DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, omzetbelasting

Het Hof van Justitie van de EU heeft duidelijk gemaakt wanneer een verkoopsom moet worden geacht inclusief btw te zijn als de partijen daarover niets zijn overeengekomen.

Twee Roemeense ondernemers hadden verschillende verkoopovereenkomsten gesloten die zagen op onroerende zaken. Daarbij hadden zij niets afgesproken over de btw. De Roemeense belastingdienst kwam daar achter en legde naheffingsaanslagen btw op. Daarbij berekende de Roemeense fiscus de btw over de overeengekomen verkoopprijzen. De ondernemers stelden dat de verkoopprijzen moesten worden geacht inclusief btw te zijn. Het Hof heeft geoordeeld dat de fiscus een overeengekomen verkoopprijs moet opvatten als een verkoopprijs inclusief btw als de partijen geen afspraken hebben gemaakt over de btw. Daarbij geldt als voorwaarde dat de leverancier de nageheven btw niet kan verhalen op de afnemer.

(Bron: Taxence)

Pactor Vastgoed BV kreeg in januari 2000 een pand geleverd met toepassing van de optie voor BTW-belaste levering. De leverancier (A) had het pand zelf ook verkregen met de optie voor BTW-belaste levering. Vanaf 5 april 2000 ging Pactor het pand BTW-vrijgesteld verhuren en op 4 juli 2000 leverde zij het pand vrijgesteld van BTW aan een derde. Hierdoor verviel de optie voor BTW-heffing ter zake van de levering van A aan Pactor. A had de BTW op de aankoop van het pand ten onrechte in aftrek gebracht en deze BTW moest op grond van de herzieningsregeling worden gecorrigeerd. Op grond van artikel 12a Wet OB werd Pactor als de afnemer van A aangewezen als degene die de herzienings-BTW moest voldoen. Hof Den Haag was het met Pactor eens dat de herzienings-BTW van de leverancier niet op grond van artikel 12a Wet OB kon worden nageheven van de koper. De staatssecretaris ging in cassatie. De Hoge Raad besloot een prejudiciële vraag aan het EU-Hof van Justitie voor te leggen. Het EU-Hof besliste dat de Zesde BTW-Richtlijn geen uitdrukkelijke aanwijzing bevatte ten aanzien van welke belastingplichtige belastingschulden als gevolg van de herziening van een BTW-aftrek moest voldoen, maar daaruit kon niet worden afgeleid dat lidstaten vrij konden bepalen welke belastingplichtige de BTW in een dergelijke context moest voldoen. De aanvankelijke BTW-aftrek werd op grond van artikel 20, lid 1, onderdeel a, van de Zesde BTW-Richtlijn herzien wanneer deze hoger of lager was dan die welke de belastingplichtige gerechtigd was toe te passen. Deze bepaling moest volgens het EU-Hof zo worden uitgelegd dat wanneer de door een belastingplichtige in aftrek gebrachte BTW werd herzien, de als gevolg daarvan verschuldigde bedragen door die belastingplichtige moesten worden voldaan. Het was in strijd met de Zesde BTW-Richtlijn om de bedragen verschuldigd na een herziening van een BTW-aftrek in te vorderen bij een andere belastingplichtige dan degene die de aftrek had toegepast.

(Bron: FUTD)

Hoe zit het nou met de verplichte Gelangenbestätigung?
Importeer jij goederen uit Duitsland? Let op, per 1 oktober veranderen de regels rond de btw-vrijstelling. Om voor het 0 procent-tarief in aanmerking te komen, moet de leverancier aantonen dat de goederen naar jou zijn verzonden. Dat kan op verschillende manieren.
Leveringen binnen de Europese Unie zijn vrijgesteld van btw, maar omdat dit systeem fraudegevoelig is, voert de Duitse regering een extra bewijsplicht in. Mogelijk volgen binnenkort andere EU-landen. Naar schatting kost btw-fraude de Europese regeringen in totaal 250 miljard euro.

Plicht

In Duitsland wordt hier al jaren over gesproken. Exporteurs zouden bij elke zending een ‘Gelangenbestatigüng’, een ontvangstbevestiging, moeten meesturen die jij als importeur binnen drie weken terug zou moeten sturen. Als je dat niet zou doen, zou je een nieuwe factuur krijgen waarbij het Duitse btw-tarief van 19 procent wordt gerekend.

Afgezwakte regelgeving

Na veel protest is dit voorstel licht afgezwakt. Een Duitse exporteur moet vanaf 1 oktober 2013 nog steeds voor extra bewijs zorgen om te kunnen aantonen dat de producten echt het land hebben verlaten, maar als hij een transportbedrijf inschakelt kan hij ook andere documenten als bewijs aanvoeren. Naast een factuur is een van de volgende documenten dan nodig:
  • Een bewijs van verzending, dus bijvoorbeeld een vrachtbrief met getekende ontvangstbevestiging, een ladingsbrief of de duplicaten hiervan;
  • Een schriftelijke bevestiging van het transportbedrijf;
  • Een schriftelijke of elektronische plaatsing van de order inclusief de notulen over het transport (track and trace);
  • Bij verzending per post een bon van de posterijdienst waarop de inontvangstname en het bewijs van betaling van de levering staan;
  • In geval van verzending van de goederen door de klant een bewijs van betaling via een bankrekening plus een schriftelijke bevestiging van het transportbedrijf.
Brengt de leverancier de goederen zelf de grens over of haal je ze op? Dan is de Gelangenbestätigung wel verplicht om btw-heffing te voorkomen.

Wat staat erop?

Op een Gelangenbestätigung moeten gegevens van de leverancier staan, een beschrijving van de goederen, de plaats en maand van aankomst van het transport en een handtekening en datum. Hiermee geef je aan de goederen in je eigen btw-administratie op te nemen. Om de bon van een vervoerbedrijf te kunnen gebruiken als bewijs, moet deze ook informatie bevatten over de goederen en data van het transport.
Krijg je na 1 oktober bij je zending een Gelangenbestätigung? Voorkom problemen voor je leverancier en stuur dit document binnen drie weken terug. De regels gelden voor alle ondernemers die goederen vanuit Duitsland versturen, ook voor niet-Duitse ondernemers.
(Bron: MKBServicedesk)

Nederlandse btw-ondernemers die in andere EU-landen activiteiten verrichten, krijgen vaak buitenlandse btw in rekening gebracht door ondernemers uit die andere landen. De Nederlandse ondernemer kan de buitenlandse btw dan in veel gevallen terugvragen. Hier een overzicht van de voorwaarden.

