DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de Zelfstandige zonder personeel (ZZP), belastingnieuws, diversen

Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat de inspecteur informatie over een belastingplichtige mag opvragen bij haar zorgverzekeraar. Hij hoeft de belastingplichtige daarvan niet op de hoogte te stellen.

De belastingplichtige claimt in haar IB-aangifte 2006 aftrekbare ziektekosten. Ze voert onder andere € 2.538 aan nominale Zvw-premie op. De inspecteur is van mening dat zij slechts éénmaal recht heeft op aftrek van de standaardpremie. Verder neemt de inspecteur contact op met Agis over de door de belastingplichtige geclaimde bedragen en uitbetaalde vergoedingen. De belastingplichtige stelt dat de door Agis aan de inspecteur op diens verzoek verstrekte informatie over haar onrechtmatig is verkregen. Volgens haar had zij op de hoogte gesteld moeten worden en had de desbetreffende informatie ook bij haar kunnen worden opgevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur op grond van art. 53 AWR bevoegd is om dergelijke informatie bij derden op te vragen. Er is dan ook geen sprake van onrechtmatig verkregen informatie. Verder wijst het hof er nog op dat de inspecteur niet aan de belastingplichtige hoeft mede te delen als hij informatie over haar opvraagt bij de zorgverzekeraar. Ook is deze bevoegdheid niet beperkt tot gevallen waarin de informatie niet bij de belastingplichtige zelf kan worden opgevraagd. Het hof volgt de inspecteur vervolgens ook in zijn stelling dat het opvragen van informatie bij Agis efficiënter is dan het opvragen bij de belastingplichtige. Het hoger beroep is ongegrond.

(Bron: Pleinplus)

De fiscus kan voor het vaststellen van correcties in de aangifte van de ondernemer ook gebruik maken van grotendeels geanonimiseerde verklaringen van klanten. Het is aan de ondernemer om tegenbewijs te leveren.

Als aan de administratie van een ondernemer zodanige gebreken kleven dat deze niet als basis kan dienen voor de winstberekening, kan de fiscus volstaan met een redelijke gemotiveerde schatting. Volgens Rechtbank Breda is er ook sprake van een gemotiveerde schatting als de inspecteur bij de correcties gebruikmaakt van bedragen die afkomstig zijn van de door hem bij klanten van de ondernemer verrichtte derdenonderzoeken. In dit specifiek geval wilde het merendeel van de klanten alleen hun medewerking verlenen op voorwaarde dat hun gegevens niet openbaar zouden worden gemaakt. De inspecteur heeft die stukken dan ook niet overgelegd, maar heeft hieruit wel conclusies getrokken voor wat betreft de hoogte van de door de ondernemer verzwegen bedragen. Deze omstandigheid was echter niet van invloed op het oordeel van de rechter. Volgens de rechter had de inspecteur de correcties in redelijkheid vastgesteld. De ondernemer had namelijk de mogelijkheid om aannemelijk te maken waarom de omzet lager zou zijn dan het bedrag dat de inspecteur had berekend. Nu hij niet daarin was geslaagd, verklaarde de rechter zijn beroep ongegrond.

(Bron: Taxence)

Nog maar een paar weken het het is 1 april, de deadline voor de aangifte Inkomstenbelasting over het jaar 2012.  Tijdens het jaarlijkse belastingspreekuur van De Telegraaf kwamen vorige week tal van fiscale ondernemersvragen binnen. Vooral de auto van de zaak blijkt tot hoofdbrekens te leiden.

In samenwerking met de fiscale experts werden tal van vragen over de aangifte beantwoord. Hieronder een overzicht van de belangrijkste.

1) Auto privé of op naam van de eenmanszaak?

Bijna traditioneel leidt de auto van de zaak, voor de ondernemer zélf of voor zijn medewerkers, tot een hoop onduidelijkheid. Dat blijkt ook uit deze vraag van een zzp’er die wilde weten of de onlangs aangeschafte Audi A5 het beste privé gereden kon worden of juist op naam van het bedrijf gezet moest worden. Dat is een kwestie van heel goed rekenen.

2) Afspraken met medewerkers over bijdrage auto van de zaak

Een andere vraag kwam van iemand met een auto van de zaak die vroeg of brandstof- en andere uitgaven in het buitenland niet van zijn bijtelling kon worden ingehouden. Aparte afspraken tussen werkgever en werknemer over een eigen bijdrage kunnen hierin een oplossing bieden.

