DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de Zelfstandige zonder personeel (ZZP), belastingnieuws, belastingaangifte of belastingaanslag

Startende ondernemers worden door de Belastingdienst geholpen om hun administratie goed in te richten en om hun betalingsverplichtingen beter in de gaten te houden. Zo kunnen startende ondernemers een gratis sms-alert aanvragen om hen te helpen herinneren dat zij de btw-aangifte en betaling tijdig verrichten.

‘Vergeet niet uw aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal in te dienen en te betalen voor 1 februari.’ In januari ontvingen 8.000 starters dit sms’je van de Belastingdienst op hun mobiele telefoon. Sinds 4 maanden wordt deze mogelijkheid geboden. Medewerkers van de Starterteams van de Belastingdienst bezoeken starters en brengen de service onder de aandacht. Maandelijks komen er 2.000 abonnees bij. Door het versturen van een e-mail met telefoonnummer en BSN-nummer naar smsalert@belastingdienst.nl is de aanmelding een feit. In de proeffase bleken de resultaten veelbelovend. Door de sms-attendering daalde de groep zware verzuimers (meer dan 3 keer te laat geweest) met 40%. Op het YouTubekanaal van de Belastingdienst is een externe link: instructievideo te bekijken.

Verder is de Belastingdienst op 23 en 24 januari te vinden op de Webwinkel Vakdagen in de Utrechtse Jaarbeurs. Dit is de belangrijkste beurs voor E-commerce in de Benelux. Webwinkels moeten aan voorwaarden voldoen om een betrouwbare administratie te kunnen overleggen aan de Belastingdienst. Medewerkers van de Belastingdienst kunnen de startende ondernemers daarover informeren. Er zal ook een presentatie worden gegeven waarin de volgende onderwerpen aan bod komen: ‘Welke regels gelden er voor het starten van een webwinkel?’, ‘Wat zijn de belangrijkste juridische valkuilen en fiscale regels?’. De bezoekers worden ook gewezen op het speciale Twitteraccount voor startende ondernemers van de Belastingdienst: @BDstarters. Er worden meer dan 10.000 bezoekers verwacht op de beurs.

(Bron: belastingdienst)

Op 1 januari 2012 zijn de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet op een aantal punten veranderd. Lees hierna het overzicht.

Belastingtarieven

De tarieven over 2012 voor inkomsten in box 1 (werk en woning), box 2 (aanmerkelijk belang) of box 3 (sparen en beleggen) zijn veranderd? De fiscus berekent de volgende tarieven:

Tarieven box 1 (werk en woning) Belastingplichtigen die in 2012 jonger dan 65 jaar (geboren na 1947) zijn:

Schijf Belastbaar inkomen Percentage
1 t/m € 18.945 33,1%
2 Vanaf € 18.946 t/m € 33.863 41,95%
3 Vanaf € 33.864 t/m € 56.491 42%
4 Vanaf € 56.492 52%

 

Een belastingplichtige wordt in 2012 65 jaar (geboren in 1947):

Schijf Belastbaar inkomen Percentage
1 t/m € 18.945 15,2% *
2 Vanaf € 18.946 t/m € 33.863 24,05% *
3 Vanaf € 33.864 t/m € 56.491 42%
4 Vanaf € 56.492 52%

* Wordt iemand 65 jaar in de loop van 2012, dan betaalt diegene geen AOW-premie meer vanaf de maand waarin deze persoon 65 wordt. Tot die maand gelden de tarieven uit de eerste tabel.

Een belastinglichtige is in 2012 65 jaar of ouder (geboren vóór 1946):
Schijf Belastbaar inkomen Percentage
1 t/m € 18.945 15,2%
2 Vanaf € 18.946 t/m € 34.055 24,05%
3 Vanaf € 34.056 t/m € 56.491 42%
4 Vanaf € 56.492 52%
Tarief Box 2 (belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang)
Het tarief voor de belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang bedraagt 25%. Het tarief is niet gewijzigd.
Tarief Box 3 (belastbaar inkomen uit sparen en beleggen)
Het tarief van de belasting op het belastbare inkomen uit sparen en beleggen bedraagt 30% en is niet gewijzigd. Het forfaitaire rendement is ongewijzigd en bedraagt 4% van de grondslag sparen en beleggen. Het tarief komt dan per saldo neer op 1,2% belasting over de grondslag sparen en beleggen.

