DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de Zelfstandige zonder personeel (ZZP), belastingnieuws, ondernemerschap

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS), trekken aan de bel. Na overleg met de Belastingdienst over modelovereenkomsten voor de omroepsector, waarbij de relatie tussen zelfstandige en klant wordt verduidelijkt en schijnzelfstandigheid wordt uitgesloten, is het resultaat nihil. In een brief (.pdf)aan staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën stellen de NPO en ROOS dat de Wet DBA voor de Publieke Omroepen niet werkt. En dat zorgt voor een nijpend probleem.

In de brief stellen de organisaties dat de omroepen zich er al sinds medio 2015 van bewust zijn dat de komst van de Wet DBA, de opvolger van de VAR, de bestaande praktijk van contracten afsluiten zou wijzigen. Om hier op voorbereid te zijn, werd al vroeg in het najaar van 2015 contact gelegd met de Belastingdienst en werden de eerste modelcontracten ter goedkeuring voorgelegd.

Uiteindelijk werd er medio juli 2016 op het niveau van de delegaties overeenstemming bereikt over een systematiek van drie basismodellen als ‘mal’ en tien voorbeeldrolbeschrijvingen in aanvulling daarop, welke ook toe te passen zijn op andersoortige opdrachten.

“De Belastingdienst heeft echter eind augustus laten weten slechts bereid te zijn om goedkeuring te verlenen aan een deel van elk van de drie basistypen modelovereenkomsten en niet aan de systematiek van de rolbeschrijvingen.”

“Deze opstelling van de Belastingdienst wekt de indruk dat de Belastingdienst zich bij nader inzien toch niet wenst te committeren aan te verstrekken zekerheid en de nodige slagen om de arm wenst te houden voor latere controles. Deze conclusie is na ruim dertig uur overleg uiterst teleurstellend maar vooral ook onthutsend. Het is vanzelfsprekend dat een sector als de onze haar bedrijfsvoering aanpast aan gewijzigde regelgeving. Daar staat tegenover dat wij van de Belastingdienst mogen verwachten dat zij zekerheid verschaft vooraf en ons niet onnodig opzadelt met ongewisse fiscale rislco’s gedurende een naheffingstermijn van vijf jaar.”

De organisaties vragen zich nu af hoe ze de inzet van freelancers gaan voortzetten. De NPO en ROOS hebben geen inzicht in de wijze waar contracten vanaf 1 mei 2017, de datum waarop het transitiejaar verstrijkt, aan moeten voldoen. De Publieke Omroepen zouden graag in gesprek willen met Wiebes over “hoe deze risico’s op zo kort mogelijke termijn kunnen worden weggenomen zodat onze processen niet verder stagneren.

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (hierna: “de Wet DBA”) heeft al veel pennen in beweging gezet. Met de komst van deze wet op 1 mei jl. is de welbekende VAR-verklaring afgeschaft. In de plaats daarvan komt:

  • een modelovereenkomst; of
  • een aan de Belastingdienst voorgelegde individuele overeenkomst.

Ik zal in deze blog niet de wet herkauwen. Wel deel ik graag met u een aantal praktische tips & tricks gebaseerd op de vele overeenkomsten die wij de afgelopen tijd hebben beoordeeld en het contact dat wij hierover hebben gehad met de Belastingdienst. Waarom? Omdat als u op enig moment een opdracht geeft of heeft gegeven aan een zzp’er, deze wetswijziging van belang is voor uw onderneming.

Transitieperiode tot 1 mei 2017

Werkgevers hebben tot 1 mei 2017 de tijd om het systeem van de modelovereenkomsten of een door de Belastingdienst geaccordeerde individuele overeenkomst in te voeren. Als u na deze periode niet  op deze wijze werkt, riskeert u een naheffing voor loonbelasting en premies werknemersverzekeringen en mogelijk zelfs een boete.

