde met bijna 5% voor plaatsing UMTS-telefoniemasten Hof Amsterdam 12-1-2012, nr. 10/00095 20120536
Ligging woning bij druk kruispunt leidde tot lagere WOZ-waarde Rechtbank Breda 7-12-2011, nr. 11/3523 20120474
Bodemverontreiniging,
wateroverlast en schoolplein leidden tot lagere WOZ
Rechtbank Dordrecht 10-1-2012,
nr. 11/34
20120326
Geluidsoverlast van treinverkeer
verminderde WOZ-waarde met € 16.000
Hof Arnhem 22-11-2011, nr. 11/00268 20116563
WOZ-waarde wegens wateroverlast
in kruipruimte met € 20.000 verminderd
Hof Amsterdam 28-7-2011, nr.
10/00887
20113815
Met aftrek van € 40.000 was
slechte onderhoudstoestand van flat gedekt
Hof Den Haag 8-6-2011, nr.
10/00295
20113388
Naastgelegen bordeel en
verzakkingen drukten WOZ-waarde met ruim 10%
Rechtbank Den Haag 1-6-2011, nr.
10/8694
20113401
Uit de hand gelopen burenruzie
drukte WOZ-waarde met € 75.000
Hof Amsterdam 28-4-2011, nr.
09/00808
20113249
Waardedruk van € 41.000 voor
tunnelbak en hangplek jongeren
Hoge Raad 29-4-2011, nr.
10/03620
20112052
Drugstoerisme in Bergen op Zoom
verminderde WOZ-waarde
Rechtbank Breda 7-2-2011, nr.
10/3342
20111123
Waardedruk van € 22.000
door geluidsoverlast van Randstadrail
Hof Den Haag 25-3-2011, nr.
10/00203
20110608
WOZ-waarde verminderd wegens Reeperbahn-effect Hof Den Bosch 29-7-2010, nr.
08/00797
20105429
Waardevermindering van
€ 40.000 voor achterstallig onderhoud
Hof Den Haag 6-10-2010, nr.
09/00894
20105159
Vochtschade aan binnenzijde
woning verminderde WOZ-waarde met € 15.000
Hof Den Haag 22-6-2010, nr.
09/00425
20103594
Rompslomp voor
bestemmingswijziging drukte WOZ-waarde met 10%
Hof Den Haag 23-6-2010, nr.
09/00764
20103401
Vermindering WOZ-waarde wegens
overlast naastgelegen veehouderij
Rechtbank Dordrecht 20-11-2009,
nr. 07/1088
20101778
WOZ-waarde met € 97.000
verminderd wegens overlast van hondenkennel
Hof Den Haag 19-1-2010, nr.
09/00537
20101482
WOZ-waarde van sloopwoning nabij
luchthaven fors verminderd
Hof Amsterdam 5-11-2009, nr.
07/00324
20095358
Fundering- en gevelschade
verminderden WOZ-waarde met € 55.000
Hof Den Haag 25-8-2009, nr.
07/00563
20093727
Schade aan woning door verslaafde
leidde tot lagere WOZ-waarde
Hof Den Haag 30-6-2009, nr.
08/00034
20093041
Nabijheid van horeca en
coffeeshop drukte WOZ-waarde
Hof Den Haag 7-7-2009, nr.
07/00627
20093961
Plannen om dijk terug te leggen
verminderden WOZ-waarde met 10%
Hof Arnhem 8-9-2009, nr.
08/00199
20094061
Nabijheid van spoorlijn
verminderde WOZ-waarde van woning met € 37.300
Rechtbank Almelo 28-10-2008, nr.
08/368
20084377
Waardedruk nabijgelegen
luchthaven en verkeersweg was 5%
Hof Arnhem 5-10-2007, nr.
07/00037
20073502
Windmolens nabij woning
verminderden WOZ-waarde met € 25.000
Hof Leeuwarden 17-8-2007, nr.
76/06
20072900
Waardedruk door asbestvervuiling
bedroeg in totaal € 47.740
Hof Arnhem 5-7-2007, nr.
06/00399
20072684
Studentenoverlast drukte
WOZ-waarde met € 35.000
Rechtbank Den Haag 29-6-2007,
nr. 06/5791
20072411
Naast woning gelegen pretpark
drukte WOZ-waarde
Rechtbank Middelburg 29-12-2006,
nr. 06/239
20070061
Nabijheid hondenuitlaatplaats
verminderde WOZ-waarde met f 5.000
Hoge Raad 11-02-2005 nr. 3992 20050630
Slagschaduwhinder windmolen
verminderde WOZ-waarde
Hoge Raad 17-12-2004, nr. 39644 20044508
Naburig papegaaienbedrijf
verminderde WOZ-waarde met € 10.000
Hof Arnhem 9-8-2004, nr.
02/03453
20043208
Niet-ontplofte bom in tuin
verminderde WOZ-waarde met € 22.689
Hof Den Haag 3-8-2004, nr.
03/03484
20042740
Naburige kippenmesterij leidde
tot vermindering WOZ-waarde
Hof Leeuwarden 20-2-2004, nr.
1403/02
20040631
Skatebaan leidde tot
vermindering WOZ-waarde
Hof Arnhem 23-4-2003, nr.
02/03112
20032205
WC-raampje van buren had
waardedrukkend effect op woning
Hof Den Haag 16-8-2000, nr.
97/03153
20003476

In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen (OFM) 2016 is een vereenvoudiging opgenomen van de informatieplicht bij eigenwoningschuld.

Voor belastingplichtigen met een eigenwoningschuld anders dan bij aangewezen administratieplichtigen, zoals een bank, geldt een informatieplicht. Het gaat bijvoorbeeld om een schuld bij de “eigen” bv of bij een familielid. Op basis hiervan moeten deze belastingplichtigen via een modelformulier bepaalde gegevens over de schuld aan de Belastingdienst verstrekken. Informatie moet worden verstrekt bij het aangaan van de schuld en bij latere wijzigingen daarvan. In de praktijk is dit proces zeer bewerkelijk gebleken, zowel voor belastingplichtigen als voor de Belastingdienst. Daarnaast komt het vaak voor dat informatie te laat wordt aangeleverd. Dat kan leiden tot een (tijdelijke) renteaftrekbeperking. Redenen om dit proces anders in te richten.

Voorgesteld wordt om het proces te integreren in het aangifteproces en de benodigde informatie vanaf het belastingjaar 2016 alleen nog uit te vragen via de aangifte. De renteaftrek in de aangifte kan alleen worden geclaimd wanneer alle hierop betrekking hebbende vragen zijn beantwoord. De afzonderlijke sanctie van (tijdelijk) verlies van renteaftrek bij het niet tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens kan daarmee vervallen. Voor het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens gaan dezelfde sancties gelden die van toepassing zijn bij het niet, onjuist of onvolledig doen van aangifte.
[ Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden ]