DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor de Zelfstandige zonder personeel (ZZP), juridisch, diversen

Vindt u dat andere mensen niets in uw inbox te zoeken hebben? Dan is er goed nieuws. Het kabinet wil het brief-, telefoon- en telegraafgeheim veranderen in brief- en telecommunicatiegeheim. E-mail valt er dan ook onder. Dat maakt het voor anderen verboden om door uw e-mailtjes te neuzen zonder uw expliciete toestemming.

Het kabinet beseft dat e-mail als communicatievorm ‘here to stay’ is. Om de bescherming van álle communicatievormen te verzekeren, wil Den Haag daarom e-mail in het brief-, telefoon- en telegraafgeheim opnemen. De wet zal voortaan als ‘brief- en telecommunicatiegeheim’ door het leven gaan. Omdat de wet geen specifieke communicatiemiddelen meer benoemt, valt e-mail hier dan dus ook onder. Dat geldt trouwens ook voor telefoonverkeer via internet en besloten communicatie via sociale media. De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is op dit moment nog niet bekend.

Uitzonderingen op brief- en telecommunicatiegeheim

Als u denkt dat uw e-mail hierdoor helemaal beschermd is voor pottenkijkers, komt u bedrogen uit: er blijven uitzonderingen bestaan. De politie mag – met toestemming van de rechter – in uw e-mail blijven kijken. Hetzelfde geldt voor inlichtingendiensten als de AIVD en de MIVD, mits zij hiervoor toestemming hebben van respectievelijk de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Defensie.

Bron: PC Rendement

Bijna elke onderneming heeft bedrijfsgeheimen. In overeenkomsten vaak aangeduid als “ vertrouwelijke bedrijfsinformatie” of “ niet openbaar gemaakte informatie”. Denk voor bedrijfsgeheimen aan een unieke formule, een bedrijfsprocedé, een recept of een marketingconcept. Voor elke onderneming, ongeacht de omvang of de economische sector waartoe het bedrijf behoort, zijn dergelijke bedrijfsgeheimen van grote waarde. Zij kunnen de unieke positie van een onderneming bepalen.

 

Bedrijfsgeheimen worden vaak niet beschermd door een intellectueel eigendomsrecht, zoals een auteursrecht of een octrooi. Dit maakt optreden bij het ‘stelen’ van bedrijfsgeheimen niet eenvoudig. Alleen in situaties waarin iemand een bedrijfsgeheim op onrechtmatige wijze heeft verkregen (bijvoorbeeld door diefstal of omkoping) kan een onderneming op enige bescherming tegen misbruik van de gestolen bedrijfsgeheimen rekenen. Het probleem in dit soort situaties is dat de veroorzaakte schade door het ‘stelen’ van het bedrijfsgeheim vaak niet eenvoudig te kwantificeren is.

 

Tot nu toe zijn bedrijven die informatie geheim willen houden – en daarmee willen beschermen – dan ook aangewezen op het sluiten van geheimhoudingsovereenkomsten. In die overeenkomst staat welke informatie geheim is en wordt – bij voorkeur – een boeteclausule opgenomen om te zorgen dat bij het schenden van de geheimhouding de discussie over de schade niet meer gevoerd hoeft te worden: er wordt aanspraak gemaakt op de boete.

 

Op dit moment is de bescherming dus gering. Echter “ de ontwikkeling en het beheer van kennis en informatie zijn steeds bepalender geworden voor het succes van de EU-economie.” Daarom heeft Europa nieuwe regels voorgesteld voor “ de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan”.

 

De ‘scheppers’ van bedrijfsgeheimen worden door de richtlijn beschermd. Deze richtlijn stelt deze personen/ondernemingen in staat zich te verweren tegen oneerlijke praktijken waarmee een derde, zonder de aan onderzoek of reverse-engineering verbonden kosten te hoeven te maken, de vertrouwelijke informatie in handen wil krijgen om zo gebruik te kunnen maken van de innoverende oplossingen. Producten die met de verkregen vertrouwelijke informatie worden gemaakt, kunnen van de markt worden geweerd. Ook andere regelingen die we kennen uit de handhaving van intellectuele eigendomsrechten kunnen ten aanzien van deze producten worden toegepast.

 

De richtlijn zal – zo verwacht men – op deze wijze een positief effect hebben op de grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers uit verschillende EU-landen en daarmee de innovatie en economische groei verder stimuleren.

 

Al met al een behoorlijke verbetering van de positie voor bedrijven met geheimen.

De meeste ondernemers hebben er wel eens mee te maken gehad: acquisitiefraudeurs. Overeenkomsten die gesloten worden door medewerkers voor abonnementen op de onder andere Telefoongids.com – niet DE telefoongids. Gedacht wordt een abonnement voor een vermelding in de gewone telefoongids te hebben afgesproken, maar dat is niet het geval. Er wordt mondeling een duur contract aangegaan met een lange looptijd voor een vermelding op een simpele website. Deze mondelinge overeenkomst wordt in een onduidelijke fax bevestigd.
Vaak worden deze overeenkomsten op vrijdagmiddag door werknemers aangegaan. Voor de ondernemer en de werknemer is dit een hele vervelende situatie. Er volgt vaak een discussie met de acquisitiefraudeur of de werknemer beschikkingsbevoegd was, of er gronden waren om te twijfelen aan de beschikkingsbevoegdheid, of er een beroep kan worden gedaan op de richtlijn oneerlijke handelspraktijken, welke discussie resulteerde in de betaling van een beperkte afkoopsom.
Acquisitiefraude – oneerlijke handelspraktijken
De richtlijn oneerlijke handelspraktijken is een Europese richtlijn waarvan de bepalingen zijn opgenomen in het Nederlands Burgerlijk Wetboek. Deze richtlijn verbiedt – kort gezegd – agressieve of misleidende handelspraktijken. Tot nu toe was duidelijk dat consumenten een beroep kunnen doen op deze richtlijn, of ondernemers zich op deze bepalingen zouden kunnen beroepen stond ter discussie.
Goed nieuws, aan die discussie is een einde gekomen. Ondernemers kunnen zich voortaan beter verweren tegen oneerlijke handelspraktijken.
De Rechtbank Noord Nederland, locatie Groningen heeft een uitspraak gedaan waardoor het gemakkelijker wordt om onder een overeenkomst uit te komen die het gevolg is van een oneerlijke handelspraktijk, zoals acquisitiefraude. In de uitspraak is bepaald dat ook professionele partijen, zoals ondernemers, zich kunnen beroepen op deze richtlijn of de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. Dit noemen we reflexwerking.
Dit houdt in dat in veel gevallen betoogd kan worden, dat de ondernemer niet wist dat een overeenkomst met deze inhoud werd gesloten en dat ook niet wilde. De ondernemer dwaalde. Als er sprake is van dwaling, dan kan een overeenkomst vernietigd worden.
Tip: Licht medewerkers in over het bestaan van dit fenomeen. Mocht het onverhoopt toch mis gaan, ga dan niet over tot betaling en beroep je op misleiding!
(Bron: Dijkstra Voermans)

Ondernemen kan ook gezamenlijk plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van een vennootschap onder firma (vof). Wil er sprake zijn van een reële vof, dan moet de samenwerking plaatsvinden op voet van gelijkwaardigheid als vennoten in een vof-verband en van een daarop gerichte wil van de partijen.

Vennootschap onder firma

Wanneer een natuurlijke persoon of een rechtspersoon een samenwerkingsverband wilt aangaan, heeft men de keuze uit een aantal rechtspersoonlijkheden. Een daarvan is de vennootschap onder firma (vof). Kenmerken van een vof zijn:

  • er wordt een bedrijf uitgeoefend;
  • onder gemeenschappelijke naam;
  • de vof heeft externe werking, dit houdt in dat de ene vennoot de andere bindt;
  • er is een scheiding tussen zakelijk vermogen en privévermogen.

 

Hoofdelijke aansprakelijkheid

Ieder vennoot is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Dat bekent dat iedere vennoot voor alle zakelijke schulden kunnen worden aangesproken. De vennoten kunnen uiteraard wel onderling verhaal bij elkaar halen.

 

Fiscale faciliteiten

De resultaten van een firma worden toegerekend aan de personen achter dat samenwerkingsverband. Men spreekt dan van een fiscale transparantie. Bij een vof zijn alle vennoten in beginsel ook met hun privévermogen aansprakelijk voor de schulden van het samenwerkingsverband. Daartegenover staat dat alle vennoten gebruik kunnen maken van de ondernemersfaciliteiten. Zij moeten daar waar het urencriterium als eis wordt gesteld, allemaal individueel daaraan voldoen. Voor echtgenoten of levenspartners die samen een onderneming drijven, kan de man-vrouwfirma een interessant alternatief zijn. Bij een zogenoemd ongebruikelijk samenwerkingsverband tussen verbonden personen, geldt voor degene die de ‘ondersteunende’ werkzaamheden uitoefent dat zijn of haar uren in het samenwerkingsverband niet meetellen voor het urencriterium.

 

Staking of bedrijfsopvolging

In fiscaal opzicht zal de stakende of overdragende vennoot een fiscale stakingsbalans en winst bepalen op basis van de reële waarde van zijn aandeel. De blijvende vennoten kunnen hem uitbetalen. Het komt echter voor, vooral in familieverband, dat de uittredende ondernemer zijn aandeel in de onderneming op een later tijdstip laat uitbetalen. Vof’s worden vaak ook gebruikt voor bedrijfsopvolging. Er kunnen maatwerkovereenkomsten worden afgesloten ten aanzien van de overdracht, de waarde en de financiering van de stakende maat/vennoot. De onderneming kan ook eenvoudig geleidelijk worden overgedragen aan een opvolger.

 

Zelfstandig werkzaam

In bepaalde gevallen kan de fiscus het standpunt innemen dat geen sprake is van een vof, zoals in een zaak bij Hof Amsterdam. In geschil was of de vennoten zelfstandig werkzaam waren. De desbetreffende vof was aangegaan door een dga van een bv en negen personen met de Poolse nationaliteit. Volgens de fiscus waren de Polen gewoon in dienstbetrekking van het bloembollenbedrijf. De werkzaamheden van de Polen bleken namelijk eenvoudig van aard te zijn en ze maakten daarbij gebruik van de bedrijfsmiddelen van de bv van de dga. Verder gaf de dga aanwijzingen en instructies die de Polen moesten opvolgen, zodat sprake was van een gezagsverhouding. De Polen waren bovendien niet betrokken bij het sluiten van contracten, het leggen van zakelijke contacten, de organisatie van het werk, de facturering en de administratie waren. Dit werd door dga gedaan. Ze werkten gemiddeld 40 uur per week en kregen daarvoor een voorschot. Er was in dit geval dus geen sprake van een reële vof.

(Bron: Taxence)

Ontslag, arbeidsongeschiktheid, scheiding of overlijden van de partner. Het kan ook u gebeuren. In deze situaties daalt uw inkomen vaak flink en kunt u betalingsproblemen krijgen. Het kan zelfs zijn dat u uw woonlasten niet langer kunt betalen en u uw woning gedwongen moet verkopen.

Als de verkoop van uw woning niet genoeg opbrengt om uw hypotheek volledig af te lossen, blijft u met een restschuld zitten. Als u een lening met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) hebt afgesloten, kan uw restschuld kwijtgescholden worden. Om voor kwijtschelding van uw restschuld in aanmerking te komen, moet u in ieder geval aan onderstaande voorwaarden voldoen:

 

Voorwaarden kwijtschelden restschuld met Nationale Hypotheek Garantie

1. U hebt een hypothecaire lening afgesloten met Nationale Hypotheek Garantie.
2. U hebt uw betalingsachterstanden zoveel mogelijk zelf beperkt, door uw hypotheeklasten zoveel mogelijk te blijven betalen.
3. U moet uw woning gedwongen verkopen, omdat u uw woonlasten niet meer kunt betalen als gevolg van een van de volgende vier oorzaken:   – ontslag,   – arbeidsongeschiktheid,   – relatiebeëindiging,   – overlijden van uw partner.
4. U hebt toestemming van uw hypotheekverstrekker om uw woning te verkopen.
5. U hebt uw woning verkocht met behulp van een makelaar.
6. U hebt uw woning netjes bewoond.
7. U kunt de restschuld niet uit eigen middelen inlossen.

Wat moet ik doen als ik mijn woning gedwongen moet verkopen?