Bedragen heffingskortingen

In 2012 zijn de bedragen van de heffingskortingen:

Heffingskorting Jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder
Algemene heffingskorting per kalenderjaar € 2.033 € 934
Maximum uitbetaling algemene heffingskorting
als iemand geboren is na 31 december 1971
€ 1.491
Maximum uitbetaling algemene heffingskorting
als iemand geboren is na 31 december 1962
maar voor 1 januari 1972
€ 1.762
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (maximaal) € 2.133 € 980
Alleenstaandeouderkorting (maximaal) € 2.266 € 1.042
Jonggehandicaptenkorting € 708
Ouderenkorting € 762
Alleenstaandeouderenkorting € 429
Levensloopverlofkorting € 205
Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) € 4,18
Korting maatschappelijke beleggingen 0,7% van de vrijstelling in box 3 0,7% van de vrijstelling in box 3
Korting directe beleggingen in durfkapitaal
en culturele beleggingen
0,7% van de vrijstelling in box 3 0,7% van de vrijstelling in box 3
Arbeidskorting (maximaal) Laag inkomen Hoog inkomen
Iemand is geboren in 1947 of later
(Iemand is jonger dan 65 of wordt in 2012 65)
€ 1.611 € 1.533
Iemand is geboren in 1946 of eerder
(Iemand ist 65 jaar of ouder)
€ 740 € 705
Doorwerkbonus Bedrag
Iemand is geboren in 1950 (1,5%) € 719
Iemand is geboren in 1949 (6%) € 2.873
Iemand is geboren in 1948 (8,5%) € 4.070
Iemand is geboren in 1946 of 1947 (2%) € 958
Iemand is geboren in 1945 of eerder (2%) € 479

Alleenstaandeouderkorting

In 2012 heeft iemand recht op de alleenstaandeouderkorting als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
  • Iemand heeft in 2012 meer dan 6 maanden geen fiscale partner.
  • Iemand voert in deze periode een huishouding met uitsluitend 1 of meer kinderen waarvan de jongste op 1 januari 2012 jonger is dan 18 jaar (dit was 27 jaar).
De heffingskorting voor alleenstaande ouders bestaat uit een vast bedrag en een inkomensafhankelijk bedrag. Iemand heeft recht op het inkomensafhankelijke deel als diegene voldoet aan de volgende twee voorwaarden:
  • Iemand heeft arbeidsinkomen (naast loon en resultaat uit overige werkzaamheden ook winst uit onderneming).
  • Tot iemands huishouding hoort een kind dat op 1 januari 2012 jonger is dan 16 jaar.

Uitbetaling heffingskortingen

De uitbetaling van heffingskortingen aan fiscale partners met geen of een laag inkomen wordt sinds 2009 jaarlijks verlaagd. Gezinnen met jonge kinderen en belastingplichtigen geboren vóór 1972 waren van deze verlaging uitgezonderd. Vanaf 1 januari 2012 is deze uitzondering vervallen en wordt de uitbetaling jaarlijks verlaagd. Alleen als iemand geboren is vóór 1 januari 1963 blijft de uitzondering bestaan.

Arbeidskorting

De verhoging van de arbeidskorting voor werknemers vanaf 57 jaar is vanaf 1 januari 2012 vervallen.

