DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, auto

Als iemand naast een uitkering inkomen uit een dienstverband heeft en daarbij een auto van de zaak heeft waarvoor een bijtelling geldt, dan krijgt hij vanaf 1 januari 2013 waarschijnlijk een lagere uitkering. Dat meldt UWV.

Vanaf 1 januari telt de bijtelling mee bij de inkomsten die UWV van de uitkering aftrekt. Dit betekent dat UWV een hoger bedrag van de uitkering aftrekt en dat de uitkering lager kan worden. Deze wijziging is het gevolg van de nieuwe Wet Uniformering Loonbegrip (WUL).

Voorbeeld gevolgen WUL

Bart heeft recht op een WIA-uitkering van € 2.000. Hij heeft daarnaast een inkomen van € 1.000. 70% van deze € 1.000 wordt van zijn uitkering afgetrokken. Dat is € 700. Bart krijgt dus een uitkering van (€ 2.000 – € 700 = ) € 1.300. De bijtelling is € 500. In de nieuwe situatie telt dit mee als inkomen. Het totale inkomen van Bart wordt dan (€ 1.000 + € 500 = ) € 1.500. Vervolgens wordt 70% van deze € 1.500 van zijn uitkering afgetrokken. Dat is € 1.050. Bart krijgt dus een uitkering van (€ 2.000 – € 1.050 = ) € 950. Bart krijgt vanaf 1 januari 2013 dus (€ 1.300 – € 950 = ) € 350 minder uitkering dan in 2012.

Levensloopregeling

De WUL heeft ook gevolgen als iemand geld inlegt op een levensloopregeling. Hij krijgt dan mogelijk een wat hogere uitkering.

(Bron: Pleinplus)

Sinds 1 juli 2012 zijn er nieuwe regels van kracht voor mensen met een auto van de zaak (Ambitions.nu: hierover hebben we ook reeds eerder bericht op deze site). Dit heeft gevolgen voor de CO2-grenzen voor het 14%-tarief en het 20%-tarief van de bijtelling. Waarschijnlijk heeft u hier al veel over gehoord, maar misschien vraagt u zich nog af welke gevolgen dit heeft voor uw situatie. Hieronder leest u er meer over: wat u moet weten over de nieuwe bijtelling.

1. Wat is het verschil tussen een hoge of lage bijtelling?

De bijtelling voor de zelfstandig ondernemer wordt door de belastingdienst geheven als correctie op de met inkomstenbelasting belaste winst. Wanneer iemand ook privékilometers maakt in zijn auto van de zaak, moet dit dus worden verrekend in de zogenaamde bijtelling. Omdat de overheid graag zou zien dat mensen eerder voor een zuinige (en dus milieuvriendelijkere) wagen kiezen, zijn er lagere bijtellingpercentages vastgesteld voor zuinige auto’s. De mate van CO2-uitstoot bepaalt het bijtellingpercentage, dus: hoe minder CO2 uw voertuig uitstoot, des te lager de bijtelling.

2. Brengen de nieuwe regels daar verandering in?

Indien u in een zuinige auto van de zaak rijdt, is de kans groot dat er sinds begin deze maand voor u andere regels gelden. Sinds begin juli 2012 zijn de CO2-grenzen voor het 14%-tarief en het 20%-tarief namelijk aangescherpt. Hieronder vindt u alle wijzigingen:

  • Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km, die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 worden aangeschaft, geldt gedurende zestig maanden een 0%-tarief voor de bijtelling
  • Op auto’s die vóór 1 januari 2012 zijn aangeschaft en niet meer dan 50 gr/km CO2 uitstoten, is voor zover ze daar nog geen recht op hadden vanaf 1 januari 2012 het 0% tarief van toepassing tot 1 januari 2017
  • Voor personenautos met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km, die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende zestig maanden een 7%-tarief voor de bijtelling
  • Auto’s met een 20% of 14% bijtelling waarvan het kenteken vóór 1 juli 2012 op naam is gesteld, houden dat lagere bijtellingpercentage totdat de auto een andere eigenaar én andere gebruiker krijgt. In dat geval zal het bijtellingpercentage met ingang van 1 juli 2017 worden aangepast overeenkomstig de dan geldende normen
  • Auto’s met een 20% of 14% bijteling, die vanaf 1 juli 2012 op naam worden gesteld, houden dat lagere bijtellingpercentage voor een periode van zestig maanden. Deze periode begint op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld. Aan het eind van die periode wordt bekeken of de auto tegen de dan geldende CO2-grenzen opnieuw voor een 60 maanden periode voor een verlaagd bijtellingspercentage in aanmerking komt [Bron: Rijksoverheid]