3) Verantwoordelijk voor wat personeel invult

Een ondernemersechtpaar trok aan de bel. De fiscus wil over voorgaande jaren nog 120.000 euro terug hebben. Meerdere van hun (ex-)medewerkers hadden op hun aangifte inkomstenbelasting niet ingevuld dat ze een auto van de zaak hadden. Daarop moet de werkgever als inhoudingsplichtige toezien.

4) Bedrijf naast vaste baan: hoe doe je aangifte?

Als ondernemer starten terwijl je nog een baan hebt zorgt voor financiële stabiliteit, maar de vraag rijst al snel hoe je de fiscus dan moet tegemoettreden. Wel zo belangrijk als je voor ondernemersfacilliteiten in aanmerking wilt komen. Cruciaal is het aantal uren dat je in je onderneming steekt.

5) Bedrijf al opgeheven, wat is nog aftrekbaar?

Een vragensteller deed in 2012 nog een paar opdrachten, terwijl hij een jaar eerder zijn eenmansbedrijfje al had opgeheven vanwege te weinig werk plus zijn inmiddels wat hogere leeftijd. “Maar welke kosten mogen mijn vrouw en ik nog aftrekken, ook als de som daarvan hoger is dan de opgetelde facturen?”  Veel hangt af van aard van de kosten, maar bijvoorbeeld ook hoe rendabel je werkzaamheden waren.

6) Geen loonheffingskorting door uitkering AOV

Na een jaar ziekte komt voor een directeur-grootaandeelhouder de verrassing. De arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft hem dat jaar keurig uitgekeerd, maar volgens de verzekeringsmaatschappij heeft hij daardoor geen recht meer op arbeidskorting en doorwerkbonus. Dit hang af van het feit of er sprake is van een tegenwoordige of vroegere dienstbetrekking.

(Bron: Telegraaf)

Belasting betalen: iedere ondernemer, of u nou een eenmanszaak start of een besloten vennootschap (BV), krijgt ermee te maken. En die kosten moet u natuurlijk wel kunnen opbrengen. Gelukkig bestaan er diverse fiscale voordelen waar u als ondernemer of ZZP’er bij de belastingaangifte van kunt profiteren. Hieronder zetten wij de voornaamste regelingen voor u op een rij: 6 slimme tips voor de belastingaangifte.

1. Profiteer van de zelfstandigen- en startersaftrek

De zelfstandigen- en startersaftrek zijn misschien wel de bekendste aftrekposten voor (startende) ondernemers. Met de zelfstandigenaftrek kunt u uw belastbaar inkomen verlagen, waardoor u een lager bedrag aan de fiscus verschuldigd bent. Sinds begin dit jaar is de hoogte van dit bedrag niet meer afhankelijk van de winst, maar mag u een vast bedrag van 7.280 euro fiscaal aftrekken. U moet hiervoor wel aan enkele voorwaarden voldoen.

De startersaftrek is speciaal in het leven geroepen om startende ondernemers fiscaal gezien een extra steuntje in de rug te geven. Deze aftrekpost moet u zien als een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Over 2012 mag u dan nog eens 2.123 euro extra aftrekken van de inkomstenbelasting, mits u aan de gestelde voorwaarden voldoet. Indien u een bedrijf vanuit arbeidsongeschiktheid bent gestart, komt u mogelijk in aanmerking voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid.

U heeft wellicht al gehoord van de nieuwe winstbox, waarin in principe vanaf 2015 bepaalde aftrekposten – waaronder de zelfstandigen- en startersaftrek, maar bijvoorbeeld ook de fiscale oudedagreserve – zullen worden samengevoegd. Het urencriterium zal hierdoor komen te vervallen. Meer weten over de nieuwe winstbox? Op Antwoordvoorbedrijven.nl vindt u meer informatie. Let op: de ingangsdatum van deze toekomstige wijziging is nog niet definitief. Voorlopig kunt u nog tot 1 januari 2015 gebruikmaken van de huidige aftrekposten.