Tips & tricks
  1. Bedenk of u een “standaard” overeenkomst (de zgn. modelovereenkomst) wilt gebruiken of een op uw situatie toegespitste overeenkomst.
  2. Kiest u voor een modelovereenkomst, dan is een aantal bepalingen uit de modelovereenkomst cruciaal. De Belastingdienst noemt ze de “geel gemarkeerde delen”. Deze bepalingen moeten in de overeenkomst worden overeengekomen.
  3. Kiest u voor een modelovereenkomst, neem dan altijd een verwijzing op naar de modelovereenkomst zoals weergegeven op de website van de Belastingdienst.
  4. Eventuele algemene voorwaarden mogen niet in strijd zijn met de geel gemarkeerde delen van de modelovereenkomst.
  5. Zowel in een individuele overeenkomst als in een modelovereenkomst moeten arbeidsrechtelijke elementen worden vermeden, om een zogenoemd verkapt dienstverband te voorkomen. Denk hierbij aan een concurrentiebeding, loondoorbetaling tijdens ziekte en instructies aan de opdrachtnemer (zzp’er).
  6. Neem in de overeenkomst (model of individueel) een vrijwaring op ten aanzien van de opdrachtnemer (zzp’er) ten opzichte van de opdrachtgever.
  7. We merken dat de doorlooptijd van de beoordeling van een individuele overeenkomst langer is dan 6 weken. Wilt u snel zekerheid? Kies dan voor een modelovereenkomst.
  8. Laat de opdrachtnemer (zzp’er) een factuur exclusief BTW opstellen.
  9. Maak afspraken over de termijn waarbinnen de overeenkomst (model of individueel) mag worden opgezegd.
  10.  Spreek af wat u gaat doen, en kom deze afspraken na. Want als de feitelijke situatie anders is dan de gemaakte afspraken loopt u nog steeds het risico op naheffing voor loonbelasting en premies werknemersverzekeringen.
  11. De Belastingdienst zal de komende tijd steeds meer modelovereenkomsten online zetten. Houd dus de website van de Belastingdienst in de gaten. Dit doen wij ook!

(Bron: DVAN)

De Belastingdienst zal er tot 1 mei 2017 alleen op wijzen dat sprake is van een dienstbetrekking en daarvoor geen aanslagen loonheffingen opleggen, tenzij er wordt voldaan aan de drie situaties genoemd in het transitieplan DBA.

Dat schrijft staatssecretaris Eric Wiebes in zijn antwoorden op Kamervragen over het bericht “Zzp’er verwacht schade door nieuwe wetgeving”.

De drie uitzonderingssituaties uit het transitieplan zijn:

  1. De opdrachtgever en opdrachtnemer werkten voorafgaand aan 1 april 2016 met een VAR-wuo of VAR-dga op basis waarvan de opdrachtgever vrijwaring had voor de loonheffingen, terwijl er feitelijk sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. De opdrachtgever en opdrachtnemer ondernemen geen enkele activiteit en doen geen enkele inspanning om de arbeidsrelatie zodanig vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Zij kunnen niet aannemelijk maken dat zij nog met elkaar in onderhandeling zijn over aanpassingen in hun overeenkomst of werkwijze teneinde buiten dienstbetrekking te werken. Zij maken ook geen gebruik van een door de Belastingdienst beoordeelde (model- of voorbeeld-) overeenkomst of hebben een daarmee overeenkomende overeenkomst afgesloten. De opdrachtgever en opdrachtnemer kiezen er tegelijkertijd niet voor om loonheffingen af te dragen of te voldoen.
  2. De Belastingdienst heeft in de periode voor 1 februari 2016 al schriftelijk kenbaar gemaakt dat de bij onderzoek aangetroffen arbeidsrelaties te duiden zijn als een (fictieve) dienstbetrekking. Dat er geen gevolg aan die conclusie kon worden verbonden ligt aan de vrijwarende werking van de VAR. De Belastingdienst stelt na 1 april 2016 vast dat de feiten en omstandigheden niet afwijken van die waarover eerder schriftelijk kenbaar is gemaakt dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking en dat er geen loonheffingen worden afgedragen of voldaan. Tegelijkertijd kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer niet aannemelijk maken dat zij inspanningen hebben verricht om hun werkwijze te veranderen zodat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.
  3. Er is sprake van grove schuld of opzet die worden bestreken door de bestaande beleidsregels, zoals die zijn vervat in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Het is de inspecteur die grove schuld en opzet stelt en – bij betwisting – dient te bewijzen. Voor een eventuele strafrechtelijke handhaving blijft het bestaande beleidskader zoals verwoord in het Protocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane en toeslagen, uiteraard ook van toepassing.