3. Ik heb een vrij nieuwe en uiterst zuinige auto. Wat is er sinds 1 juli voor mij veranderd?

Het nul-tarief motorrijtuigenbelasting (MRB), dat in 2010 voor zeer zuinige auto’s is ingevoerd, blijft nog tot en met het jaar 2013 bestaan. Deze regeling is van toepassing op zeer zuinige auto’s, oftewel personenauto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 95 g/km (diesel) of maximaal 110 g/km (benzine/aardgas). Tot 2012 kunt u dus blijven rondrijden zonder MRB te hoeven betalen, maar houd er rekening mee dat dit belastingvoordeel per 1 januari 2014 alsnog vervalt.

4. Ik heb een leaseauto. Merk ik dat straks ook aan de kosten?

Rijdt u al een paar jaar een leasewagen die in de 14%-, 20%- 25%-bijtellingscategorie valt? Dan zal op dit gebied weinig veranderd zijn sinds de invoering van de nieuwe regels. Zolang uw leasecontract nog loopt, zal in veel gevallen de bijtelling onveranderd blijven. U kunt desalniettemin overwegen om uw leasecontract over te sluiten, zodat u met een nieuwe (zuinigere) wagen langer kunt profiteren van de voordelige bijtelling. Neem contact op met uw autoleasebedrijf om te informeren naar de mogelijke voordelen en voorwaarden van het oversluiten van een leasecontract. Meer informatie over leaseauto’s vindt u hier: 5 vragen en antwoorden over de leaseauto.

5. Ik rijd elektrisch. Blijf ik vrijgesteld van bijtelling?

Ja, in principe wel. Elektrische auto’s, maar ook andere voertuigen met een nulemissie tijdens het rijden, zijn in ieder geval tot 2015 vrijgesteld van de bijtelling privégebruik auto van de zaak. Datzelfde geldt voor de BPM (de belasting op personenauto’s en motorrijwielen) en de motorrijtuigenbelasting.

6. En wat als ik besluit privé geen gebruik te maken van de auto?

In dat geval wordt u vrijgesteld van het betalen van bijtelling, mits u officieel kunt aantonen dat de wagen alleen zakelijk gebruikt en weinig privékilometers hebt gemaakt. Deze grens ligt bij vijfhonderd privé gereden kilometers per jaar). U kunt dit aantonen door een rittenadministratie bij te houden of bij de Belastingdienst een Verklaring geen privégebruik auto aan te vragen.

(Bron: Ik ga starten)

Staatssecretaris Weekers heeft een Hoofdlijnennotitie over de uitwerking van het Begrotingsakkoord 2013 op het punt van de herziening van het fiscale regime voor kosten van woon-werkverkeer naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris benadrukt dat hij hiermee niet wil vooruitlopen op de uiteindelijke uitwerking zoals die zal worden opgenomen in het Belastingplan 2013. Wij ontlenen aan de Hoofdlijnennotitie het volgende:
Definitie woon-werkverkeer: De staatssecretaris streeft naar één definitie  voor alle belastingen, maar momenteel is nog onduidelijk of dat mogelijk is.   Gedacht wordt aan aansluiting bij de definitie zoals die gold vóór 2004, toen   de 60-dagenregeling gold. Een andere optie is aansluiten bij de Wet OB.
Waardering woon-werkverkeer en zakelijke reizen: Voor bepaalde   verstrekkingen, zoals de verstrekkingen die betrekking hebben op zowel  woon-werkverkeer als zakelijke reizen, moet de waarde van bijvoorbeeld het   OV-abonnement worden gesplitst. Een ander waarderingsprobleem speelt bij   georganiseerd vervoer van huis. Vanaf 2014, wanneer de gerichte vrijstelling   voor zakelijke reizen vervalt, kunnen alle vergoedingen voor zakelijke reizen   vanuit de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) worden vergoed en  verstrekkingen kunnen op nihil worden gewaardeerd.Onderzocht wordt nog of ook   de verstrekkingen onder de vrije ruimte van de WKR kunnen worden gebracht.
De staatssecretaris bevestigt in de Hoofdlijnennotitie het in het Lenteakkoord overeengekomen overgangsrecht. De staatssecretaris gaat in op de huidige regeling doorlopend afwisselend gebruik bestelauto, waarbij twee of meer werknemers door de aard van het werk   een bestelauto doorlopend afwisselend gebruiken. In sommige situaties kan nu   een eindheffing worden toegepast voor het privégebruik, waarbij een vast   bedrag van € 300 geldt. Mogelijk wordt dit bedrag aangepast, omdat het   woon-werkverkeer vanaf 2013 ook gaat gelden als privégebruik.