Levensloopregeling

De levensloopregeling is op 1 januari 2012 gestopt. Er geldt een overgangsmaatregel voor bestaande deelnemers. Welke maatregel geldt, hangt af van de hoogte van het levenslooptegoed op 31 december 2011:
  • Levenslooptegoed minder dan € 3.000 De levensloopregeling stopt in 2013. Als het levenslooptegoed op 31 december 2012 niet is opgenomen, dan wordt dit belast als loon in 2013. De werknemer krijgt dit uitgekeerd via zijn werkgever.
  • Levenslooptegoed € 3.000 of meer De werknemer mag doorgaan met de levensloopregeling tot en met 2021, maar uiterlijk tot de werknemer met pensioen is gegaan of AOW krijgt. De werknemer mag geld bijstorten. De werknemer bouwt echter geen levensloopverlofkorting meer op. De werknemer mag tegoed opnemen voor verlof. De werkgever houdt dan loonheffing in op die opname, en verrekent de levensloopverlofkorting die de werknemer opbouwde tot en met 2011.
Let op!
Over de inleg vanaf 2012 bouwt iemand geen levensloopverlofkorting meer op.

Giften

Gewone en periodieke giften aan culturele ANBI’s mag de schenker voor de berekening van zijn giftenaftrek verhogen met 25%. Deze verhoging kan maximaal € 1.250 zijn. Vanaf 2012 zijn eenmalige gewone giften aan steunstichtingen SBBI aftrekbaar. Dit zijn stichtingen die speciaal zijn opgericht om geld in te zamelen ter ondersteuning van een SBBI voor aangewezen doelen.

Levensonderhoud kinderen

De leeftijdsgrens voor de aftrek van uitgaven voor het levensonderhoud van kinderen is 21 jaar of jonger. (Dit was 30 jaar of jonger.)

Uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten

De leeftijdsgrens voor de aftrek van uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten is 21 jaar. (Dit was 27 jaar.)

Specifieke zorgkosten

Uitgaven voor sommige paramedici, zoals een diëtist, mag iemand meetellen als aftrekbare specifieke zorgkosten, zonder dat sprake is van een doorverwijzing of begeleiding door een erkend arts. Diegene moet dan wel een verklaring hebben van die paramedicus dat sprake is van een medische behandeling.

Uitgaven voor rijksmonumentenpanden

Wanneer iemand in een rijksmonumentenpand woont, zijn de uitgaven voor vaste lasten en afschrijvingen niet meer aftrekbaar. Voor alle rijksmonumentenpanden wordt de aftrek van onderhoudskosten beperkt tot 80% van die kosten. Er geldt geen drempel meer. Er geldt een overgangsmaatregel voor verplichtingen tot onderhoud die zijn aangegaan vóór 1 januari 2012.
(Bron: Pleinplus)

Ondernemers kunnen diverse aftrekposten toepassen. In dit overzicht vindt u de bedragen van die aftrekposten voor 2013, te weten: de ondernemersaftrek, bestaande uit de zelfstandigenaftrek, startersaftrek (bij arbeidsongeschiktheid), aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek en de stakingsaftrek. Daarnaast is er de investeringsaftrek, bestaande uit de kleinschaligheidsaftrek, energie-investeringsaftrek, milieu-investeringsaftrek en de desinvesteringsbijtelling. Verder zijn ook de bedragen en percentages van de MKB-winstvrijstelling en de oudedagsreserve opgenomen.

AFTREKPOSTEN 2013

De ondernemersaftrek De ondernemersaftrek bestaat uit: de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek en de stakingsaftrek.

Zelfstandigenaftrek 2013 De zelfstandigenaftrek wordt niet aangepast en blijft per 1 januari 2013 een vast bedrag van € 7.280, onafhankelijk van de hoogte van de winst.

Een ondernemer die aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd heeft bereikt, heeft recht op 50% van de zelfstandigenaftrek.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Startersaftrek 2013 De startersaftrek blijft € 2.123,-.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 2013 De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid blijft:

– In het eerste jaar: € 12.000 – In het tweede jaar: € 8.000 – In het derde jaar € 4.000

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 2013 De aftrek speur- en ontwikkelingswerk wordt gehandhaafd op € 12.310.