Als een Nederlandse ondernemer in een ander EU-land btw-aangifte doet, moet hij de btw via de reguliere aangifte in het betreffende land terugvragen. Als hij geen aangifte doet in het andere EU-land, moet hij een apart teruggaafverzoek indienen bij de Nederlandse Belastingdienst.

Voorwaarden teruggaaf buitenlandse btw
Voor het terugvragen van de btw uit een ander EU-land moet de ondernemer aan alle volgende voorwaarden voldoen:
– hij drijft een btw-onderneming die is gevestigd in Nederland (de ondernemer is niet gevestigd in het andere EU-land of heeft daar geen vaste inrichting);
– hij doet geen btw-aagifte in het EU-land waar hij de btw wil terugvragen (de ondernemer heeft geen leveringen en diensten verricht in het tijdvak van teruggaaf);
– hij gebruikt de goederen en diensten voor btw-belaste activiteiten;
– de btw is door middel van een juiste factuur aan hem in rekening gebracht;
– het btw-bedrag dat hij terugvraagt bedraagt meer dan 50 euro als hij de btw over een jaar terugvraagt, of 400 euro als hij de btw over een periode van ten minste drie maanden terugvraagt.

Tip
Voor veel diensten tussen ondernemers (zogenoemde B2B-diensten) in internationaal verband geldt een verplichte btw-verleggingsregeling. Hierdoor wordt in steeds minder gevallen buitenlandse btw in rekening gebracht. Wie toch buitenlandse btw in rekening krijgt gebracht, doet er daarom goed aan eerst te controleren of dit juist is. Is ten onrechte btw in rekening gebracht, dan kan hij de leverancier om een nieuwe factuur vragen.

Elektronisch teruggaafverzoek
Teruggaafverzoeken worden elektronisch ingediend. Een Nederlandse ondernemer dient het teruggaafverzoek voor de btw uit andere EU-landen bij de Nederlandse Belastingdienst in. Dat kan via een portal van de Belastingdienst worden gedaan. Hiervoor zijn inloggegevens nodig, die de ondernemer kan aanvragen met een formulier dat te downloaden is op www.belastingdienst.nl/eubtw. Na ondertekening en verzending van het formulier ontvangt de aanvrager zijn inloggegevens binnen vier weken. Hij kan hiermee via de speciale website van de Belastingdienst (https://eubtw.belastingdienst.nl) het teruggaafverzoek indienen, waarop hij direct een ontvangstbevestiging van het verzoek krijgt. De Belastingdienst stuurt het verzoek vervolgens langs elektronische weg door naar de belastingdienst van het EU-land waarop het verzoek betrekking heeft. Ook van deze belastingdienst ontvangt de ondernemer een ontvangstbevestiging.

Verstrekken (aanvullende) informatie
Het teruggaafverzoek moet onder meer de volgende informatie bevatten:
– naam en adres van de aanvrager;
– een elektronisch adres;
– een omschrijving van de bedrijfsactiviteit van de aanvrager;
– het teruggaaftijdvak waarop het verzoek betrekking heeft;
– een verklaring van de aanvrager dat hij gedurende het teruggaaftijdvak:
– geen goederenleveringen of diensten heeft verricht, waarvan de plaats geacht wordt in het EU-land van teruggaaf te zijn gelegen; of
o  uitsluitend leveringen of diensten heeft verricht, waarvoor de afnemer de btw verschuldigd is; of
o uitsluitend vrijgestelde vervoersdiensten en daarmee samenhangende diensten heeft verricht;
o het btw-identificatienummer van de aanvrager;
o de bankgegevens inclusief IBAN- en BIC-codes.

Informatie factuur of invoerdocument
Voor elke factuur of elk invoerdocument moet de ondernemer de volgende informatie verstrekken:
– naam en adres van de leverancier of dienstverrichter, inclusief zijn btw-identificatienummer of fiscaal registratienummer;
– een landencodenummer van de lidstaat van teruggaaf, behalve in het geval van invoer;
– de datum en het nummer van de factuur of het invoerdocument;
– de maatstaf van heffing en het (aftrekbare) btw-bedrag, uitgedrukt in de munteenheid van de lidstaat van teruggaaf. Indien van toepassing ook het aftrekpercentage;
– het berekende bedrag van de aftrekbare btw;
– indien van toepassing, het berekende pro rata;
– de aard van de afgenomen goederen of diensten, aangegeven door middel van codes.

Vermelden van codes
Een belangrijk aspect betreft de het laatste punt: een codering van de afgenomen goederen of diensten. De ondernemer moet namelijk in het teruggaafverzoek de volgende codes hanteren:
1.         brandstof;
2.         verhuur van vervoermiddelen;
3.         uitgaven in verband met vervoermiddelen, andere dan die voor de goederen en diensten waarnaar wordt verwezen met de codes 1 en 2;
4.         wegentol en andere heffingen met betrekking tot het gebruik van de weginfrastructuur;
5.         reiskosten waaronder kosten van het openbare vervoer en taxi;
6.         logies;
7.         spijzen, dranken en restaurantkosten;
8.         toegang tot beurzen en tentoonstellingen;
9.         weelde-uitgaven alsmede uitgaven voor ontspanning en recreatie;
10.       andere.

Soms ook subcodes
Voor sommige landen moeten ook subcodes worden ingevuld. Als de ondernemer goederencode 10 invult, en in de subcodelijst geen betreffende code staat, moet hij de goederen in eigen woorden omschrijven. In principe moeten de goederen in de officiële taal van de betreffende lidstaat omschreven worden. In bijna alle lidstaten mag de omschrijving in het Engels aangeleverd worden, behalve in Roemenië, Slowakije en Tsjechië.