(Bron: FUTD)

Het kabinet wil vanaf volgend jaar belasting gaan heffen over de reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer. Hoe zit dat nu allemaal precies met deze maatregel?

1. Wordt mijn reiskostenvergoeding nu helemaal afgeschaft?

Nee, uw werkgever kan u nog steeds een vergoeding blijven geven voor het woon-werkverkeer. Tot nu toe hoeft u over een vergoeding tot maximaal 19 cent per kilometer geen belasting te betalen. Ook de werkelijke kosten van het openbaar vervoer mogen onbelast worden vergoed. Maar nu wil het kabinet de reiskostenvergoeding vanaf 1 januari 2013 volledig gaan belasten. Hoeveel belasting u precies gaat betalen hangt af van de hoogte van uw inkomen en in welke belastingschijf u valt. U kunt dit uitrekenen met de ANWB ReiskostenCheck.

2. Is die extra belasting het enige waar ik rekening mee moet houden?

Dat hangt af van uw individuele situatie. Omdat de reiskostenvergoeding voor het woon- werkverkeer bij uw inkomen wordt opgeteld zou dit ook nog gevolgen kunnen hebben voor eventuele toeslagen die u ontvangt. Bijvoorbeeld de zorgtoeslag of huurtoeslag. Die kunnen lager uitvallen.

3. Hoe dan ook een flinke extra kostenpost; kan ik daar nog op besparen?

Dat kan alleen door uw woon-werkverkeer zoveel mogelijk terug te brengen. Dat betekent dat u dichterbij uw werk zou moeten gaan wonen. Of een andere baan dichtbij huis zou moeten zoeken. In de praktijk zal dat op korte termijn meestal niet lukken, want de huizenmarkt zit op slot en nieuwe banen liggen ook niet voor het oprapen. De enige reële mogelijkheden om reiskosten te besparen die u wellicht heeft zijn: carpoolen en vaker thuiswerken.

4. Kortom: de automobilist wordt weer eens gepakt?

Deze kabinetsmaatregel treft niet alleen automobilisten maar alle forensen. Want ook wie met het openbaar vervoer naar zijn werk reist moet voortaan belasting betalen over de volledige reiskostenvergoeding. Met deze maatregel brengen forensen gezamenlijk 1,3 miljard euro op. Dat is 10 procent van de in totaal 12 miljard die het kabinet volgend jaar extra wil bezuinigen met het zogeheten Lenteakkoord.

5. En wat vindt de ANWB ervan?

De ANWB vindt dat de koopkracht van forenzen door deze belasting onevenredig hoog wordt aangetast. Daarom ziet de ANWB liever een overgangsregeling, zodat forensen de mogelijkheid krijgen om in te spelen op de maatregel. En nog een ander punt: Volgens het kabinet zouden mensen door deze belastingmaatregel minder gaan reizen. De ANWB deelt deze opvatting niet. De meeste mensen hebben immers geen enkel alternatief voor de dagelijkse rit naar het werk. Ze kunnen niet op korte termijn van baan of van woonplaats veranderen. De ANWB verwacht van de maatregel dan ook weinig effecten voor de vermindering van files en CO2-uitstoot.

(Bron: ANWB)

Een naheffingsaanslag voor onterecht privégebruik van een auto van de zaak, werd door Hof Arnhem vernietigd. De naheffing was namelijk onbevoegd opgelegd door het Coördinatiepunt privégebruik auto, in plaats van de Belastingdienst waaronder de werknemer ressorteerde.