2. Bekijk of middelen een optie is

Het terugkrijgen van belasting door spreiding van uw inkomen, ook wel middeling genaamd, kan voordeel opleveren als uw inkomen het afgelopen jaar weinig constant is geweest. Dit komt bijvoorbeeld vaak voor als u vanuit loondienst een bedrijf bent gestart. Toen u nog in vaste dienst was, waren uw maandelijkse inkomsten vrijwel gelijk, maar als (startende) ondernemer kan uw inkomen per maand een stuk hoger of juist lager zijn. Als u een sterk wisselend inkomen heeft uit werk en woning, moet u waarschijnlijk meer belasting betalen dan wanneer uw inkomen gelijkmatig over een jaar is verdeeld.

Dat is natuurlijk niet zo gunstig wanneer u als starter een financieel gezond bedrijf wilt opbouwen. Om die reden is de middelingsregeling in het leven geroepen, maar middelen is alleen interessant als het recente inkomen voldoende van voorgaande jaren verschilt. U berekent dit als volgt:

  1. Tel de inkomens uit werk en woning van drie aaneengesloten jaren bij elkaar op.
  2. Deel deze uitkomst door drie.
  3. Over het gemiddelde inkomen dat hieruit voortkomt berekent u per jaar opnieuw de verschuldigde belasting.
  4. Vallen de nieuwe berekeningen lager uit dan de oude belastingbedragen? Dan komt u in aanmerking voor een belastingteruggaaf en kan middelen interessant zijn.

3. Komt u in aanmerking voor de meewerkaftrek?

Het komt geregeld voor dat een ondernemer in het bedrijf hulp krijgt van zijn of haar fiscale partner, bijvoorbeeld tijdens het bijwerken van de administratie of het bieden van ondersteuning in uw zaak tijdens de drukke decembermaand. Wanneer u uw partner hiervoor geen vergoeding biedt of kunt bieden, kunt u mogelijk profiteren van de zogenaamde meewerkaftrek. Als deze aftrekpost van toepassing is op uw situatie, hoeft u minder belasting over de winst te betalen.

De specifieke hoogte van deze aftrek is zowel afhankelijk van uw winst als het aantal uren dat uw fiscale partner heeft meegedraaid in uw bedrijf. Houd er rekening mee dat u ook voor deze regeling aan een aantal voorwaarden moet voldoen. Zo is het onder andere van belang dat u voldoet aan het urencriterium. Daarnaast moet u kunnen aantonen dat uw fiscale partner minimaal 525 heeft meegewerkt. Meer informatie over de meewerkaftrek vindt u op Antwoordvoorbedrijven.nl of de website van deBelastingdienst.

4. Investeer en profiteer van belastingvoordeel

Als startende ondernemer is de kans groot dat u het afgelopen jaar in meer of mindere mate heeft geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen voor uw bedrijf. In dat geval kunt u als belastingplichtige mogelijk een deel van het investeringsbedrag van de winst aftrekken. Dit wordt ook wel de investeringsaftrek genoemd. Er zijn diverse vormen waarvoor u in aanmerking kunt komen:

  • Kleinschaligheidsaftrek (KIA) -> Bedoeld voor ondernemers die een bedrag tussen de €2.300,- en €306.931,- investeren in bedrijfsmiddelen voor hun onderneming
  • Energie-investeringsaftrek (EIA) -> Bedoeld voor ondernemers die voor meer dan €2.300,- aan energie-investeringen doen. In dat geval heeft u recht op een aftrek van 41,5 procent, maar houd er rekening mee dat voor deze investering een maximumbedrag van €118.000.000,- geldt. Sinds januari dit jaar moet u investeringen voor de energie-investeringsaftrek digitaal melden via hetAgentschap NL eLoket.
  • Milieu-investeringsaftrek (MIA) -> In 2012 is bij een bedrag aan milieu-investeringen in een kalenderjaar van meer dan €2.300,- de investeringsaftrek vastegesteld op: 36 procent (categorie I), 27 procent (categorie II) en 13,5 procent (categorie III). Ook deze investeringen moet u sinds begin dit jaar digitaal melden bij het Agentschap NL eLoket.
  • Research en Development Aftrek (RDA) -> De RDA-post is ingesteld om het uitvoeren van technologisch speur- en ontwikkelingswerk (S&O) te stimuleren. De RDA is gericht op de S&O-uitgaven van ondernemers die niet zien op arbeid, bijvoorbeeld investeringen in apparatuur en materialen. De RDA wordt als extra aftrekpost in aanmerking genomen bij de fiscale winstbepaling.