Dat bedrag mag u verhogen met € 6.157 als u in 1 of meer van de 5 voorgaande kalenderjaren geen ondernemer was en in die periode niet vaker dan 2 keer deze aftrek hebt toegepast.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Meewerkaftrek 2013

Aantal uren gelijk of meer dan

Maar minder dan

Meewerkaftrek

525

875

1.225

1.750

875

1.225

1.750

1,25% v/d winst

2,00% v/d winst

3,00% v/d winst

4,00% v/d winst

 

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Stakingsaftrek 2013 De stakingsaftrek bedraagt nog altijd € 3.630,-.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

De investeringsaftrek De investeringsaftrek bestaat uit de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), energieinvesteringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA), de desinvesteringsbijtelling en de Research and Development Aftrek (RDA).

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2013

Tabel Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

Investering meer dan

Maar niet meer dan

Aftrek

€ 2.300

€ 55.248

€ 102.311

€ 306.931

€ 2.300

€ 55.248

€ 102.311

€ 306.931 –

0%

28% € 15.470

€ 15.470 verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat de € 102.311 te boven gaat 0

 

De energie-investeringsaftrek (EIA) 2013 De energie-investeringsaftrek (EIA) bedraagt 41,5%. Dit percentage geldt tot en met 2013. In 2014 wordt het weer 44%.

Het minimumbedrag van de EIA is € 2.300. Het maximum is € 118 miljoen. Zie ook: Energielijst 2013

De milieu-investeringsaftrek (MIA) 2013 De MIA geldt voor investeringen die op de Milieulijst staan. Hij is van toepassing bij een investeringsbedrag boven de € 2.300 (was € 2.200). Per bedrijfsmiddel komt niet meer dan € 25 miljoen in aanmerking.

Tabel milieu-investeringsaftrek

Categorie

Aftrek

I

II

III

36%

27%

13,5%

 

Desinvesteringsbijtelling 2013 Het bedrag van de desinvesteringsbijtelling blijft € 2.300.

Research en Development Aftrek (RDA) 2013 De RDA bedraagt in 2012 54% (was 40%) van de door Agentschap NL vastgestelde kosten en uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan S&O (erkend in een S&O-verklaring).

Overigen

Mkb-winstvrijstelling 2013 Na toepassing van de ondernemersaftrek, kunt u gebruikmaken van de Mkb-winstvrijstelling. Deze bedraagt 14% (was 12%) van de winst.

Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Oudedagsreserve 2013 U mag elk kalenderjaar 12% van uw winst als aftrekpost aan de oudedagsreserve toevoegen. Dit bedrag mag in 2013 niet boven de € 9.542 uitkomen.

Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Extra lijfrentepremieaftrek stakende ondernemers De extra ruimte aan lijfrentepremieaftrek bij ondernemers die hun onderneming of een gedeelte van hun onderneming staken bedraagt maximaal:

  • Bij overdrachten door ondernemers van 60 jaar of ouder; Overdrachten door invalide ondernemers; Het staken van de onderneming door overlijden: € 443.059.
  • Overdrachten door ondernemers van 50 tot 60 jaar; Overdrachten door ondernemers indien de lijfrente-uitkeringen direct ingaan: € 221.537.
  • Overige gevallen: € 110.774.

(Bron: DeZaak)

Ondernemers die tijdelijk weinig geld hebben, kunnen vanaf 1 januari makkelijker uitstel van betaling krijgen bij de Belastingdienst.

Telefonisch

Ondernemers kunnen de fiscus telefonisch maximaal 4 maanden om  uitstel vragen voor een schuld van maximaal 20.000 euro. Voorwaarde is  wel dat ze tot nu toe altijd netjes aan hun fiscale verplichtingen  hebben voldaan. Bovendien moeten ze rente betalen. Aanslagen met een  boete komen niet in aanmerking voor het uitstel.