Nadat een werknemer met een Verklaring geen privégebruik in een jaar verzocht de Verklaring in te trekken omdat hij in een nieuwe auto wel privé ging rijden, kreeg hij een naheffingsaanslag opgelegd. Deze was vastgesteld door de inspecteur van de Belastingdienst/Oost/Coördinatiepunt privégebruik auto. De werknemer stelde voor Hof Arnhem dat deze inspecteur hiertoe niet bevoegd was. Bij de rechter kon de betreffende inspecteur zijn stelling dat de bevoegdheid hem toekwam ‘vanuit de landelijke taakverdeling binnen de Belastingdienst’ niet nader onderbouwen. Hij had niet aangegeven wat die taakverdeling inhield, wie de taakverdeling had vastgesteld, op grond van welke bevoegdheid deze taakverdeling was vastgesteld en waar deze taakverdeling was gepubliceerd. Er was ook geen mandaat van de inspecteur waaronder de werknemer ressorteerde. Het hof vernietigde dan ook de naheffingsaanslag.

(Bron: Taxence)

Een werknemer met een auto van de zaak die niet meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt, kan bijtelling voorkomen door een sluitende rittenregistratie bij te houden. Het vermelden van de dagtotalen is onvoldoende om dit te bewijzen. Uit een recente rechtszaak blijkt dat werknemers alle ritten specifiek moeten registreren.

Een rittenadministratie bestaande uit alleen dagtotalen is onvoldoende om bijtelling te voorkomen. In een recente rechtszaak had een directeur-grootaandeelhouder (dga) een naheffingsaanslag gekregen, omdat de inspecteur van de Belastingdienst vond dat zijn rittenregistratie niet sluitend was. De dga hield alleen de dagtotalen bij en registreerde niet de gereden kilometers per afzonderlijke rit.

Adviseur keurde rittenadministratie goed

De rechter vond dat de dagtotalen onvoldoende informatie leverden om geen bijtelling te rekenen. De dga lichtte zijn ritten daarop alsnog toe, maar de rechter vond dat onvoldoende. Bovendien leek het de rechter onwaarschijnlijk dat hij nooit privé had gereden met de auto. Het feit dat de dga een privéauto tot zijn beschikking had, maakte hier niet uit. De inspecteur wilde verder nog een boete opleggen voor grove schuld, omdat de dga willens en wetens slechts dagtotalen had ingevuld. Maar de dga had een adviseur die zijn aangifte afhandelde en die had zijn rittenadministratie goedgekeurd. De rechter was het dan ook niet eens met deze boete. De navorderingsaanslag vond de rechter echter wel terecht.

(Bron: Salarisrendement)

Per 1 juli 2012 gelden scherpere CO2-grenzen voor de bijtelling wegens het privégebruik van de auto van de zaak. Dat betekent dat auto’s zuiniger moeten zijn om nog onder de bijtelling van 14% of 20% te vallen. Wie vóór 1 juli een auto van de zaak aanschaft, kan nog wel profiteren van de oude grenzen.

De overheid verlaagt de CO2-grenzen voor de bijtelling stapsgewijs. De eerste verlaging vindt plaats op 1 juli aanstaande. Vanaf die datum geldt voor een benzineauto de 14%-bijtelling pas bij een uitstoot van minder dan 103 gram per kilometer. Nu ligt het maximum nog op 111 gram per kilometer. Voor een dieselauto moet de uitstoot vanaf 1 juli minder dan 92 gram per kilometer zijn om onder het 14%-tarief te vallen. Nu is dat nog 96 gram per kilometer.

Verlaging voor dieselauto’s minder ingrijpend

Voor het bijtellingstarief van 20% gelden vanaf 1 juli de volgende grenzen: benzineauto’s mogen een uitstoot van maximaal 132 gram per kilometer hebben. Dieselauto’s vallen onder het 20%-tarief bij een uitstoot van maximaal 114 gram per kilometer. Op dit moment ligt voor benzineauto’s de 20%-grens op 140 gram per kilometer en voor dieselauto’s op 116 gram per kilometer. Is de uitstoot hoger dan de genoemde maxima, dan geldt het normale bijtellingstarief van 25%. De verlaging van de uitstootgrenzen is voor dieselauto’s minder ingrijpend, omdat in 2015 voor diesel- en benzineauto’s dezelfde uitstootgrenzen moeten gelden. Aangezien voor dieselauto’s al lagere uitstootgrenzen van toepassing waren, blijft de daling beperkt.