Neem contact op met uw hypotheekverstrekker Als u uw woonlasten niet langer kunt betalen en u uw woning gedwongen moet verkopen, moet u allereerst direct contact opnemen met uw hypotheekverstrekker. Het is voor u beide van belang dat u zo goed mogelijk uit deze vervelende situatie komt. In sommige gevallen kan zelfs worden voorkomen dat u uw woning gedwongen moet verkopen.

Schakel de hulp van een makelaar in Als u uw woning gedwongen moet verkopen, moet u de hulp van een makelaar inroepen. Hij zet uw woning in de verkoop en zorgt voor een zo hoog mogelijke opbrengst. Ondertussen blijft u zoveel mogelijk uw hypotheeklasten betalen. U heeft regelmatig overleg met uw makelaar en hypotheekverstrekker.

Vraag toestemming voor verkoop aan uw hypotheekverstrekker Zodra u een koper voor uw woning hebt gevonden, moet u contact opnemen met uw hypotheekverstrekker. Uw hypotheekverstrekker moet toestemming geven voor de verkoop als u uw woning met verlies gaat verkopen en u uw hypotheekschuld daardoor niet volledig kunt aflossen. Uw hypotheekverstrekker laat eerst uw woning taxeren en beslist daarna of hij toestemming voor verkoop geeft.

 

Kwijtschelding van uw restschuld

Zodra uw hypotheekverstrekker toestemming heeft gegeven, kunt u uw woning verkopen. Als de opbrengst onvoldoende is om uw volledige hypotheekschuld af te lossen, heeft u een restschuld. Uw hypotheekverstrekker dient hiervoor een verliesdeclaratie in bij Nationale Hypotheek Garantie. Deze beoordeelt of u in aanmerking komt voor kwijtschelding van uw restschuld. Nationale Hypotheek Garantie informeert u hierover per brief.

 

BKR-registratie

Als u uw woning met verlies verkoopt, meldt uw hypotheekverstrekker dit bij Bureau Krediet Registratie (BKR). U heeft dan een BKR-registratie. Deze registratie kan ervoor zorgen dat u in de toekomst moeilijker een (hypothecaire) lening of andere financiële verplichtingen kunt aangaan.

Als u van Nationale Hypotheek Garantie een schriftelijke verklaring heeft ontvangen dat uw restschuld is kwijtgescholden, levert de BKR-registratie in principe geen problemen op bij het afsluiten van een nieuwe hypothecaire lening met Nationale Hypotheek Garantie. In sommige gevallen hanteert een hypotheekverstrekker zijn eigen regels.

De op deze pagina getoonde informatie is door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen met zorg samengesteld. Op deze pagina wordt algemene informatie verstrekt over de restschuld bij verkoop. Beoordeling van de kwijtscheldingsmogelijkheden geschiedt echter aan de hand van concrete situaties. Daarom kunnen aan deze informatie geen rechten worden ontleend.

(Bron: NHG.NL)

Uw website – of webwinkel – is door nalatigheid van uw webbouwer langere tijd niet bereikbaar. Uw webbouwer beweert vervolgens dat de schade op geen enkele manier op hem verhaald kan worden. Moet u zich daar zomaar bij neerleggen?

Deze vraag werd voorgelegd aan De Zaak Advies “Mijn website en webwinkel zijn al een tijdje uit de lucht. Mijn webbouwer heeft geen back-up gemaakt. Na een crash gaat het zeker vier weken duren voordat alles weer werkt. Ik werk al vier jaar met deze webbouwer samen, maar hierover is niks op papier gezet. In de algemene voorwaarden van de webbouwer staat dat deze op geen enkele manier aansprakelijk is als er sprake is van schade. Moet ik mij hier zomaar bij neerleggen?”

Antwoord De Zaak Advies ‘Nee, dit hoeft u zeker niet zomaar te accepteren. “Helemaal nergens voor aansprakelijk”, dat kan natuurlijk niet. Stel de webbouwer schriftelijk – met een aangetekende brief! – in gebreke wegens wanprestatie en claim de directe schade en de gevolgschade.”