Vanaf 1 mei 2017

Op 1 mei 2017 is de implementatiefase afgerond. Opdrachtgevers en opdrachtnemers hebben dan een jaar de tijd gehad om zo nodig hun werkwijze aan te passen. Vanaf 1 mei 2017 moet er ofwel buiten dienstbetrekking wordt gewerkt, ofwel loonheffingen worden afgedragen en voldaan. Bij partijen die niet volgens de regels werken, zal worden gehandhaafd. Dit betekent dat de Belastingdienst een correctieverplichting of een naheffingsaanslag loonheffingen zal opleggen als er sprake is van een dienstbetrekking en er geen loonheffingen worden afgedragen en voldaan. Bij het opleggen van een naheffingsaanslag kan de Belastingdienst een boete opleggen. Als de dienstbetrekking al in de implementatietermijn bestond, zal de Belastingdienst over de periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 niet corrigeren voor zover geen van de drie uitzonderingssituaties uit het transitieplan zich in die periode heeft voorgedaan.

(Bron: Accountancyvanmorgen)

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur is gebonden aan de voor 2009 afgegeven VAR-WUO, en dat deze VAR ook geldt voor de werkzaamheden voor A bv. X is voor dat jaar dan ook aan te merken als IB-ondernemer.

Belanghebbende, X, drijft sinds 1995 een onderneming als verkeersvlieger en vlieginstructeur in de luchtvaart. Hij huurt in Nederland een woning van zijn moeder. Tevens huurt hij een woning die hij als kantoorruimte gebruikt. In de jaren 2008-2013 werkt X voor A bv, en is hij in Polen gestationeerd. In 2009 en 2011 werkt X als vlieginstructeur in Nederland en Congo. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen X en A bv. Hij corrigeert de IB-aangiften 2009 en 2011 van X op diverse punten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur is gebonden aan de voor 2009 afgegeven VAR-WUO, en dat deze VAR ook geldt voor de werkzaamheden voor A bv. X is volgens de rechtbank voor dat jaar dan ook aan te merken als IB-ondernemer. De rechtbank acht daarbij niet van belang dat X in zijn VAR-aanvraag heeft aangegeven dat hij vermoedde drie of meer opdrachtgevers te hebben, terwijl hij uiteindelijk in feite slechts twee (betalende) opdrachtgevers heeft gehad in 2009. Het vorenstaande leidt er dan ook toe dat de reiskosten tussen Nederland en Polen in 2009 aftrekbaar zijn. Ook de kosten ter zake van de woning die X als kantoorruimte gebruikt, zijn aftrekbaar. Voor 2011 geldt dat er sprake is van een dienstbetrekking tussen X en A bv, zodat de kosten voor de huisvesting in Polen niet aftrekbaar zijn. Voor zover X in 2011 kosten heeft gemaakt voor zijn onderneming, staat de rechtbank wel aftrek toe. De rechtbank vermindert de aanslagen.

(Bron: Taxlive)

Per 1 mei 2016 vervangt de modelovereenkomst de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) voor zzp’ers. Op deze pagina vindt u antwoord op de meest gestelde vragen.

Wat gaat er veranderen?

Per 1 mei verdwijnt de VAR. Daar komt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) voor in de plaats. Zzp’ers kunnen dan geen VAR meer aanvragen maar gebruikmaken van modelovereenkomsten van de Belastingdienst. De modelovereenkomsten staan op belastingdienst.nl.

Wat moet ik doen?