Leaseauto aanschaffen vóór 1 juli 2012

Het is voor werknemers die binnenkort aan een nieuwe auto van de zaak toe zijn, verstandig om op te letten wanneer de auto geleverd wordt. Als een nieuwe leaseauto vóór 1 juli 2012 geleverd wordt, blijven namelijk gedurende het hele leasecontract de oude CO2-grenzen gelden. De betreffende werknemer betaalt sneller een lage bijtelling. Levert de dealer pas na 1 juli 2012, dan gelden de nieuwe grenzen. Athlon Car Lease laat zelfs de oude bijtellingsgrenzen gelden voor leaseauto’s die vóór 15 april worden besteld en vóór 1 juli op kenteken worden gezet. Ook leaserijders van wie het leasecontract pas in het najaar afloopt, kunnen hiervan gebruikmaken. Zij moeten de auto dan uiterlijk 15 november in gebruik nemen.

(Bron: SalarisRendement)

De Belastingdienst heeft het normenkader vastgesteld voor geautomatiseerde rittenregistratiesystemen. Systemen die aan deze normen voldoen kunnen worden gebruikt voor die situaties waarin een rittenregistratie is vereist voor fiscale doeleinden.

Met de bekendmaking van dit normenkader wordt de markt in de gelegenheid gesteld in te spelen op deze door de Belastingdienst vastgestelde normen.

Op dit moment kunnen geautomatiseerde rittenregistratiesystemen die voldoen aan het normenkader gebruikt worden om aan te tonen dat niet meer dan 500 kilometer privé wordt gereden met ‘auto van de zaak’. Die rittenregistratie is nodig om bijtelling te voorkomen. Straks zullen deze kastjes ook een rol gaan spelen in de gestaffelde bijtelling waar momenteel onderzoek naar plaatsvindt. Als dit onderzoek positief blijkt, is het streven dat deze gestaffelde bijtelling in 2013 van start gaat voor de bestelauto van de zaak.

(Bron: Belastingdienst)

Partijen die van plan zijn een rittenregistratiesysteem te gaan ontwikkelen kunnen zich aanmelden voor een startbijeenkomst. Aanmelden kan telefonisch bij het Landelijk Coördinatiecentrum Auto 088 158 17 12.

Onderwerpen die aan de orde komen: Wijzigingen fiscale bijtelling auto van de zaak, Extra aanscherping d.m.v. invoering 60-maanden termijn, Overgangsregeling voor huidige (zeer) zuinige auto’s, Nieuw regime elektrische auto’s 2014
Alternatief voor rittenregistratie bestelauto’s ondernemers, Aanscherping BPM-vrijstelling voor zeer zuinige auto’s
Overzicht BPM-heffing 2011-2015 voor gangbare auto’s, Vrijstelling motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto’s vervalt
Kortingsregeling jaarbetaling motorrijtuigenbelasting vervalt, Oldtimervrijstelling voor 30 jaar oude auto’s, Nieuwe regels in de omzetbelasting voor privégebruik auto van de zaak.Inkomstenbelasting en loonbelastingWijzigingen fiscale bijtelling auto van de zaak

Voor de auto van de zaak geldt een fiscale bijtelling, het autokostenforfait. Het autokostenforfait bedraagt een bepaald percentage van de catalogusprijs van de auto. Er gelden 4 percentages: 25%, 20% en 14% en 0%. Een en ander is afhankelijk van de op emissienormen gebaseerde CO2-uitstoot van de auto. Hoe schoner de auto is, des te lager is het autokostenforfait.De emissienormen worden de komende jaren fors aangescherpt. In onderstaande tabel kunt u lezen hoe schoon een auto van de zaak de komende jaren moet worden om voor een lage(re) fiscale bijtelling van 20% of 14% in aanmerking te komen en voor welke auto’s een bijtelling van 25% geldt.



NB

Zie voor het 0%-procent tariefhet bericht “Nieuw regime elektrische auto’s 2014”

Extra aanscherping d.m.v. invoering 60-maanden termijn
Vanaf 1 juli 2012 geldt het dan geldende bijtellingspercentage voor nieuw gekochte auto’s nog ‘slechts’ voor een periode van 60 maanden. Na afloop van deze periode moet opnieuw worden bekeken of de auto nog schoon genoeg is om voor het lage(re) bijtellingspercentage in aanmerking te komen.