Langer uitstel

De regels voor  verzoeken om uitstel van betaling van langer dan 4 maanden worden ook  iets minder streng. Ondernemers hoeven in dat geval geen volledige  zekerheid meer te geven voor de openstaande schuld, bijvoorbeeld via een  bankgarantie. Wel blijft een verklaring van een derde, zoals een bank,  vereist waaruit onder meer moet blijken dat de betalingsproblemen van  tijdelijke aard zijn en dat de onderneming levensvatbaar is, aldus  Financiën.

Lucht

Staatssecretaris Frans Weekers van Financiën wil ondernemers op deze manier “wat   extra lucht” geven nu de economische  omstandigheden minder goed zijn. De maatregelen werden al aangekondigd in het Belastingplan 2013.

(Bron: ANP)

Een zware sanctie die de Belastingdienst wel eens toepast, is omkering van de bewijslast. In welke gevallen kan de Belastingdienst dit zware middel toepassen? Wanneer kan de inspecteur een administratie verwerpen?

Uiteraard kan de inspecteur een administratie niet zomaar verwerpen. Hij moet daarvoor goede argumenten aanvoeren.

Ernstige gebreken in administratie

Verwerping van de administratie kan aan de orde komen als bijvoorbeeld het brutowinstpercentage te laag is zonder dat de ondernemer daar een afdoende verklaring voor kan geven, als negatieve kassen worden geconstateerd en de vermogensvergelijking niet klopt. Uw administratie moet dus ernstige gebreken vertonen, zodat deze als onbetrouwbaar en ondeugdelijk kan worden bestempeld en niet meer kan dienen voor de berekening van bijvoorbeeld de verschuldigde btw.

Om de administratie te verwerpen, moet de inspecteur kunnen aantonen dat de gehele boekhouding (en de samenhang tussen de verschillende stukken) ernstige gebreken bevat. De praktijk leert dat als de boekhouding op slechts één punt een gebrek vertoont, er geen sprake kan zijn van omkering van de bewijslast.

Voorbeeld. De Duitse Belastingdienst had de Nederlandse Belastingdienst getipt over de leveringen van plastic tassen door een Duitse leverancier aan een Nederlandse handelaar. In de boeken van de leverancier stonden vier leveringen, terwijl door de Nederlandse Belastingdienst slechts twee leveringen werden gevonden. De Nederlandse inspecteur stelde dat de administratie van de handelaar niet aan de eisen voldeed en concludeerde tot omkering van de bewijslast. Met andere woorden; volgens de inspecteur moest de handelaar zelf bewijzen dat zijn boekhouding wel in orde was.

De omkering van bewijslast werd door Rechtbank Breda in dit geval verworpen omdat de tekortkomingen in de administratie niet ernstig genoeg waren (nr. AWB05/4638). De Duitse leverancier bleek daarnaast met de noorderzon vertrokken te zijn. De rechtbank oordeelde dan ook dat de betrouwbaarheid van de verkoper en zijn administratie twijfelachtig was. Omdat de inspecteur verder niets concreets kon aanvoeren, werd de naheffingsaanslag vernietigd.

Niet voldoen aan bewaarplicht

De inspecteur kan de administratie onder omstandigheden ook verwerpen als niet aan de bewaarplicht is voldaan. Maar ook hier moet de Belastingdienst terughoudend zijn.

Zo heeft Hof Amsterdam onlangs beslist (nr. 03/03368) dat het niet bewaren van kassatelstroken, debiteurenbonnen, blocnotevellen, enveloppen met dagopbrengsten en specificatieformulieren van het kasgeld niet in strijd is met de bewaarplicht. Deze formulieren en enveloppen behoren niet tot de boeken, bescheiden en gegevensdragers die u volgens de wet moet bewaren.

Debiteurenbonnen. De debiteurenbonnen worden gebruikt voor de interne controle. Deze bonnen verliezen hun betekenis voor de administratie zodra de daarop voorkomende bedragen zijn overgenomen op de debiteurenkaarten. Dat ze worden weggegooid, maakt dan niet uit.