Vanaf 1 mei moet u het volgende doen:

  • Bedenk samen met de opdrachtgever of u een modelovereenkomst nodig hebt. In veel gevallen is het duidelijk dat een zzp’er niet in loondienst werkt. Denk aan een schilder die steeds voor verschillende particulieren werkt. U hoeft in deze gevallen geen modelovereenkomst te gebruiken. Als u twijfelt, kunt u met uw opdrachtgever gebruikmaken van een modelovereenkomst, maar dit is niet verplicht.
  • Zoek een modelovereenkomst die past bij de manier waarop u werkt
  • Leg vast volgens welke modelovereenkomst u werkt. Stuur bijvoorbeeld de modelovereenkomst als bijlage mee in de mail waarin u afspraken maakt met uw opdrachtgever. Of verwijs naar het nummer van de modelovereenkomst.
  • Werk volgens de afspraken in de gekozen modelovereenkomst. Zolang u en uw opdrachtgever dat doen, is er geen sprake van loondienst en hoeft uw opdrachtgever geen loonheffingen in te houden.
  • Overweeg of een modelovereenkomst wel de meest geschikte oplossing is voor u en overleg met u financieel/fiscaal adviseur

Moet ik voor iedere opdracht of klus die ik uitvoer een aparte overeenkomst gebruiken?

Nee. De algemene modelovereenkomsten zijn geschikt voor alle type opdrachten. Het maakt daarbij niet uit in welke branche je werkt of wat je beroep is. Als u werkt volgens de afspraken in die modelovereenkomst staan, is er geen sprake van loondienst. De opdrachtgever hoeft dan geen loonbelasting en premies volksverzekeringen te betalen. Het werken met een modelovereenkomst is niet verplicht, maar wel handig als u die zekerheid wilt.

Wie is verantwoordelijk als de Belastingdienst vindt dat er sprake is van een echte dienstbetrekking?

De zzp’er en de opdrachtgever zijn samen verantwoordelijk. Zolang de zpp’er en de opdrachtgever volgens een modelovereenkomst van de Belastingdienst werken, is er geen sprake van loondienst. De opdrachtgever hoeft dan geen loonbelasting en premies volksverzekering te betalen. Als de zzp’er zijn aangifte inkomstenbelasting doet, beoordeelt de Belastingdienst of de zzp’er ondernemer is voor de inkomstenbelasting. Op dat moment kan het zijn dat de zzp’er alsnog loonbelasting en premies volksverzekeringen moet betalen.

Wie is verantwoordelijk voor het opstellen van de overeenkomst?

De opdrachtnemer en opdrachtgever zijn samen verantwoordelijk voor de overeenkomst. Dat hoeft niet een modelovereenkomst van de Belastingdienst te zijn. U mag ook een eigen overeenkomst gebruiken.

Wat zijn de gevolgen als ik geen gebruik maak van een overeenkomst?

Als u geen gebruik maakt van een modelovereenkomst van de Belastingdienst, dan hebt u geen zekerheid over de dienstbetrekking. Als de Belastingdienst vindt dat er wel sprake is van loondienst, dan moeten de opdrachtnemer en de opdrachtgever alsnog loonbelasting en premies volksverzekeringen betalen over de vergoeding.

(Bron: Ondernemersplein.nl)

De modelovereenkomsten, die de VAR vervangen, worden op korte termijn herschreven om de toegankelijkheid te vergroten.

Dat schrijft staatssecretaris Eric Wiebes in zijn antwoorden op Kamervragen van de leden Mei Li Vos en Groot over de onrust bij ZZP’ers in de media over de Wet DBA.

Veel ZZP’ers verkeren in onzekerheid over wat de Wet DBA voor hen zal betekenen. Dit ondanks de uitleg op de website van de Belastingdienst. Volgens Wiebes herkent de Belastingdienst het geluid dat ZZP’ers geen zekerheid ontlenen aan de tekst op de website van de Belastingdienst. ‘Voorlichting staat in de voorbereiding op de nieuwe wetgeving en in het implementatiejaar centraal. Onderdeel hiervan is ook het aanpassen van de website aan de informatiebehoefte van de verschillende doelgroepen. Hierbij zal veelvuldig gebruik gemaakt worden van publiekstesten om de nieuwe teksten zowel qua inhoud als vorm optimaal bij de doelgroep te laten aansluiten,’ zo schrijft de staatssecretaris in zijn antwoorden.

Sinds het verschijnen van het blog van Botte Jellema “De afschaffing van de VAR is een clusterfuck”, waar flink op werd gereageerd, is de voorlichting op de site van de Belastingdienst aangepast, schrijft Wiebes. ‘De teksten zijn op punten eenvoudiger gemaakt. Ook is een duidelijke verwijzing gemaakt op homepage voor ondernemers naar informatie over DBA en de meest gestelde vragen. Op korte termijn worden ook de modelcontracten zelf herschreven om de toegankelijkheid te vergroten.’