Overgangsregeling voor huidige (zeer) zuinige auto’s

Op dit moment geldt voor auto’s met een CO2-uitstoot van minder dan 111 gr/km (diesel: <96) een bijtelling van 14%. Voor auto’s met een CO2-uitstoot tussen de 111 en 140 gr/km geldt op dit moment een bijtelling van 20%. Deze auto’s kunnen de komende jaren uiteraard niet zuiniger worden en dus zou het fiscale voordeel van de lage(re) bijtelling door de aangescherpte emissienormen al snel komen te vervallen. Het kabinet vindt dat ongewenst en daarom komt er een overgangsregeling.
De overgangsregeling houdt in dat als de eerste tenaamstelling van de auto plaats heeft gevonden voor 1 juli 2012, het vanaf die datum geldende bijtellingspercentage ‘eeuwigdurend’ blijft behouden. Daaraan wordt wel de voorwaarde gekoppeld dat de auto niet van eigenaar mag wisselen.
Als de eerste tenaamstelling van de auto voor 1 juli 2012 heeft plaatsgevonden en de auto na 1 juli 2012 van eigenaar wisselt geldt de volgende regeling: het bijtellingspercentage zoals dat gold voor 1 juli 2012 blijft behouden tot 1 juli 2017. Op die datum wordt opnieuw bekeken hoe schoon de auto is en welk bijtellingspercentage alsdan in aanmerking moet worden genomen. Wisselt de auto bijvoorbeeld op 1 januari 2015 van eigenaar. Dan geldt voor de nieuwe eigenaar tot 1 juli 2017 het oude percentage zoals dat gold voor 1 juli 2012.

Tip!

Overleg met uw adviseur of het zinvol is om nog voor 1 juli 2012 een (zeer) zuinige auto aan te schaffen. Doe dat wel tijdig want voor sommige typen (zeer) zuinige auto’s geldt een levertijd van enkele maanden. Doorslaggevend voor het gebruik van de overgangsregeling is immers dat het kenteken van de nieuwe auto voor 1 juli 2012 op naam is gesteld.

Nieuw regime elektrische auto’s 2014
Op dit moment geldt voor elektrische auto’s en plug-in hybrides van de zaak die ook privé worden gereden een bijtelling van 0%. De Tweede Kamer heeft echter definitief besloten om met ingang van 1 januari 2014 een bijtelling van 7% in te voeren voor deze auto’s. Het gaat hierbij om auto’s waarvan het kenteken op of na 1 januari 2014 voor het eerst op naam wordt gesteld.
Gaat het om een auto die reeds voor 1 januari 2012 op naam is gesteld, dan bedraagt de bijtelling tot 1 januari 2017 0%. Daarna gaat de bijtelling 7% bedragen als de auto nog aan de dan geldende emissienormen voldoet.
Voor auto’s waarvan het kenteken voor het eerst op naam wordt gesteld in de jaren 2012 en 2013 bedraagt de fiscale bijtelling 0% gedurende 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld.

Alternatief voor rittenregistratie bestelauto’s

Werknemers die een fiscale bijtelling voor het privégebruik van een bestelauto van de zaak willen voorkomen zijn tot op heden aangewezen op het bijhouden van een sluitende rittenadministratie. Met ingang van 1 januari 2012 komt er echter een alternatief. Werkgever en werknemer kunnen dan gezamenlijk bij de Belastingdienst verklaren dat de bestelauto uitsluitend zakelijk wordt gebruikt. Met deze gezamenlijke verklaring wordt aangegeven dat met de bestelauto geen enkele kilometer privé wordt gereden, waarmee een bijtelling kan worden voorkomen.
Een rittenregistratie is gedurende de periode dat een dergelijke verklaring door de Belastingdienst is afgegeven, niet langer noodzakelijk.
Deze verklaring wordt toegevoegd aan het bestaande instrumentarium. Het is namelijk ook nu al mogelijk om een bijtelling te voorkomen als er sprake is van een verbod van de werkgever om de bestelauto privé te gebruiken. De bestelauto wordt dan aan het einde van de werkdag op de werkplek achter gelaten. Voorts is het op dit moment ook al mogelijk om een bijtelling te voorkomen door middel van een sluitende rittenregistratie. De bestaande instrumenten worden op korte termijn dus niet afgeschaft, wel wordt een alternatief aangeboden waarmee de rittenregistratie kan worden voorkomen.
Door de Belastingdienst zal hiervoor een digitaal formulier ter beschikking worden gesteld. De ondernemer kan de rittenregistratie achterwege laten als hij van de inspecteur een ontvangstbevestiging van de verklaring heeft ontvangen.
De ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ is ook van toepassing voor de IB-ondernemer die in een bestelauto rijdt van zijn onderneming.