“De kosten die worden gemaakt om de website en webwinkel weer werkend te krijgen, vormen de directe schade. Maak de webbouwer duidelijk dat hij daarvoor opdraait. Als de webbouwer weigert om de schade te herstellen, kunt u aangeven dat u daarvoor iemand anders in de arm neemt en dat de webbouwer daarvoor de rekening ontvangt. Weigert hij die te betalen, dan maakt u de gang naar de rechter. Claim ook de gevolgschade. Dat is het omzetverlies dat u lijdt omdat de webwinkel niet te bereiken is.

Algemene voorwaarden niet van toepassing “De webbouwer kan zich niet beroepen op zijn algemene voorwaarden, want die zijn kennelijk niet ter hand gesteld. Een leverancier van producten en diensten moet zijn algemene voorwaarden ter hand stellen aan een afnemer. Als dat niet is gebeurd, zijn ze ook niet van toepassing.”

(Bron: De Zaak)

Hebt u een inkomensverklaring nodig? Bijvoorbeeld omdat uw woningbouwvereniging erom vraagt? Dan kunt u deze telefonisch bij ons aanvragen.

U vraagt de inkomensverklaring (ook wel een IB 60-verklaring) aan via de BelastingTelefoon. Houd uw burgerservicenummer (BSN) bij de hand. De belastingdienst stuurt u de inkomensverklaring binnen 5 werkdagen toe.

Voor welke jaren aanvragen?

U kunt een inkomensverklaring aanvragen voor de jaren 2011, 2010, 2009, 2008 en 2007.

Let op!

In plaats van een inkomensverklaring kunt u ook een aanslag inkomstenbelasting sturen van het betreffende jaar die door de belastingdienst aan u is opgegelegd.

Wat staat er op een inkomensverklaring?

Een inkomensverklaring is een officiële verklaring van ons met uw inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. Hebt u geen aangifte gedaan over een jaar waarvoor u een inkomensverklaring aanvraagt? Dan gaan wij uit van de gegevens die wij krijgen van uw werkgever of uitkeringsinstantie. Kloppen deze gegevens volgens u niet? Neem dan contact op met uw werkgever of uitkeringsinstantie.

Op uw inkomensverklaring staan de volgende gegevens:

  • uw inkomensgegevens
  • het jaar waarover wij de inkomensverklaring afgeven
  • uw naam en adres
  • naam- en adresgegevens van de Belastingdienst

Wanneer hebt u een inkomensverklaring nodig?

U kunt een inkomensverklaring nodig hebben om te bepalen of u in aanmerking komt voor een huurwoning. Een woningcorporatie kan u dan vragen een inkomensverklaring te overleggen. Ook als u een hypotheek wilt aanvragen kan het zijn dat u een inkomensverklaring nodig hebt.

(Bron: Overheid)

Het begon met één dierenartsenpraktijk en meerdere werknemers. De aandeelhouder van de dierenartsenpraktijk droeg zijn aandelen over aan zijn zoon. De overige werknemers (samenwerkingspartners) richtten zelf B.V.’s op en werkten jaren zonder contract via hun B.V.’s voor de dierenartsenpraktijk. Uiteindelijk viel de dierartsenpraktijk uiteen en ontstond er ruzie met de samenwerkingspartners over de financiële afwikkeling. De samenwerkingspartners stelden zich op het standpunt dat zij een maatschap waren aangegaan met de dierenartsenpraktijk en daarom recht hadden op een goodwill-vergoeding.

Partijen hadden niets vastgelegd over de aard van hun samenwerking. Dit had tot gevolg dat het wel of niet bestaan van een maatschap geheel uit andere feiten en omstandigheden moest worden afgeleid. Het Hof heeft de samenwerking vervolgens beoordeeld op basis van materiële kenmerken.

Het Hof is daarbij ingegaan op de volgende elementen:

– overeenkomst

– samenwerking

– gelijkheid/gelijkwaardigheid

– verdeling van voordeel

– inbreng

– gerichtheid op voordeel voor alle deelnemers

Op basis van deze elementen kwam het Hof tot de conclusie dat in casu sprake was van een maatschap. Zelfs al was er geen schriftelijke overeenkomst die dit kon bevestigen. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel.