Blocnotevellen. De blocnotevellen worden normaal gesproken bewaard tot de klant afrekent en daarna weggegooid. De blocnotevellen verliezen dus hun betekenis na betaling door de klant.

Klantenbonnen. Eerder is al door Hof Amsterdam beslist (nr. 02/06840) dat klantenbonnen niet altijd tot de administratie behoren. Dit is het geval als de kassa-afslagen zijn bewaard en de klantbonnen zijn weggegooid.

(Bron: FOBA)

U kunt de belastingdienst vragen om uitstel van betaling van de verschuldigde belasting. Als u bezwaar maakt met een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag krijgt u soms automatisch uitstel van betaling. Als er betalingsproblemen zijn en er is een belastingschuld dan kunt u om een betalingsregeling vragen of daartoe zelf voorstellen doen. Soms is ook kwijtschelding door de belastingdienst mogelijk. Vraag uitstel of maak bezwaar anders volgt een dwangbevel.

Uitstel van betaling inkomstenbelasting in verband met bezwaarschrift

Er zijn voor particulieren een aantal mogelijkheden voor een uitstel van betaling van de belastingdienst. Voor de betaling van de aanslag inkomstenbelasting kunt u maximaal vier maanden uitstel krijgen als de vordering van de belastingdienst kleiner is dan 20.000 euro en er geen andere belastingaanslagen open staan staan die gepaard gaan van een dwangbevel. De mogelijkheden van uitstel op een rij:

  • Als u niet tegen een belastingaanslag bezwaar maakt, krijgt u ook geen uitstel van betaling van de belastingdienst.
  • Als u wel bezwaar maakt tegen de vordering en het bestreden bedrag onderbouwt met een berekening krijgt u uitstel totdat er een uitspraak is gedaan op uw bezwaar.
  • Als u een belastingaanslag krijgt zonder dat u belastingaangifte had gedaan en u maakt bezwaar dan krijgt u voor maximaal 1 maand uitstel van betaling.
  • Ook als u bezwaar maakt tegen een WOZ-beschikking krijgt u uitstel van betaling.
  • Als er sprake is van een bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een bestuurlijke boete, krijgt u automatisch uitstel.

Bedenk wel dat een invorderingsrente in rekening wordt gebracht als na de laatste vervaldag van de aanslag nog een vordering openstaat. Wees dus wel op tijd met uw verzoek. Verder is het zo dat als u van de belastingdienst geen uitstel krijgt, u binnen tien dagen na dit besluit in beroep kunt gaan.

Uitstel van betaling belastingdienst voor ondernemingen en ondernemers

Ook een ondernemer kan uitstel aanvragen. Voor een onderneming is zonder een zekerheidstelling van de belastingdienst geen uitstel van betaling mogelijk. Dat betekent dus dat een ondernemer eerst moet zorgen voor een borg, garantie, bankgarantie of onderpand op hypotheekrecht. Vervolgens vult u het formulier Verzoek Betalingsregeling en uitstel van betaling van belasting en/of premie in. Geef duidelijk aan om welke belastingaanslag het gaat. U wordt ook gevraagd te motiveren waarom u meent voor uitstel in aanmerking te komen allerlei vragen gesteld. Bovendien doet u de belastingdienst de vereiste stukken van uw onderneming toekomen zoals:

  • De jaarstukken van de afgelopen twee boekjaren.
  • Een tussentijdse balans plus resultatenrekening over het lopende jaar plus een liquiditeitsprognose en algemene prognose voor de komende twee jaar.
  • Een overzicht van de lopende opdrachten en opdrachtgevers.

Op basis van dit alles zal de belastingdienst bepalen of uitstel gerechtvaardigd is.

Langer uitstel met betalingsregeling belastingdienst voor particulieren

Wilt u langer uitstel dan vier maanden dan moet u daarvoor eveneens een verzoek indienen en vragen om een betalingsregeling. Tot slot kunt u ook zelf een voorstel voor betaling doen waarbij als voorwaarde geldt dat de belastingaanslag binnen maximaal 12 maanden moet zijn betaald.