Controle
De Belastingdienst gaat de naleving van de verklaring door middel van zogenaamd ‘ambulant toezicht’ (bijvoorbeeld cameratoezicht) controleren. Indien de inspecteur als gevolg van bijvoorbeeld camerabeelden het vermoeden heeft dat een bestelauto voor privédoeleinden wordt gebruikt terwijl er ten aanzien van die auto een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto is afgegeven, wordt contact gezocht met de werknemer en de werkgever. Zij krijgen de mogelijkheid het zakelijke karakter van de rit aan te tonen. Slagen zij daarin niet dan volgt een naheffingsaanslag.
Indien de werkgever een onjuiste verklaring heeft afgelegd, indien hij de werknemer toestemming heeft gegeven of als hij weet dat de werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikt, dan wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd. Daarnaast kan een boete worden opgelegd op grond van het niet nakomen van informatieverplichtingen.

Tip!

Aan de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto wordt de voorwaarde verbonden dat de auto uitsluitend zakelijk wordt gebruikt. Ga met uw adviseur na of dit een haalbare optie is alvorens te kiezen voor deze regeling. Dat kan ongewenste naheffingsaanslagen en boeten voorkomen.

Belasting op personenauto’s en Motorrijwielen (BPM)

Aanscherping BPM-vrijstelling voor zeer zuinige auto’s

Voor de zuinigste auto’s zal een vrijstelling van BPM blijven bestaan, zij het dat de grenzen van de in de BPM opgenomen CO
2-schijven jaarlijks per 1 januari (in 2012 per 1 juli) naar beneden worden bijgesteld. Per 1 januari 2015 zullen de grenzen (voorlopig?) voor het laatst worden verlaagd. De bestaande tariefverschillen tussen benzine- en dieselauto’s zijn dan verdwenen.

Vrijstellinggrenzen BPM 2011-2015 (gr/km)
2011 1/1/2012 1/7/2012 2013 2014 2015Benzine <111 <111 <103 <96 <89 <83
Diesel < 96 < 96 < 92 <89 <86 <83

Tip!

Bent u van plan om in 2012 een nieuwe auto te kopen waarvoor nu een BPM-vrijstelling bestaat? Ga dan na of u dit voor 1 juli 2012 moet doen. Het is immers op dit moment de vraag of het model van uw keuze na 1 juli 2012 nog voldoet aan de per die datum aangescherpte CO2-normen.

Overzicht BPM-heffing 2011-2015 voor gangbare auto’s
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van een aantal voorbeelden van auto’s (prijspeil 2011) en de verschuldigde BPM die voor deze auto’s in de jaren 2012 tot en met 2015 van toepassing zal zijn.

Motorrijtuigenbelasting (MRB)

Vrijstelling motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto’s vervalt

Tot 1 januari 2014 blijft de huidige vrijstelling van de MRB voor zeer zuinige auto’s gehandhaafd en gelden de huidige CO2-vrijstellingsgrenzen (benzine 110 gr/km, diesel 95 gr/km). Vanaf 2014 vervalt de vrijstelling van de MRB voor zowel nieuwe als bestaande auto’s en zal de belasting alleen nog op gewicht zijn gebaseerd. Uitzondering hierop vormt een vrijstelling tot en met 2015 voor zeer zuinige auto’s met een uitstoot van niet meer dan 50 gr/km.

Kortingsregeling jaarbetaling motorrijtuigenbelasting vervalt

De verschuldigde motorrijtuigenbelasting wordt over het algemeen per kwartaal betaald. Het is echter ook mogelijk om de motorrijtuigenbelasting voor een jaar vooruit te betalen. Dat levert een korting op van 3 euro per vooruitbetaald kwartaal. De korting was ooit bedoeld als stimulans voor het kiezen van de meest efficiënte betalingsvorm. De automatisering van de belastingheffing en de ontwikkelingen in het betalingsverkeer hebben echter niet stilgestaan. Betaling per automatische incasso per maand vergt minder administratieve lasten en uitvoeringkosten dan handmatige betaling per jaar. Het streven is daarom om de betaling van MRB juist zoveel mogelijk te laten plaatsvinden via automatische incasso. Het percentage houders dat de belasting voor 4 kwartalen vooruitbetaalt, is inmiddels gedaald tot onder de 8 procent. Overigens is het effect van de vaste korting van 3 euro per kwartaal ook niet evenwichtig. Bij lage MRB-bedragen vormt de korting van in totaal 12 euro per jaar een relatief hoog percentage van de verschuldigde belasting, bij hoge MRB-bedragen is de korting relatief onbeduidend. Daarom wordt de korting bij jaarbetaling met ingang van 1 januari 2012 afgeschaft.