Tussenpersonen
Jellema heeft het er in zijn blog over dat het werken via tussenpersonen aantrekkelijk wordt voor opdrachtgevers met de Wet DBA. Wiebes deelt deze analyse niet. ‘Op grond van de Wet DBA is niet langer sprake van een ongeclausuleerde vrijwaring van de opdrachtgever, maar worden de verantwoordelijkheden tussen de partijen weer in balans gebracht. Wel kunnen partijen zekerheid vooraf verkrijgen door gebruik te maken van een door de Belastingdienst beoordeelde (model)overeenkomst. Zo kunnen intermediairs naast eigen overeenkomsten ook gebruik maken van de modelovereenkomst voor tussenkomst. In beide situaties zullen de overeenkomsten om buiten de fictie van de tussenkomstbepaling (fictieve dienstbetrekking) te komen moeten voldoen aan vereisten om het bewijsvermoeden dat de opdrachtnemer “ondernemer” is in te roepen. Dit vraagt van zowel de opdrachtnemer, de intermediair als van de opdrachtgever alert gedrag.’

Voorlichtingscampagne
De Belastingdienst is inmiddels met een voorlichtingscampagne gestart over de Wet DBA. De focus van de voorlichting bestaat tijdens de voorbereiding op de nieuwe wetgeving en het implementatiejaar van 1 mei 2016 tot 30 april 2017 op het geven van voorlichting en het bieden van een helpende hand bij de implementatie. De campagne bestaat uit fysieke voorlichting, online voorlichting en individuele voorlichting. De fysieke voorlichting bestaat uit gezamenlijke voorlichtingsbijeenkomsten met de organisaties voor opdrachtgevers en opdrachtnemers en voorlichting in samenwerking met de Kamer van Koophandel. De online voorlichting bestaat uit het informeren via www.belastingdienst.nl, rijkoverheid.nl, ondernemersplein.nl, en kvk.nl. Daarnaast organiseert de Belastingdienst webinars voor ZZP’ers en voor opdrachtgevers. Tijdens deze digitale voorlichtingsbijeenkomsten kunnen ook vragen gesteld worden. Na afloop wordt de webinar gepubliceerd op www.belastingdienst.nl inclusief de antwoorden op de gestelde vragen.

Samen met de organisaties voor opdrachtgevers en opdrachtnemers streeft de Belastingdienst er naar om de online communicatie zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en waar mogelijk gebruik te maken van de communicatiekanalen van deze organisaties. Zo vergroot de Belastingdienst zijn bereik en de eenduidigheid van de informatie. Daarnaast attendeert de Belastingdienst via Twitter en Linkedin op de wijzigingen.

Alle VAR-houders ontvangen in maart een brief van de Belastingdienst over de aanstaande wijziging. In deze brief krijgen de VAR-houders concrete toelichting en worden zij uitgenodigd om deel te nemen aan de webinar of deze naar afloop te bekijken op www.belastingdienst.nl. In het najaar worden ook één of meerdere chatsessies georganiseerd om vragen te beantwoorden die ZZP’ers en opdrachtgevers hebben over de werking van de DBA in de praktijk. Ook deze vragen en antwoorden worden gepubliceerd.

(Bron: Accountancyvanmorgen)

De verklaring arbeidsrelatie(VAR) verdwijnt per 1 mei 2016 en daarvoor komt de wet DBA (modelovereenkomsten)  in de plaats. Hieronder een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden.

Wet DBA

Tot wanneer is mijn VAR-verklaring voor 2016 geldig?
De Wet DBA treedt per 1 mei 2016 in werking. Uw VAR is geldig tot dat moment en zolang het soort werk en de omstandigheden en voorwaarden waaronder u het werk uitvoert, niet veranderen.

Waarom is/wordt de VAR afgeschaft en wat is het doel van de Wet DBA?
De Belastingdienst heeft aangegeven dat zij onder de (huidige) VAR-wetgeving nauwelijks of eigenlijk niet kan handhaven bij opdrachtgevers die met schijnconstructies werken. Het belangrijkste doel van de Wet DBA is dus om De Belastingdienst mogelijkheden te geven om te handhaven. De staatsecretaris heeft aangeven dat er pas vanaf mei 2017 actief gehandhaafd zal worden.