5. Bent u een KOR-ondernemer?

Omdat u als startende ondernemer in veel gevallen minder BTW rekent dan grotere organisaties, kan het goed zijn dat u gebruik mag maken van de handige Kleineondernemersregeling, vaak afgekort tot simpelweg KOR. Als u in een jaar 1883 euro of minder aan BTW betaalt, kunt u in aanmerking komen voor belastingvermindering. Het kan zelfs zo zijn dat u helemaal geen BTW verschuldigd bent. Meer weten over deze regeling? Lees er alles over in het artikel 5 feiten over de Kleineondernemersregeling of kijk op deze pagina van de Belastingdienstwebsite.

6. Vraag (indien nodig) tijdig uitstel aan

Ziet u aankomen dat u voor de komende periode de belastingaangifte niet op tijd kan voldoen, wacht dan niet te lang af, maar vraag zelf tijdig uitstel aan om eventuele verzuimboetes en hoge aanslagen van de fiscus te voorkomen. Doe dit in ieder geval vóór de deadline 1 april, maar eerder is natuurlijk altijd beter. Uitstel vragen kan zowel digitaal als schriftelijk en telefonisch. Houd er wel rekening mee dat de Belastingdienst niet altijd bereid zal zijn dit uitstel toe te kennen. Er wordt onder andere gekeken naar de laatste drie belastingjaren en of de aangiftes voor die periode wel (en op tijd) zijn gedaan. Klik hier voor meer informatie over het uitstellen van de aangifte inkomstenbelasting. Laat u uw aangifte verzorgen door een belastingconsulent dan regelt deze normaal gesproken standaard uitstel voor u.

(Bron: Ikgastarten)

In het voorjaar, als de zon ineens naar binnen schijnt, krijg je onontkoombaar de neiging om wat extra te gaan schoonmaken. Mijn idee is om die eerste impuls te richten op je financiële administratie. Je moet waarschijnlijk nog beginnen aan je belastingaangifte en dat is makkelijker als je administratie ordelijk is. Is dat nog niet zo, doe het dan vandaag of komende weekend.
Mensen bewaren vaak veel te veel als het over geldzaken gaat; ze zijn bang om paperassen weg te gooien. Alles gaat in een la of op een grote stapel. Als je dan een bepaald papier nodig hebt, moet je honderden blaadjes doorzoeken. Privéadministratie hoort per jaar in één of twee ordners of lades te passen.

Als je een boekhouder hebt die je aangifte doet, is de kans groot dat je een en ander digitaal moet aanleveren: jaaroverzichten van je inkomen, jaaroverzichten van de bank, WOZ-beschikking van de gemeente en dergelijke. Je kunt er een gewoonte van maken elk belangrijk document dat op papier binnenkomt direct in te scannen en in een digitale map op te bergen.
Je doet dit door in het document op ‘bestand’ te klikken, dan op ‘bewaar als’, en dan verschijnt er rechtsboven een icoontje ‘nieuwe map’. Geef die map niet de naam ‘belasting’, want dan zoek je je na twee jaar documenten verzamelen een ongeluk. Geef de map de naam van de persoon én het jaar. Dus ‘MariekeBel2012’ of ‘BelKees2012’. Al deze mapjes kunnen wel in een nieuwe map ‘Belasting’ worden opgeborgen. Als je (zoals ik) geldzaken en/of de belasting regelt van een aantal familieleden, en je bergt alle digitale documenten niet zorgvuldig op, heb je een aardige kans gek te worden als de boekhouder om één of ander ontbrekend ding vraagt.

Ook de naamgeving van de documenten komt er op aan. ‘WOZ’ of ‘jaaroverzicht’ is niet genoeg. Van welk jaar, van wie, van welk huis? Sommige bescheiden komen per post en moeten direct gescand. Schrijf dan op het papier (met potlood, na het scannen): ingescand, datum, opgeslagen in ‘naam van het mapje’ in ‘plaats van het mapje’.
Andere overzichten komen niet meer op papier binnen. Je moet ze zelf downloaden (bankoverzichten) of je krijgt ze per mail (jaaroverzichten werkgever). Zelf print ik dit soort overzichten niet meer, aangezien ik alles digitaal moet aanleveren. Zo bespaar ik dus op papier en inkt. Voor de veiligheid maak ik regelmatig een back-up van álles op de computer, op een externe schijf. Je kunt er ook voor kiezen zo’n overzicht toch te printen, en het zowel digitaal als op papier in een map te bewaren.