Elektronische kopie van de factuur
In sommige landen hoeven de originele facturen met het verzoek niet meegezonden te worden. Toch verlangt een groot aantal EU-landen dat de aanvrager een elektronische kopie meestuurt. Dit geldt voor de volgende EU-landen: België, Cyprus, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Litouwen, Letland, Malta, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië (bij Tsjechië moeten altijd kopieën worden meegezonden) en het Verenigd Koninkrijk.
De facturen worden dan ingescand. Alleen de bestandformaten van het formaat jpg, tiff en pdf worden geaccepteerd. Deze mogen wel samengevoegd zijn in een zip-bestand. De totale bestandsgrootte mag maximaal 5 MB groot zijn. Indien de bestandsgrootte meer dan 5 MB is, moet de ondernemer alleen de facturen en/of invoerdocumenten met de hoogste bedragen toevoegen.

Termijnen
Een verzoek om teruggaaf kan worden ingediend tot 30 september van het jaar volgend op het jaar waarop de teruggaaf ziet. Een verzoek geldt alleen als ingediend als het alle vermelde gegevens bevat. De periode waarop het verzoek betrekking heeft moet minimaal drie maanden zijn en mag maximaal één jaar bedragen.
Een te laat ingediend verzoek wordt door de Nederlandse inspecteur wel doorgestuurd naar het EU-land van teruggaaf. Dat land beslist zelf of het een te laat verzoek in behandeling wil nemen.

Naar land van teruggaaf
De Nederlandse inspecteur zendt de verzoeken binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst door naar het betrokken land van teruggaaf, mits de verzoeken compleet zijn. Deze verzoeken worden daarna verder behandeld door het EU-land van teruggaaf. Het betreffende EU-land stuurt de aanvrager een ontvangstbevestiging van het teruggaafverzoek. Daarin vermeldt het land de datum waarop het verzoek is ontvangen. Het EU-land moet binnen vier maanden op het teruggaafverzoek beslissen. Wanneer om aanvullende informatie wordt verzocht (bijvoorbeeld originele facturen), kan deze termijn met vier maanden worden verlengd tot ten hoogste acht maanden. Als het EU-land de teruggaaf heeft goedgekeurd, moet deze het te restitueren bedrag binnen tien werkdagen uitbetalen. Als het EU-land de termijnen overschrijdt, heeft de ondernemer recht op vergoeding van rente. De ondernemer moet dan wel aan de voor hem geldende termijnen hebben voldaan. De hoogte van de rentevergoeding wordt door het EU-land van teruggaaf zelf bepaald. Voorwaarde hierbij is dat het EU-land de rente gelijkstelt aan de rente die een voor binnenlandse ondernemer in dat land geldt.

(Bron: F&A Actueel)

De aangiftebrief omzetbelasting verdwijnt per 1 januari 2014. De bijbehorende acceptgiro verdwijnt al in december dit jaar.

Ondernemers moeten vanaf dat moment zelf bijhouden wanneer ze hun aangifte moeten doen en betalen. Deze informatie vinden ze op het beveiligde gedeelte van de internetsite van de belastingdienst. Hier staat ook het betalingskenmerk waarmee ze de betaling kunnen uitvoeren.

E-mail

Om de overgang makkelijker te maken krijgen ondernemers begin januari 2014 een overzicht toegestuurd met de aangiftetijdvakken, uiterste inlever- betaaldatums en betalingskenmerken. Ook kunnen ze zich aanmelden om per e-mail een herinnering te krijgen van de aangifte.

(Bron: De Telegraaf)

De btw in de voorraad tabaksproducten mag per 1 juli 2013 worden teruggevraagd. Het terug te vragen btw-bedrag neemt u op bij de voorbelasting in de aangifte van het tijdvak waar 30 juni 2013 in valt.

Om dubbele btw-heffing voor tabaksproducten te voorkomen geldt vanaf 1 juli een overgangsregeling. Fabrikanten, groothandel en detaillisten kunnen de btw terugvragen die in de detailhandelsprijs is opgenomen. Het gaat dan om tabaksproducten die zij op 1 juli 2013 op voorraad hebben. Het terug te vragen bedrag is van 21/121 van de detailhandelsprijs.

Overgang naar normale btw-regels

Op dit moment wordt de btw van tabaksproducten samen met de accijns betaald door de importeur of fabrikant. Vanaf 1 juli 2013 valt de verkoop van tabaksproducten onder de normale btw-regels. Dit betekent dat behalve de fabrikant en de groothandel, ook de detaillist btw over zijn verkoop in rekening moeten gaan brengen. Detaillisten mogen vanaf 1 juli dus ook de btw over hun inkoop als voorbelasting aftrekken.

Voorkomen dubbele btw-heffing

Door de overstap naar het reguliere systeem is het mogelijk dat er 2 maal btw betaald wordt over hetzelfde product. De overgangsregeling voorkomt dit. Fabrikanten, groothandel en detaillisten kunnen de btw over hun voorraad via hun normale btw-aangifte éénmalig terugvragen. Dit moeten zij doen in de aangifte van het tijdvak waar 30 juni in valt. Lees meer over de overgangsmaatregel tabaksbranche.

(Bron: Belastingdienst)

De Belastingdienst gaat bij ondernemers controleren of zij nog openstaande btw-schulden hebben over vorige jaren. De controle gebeurt op een vergelijking van de btw-aangiften en de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.

Jaarrekening

Btw-schulden komen regelmatig aan het licht bij het opstellen van de jaarrekening. De meeste ondernemers sturen de belastingdienst binnen 3 maanden na afloop van het jaar een aanvulling op hun btw-aangifte en betalen alsnog de openstaande schuld.

Verplichting

Sinds 1 januari 2012 zijn ondernemers die de afgelopen 5 jaar te veel of te weinig btw hebben aangegeven verplicht om dit te melden aan de Belastingdienst. De verplichting is er sinds 1 januari maar vanaf 1 april 2012 moeten deze correcties door middel van een verplicht formulier worden aangeven. Kleine btw-correcties – dat wil zeggen de correctie per saldo 1000 euro te betalen of 1000 euro terug te ontvangen bedraagt – moeten worden verwerkt in de eerstvolgende aangifte omzetbelasting.

Btw-schulden alsnog aangeven

De Belastingdienst waarschuwt: “Hebben uw klanten nog btw-schulden over voorgaande jaren aan te geven? En wilt u voorkomen dat zij worden geconfronteerd met een hoge boete? Corrigeer dan vóór 1 juni 2013 de eerder ingestuurde aangiften.” Corrigeren kan met het formulier Suppletie omzetbelasting, dit formulier is ook als invulbare PDF beschikbaar in het BTW Programma.