Wanneer partijen niet vooraf expliciet aangeven wat voor type contractuele relatie hen voor ogen staat, brengt dat vermijdbare onzekerheid mee over de wijze waarop de relatie achteraf kan worden gekwalificeerd. Dit kan leiden tot een (vergroot) risico op herkwalificatie, oftewel gedurende de samenwerking is een bepaald type overeenkomst ontstaan, met alle gevolgen van dien. Zoals in dit geval een afrekening op basis van goodwill ten gunste van de samenwerkingspartners.

(Bron: Dijkstra Voermans)

Per 1 januari 2012 krijgt u als ondernemer te maken met een aantal nieuwe en gewijzigde regels. Op deze pagina vindt u een selectie van deze regels. Het overzicht wordt tot het eind van het jaar uitgebreid.

Let op: Inwerkingtreding op 1 januari 2012 is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling en publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

Belastingen
Fiscale regelingen en subsidies
Personeel en beroepseisen
Bedragen en premies
Bedrijf starten
Bedrijfsvoering en verkoop
Bedrijfshuisvesting
Organisaties

Belastingen

Vaker verplicht wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst
Digitaal aangifte doen bij Belastingdienst wordt verplicht
Mededeling loonheffingen aangifte doen en betalen gaat vervallen
Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto vervangt rittenregistratie
Afvalstoffenbelasting wordt afgeschaft
Grondwaterbelasting wordt afgeschaft
Eigenaar pand wordt belastingplichtig voor afvalstoffenheffing
Lidstaten EU helpen elkaar bij invordering belastingschulden

Fiscale regelingen en subsidies

Levensloopregeling wordt afgeschaft
Zelfstandigenaftrek wordt vaste basisaftrek
Nieuwe fiscale aftrek investeringen in R&D (RDA)
Fiscale aftrekbaarheid pensioenpremies zzp’ers wordt verlengd
Maximumbedrag fiscale oudedagsreserve wordt verlaagd
Giftenaftrek in de vennootschapsbelasting wordt verruimd
Einde kleinebanenregeling (premievrijstelling jonge werknemers)
Einde tijdelijke regeling versnelde afschrijving
Einde tijdelijke verruiming achterwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting
Loonkostensubsidie uitkeringsgerechtigden wordt afgeschaft
Innovatiefonds MKB+ voor financiering kansrijke innovaties
Vergoeding voor verlenen rechtsbijstand wordt verlaagd
Einde Prepare2start

Personeel en beroepseisen

Regels vakantie en verlof werknemers wijzigen
Digitale aanvraag VOG particulieren wordt mogelijk
Zwangerschapsverklaring bij aanvraag zwangerschapsuitkering vervalt
Landelijk diplomaregister in ontwikkeling
2e deel beleidsregels arbeidsomstandigheden wordt afgeschaft
Herregistratie BIG-register voor meer beroepsoefenaren in de zorg
Rol advocaat bij internationale kinderontvoering

(Bron: Antwoord voor bedrijven 24-11-2011)

Als u een woning koopt, is het belangrijk dat u weet of er beperkingen op het pand of perceel rusten. Bijvoorbeeld of de woning een monument is, waardoor u niet zomaar mag verbouwen. Of dat er een kapverbod geldt voor een bepaald stuk grond. Het Kadaster verstrekt deze informatie.

Kadastraal Bericht Eigendom

Bij het Kadaster kunt u een Kadastraal Bericht Eigendom opvragen. Hierin staat welke beperkingen op het pand of perceel rusten dat u wilt kopen. Bijvoorbeeld of het pand een monument is. Dit worden publiekrechtelijke beperkingen genoemd.
Daarnaast vermeldt het Kadastraal Bericht wie de ‘gerechtigden’ zijn bij een perceel, zoals de eigenaar of een erfpachter. Ook bevat het bericht de oppervlakte, het koopjaar en in de meeste gevallen de koopsom van het pand.

Aanvragen Kadastraal Bericht Eigendom

U vraagt een Kadastraal Bericht Eigendom aan bij een kantoor van het Kadaster of online via de externe link: website van het Kadaster. Hier vindt u ook de prijzen voor de diensten die het Kadaster levert. Als u ervoor kiest tijdens de koop van een woning een taxatierapport te laten opmaken, hoeft u het Kadaster niet voor deze gegevens te benaderen. De taxateur neemt deze gewoonlijk mee in zijn rapport.

 

(Bron: overheid 17-09-2011)