(Bron: Mariekebespaart)

De wijzigingen in de 30%-regeling die met ingang van 1 januari 2012 zijn ingevoerd, bleken namelijk een onbedoeld effect te hebben voor ingekomen werknemers die na een periode van verblijf en tewerkstelling in Nederland onder de 30%-regeling een periode in het buitenland verblijven en na die periode weer terugkeren naar Nederland en dan door de toepassing van de grens van 150 kilometer niet meer in aanmerking komen voor de 30%-regeling. Dit onbedoelde effect wordt met de wijzigingen met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012 ongedaan gemaakt.

Einde looptijd

De looptijd van de 30%-regeling eindigt op de laatste dag van het tijdvak na het tijdvak waarin de tewerkstelling is geëindigd. Pseudo-eindheffing voor hoog loon

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor gevallen waarbij de dienstbetrekking, met het oog op het ontgaan van de zogenoemde pseudo-eindheffing voor hoog loon, in 2012 in overleg met de werknemer geheel of gedeeltelijk wordt omgezet in bijvoorbeeld een zzp-contract. Met deze wijziging worden voor die gevallen nadere regels gegeven.

Verder worden ook nadere regels gegeven voor de situatie dat een inhoudingsplichtige in het jaar 2013 niet meer bestaat maar wel in het jaar 2012 aan een werknemer een loon van meer dan 150 000 euro heeft uitgekeerd. Voor die situatie wordt een bepaling opgenomen die ertoe leidt dat de gewezen inhoudingsplichtige of diens rechtsopvolger de pseudo-eindheffing voor hoog loon verschuldigd is.

(Bron: Pleinplus)

In een nieuwsbericht van 11 juli 2012 laat de rijksoverheid weten dat de overdrachtsbelasting structureel op 2 procent blijft. Het algemene btw-tarief wordt per 1 oktober verhoogd van 19 naar 21 procent. En de btw op podiumkunsten wordt verlaagd van 19 naar 6 procent. Dat zijn enkele maatregelen uit de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013, waarmee de Eerste Kamer gisteren in meerderheid akkoord is gegaan. Daarmee is de bulk van de fiscale maatregelen uit het akkoord, in mei gesloten tussen VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie, geregeld.

Fiscale crisispakket

In het fiscale crisispakket is verder onder andere een aanpassing in de aftrek van deelnemingsrente opgenomen, net als een vergroeningspakket en een wijziging van de accijnzen voor alcohol en tabak.

Budgettaire opbrengst

Van de budgettaire opbrengst van ruim €4 miljard, wordt komend jaar €1,5 miljard ingezet voor versterking van de koopkracht van in het bijzonder huishoudens met een laag inkomen. In 2014 en 2015 wordt de totale opbrengst uit de btw-verhoging gefaseerd teruggesluisd via de inkomsten- en loonbelasting.

Andere fiscale maatregelen

De rest van de fiscale maatregelen wordt geregeld in separate wetsvoorstellen. Zoals eerder gecommuniceerd wordt het afschaffen van de onbelaste kilometervergoeding voor woon-werkverkeer uitgewerkt in het Belastingplan 2013, net als de maatregelen op het gebied van de hypotheekrenteaftrek en een verhuurdersheffing.

Bron: rijksoverheid

Als startende ondernemer kunt u elke euro gebruiken. Hieronder 3 nuttige tips waardoor u minder aan belasting hoeft af te dragen.

1. Verreken de vooraf gemaakte kosten

In de opstartfase van uw bedrijf maakt u misschien al kosten voordat u ingeschreven staat bij de Belastingdienst. Heeft u bijvoorbeeld marktonderzoek gedaan? Of communicatieadvies ingewonnen? Bewaar dan de offertes en facturen. Dergelijke kosten kunt u namelijk later nog aftrekken. Ook de btw hierover mag u later nog als voorbelasting aftrekken in uw aangifte omzetbelasting. Overigens tellen voor het urencriterium ook de uren mee die u vooraf in het opstarten van uw bedrijf heeft gestoken.

2. Dien een middelingsverzoek in

In de opstartfase kan uw inkomen nog erg schommelen. U betaalt dan elk jaar een ander bedrag aan belasting. Het kan dan voordelig zijn om bij de Belastingdienst een middelingsverzoek in te dienen. De fiscus berekent de belasting dan over uw gemiddelde inkomen van drie opeenvolgende jaren. Als uw gemiddelde inkomen in een lager belastingtarief uitkomt, kunt u belasting terugkrijgen. De eerste € 545 van het verschil tussen de verschuldigde en de herrekende belasting krijgt u niet terug.