Teruggaaf

Ondernemers die over de afgelopen jaren nog recht hebben op een teruggaaf btw kunnen dit aanvragen met hetzelfde formulier.

(Bron: Elsevierfiscaal)

A. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor het maken van een ontwerp voor het aanleggen en onderhouden van een tuin? En als een tuinarchitect naast het maken van een ontwerp ook de aanleg van de tuin begeleid?
Het maken van een ontwerp voor het aanleggen en onderhouden van een tuin behorende bij
een woning ouder dan twee jaar valt niet onder hetverlaagde tarief. Dit is anders als tuinarchitecten en dergelijke ondernemers naast het maken van een ontwerp ook de aanleg en het onderhoud van de tuin begeleiden. In dat geval kan het verlaagde tarief op de arbeidskosten worden toegepast.
B. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van omheiningen en (tuin)hekken in de tuin?
Ja, op de arbeidskosten van het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van omheiningen en (tuin)hekken die worden geplaatst in tuinen behorende bij woningen ouder dan twee jaar kan het
verlaagde tarief worden toegepast.
C. Goedgekeurd is dat het verlaagde tarief wordt toegepast op de arbeidskosten van de in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakte goederen die een onderdeel gaan vormen van de woning. Dit geldt zowel voor de op locatie vervaardigde goederen als de in de eigen bedrijf vervaardigde goederen. Hierbij valt te denken aan inbouwkasten, deuren, kozijnen en dakkapellen. Kan verduidelijkt worden wat dient te worden verstaan onder “opdrachtgever”, “eigen bedrijf” en “in de eigen bedrijf vervaardigde goederen”?
Met “opdrachtgever” wordt bedoeld de eigenaar/(ver)huurder van de woning die de renovatie- en herstelwerkzaamheid afneemt. Met de term “eigen bedrijf” wordt bedoeld het bedrijf van degene die voor de btw als ondernemer wordt aangemerkt. Onder “in de eigen bedrijf vervaardigde goederen” wordt verstaan de goederen die op maat worden gemaakt door de in de vorige volzin bedoelde ondernemer die de renovatie- en herstelwerkzaamheden aan de woning van die afnemer verricht.
D. Een ondernemer levert een “op maat gemaakte deur” aan een andere ondernemer of direct aan de “consument” die de deur in het kader van een renovatie in de woning zal bevestigen. Welk btw-tarief dient de eerstgenoemde ondernemer op de factuur te vermelden?
Hier is sprake van de levering van een (op maat gemaakte) deur. De eerstgenoemde ondernemer dient op de factuur het algemene btw-tarief (21%) te vermelden. Zowel voor de materiaal- als voor de arbeidskosten.
E. Geldt de specifieke goedkeuring voor de in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakte goederen die een onderdeel gaan vormen van de woning (zie verder vraag C) ook voor bijvoorbeeld op maat gemaakte (sier)hekken door de ondernemer die de tuin aanlegt of onderhoudt en die vervolgens door die ondernemer op locatie worden aangebracht?
Ja, deze goedkeuring geldt ook voor de arbeidskosten van de in opdracht van de opdrachtgever
op maat gemaakte (sier)hekken door de ondernemer die de tuin aanlegt of onderhoudt en die vervolgens door die ondernemer op locatie worden aangebracht.
F. Goedgekeurd is dat het verlaagde tarief wordt toegepast op het ontwerpen en vervaardigen van bouwtekeningen door architecten en dergelijke ondernemers mits zij tevens de renovatie van de woning begeleiden. Wat houdt de term “begeleiden van de renovatie van de woning” in?
Met de term “begeleiden van de renovatie van de woning” wordt bedoeld dat architecten en dergelijke ondernemers naast het ontwerpen en vervaardigen van bouwtekeningen ook begeleidende werkzaamheden verrichten zoals de prijs- en contractvorming, de coördinatie van
de aanbesteding van de renovatie (gunning), de controle op de uitvoering van de renovatie, de
directievoering rondom de renovatie en de oplevering van de renovatie.
G. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor het leggen van (sier)bestrating door hoveniers of door andere ondernemers in tuinen?
Ja, op de arbeidskosten van het leggen van (sier)bestrating in tuinen die behoren bij woningen ouder dan twee jaar kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast. Als andere ondernemers
dan hoveniers (sier)bestrating leggen in tuinen mogen ook zij het verlaagde tarief toepassen.
H. Vallen de arbeidsuren in de periode van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014 die betrekking hebben op het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van paardenboxen,buitenstallen, hondenkennels, zwembaden, tennisbanen op hetzelfde perceel als dewoning (die meer dan 2 jaar in gebruik is) in opdracht van de afnemer onder het 6%-tarief?
Ja, op de arbeidskosten van het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van paardenboxen,
buitenstallen, hondenkennels, zwembaden, tennisbanen in/op de bij de woning behorende tuin
in opdracht van de afnemer kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast.
I. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor de werkzaamheden van een constructeur bestaande uit onder meer het narekenen van constructies en het maken van constructietekeningen?
Goedgekeurd is dat het verlaagde btw-tarief wordt toegepast op het ontwerpen en vervaardigen
van bouwtekeningen door architecten en dergelijke ondernemers mits zij tevens de renovatie
van de woning begeleiden. Een dienst van een ondernemer, zoals een (binnenhuis)architect,
een installateur of een constructeur, bestaande uit het ontwerpen van een bouw- of constructietekening, het narekenen van constructies, het maken van een berekening voor
ventilatie of ontluchtingskanalen enz. is als zodanig niet te kwalificeren als een renovatiedienst
(zijnde: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden, van (delen van) de
woning) en valt daarom niet onder het verlaagde btw-tarief.
J. Het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van zonnepanelen valt onder het verlaagde tarief, mits de zonnepanelen in bouwkundig opzicht onderdeel (gaan) uitmaken van de woning. Als de bevestiging op een (plat) dak alleen met losse stenen plaatsvindt, worden de zonnepanelen dan in bouwkundig opzicht onderdeel van de woning? En hoe zit dat bij buiten zonweringen?
Buiten zonwering wordt zodanig bevestigd/aangebracht dat daarvan kan worden aangenomen
dat dit onderdeel gaat uitmaken van de woning. Voor zonnepanelen is dat niet altijd het geval.
Als zonnepanelen slechts met losse stenen worden vastgelegd is dit onvoldoende om de
zonnepanelen in bouwkundig opzicht onderdeel te laten worden van de woning.
K. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor het aanleggen, vernieuwen en onderhouden van beregeningsinstallaties en tuinverlichting?
Ja, op de arbeidskosten van het aanleggen, vernieuwen en onderhouden van beregeningsinstallaties en tuinverlichting in tuinen behorende bij woningen ouder dan twee jaar kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast.
L. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor het laten doen van bodemonderzoek?
Nee, het laten doen van bodemonderzoek is geen renovatie- en herstelwerkzaamheid.
M. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief voor de werkzaamheden van een grond verzetbedrijf in de tuin?
Ja, de werkzaamheden van een grond verzetbedrijf passen binnen het kader van aanleg/onderhoud van de tuin (behorende bij woningen ouder dan twee jaar). De arbeidskosten die aan deze werkzaamheden zijn toe te rekenen kunnen delen in het verlaagde btw-tarief.
N. Geldt het verlaagde btw-tarief ook voor het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van steigers, beschoeiing contructies en damwanden in de tuin?
Ja, op de arbeidskosten van het aanleggen, vernieuwen en onderhouden van steigers,beschoeiing constructies en damwanden ten behoeve van zowel de tuin als de woning (ouder dan twee jaar) kan het verlaagde btw-tarief wordentoegepast.
O. Geldt het verlaagde btw-tarief ook voor het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van een boothuis (loods voor berging van kleine pleziervaartuigen) in de tuin?
Ja, op de arbeidskosten van het aanleggen, vernieuwen en onderhouden van een boothuis(loods voor berging van kleine pleziervaartuigen) in de tuin behorende bij de woning ouder dan twee jaar kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast.