Oldtimervrijstelling voor 30 jaar oude auto’s
Op dit moment geldt er voor auto’s die ouder zijn dan jaar 25 jaar een vrijstelling van motorrijtuigenbelasting (de oldtimervrijstelling). Deze regeling zou per 1 januari 2012 worden afgeschaft voor auto’s die na deze datum de leeftijd van 25 jaar zullen bereiken. De Tweede Kamer heeft er echter voor gezorgd dat de oldtimervrijstelling blijft gehandhaafd. Wel wordt de leeftijdsgrens opgetrokken van 25 jaar naar 30 jaar. Voor oldtimers die nu tussen de 25 jaar en 29 jaar oud zijn, is een overgangsregeling getroffen. De vrijstelling van motorrijtuigenbelasting blijft voor deze auto’s behouden.

Omzetbelasting

Nieuwe regels in de omzetbelasting voor privégebruik auto van de zaak

Vanaf 1 juli 2011 gelden er nieuwe regels voor het privégebruik van de auto van de zaak. In 2011 moeten daarom zowel oude als nieuwe regels worden toegepast. Aanleiding hiervoor is een uitspraak van de Rechtbank in Haarlem van 1 juni 2011. Over de toepassing van de nieuwe regels ter zake van de bijtelling voor de omzetbelasting voor het privégebruik over 2011 (aan te geven over het vierde kwartaal van 2011) bestaat op dit moment nog geen 100% duidelijkheid. Hierover is overleg met de Belastingdienst gaande. Wij houden u op de hoogte. 

(Bron: Fiscanet)

Heeft u een auto van de zaak en een verklaring geen privégebruik, maar denkt u toch méér dan 500 kilometer privé te gaan rijden? Dan moet u dat voortaan bij de Belastingdienst melden, nog voordat u de grens van 500 kilometer overschrijdt. Voor een bestelauto met verklaring uitsluitend zakelijk gebruik geldt dit al voordat er ook maar 1 kilometer privé is gereden.

Verklaring geen privégebruik
Bij een verklaring geen privégebruik mag de bijtelling achterwege blijven en is er de zekerheid dat achteraf geen naheffingen volgen. Al moet nog wel kunnen worden bewezen dat er minder dan 500 kilometer per jaar privé is gereden.

Voortaan verplicht melden: overschrijding grens van 500 kilometer
Sinds 1 januari 2012 moet het direct bij de Belastingdienst worden gemeld als er meer dan 500 kilometer privé wordt gereden – nog vóórdat die grens daadwerkelijk is overschreden.

Gebruik voor de melding het volgende formulier van de Belastingdienst: Wijziging of intrekking Loonheffingen, Verklaring geen privégebruik auto.

Een dergelijke melding betekent dat de verklaring wordt ingetrokken.

Verplichting geldt ook bij bestelauto…
Deze verplichte melding geldt ook bij een bestelauto waarvoor een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik is afgegeven, maar dan nóg eerder, aangezien in zo’n geval geen enkele kilometer voor privédoeleinden mag worden gereden.

De melding moet dan dus worden gedaan nog voordat de bestelauto daadwerkelijk privé wordt gebruikt, met het volgende formulier: Intrekking verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto werknemer/werkgever. Net als bij de aanvraag van een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik, moet de werkgever dit formulier naar de Belastingdienst sturen.

… en voor zowel werknemer als werkgever
Bij een bestelauto geldt de meldplicht voor zowel werknemer als werkgever. Dat betekent dat als een werknemer geen melding doet, terwijl u weet of vermoedt dat hij de bestelauto toch privé gebruikt, u zelf de melding moet doen bij de Belastingdienst om de verklaring in te trekken. Doet u dat niet, dan kan er een boete volgen.

Boete
Overtreding van de meldplicht kan een boete opleveren voor zowel de werknemer als de werkgever, gebaseerd op het bedrag aan belasting dat de schatkist is misgelopen. Maar hieraan is een maximum verbonden van € 4.920.

Bovendien kan het zijn dat er met terugwerkende kracht loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet moet worden betaald.

(Bron: De Zaak)