Wat is het verschil tussen de VAR en de Wet DBA?
U kunt vanaf 1 mei 2016 geen VAR-verklaring meer aanvragen bij de Belastingdienst om vooraf te weten hoe de Belastingdienst uw werkzaamheden zoals vermeld in uw VAR-verklaring, beoordeelt.

Om toch vooraf duidelijkheid te hebben over hoe De Belastingdienst uw werkzaamheden voor een bepaalde opdrachtgever beoordeelt, kunt u werken op basis van een modelovereenkomst. Dit zijn overeenkomsten die door De Belastingdienst zijn goedgekeurd en De Belastingdienst verklaart dat wanneer op grond daarvan wordt gewerkt, zij de betreffende arbeidsrelatie niet aanmerken als een dienstbetrekking waarvoor loonheffingen moeten worden ingehouden en afgedragen.

Werken op basis van een modelovereenkomst heeft geen vrijwarende werking voor u of uw opdrachtgever. Wanneer De Belastingdienst constateert dat u feitelijk niet conform de modelovereenkomst werkt of heeft gewerkt, kan dit tot gevolg hebben dat er alsnog een dienstverband wordt aangenomen en uw opdrachtgever loonheffingen dient af te dragen.

Is het werken op basis van een modelovereenkomst vanaf 1 mei 2016 verplicht?
Nee dit is, net zoals het aanvragen van een VAR-verklaring, niet verplicht. U mag dus gewoon op basis van een eigen schriftelijke of mondelinge overeenkomst werken. Wel kan het zo zijn dat uw opdrachtgever dat van u vraagt, net zoals er nu vaak om een VAR-verklaring wordt gevraagd.

Hoe bepaal ik welke modelovereenkomst voor mij geschikt is?
De Belastingdienst heeft inmiddels meerdere modelovereenkomsten beschikbaar. U kunt deze bestuderen en bepalen of er een modelovereenkomst is die bij uw werkzaamheden en situatie past. Indien geen van de beschikbar modellen voldoen, kunt u een eigen modelovereenkomst (laten) opstellen en ter toetsing aan De Belastingdienst voorleggen, of aan ons voorleggen.

Waar moet ik op letten bij het gebruik van een modelovereenkomst?
Een modelovereenkomst is grotendeels hetzelfde als ieder andere overeenkomst van opdracht. De modelovereenkomst regelt primair de rechten en plichten van opdrachtnemer en opdrachtgever. Daar komt voor de modelovereenkomst nog bij dat deze vanwege de zogenaamde kernbepalingen volgens de fiscus iets zegt over de vraag of voor de werkzaamheden die in die overeenkomst worden geregeld loonheffingen moeten worden ingehouden en afgedragen.

Van belang is dus om goed te weten wat u afspreekt en om u daar, zeker voor wat betreft de kernbepalingen, aan te houden. De praktijk mag dus niet afwijken van wat er in de overeenkomst staat.

Heeft het zin om een eenmans-B.V. op te richten met het doel geen goedgekeurde modelovereenkomsten te hoeven gebruiken?
Of u nu als DGA vanuit uw eigen BV werkt, of vanuit uw eenmanszaak, dat maakt niet zo heel veel uit. In beide gevallen kan de Belastingdienst  de arbeidsrelatie van u met uw opdrachtgever toetsen. Ook bij een DGA geldt dat vrijwaring voor de opdrachtgever aan de orde blijft als gebruik wordt gemaakt van een goedgekeurde modelovereenkomst en feitelijk ook conform die modelovereenkomst wordt gewerkt.

Het oprichten van een eigen B.V. betekent dus niet dat een opdrachtgever, die vrijwaring wil voor betaling van de loonheffing, de modelovereenkomsten kan omzeilen. Bovendien valt u met een BV onder het vennootschapsrecht en hebt u geen recht op zelfstandigenaftrek. Pas bij een omzet van ongeveer een ton of meer kan een BV fiscaal aantrekkelijk zijn. Win daarom goed advies in voordat u een BV opricht.