P. Geldt het verlaagde btw-tarief ook voor kostenadvisering, het opstellen van energielabels en de diensten van verhuizers?
Nee, kostenadvisering, het opstellen van energielabels en de diensten van verhuizers zijndiensten die als zodanig niet te kwalificeren zijn als een renovatiedienst (zijnde: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden, van (delen van) de woning) en vallen daarom niet onder het verlaagde btw-tarief.
Update 24-04-2013
Q. Vóór 1 maart 2013 heeft een architect (of een dergelijke ondernemer) in opdracht van een eigenaar/(ver)huurder van een woning een bouwtekening vervaardigd voor een renovatie. Op de factuur heeft die ondernemer het algemene btw-tarief (21%) vermeld. Na 28 februari 2013 komen partijen overeen dat die ondernemer de renovatie van de woning gaat begeleiden. Is op de arbeidskosten van de vervaardiging van de bouwtekening en op de begeleidende werkzaamheden bij de renovatie van de woning het verlaagde btw-tarief van toepassing?
Nee, in dit geval is sprake van twee verschillende diensten. De eerste dienst (het vervaardigen van de bouwtekening) is afgerond vóór 1 maart 2013 en is daarom terecht belast tegen het algemene btw-tarief. De tweede dienst (de begeleidingswerkzaamheden van de renovatie van de woning) is ook belast tegen het algemene btw-tarief. In dit geval wordt namelijk niet voldaan aan de cumulatieve voorwaarden van de specifieke goedkeuring voor diensten van architecten en dergelijke ondernemers zoals die is opgenomen in paragraaf 8 van het besluit.
R. Op 1 februari 2013 heeft een architect (of een dergelijke ondernemer) met een eigenaar /(ver)huurder van een woning één overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat de ondernemer naast het maken van een bouwtekening ook de renovatie van de woning zal begeleiden. De bouwtekening is op 15 februari 2013 gereedgekomen en daarvoor heeft de architect (of een dergelijke ondernemer) een (deel)factuur uitgereikt met daarop het algemene btw-tarief (21%). De begeleidende werkzaamheden bij de renovatie van de woning worden afgerond vóór 1 maart 2014.
Geldt het verlaagde btw-tarief op de arbeidkosten van de hele dienst?
Ja, op de arbeidskosten van de dienst bestaande uit het maken van de bouwtekening én de begeleidende werkzaamheden bij de renovatie van de woning ouder dan twee jaar kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast. In dit geval is immers sprake van één enkele prestatie
die is afgerond vóór 1 maart 2014.
S. Een architect (of een dergelijke ondernemer) is op 1 april 2013 met een particulier overeengekomen om een bouwtekening te maken en de renovatie van de woning te begeleiden. De dienst wordt afgerond vóór 1 maart 2014. De architect (of een dergelijke ondernemer) besteedt de constructieberekening uit aan een andere ondernemer. Tegen welk btw-tarief dient de laatstgenoemde ondernemer aan de architect te factureren?
De dienst van de (laatstgenoemde) ondernemer bestaande uit het maken van een constructieberekening aan de architect (of een dergelijke ondernemer) is belast tegen het algemene btw-tarief. Zie verder ook vraag I.
T . Een architect (of een dergelijke ondernemer) besteedt een deel van het maken van een ontwerp uit aan een constructeur/ingenieur die zich daarbij tegelijkertijd verbindt begeleidende werkzaamheden te verrichten. Kan het verlaagde tarief worden toegepast op de arbeidskosten van de constructeur/ingenieur?
Ja, mits het gaat om begeleidende werkzaamheden als bedoeld in F. U. Geldt het tijdelijke verlaagde btw-tarief ook voor het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van gordijnen, luxaflex, screens, jaloezieën e.d. aan de binnenzijde van de woning?
Nee, het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van gordijnen, luxaflex, screens, jaloezieën e.d. aan de de binnenzijde van de woning zijn diensten die als zodanig niet te kwalificeren zijn als een renovatiedienst (zijnde: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden, van (delen van) de woning) en vallen daarom niet onder het verlaagde btw-tarief.
V. Goedgekeurd is dat het verlaagde tarief wordt toegepast op de arbeidskosten van de in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakte goederen die een onderdeel gaan vormen van de woning. Dit geldt zowel voor de op locatie vervaardigde goederen als de in de eigen bedrijf vervaardigde goederen. Hierbij valt te denken aan inbouwkasten, deuren, kozijnen en dakkapellen. Vallen standaard keuken(kasten) hier ook onder?
Nee, standaard keuken(kasten) vallen hier niet onder. Deze goederen worden niet in opdracht van de opdrachtgever “op maat gemaakt”.
W. Een particulier heeft op 1 januari 2013 voor één jaar een onderhoudsabonnement afgesloten met een ondernemer die één keer per week het gras komt maaien. Op welk moment kan worden aangenomen dat de dienst is afgerond?
In dit geval is sprake van een doorlopende prestatie. Als de afrekening voor doorlopende prestaties betrekking heeft op een periode die begint vóór 1 maart 2013 en eindigt op 31 december 2013 moet de afrekenperiode worden gesplitst. Voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt tussen 1 maart 2013 en 31 december 2013 geldt het verlaagde btw-tarief. Voor het deel van de prestatie dat plaatsvindt vóór 1 maart 2013 geldt het algemene btw-tarief.
X. In de tuin behorende bij een woning ouder dan twee jaar staat een oude schuur. Deze schuur wordt gesloopt. Vervolgens wordt op dezelfde plaats een nieuwe garage geplaatst. Kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast op het (nieuw)bouwen van de garage?
Ja, op de arbeidskosten van het bouwen van de garage die zich bevindt op hetzelfde perceel als de woning kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast. Op de arbeidskosten die toerekenbaar zijn aan het slopen van de schuur kan in dit geval het verlaagde btw-tarief worden toegepast. Nu de garage op dezelfde plaats komt als de gesloopte schuur is sprake van sloopwerkzaamheden die plaatsvinden in het kader van renovatie en herstelwerkzaamheden.
Y. Geldt het verlaagde btw-tarief ook voor het bouwkundig keuren van woningen (aan- en verkoopkeuringen) en het aanvragen van een vergunning voor het plaatsen van een dakkapel?
Nee, het bouwkundig keuren van woningen (aan- en verkoopkeuringen) en het enkel aanvragen van een vergunning voor het plaatsen van een dakkapel zijn diensten die als zodanig niet te kwalificeren zijn als een renovatiedienst (zijnde: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en  onderhouden, van (delen van) de woning) en vallen daarom niet onder het verlaagde btw-tarief. Als een ondernemer een dakkapel aanbrengt op een woning ouder dan twee jaar en daarbij met de opdrachtgever overeenkomt de benodigde vergunning aan te vragen, vormt het aanvragen van de vergunning een onzelfstandig onderdeel van die prestatie.
Z. Geldt het verlaagde btw-tarief ook voor drainageonderhoud en bodemsanering, tanksanering en grondwatersanering?
Ja, op de arbeidskosten van drainageonderhoud, bodemsanering, tanksanering en grondwatersanering binnen het perceel van de woning en de bijbehorende tuin kan het
verlaagde btw-tarief worden toegepast.
AA.Goedgekeurd is dat het verlaagde btw-tarief kan worden toegepast op de arbeidskosten van hoveniers (en soortgelijke ondernemers) voor het aanleggen en onderhouden van tuinen behorende bij woningen ouder dan twee jaar. Geldt deze goedkeuring ook voor gemeenschappelijke tuinen van appartementencomplexen en verpleeg- en verzorgingsinstellingen?
Ja, op de arbeidskosten van hoveniers (en soortgelijke ondernemers) voor het aanleggen en onderhouden van tuinen die behoren bij een appartementencomplex of een verpleeg- en verzorgingsinstelling in opdracht van de eigenaar/(ver)huurder van dat complex of die instelling
kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast.
AB. Het verlaagde btw-tarief kan niet worden toegepast op het bestrijden van ongedierte (zoals boktorren, houtworm, ratten etc.). Kan het verlaagde btw-tarief wel worden toegepast op de arbeidskosten van werkzaamheden die direct verband houden met het verstevigen van de constructie van de woning?
Ja, op de arbeidskosten van werkzaamheden die direct verband houden met het herstellen van de constructie van de woning (ouder dan twee jaar) kan het verlaagde btw-tarief worden toegepast.
(Bron: Overheid)