3. Pas uw voorlopige teruggave aan

Ontvangt u in het jaar dat u uw bedrijf begint automatisch een voorlopige teruggave? Dan kan het handig zijn om deze te wijzigen. Deze voorlopige teruggave is dan namelijk gebaseerd op het inkomen dat u had voordat u ondernemer werd en is waarschijnlijk te hoog. Als dat inderdaad het geval is, kunt u de teruggave wijzigen of stopzetten. Met de Wijzigingswijzer van de Belastingdienst kunt u zien of de teruggave klopt. Hierin staat ook hoe u de opgave kunt wijzigen.

(Bron: ING)

Op 26 april 2013 bereikten CDA, VVD, D66, GroenLinks en CU een akkoord over de aanpak van de economische crisis en het in 2013 terugdringen van het begrotingstekort tot 3%. De afspraken zijn vastgelegd in het concept voor het Stabiliteitsprogramma Nederland. De maatregelen worden de komende periode uitgewerkt en zijn de kaders voor de begroting 2013. Voor passend onderwijs wordt alleen gesproken over het jaar 2013. Wat er daarna gebeurt wordt nog besproken. Dit programma bevat dus voornemens en is nog niet definitief omgezet in wet.

De belangrijkste maatregelen op een rij

Pensioen

  • In 2013 wordt de AOW-leeftijd met 1 maand verhoogd. Daarna volgt een verhoging van de leeftijd in stappen, met als uiteindelijk resultaat dat uiterlijk in 2019 de pensioenleeftijd 66 wordt en in 2024 67.
  • In 2014 wordt de pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen verhoogd naar 67 jaar.
  • Het budget voor extra “doorwerkbonussen” wordt beëindigd.

Arbeidsmarkt

  • De WW uitkering in de eerste zes maanden komt voor rekening van werkgevers.
  • Ontslagvergoedingen worden beperkt.

Loonmatiging

  • Voor ambtenaren geldt voor de jaren 2012 en 2013 een nullijn.
  • Met de sector onderwijs worden afspraken gemaakt voor een extra investering van 75 miljoen voor versterking van de kwaliteit van leraren en schoolleiders.

BTW

  • Het hoge tarief wordt in oktober 2012 met twee procent verhoogd.

Gezondheidszorg

  • Er worden maatregelen genomen om de stijgende kosten voor de AWBZ te beperken.

Woningmarkt

  • De hypotheekrenteaftrek wordt gehandhaafd.
  • Vanaf januari 2013 komen nieuwe aflossingsvrije hypotheken niet meer in aanmerking voor hypotheekrenteaftrek.
  • De overdrachtsbelasting wordt structureel verlaagd tot 2 %.

De huurverhoging voor huurders met een inkomen van 33.000-43.000 euro per jaar mag worden verhoogd  met de inflatie plus 1%.

Overige maatregelen

  • In onderwijs en zorg worden in het kader van vergroting van de efficiency door vermindering van de administratieve regeldruk verschillende taakstellingen (= bezuinigingen) doorgevoerd voor een bedrag van 875 mln structureel.
  • De bezuiniging op passend onderwijs wordt in 2013 voor 100 mln geschrapt.

(Bron: Overheid)

Voor ondernemers zijn er diverse aftrekposten. Als eerste de ondernemersaftrek, bestaande uit de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, stakingsaftrek en de Mkb-vrijstelling. Daarnaast is er de investeringsaftrek, bestaande uit de kleinschaligheidsaftrek, energie-investeringsaftrek, miliueu-investeringsaftrek en de desinvesteringsbijtelling. In dit overzicht vindt u de voorwaarden en de bedragen voor 2012.

De ondernemersaftrek

De ondernemersaftrek bestaat uit: de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, stakingsaftrek en de mkb-vrijstelling.

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek is vanaf 1 januari 2012 een vast bedrag van € 7.280, onafhankelijk van de hoogte van de winst.

– De zelfstandigenaftrek voor niet-starters kan niet meer verrekend worden met ander box 1-inkomen, zoals loon of een VUT-uitkering. Als daardoor (een deel van) de zelfstandigenaftrek niet kan worden verrekend, wordt de niet verrekende zelfstandigenaftrek maximaal 9 jaar voortgewenteld om alsnog te verrekenen met winst. 