Heeft Ambitions Accountants en Adviseurs een modelovereenkomst voor mij?
Aangezien de meest reguliere overeenkomsten op de website staan van de belastingdienst, verwijzen wij u naar de site van de belastingdienst. In overleg kunnen wij deze overeenkomsten aanpassen of bijvoorbeeld samen met u een nieuwe overeenkomst opstellen.

Kan ik mijn eigen modelovereenkomst of die van mijn opdrachtgever laten toetsen?
Het is natuurlijk altijd mogelijk om uw overeenkomst door ons te laten toetsen. Door dit advies staat u sterker in bijvoorbeeld de onderhandelingen met een (potentiele) opdrachtgever.

 

 

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt belanghebbende geen recht heeft op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid omdat therapie-uren niet meetellen voor het urencriterium.

X is sinds 2008 werkzaam als zelfstandig kraamverzorgster. X loopt een whiplash op bij een kettingbotsing. De arbeidsongeschiktheidsverzekeraar keert in 2001 in totaal € 19.661 aan periodieke uitkeringen uit. X rekent dit bedrag toe aan haar winst uit onderneming. Zij maakt daarbij aanspraak op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. De inspecteur kent bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2011 deze aftrek niet toe. In geschil is onder meer of X aanspraak heeft op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat X geen recht heeft op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. X voldoet enkel aan het verlaagd-urencriterium als de therapie-uren meetellen. Naar het oordeel van het hof is de therapie gericht op lichamelijk herstel en daarmee niet besteed aan werkzaamheden voor haar onderneming. Hieraan doet niet af dat het herstel noodzakelijk is om de werkzaamheden te kunnen hervatten.

(Bron: Taxlive)

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën heeft een meerderheid in de Eerste Kamer veiliggesteld voor afschaffing van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Dinsdagavond kwam hij tegemoet aan de wens van het CDA om daar meer tijd voor te nemen.

De PVV gaf de doorslag door zich voor het wetsvoorstel deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) uit te spreken. Samen met CDA en de coalitie werd daarmee een meerderheid van 42 van de 75 zetels bereikt.

De VAR vervalt vanaf 1 mei en Wiebes stelt nu een overgangstermijn voor van een jaar, tot 1 mei 2017. Zelfstandigen zonder personeel en hun opdrachtgevers kunnen zich er zo samen met de Belastingdienst op voorbereiden dat ze dan moeten kunnen aantonen dat ze geen werknemersrelatie hebben. Dat kan door te werken op basis van door de fiscus goedgekeurde contracten.

Tijdens een debat waarin beide regeringsfracties VVD en PvdA hem op voorhand ‘het voordeel van de twijfel’ gaven, kwam de meeste kritiek daarop van D66-senator Alexander Rinnooy Kan, gevolgd door de woordvoerders namens GroenLinks en ChristenUnie.

Schijnzelfstandigheid

Opvallend was dat de SP, die in de Tweede Kamer nog tegen het wetsontwerp stemde, Wiebes onder bepaalde voorwaarden ook het voordeel van de twijfel leek te geven, vanwege de sympathie voor het achterliggende doel: het bestrijden van schijnzelfstandigheid.

Wiebes zegde de SP toe dat de Belastingdienst nieuwe constructies die ze aantreft in voorgelegde overeenkomsten, en die maar net binnen de wet vallen, anoniem en geschoond voor bedrijfsgevoelige informatie, openbaar zal maken. Die transparantie was voor de socialisten een ‘cruciale voorwaarde’ voor een ja-stem.

Ongeclausuleerde vrijwaring

Het kabinet wil af van de huidige Verklaring arbeidsrelatie (VAR) af die opdrachtnemers van de fiscus krijgen voor hun opdrachtgevers. Die zijn daarmee in de praktijk juridisch ‘ongeclausuleerd gevrijwaard’ van aansprakelijkheid voor schijnzelfstandigheid die ze zelf vaak afdwingen bij de zzp-ers.

Het kabinet moest voor de afschaffing van de VAR kunnen rekenen op een meerderheid van 38 van de 75 zetels in de Eerste Kamer als het volgende week tot de stemming komt. De coalitie zelf heeft er daarvan maar 21, waardoor Wiebes nog minimaal twee andere fracties en 17 zetels voor zich moest winnen.