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de inspecteur in gevallen waarin een afnemer ten onrechte in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek heeft gebracht, niet verplicht is om eerst een naheffingsaanslag op te leggen aan de opsteller van de factuur alvorens hij het ten onrechte in aftrek gebrachte bedrag van de afnemer kan naheffen.

Een bv houdt zich bezig met opruim- en schoonmaakwerkzaamheden in de bouwsector. Voor het inhuren van personeel zijn aan haar facturen uitgereikt met btw. De bv heeft de btw op deze facturen in aftrek gebracht. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat de aftrek ten onrechte is geschied. Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur de btw terecht bij de bv heeft nageheven. Hierbij overweegt het hof onder meer dat, gelet op de gegevens die de inspecteur heeft verzameld over de opsteller van de facturen, naheffing bij dat bedrijf geen effect zou hebben gesorteerd.

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur in gevallen waarin een afnemer ten onrechte in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek heeft gebracht, niet verplicht is om eerst een naheffingsaanslag op te leggen aan de opsteller van de factuur alvorens hij het ten onrechte in aftrek gebrachte bedrag van de afnemer kan naheffen. Het Besluit van 27 juni 2012, nr. 2012/477M staat de inspecteur toe de in aftrek gebrachte omzetbelasting na te heffen bij de afnemer, zeker indien aannemelijk is dat naheffing bij de opsteller van de factuur zonder resultaat blijft. Wanneer – zoals in dit geval – op voorhand aannemelijk is dat de opsteller van de factuur het bedrag van een op te leggen naheffingsaanslag geheel of gedeeltelijk niet zal betalen, belemmert het besluit de inspecteur niet de in aftrek gebrachte omzetbelasting na te heffen van de afnemer zonder dat een naheffingsaanslag aan de opsteller van de factuur wordt opgelegd. Het hof heeft dan ook met juistheid geoordeeld dat de inspecteur niet in strijd met het recht heeft gehandeld door de in aftrek gebrachte omzetbelasting van de afnemer na te heffen. Het cassatieberoep van de bv is ongegrond.