 – Startende ondernemers kunnen de zelfstandigenaftrek (inclusief de startersaftrek) gedurende 3 jaar nog wel verrekenen met ander box 1-inkomen. 

– Daarnaast blijft voor starters de reguliere verrekening over de jaren heen gelden. 

 – Een ondernemer die aan het begin van het kalenderjaar 65 jaar is, heeft recht op 50% van de zelfstandigenaftrek.

Startersaftrek De startersaftrek in 2012 bedraagt € 2.123 (onveranderd).

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid blijft ongewijzigd: in het eerste jaar € 12.000, in het tweede jaar € 8.000 en in het derde jaar € 4.000.

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk De aftrek speur- en ontwikkelingswerk komt in 2012 uit op € 12.310. Dat bedrag mag u verhogen met € 6.157 als u in 1 of meer van de 5 voorgaande kalenderjaren geen ondernemer was en in die periode niet vaker dan 2 keer deze aftrek hebt toegepast.

Meewerkaftrek Niet gewijzigd in 2012.

Aantal uren gelijk of meer dan Maar minder dan Meewerkaftrek
525 875 1.225 1.750 875 1.225 1.750 1,25% v/d winst 2,00% v/d winst 3,00% v/d winst 4,00% v/d winst

Stakingsaftrek De stakingsaftrek bedraagt in 2012 € 3.630.

Mkb-vrijstelling De Mkb-vrijstelling blijft staan op 12% van de winst na ondernemersaftrek.

Oudedagsreserve U mag elk kalenderjaar 12% van uw winst als aftrekpost aan de oudedagsreserve toevoegen. Dit bedrag mag echter in 2012 niet boven de € 9.382 uitkomen (2011: € 11.882).

De investeringsaftrek De investeringsaftrek bestaat uit de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), energieinvesteringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA), de desinvesteringsbijtelling en de Research and Development Aftrek (RDA).

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

Tabel Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2012

Investering meer dan

Maar niet meer dan

Aftrek

€ 2.300 € 55.248  € 102.311 € 306.931 € 2.300 € 55.248 102.311 € 306.931 0% 28% € 15.470 € 15.470 verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat de € 102.311 te boven gaat 0

De energie-investeringsaftrek (EIA) De energie-investeringsaftrek (EIA) in 2012 bedraagt 41,5%. Dit percentage geldt tot en met 2013. In 2014 wordt het weer 44%.

Het minimumbedrag van de EIA is € 2.300 (was € 2.200). Het maximum € 118 miljoen (was € 116 miljoen).

Download: De energielijst 2012

De milieu-investeringsaftrek (MIA) De MIA geldt voor investeringen die op de Milieulijst staan. Hij is van toepassing bij een investeringsbedrag boven de € 2.300 (was € 2.200). Per bedrijfsmiddel komt niet meer dan € 25 miljoen in aanmerking.

Download: Milieulijst 2012

Tabel milieu-investeringsaftrek 2012 (tot en met 2013)

Categorie

Aftrek

I II III

36% 27% 13,5%

Desinvesteringsbijtelling Het bedrag van de desinvesteringsbijtelling is € 2.300 (was € 2.200).

Research en Development Aftrek (RDA) De RDA is gericht op de S&O-uitgaven van ondernemers die niet zien op arbeid, bijvoorbeeld investeringen in apparatuur en materialen. Het is een extra aftrekpost bij de fiscale winstbepaling.

De RDA bedraagt in 2012 40% van de door Agentschap NL vastgestelde kosten en uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan S&O (erkend in een S&O-verklaring).

Overigen

Extra lijfrentepremieaftrek stakende ondernemers De extra ruimte aan lijfrentepremieaftrek bij ondernemers die hun onderneming of een gedeelte van hun onderneming staken bedraagt maximaal:

  • Bij overdrachten door ondernemers van 60 jaar of ouder; Overdrachten door invalide ondernemers; Het staken van de onderneming door overlijden: € 443.059 (2011: € 435.652)
  • Overdrachten door ondernemers van 50 tot 60 jaar; Overdrachten door ondernemers indien de lijfrente-uitkeringen direct ingaan: € 221.537 (2011: € 217.833)
  • Overige gevallen: € 110.774 (2011: € 108.922)

(Bron: De Zaak)