Beoordeling verzoek tot uitstel door de belastingdienst

De belastingdienst beoordeelt uw verzoek als particulier op basis van uw inkomen en vermogen en dat van uw partner. Zes weken na het indienen van uw verzoek krijgt u van de belastingdienst uitsluitsel. De fiscus berekent hoeveel netto inkomen u in ieder geval nodig hebt om in uw levensbehoefte te voorzien. Denk aan de hypotheek, huur, ziektekosten en levensonderhoud volgens de bijstandsnorm. Van het bedrag dat overblijft moet u per maand 80% afstaan aan de belastingdienst.

Aanmaning, boete, beslaglegging, invordering, loonbeslag, gedwongen verkoop

Wat u nooit moet doen is niet reageren op een belastingaanslag als u betalingsproblemen hebt. Reageert u niet, dan volgt eerst een betalingsherinnering, vervolgens een aanmaning, een dwangbevel en tot slot een overheidsvordering. De overheidsvordering moet een automatische incasso en invordering mogelijk maken. Dit gaat gepaard met oplopende kosten die nog bovenop de belastingschuld en invorderingsrente komen. Als dit niet voldoende oplevert, kan de belastingdienst overgaan tot een loonbeslag of gedwongen verkoop van goederen. Dat kan dus ook de verkoop van uw huis betekenen.

Kwijtschelding belastingschuld

Als een betalingsregeling niet kan is er nog de mogelijkheid van kwijtschelding, U kunt dit bij de belastingdienst aanvragen met het formulier Kwijtschelding voor particulieren. Vul de gegevens over uw inkomen en vermogen in en de belastingdienst geeft u daarna uitsluitsel. Dit verzoek kunt u digitaal doen of door aanvraag van het formulier bij de belastingtelefoon.

Slot

Is er een belastingschuld die u niet binnen de juiste termijn kunt betalen, vraag dan de belastingdienst om uitstel van betaling. Sluit een betalingsregeling af of vraag of u misschien voor kwijtschelding van de belastingschuld in aanmerking komt. Wat u niet moet doen is niet reageren, want dan stapelen de problemen en kosten zich alleen maar op.

(Bron: financieel.infonu.nl)

Mocht de Belastingdienst u in een informatiebeschikking vragen om persoonlijke gegevens voor de aangifte inkomstenbelasting (IB) dan is dat niet in strijd met de privacy als er een redelijk heffingsbelang is. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda.

Sinds 1 juli 2011 kan de Belastingdienst u een informatiebeschikking geven. Deze beschikking zal de inspecteur geven als u weigert om de door hem gevraagde informatie te verstrekken. Het voordeel van deze beschikking is dat u deze kunt aanvechten bij de rechter. Die zal dan beoordelen of het verzoek om informatie gerechtvaardigd is. In deze zaak kreeg een man een voorlopige aanslag IB 2008 opgelegd naar een inkomen van € 25.000. De man ging in bezwaar tegen deze aanslag en gaf in zijn aangifte een loon op van € 1.599 en bijstand van € 5.285. Het viel de inspecteur echter wel op dat de man een tweedehands Mercedes had gekocht.

Informatiebeschikking is redelijk

De fiscus wilde graag weten hoe de man aan het benodigde geld was gekomen om de auto te kopen. Hij gaf aan dat hij geld had geleend van een vriend en dat zijn familie hem een handje hielp. Op een gegeven moment weigerde de man om de vragen van de Belastingdienst nog verder te beantwoorden. De inspecteur verstrekte daarom een informatiebeschikking en vroeg daarin om de namen van de familie, bankafschriften en gegevens over de aflossing van de lening bij de vriend en de tankbeurten van de auto. De man vond dat de fiscus dit niet mocht vragen en dat het in strijd was met de privacy. De rechtbank stelde echter dat de inspecteur een redelijke heffingsbelang had bij de door hem gevraagde informatie. De grenzen van de redelijkheid en privacy waren dus niet overschreden.