(Bron: Pleinplus)

Zoals in het Woonakkoord al is aangekondigd, heeft de staatssecretaris van Financiën – vooruitlopend op het nog in te dienen wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2013 – de details bekendgemaakt over de verlaging van het btw-tarief op renovatie- en herstelwerkzaamheden aan woningen, die per 1 maart 2013 van kracht wordt. De verlaging is alleen van toepassing op de arbeidskosten en geldt niet voor de gebruikte materialen. Voorwaarde is dat de woning minimaal twee jaar oud is (gerekend vanaf de datum na eerste ingebruikname van de woning). Onderstaand een overzicht gemaakt van het overheidsbesluit.

Renovatie en herstel

Anders dan de titel van dit besluit doet vermoeden, is het verlaagde btw-tarief van 6 procent van toepassing op alle renovatie- en herstelwerkzaamheden die in en aan een woning worden verricht. Daaronder wordt verstaan: het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning.

Het verlaagde tarief is uitsluitend van toepassing op de arbeidskosten en niet op de bij de renovatie- en herstelwerkzaamheid gebruikte materialen. Ook onder het verlaagde btw-tarief vallen de arbeidskosten voor het aanbrengen van goederen in of aan een woning die in bouwkundig opzicht deel (gaan) uitmaken van de woning en daardoor van rechtswege in eigendom overgaan op de eigenaar van de woning.

TIP

Bij de vragen 1 en 2 van de bijlage bij het gepubliceerde besluit (zie bijlage) zijn lijsten met voorbeelden opgenomen van werkzaamheden waarop het verlaagde btw-tarief wel/niet mag worden toegepast.

Arbeid en materiaal

De verhouding tussen de materialen en de arbeidscomponent van de renovatie- of herstelwerkzaamheden wordt vastgesteld door de ondernemer die de dienst verricht. Als die ondernemer voor zowel het werk als de materialen één bedrag in rekening brengt en niet op de factuur een splitsing aanbrengt tussen de materialen en de arbeid, dan moet men voor de splitsing tussen de arbeid en de materialen aansluiten bij de marktwaardemethode. Dit betekent dat een vergelijking moet worden gemaakt met soortgelijke prestaties op de markt. Als die soortgelijke prestaties ontbreken, dan moet men het factuurbedrag splitsen op basis van de kostprijs.

Daarbij vallen de kosten van in eigen productie vervaardigde materialen onder materiaalkosten (zie voor de factor arbeid de specifieke goedkeuring hierna). Overheadkosten mogen naar evenredigheid over de arbeid en de materialen worden verdeeld.

Voorbeeld:

– A (arbeidsuren) = € 10.000

– B (materialen) = € 2.500

– C (arbeid en materiaal) = € 12.500

– D (overheadkosten) = € 1.500

– E (aanneemsom excl. btw) = € 14.000

Toerekenen overheadkosten:

– F (overheadkosten arbeid) = (A/C x D) = € 1.200

– G (overheadkosten materiaal)= (B/C x D) = € 300

De btw bedraagt:

Arbeidskosten (A + F) x 6% = € 672

Materiaalkosten (B + G) x 21% = € 588

Aanneemsom incl. btw = E + € 672 + € 588 = € 15.260

 

Woning

Voor het begrip woning wordt aangesloten bij de uitleg van dit begrip in de toelichting van Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968.

In dit besluit worden onroerende zaken die zijn bestemd voor permanente bewoning door particulieren als woning aangemerkt. Het tijdelijk leegstaan ontneemt aan de onroerende zaak niet haar karakter van woning. Het maakt niet uit of de onroerende zaak eigendom is van de bewoner of dat hij de onroerende zaak huurt.

Bij een (semi-) permanent verblijf in bijvoorbeeld een bejaarden-, verpleeg- of verzorgingsinstelling, worden de ruimten in die instelling die ter beschikking staan van de bewoner aangemerkt als woning in de zin van de post. Ook zijn aangemerkt als woning: de aanleunwoning, de studentenflat, het klooster voor zover in gebruik voor permanente bewoning en de zogenoemde ‘tweede’ woning (als permanente bewoning daarvan is toegestaan).

Garages, schuren, serres en aan- en uitbouwen vallen onder het begrip woning als zij zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning. Garages die tot hetzelfde gebouwencomplex behoren als woningen (denk aan parkeergarages onder door particulieren bewoonde flats in een flatgebouw) worden ook tot de woning gerekend.

De bij een woning behorende tuin valt niet onder het begrip woning , maar er geldt een specifieke goedkeuring voor hoveniers.

De gemeenschappelijke ruimtes in appartementen, bejaardentehuizen/ aanleunwoningen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen en dergelijke (zoals de hal, het trappenhuis, de eetzaal en de recreatieruimte) volgen het regime dat geldt voor de particuliere woongedeelten.

Niet als woning zijn aan te merken:

  • bedrijfsgebouwen en -ruimtes;
  • afzonderlijke garageboxen;
  • vakantiewoningen waarvan permanente bewoning niet is toegestaan;
  • hotels/pensions;
  • woonboten/woonwagens*;
  • asielzoekerscentra;
  • ziekenhuizen; – internaten.

*In zijn uitspraak van 15 november 2012 (Leichenich, C-532/11) heeft het Hof van Justitie EU beslist dat een woonboot, met de bijbehorende ligplaats en aanlegsteiger, onder voorwaarden is aan te merken als een onroerende zaak voor de btw1 . Als een woonboot is bestemd voor permanente bewoning door particulieren, aangesloten is op verschillende (nuts)voorzieningen en uitsluitend is bestemd om duurzaam op één bepaalde plek te worden gebruikt als woning, wordt een woonboot voor toepassing van het verlaagde btw-tarief aangemerkt als ‘woning’. Ditzelfde geldt voor woonwagens.