Meer tijd

Het CDA (12 zetels) maakte bij monde van Marnix van Rij duidelijk dat zijn fractie de VVD-er zou steunen, mits hij meer tijd neemt voor invoering. Wiebes wilde per 1 april al van de VAR af, met een transitieperiode tot 1 januari 2017 om alle partijen aan het nieuwe systeem van modelovereenkomsten te laten wennen.

Van Rij wilde de VAR pas op 31 december definitief afschaffen en de handhaving van het nieuwe model pas na een overgangsperiode tot 1 juli 2017 ter hand nemen. Maar hij kon ook leven met het compromis van 1 mei, met een jaar overgangstijd.

Wiebes zegde ook toe dat hij door onafhankelijke deskundigen zoals hoogleraren, rechters en ‘mensen op de werkvloer’ nog zal laten toetsen of de overeenkomsten tussen zzp-ers en hun opdrachtgevers die de Belastingdienst goedkeurt, ook werkelijk conform de wet zijn. De PvdA was verontrust over de mogelijkheid dat de Belastingdienst fiscale zelfstandigheid erkende, die arbeidsrechtelijk juist een werknemersrelatie is.

Orwell

D66-er Alexander Rinnooy Kan vindt dat het kabinet onvoldoende duidelijk maakt welk probleem het precies wil oplossen. Volgens hem kan de huidige VAR-systematiek met een aantal aanpassingen nog prima dienst doen. De grote onzekerheid die de veranderingen teweegbrengen in de markt en de gevolgen daarvan, zijn volgens hem het relatief kleine probleem van schijnzelfstandigheid dat ermee wordt bestreden niet waard.

Rinnooy Kan sprak van een ‘Orwelliaans perspectief’ als opdrachtgevers en opdrachtnemers aan de Belastingdienst moeten uitleggen waarom ze een keer van hun modelovereenkomst zijn afgeweken. Wiebes zegt dat het nieuwe stelsel zekerheid biedt aan partijen die de fiscaal relevante bepalingen in hun overeenkomst naleven en dat een incidentele afwijking niet meteen tot naheffingen van loonbelasting en premies volksverzekeringen zal leiden.

Visie

D66 diende een motie in die om uitstel van de afschaffing van de VAR vraagt in afwachting van hervorming van de arbeidmarkt. Ook GroenLinks en ChristenUnie zetten grote vraagtekens bij de vraag of het kabinet het probleem niet disproportioneel te lijf gaat met de nieuwe wet. ChristenUnie schaarde zich achter de motie van D66 en Groenlinks zei zich nog nader te beraden.

De meeste senatoren missen een onderliggende visie van het kabinet op de toekomst van de arbeidsmarkt, waar de fiscaal aangemoedigde opkomst van de zzp-ers het traditionele werknemersmodel op losse schroeven zet.

(Bron: FD)

De afschaffing van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) wordt mogelijk uitgesteld. Per 1 april 2016 zou de VAR worden vervangen door een nieuw stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten, maar die ingangsdatum staat wellicht op losse schroeven, nu de Eerste Kamer pas in februari gaat stemmen over het Wetsvoorstel Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA).

Het hangt nu al ruime tijd boven de markt: de VAR wordt afgeschaft en opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen dan gaan werken met vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde model-en voorbeeldovereenkomsten. Het is overigens niet verplicht om volgens zo’n overeenkomst te werken, maar de opdrachtgever krijgt dan niet de gewenste vrijwaring.

Uitgestelde afschaffing?

De VAR zou eerst worden afgeschaft per 1 januari 2016. Die afschaffing is al uitgesteld tot 1 april 2016. Ook die datum is echter nu onzeker. Om het nieuwe stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten per 1 april aanstaande in te kunnen laten gaan, moet de Eerste Kamer hier volgens de staatssecretaris namelijk uiterlijk 26 januari 2016 mee instemmen. Nu de stemming uitgesteld lijkt te zijn naar 2 februari 2016, is onduidelijk of de datum van 1 april 2016 nog haalbaar is. Mogelijk wordt de afschaffing van de VAR dus wederom uitgesteld.