(Bron: Fiscaal Rendement)

De Belastingdienst verstuurt binnenkort herinneringsbrieven aan belastingplichtigen die hun aangiften inkomstenbelasting 2011 nog niet hebben ingediend. In de meeste gevallen ontvangt uw adviseur deze brief niet. Laat hem of haar daarom direct weten dat u een herinneringsbrief heeft ontvangen, zodat er nog maatregelen genomen kunnen worden om een boete voor het te laat indienen van uw aangifte te voorkomen. Bij het te laat indienen van een aangifte inkomstenbelasting kan een inspecteur een boete opleggen van € 226 ingeval dit de eerste keer is en bij de tweede keer zelfs € 984.

Volgens Hof Amsterdam hoeft de inspecteur niet meteen wantrouwig te zijn als een ondernemer over een jaar een hoger verlies opgeeft dan normaal. Daardoor mag hij de ondernemer een navorderingsaanslag opleggen als dit verlies toch te hoog blijkt te zijn.

In deze zaak ging het om een vennoot van een vof die in 2001 een verlies had opgegeven van bijna € 125.000. Ter vergelijking: in de jaren van 1998 tot en met 2000 en de jaren 2002 en 2003 varieerden de verliezen van nihil tot nog geen € 18.000. Ondanks het opvallend hoge verlies had de inspecteur de aangifte van vennoot geaccepteerd. Pas later ontdekt de fiscus dat de vennoot niet zo veel verlies had geleden in 2001. Rechtbank Haarlem vond dat de Belastingdienst de vennoot geen navorderingsaanslag mocht opleggen omdat een nieuw feit ontbrak. De inspecteur had zijn onderzoeksplicht verzaakt door bij het zien van het hoge verlies niet meteen onderzoek te doen. Het hof oordeelde echter dat de fiscus niet meteen een aangifte in twijfel hoeft te trekken als deze een verlies opgeeft dat een stuk hoger is dan in recente jaren en jaren in de nabije toekomst. De inspecteur beschikte dus wel over een nieuw feit. Het hof zag wel reden de navorderingsaanslag te verminderen, maar op zich was navordering toegestaan.

(Bron: Taxence)

Als de inspecteur de aangifte volgt nadat de belastingplichtige hem uitgebreid heeft ingelicht over zijn standpunt, schept hij daarmee vertrouwen. De belastingplichtige mag zich dan beroepen op het vertrouwensbeginsel. Het vertrouwensbeginsel kan de fiscus verplichten een belastingaangifte te volgen, ook al zijn de standpunten waarop de belastingplichtige zijn aangifte baseert niet helemaal juist. Een beroep op het vertrouwensbeginsel heeft pas een redelijke kans van slagen als de belanghebbende mocht aannemen dat de inspecteur een bepaald standpunt heeft ingenomen.

In een zaak voor Hof Leeuwarden bijvoorbeeld had een man de Belastingdienst een brief gestuurd. Hierin legde hij uitvoerig uit dat hij een geldlening had verstrekt aan een onderneming. De schuldeiser stelde in zijn brief ook dat de lening als eigen vermogen van de schuldenaar fungeerde, zodat de resultaten uit de lening bij de schuldeiser waren belast als winst uit medegerechtigdheid (box 1). De inspecteur gaf geen antwoord op de brief, maar volgde in de daaropvolgende twee jaren de aangifte van de man die was opgesteld conform het standpunt in de brief. Het hof oordeelde dat hierdoor bij de man het vertrouwen was opgewekt dat de inspecteur een gedragslijn volgde die berustte op een bewuste standpuntbepaling. De fiscus moest dit vertrouwen eerbiedigen. Daardoor kon de man een latere afwaardering van deze vordering aftrekken, ook al had de vordering eigenlijk in box 3 moeten vallen.

(Bron: Taxence)