 

Woon-/winkelpanden

Panden die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt (bijvoorbeeld woon-/winkelpanden) mogen in hun geheel als woning worden aangemerkt. Daarbij geldt de voorwaarde dat die panden voor meer dan 50% voor particuliere bewoning worden gebruikt. Bij een percentage van 50% of minder mag het deel dat voor particuliere bewoning wordt gebruikt voor de toepassing van het tarief worden afgesplitst

Moment van tariefbepaling

Het moment waarop de dienst wordt afgerond, is bepalend voor het antwoord op de vraag of het verlaagde tarief (6%) van toepassing is. Het verlaagde tarief is alleen van toepassing als de dienst is afgerond op of na 1 maart 2013 en vóór 1 maart 2014. Dit betekent dat als er deelfacturen worden uitgereikt in de periode van 1 maart 2013 tot en met 28 februari 2014, terwijl de dienst wordt afgerond in maart 2014, het algemene btw-tarief van toepassing is op die deelfacturen. Indien er vóór 1 maart 2013 deelfacturen met toepassing van het algemene btw-tarief zijn uitgereikt en de dienst wordt afgerond in de periode ná 28 februari 2013 tot 1 maart 2014, dan dient op de definitieve factuur het verlaagde btw-tarief te worden toegepast.

Wat betekent de btw-verlaging voor ondernemers in de bouwsector?

Aannemers, klusbedrijven en soortgelijke ondernemers die (onderdelen van) de renovatie- en herstelwerkzaamheden uitvoeren, mogen in de bedoelde periode het verlaagde tarief hanteren. Voor de toepassing van het verlaagde tarief is het niet noodzakelijk dat de opdrachtgever een particulier is. Ook als bijvoorbeeld woningbouwcorporaties opdracht geven tot het verrichten van renovatie- en herstelwerkzaamheden in of aan woningen, geldt het verlaagde tarief. Als renovatie- en herstelwerkzaamheden in onderaanneming worden verricht, is het verlaagde tarief zowel in de relatie hoofdaannemeropdrachtgever als in de relatie hoofdaannemer-onderaannemer van toepassing, mits de dienst wordt afgerond van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014.

Specifieke goedkeuringen

In het besluit van 28 februari wordt specifiek goedgekeurd dat van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014:

  • Het verlaagde tarief wordt toegepast op het ontwerpen en vervaardigen van bouwtekeningen door architecten en dergelijke ondernemers, mits zij ook de renovatie van de woning begeleiden.
  • Het verlaagde tarief wordt toegepast op de arbeidskosten van de in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakte goederen, die een onderdeel gaan vormen van de woning. Dit geldt zowel voor de op locatie vervaardigde goederen als de in de eigen bedrijf vervaardigde goederen. Hierbij valt te denken aan inbouwkasten, deuren, kozijnen en dakkapellen.
  • Het verlaagde tarief wordt toegepast op de arbeidskosten van hoveniers voor het aanleggen en onderhouden van tuinen.

Overzicht van veel gestelde vragen en antwoorden

Bijlage bij het besluit minister van financiën BLKB/2013/305 (verlaagd btw-tarief op arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen)

1. Voor welke werkzaamheden geldt het verlaagde btw-tarief op arbeidskosten? Let op: dit is geen uitputtende opsomming!

– het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van de badkamer, toilet, keuken, invalidentrap, dakterras, veranda, dakkapel en serre;
– het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van de riolering binnen het perceel van de woning;
– het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van boilers, geisers, cv-installaties, gaskachels, houtkachels, warmtepompen, zonnepanelen, zonneboilers, zonwering, rolluiken, alarminstallaties, bliksemafleiders, airco-installaties en sauna’s, mits die goederen in bouwkundig opzicht onderdeel (gaan) uitmaken van de woning;
– het (aan)bouwen, vernieuwen (waaronder het slopen en opnieuw opbouwen) en onderhouden van garages, schuren, carports, erkers en dergelijke wanneer deze zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning en de functie van het bijgebouw gelijk blijft;
– het aanbrengen en vernieuwen van (dubbel) glas;
– het onderhouden (waaronder vegen) en vernieuwen van schoorstenen;
– het onderhouden, vernieuwen en herstellen van een gevel;
– het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van wandafwerking zoals tegels die zodanig zijn aangebracht dat verwijdering daarvan schade toebrengt aan de wand als geheel;
– het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van vloeren die in bouwkundig opzicht onderdeel (gaan) uitmaken van de woning. Onder vloeren die in bouwkundig opzicht onderdeel uitmaken van de woning worden ook vloeren begrepen, die zodanig zijn aangebracht dat verwijdering daarvan schade toebrengt aan de vloer als geheel. Bedoeld worden betonnen gietvloeren, plavuizen, tegels, terrazzo, kunststofvloeren en sommige parketvloeren. Ook het via volledige verlijming aanbrengen van (onder)tapijt rechtstreeks op de originele vloer of trap valt onder het verlaagde tarief;
– het renoveren en herstellen van een bejaardentehuis, aanleunwoning, appartementencomplex. Alleen die ruimten die ter beschikking staan van de bewoners (waaronder de gemeenschappelijke ruimten zoals de hal, trappenhuis, lift en recreatieruimten) worden als woning aangemerkt;
– het verwijderen van asbest;
– de werkzaamheden van de uitvoerder van de renovatie- en hersteldienst.

2. Voor welke werkzaamheden geldt het verlaagde btw-tarief op arbeidskosten niet? Let op: dit is geen uitputtende opsomming!

– het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van gordijnen;
– het bestrijden van ongedierte;
– het glazenwassen van woningen;
– het slopen van een bestaande woning en het bouwen van een nieuwe woning; er is sprake van een nieuw vervaardigd goed;
– sloopwerkzaamheden die niet in het kader van renovatie- en herstelwerkzaamheden plaatsvinden;

3. Een ondernemer rondt zijn prestatie af vóór 1 maart 2013, maar die prestatie maakt onderdeel uit van een groter project (volledige renovatie) dat pas na 1 maart 2013 wordt afgerond. De onderaannemer moet aan de hoofdaannemer doorgeven welk deel arbeid en welk deel materiaal is. Aangenomen wordt dat over de arbeidscomponent 6% moet worden berekend, omdat het project als geheel na 1 maart 2013 wordt afgerond. Is die aanname juist?

Wanneer de dienst van de onderaannemer aan de hoofdaannemer (bijvoorbeeld het betegelen van een badkamervloer) is afgerond vóór 1 maart 2013 kan deze dienst niet delen in het verlaagde tarief. Overigens ligt in de reden dat de prestatie van de onderaannemer onder de verleggingsregeling valt (zie ook vraag 6). Uitgaande van het feit dat de totale dienst door de hoofdaannemer aan de cliënt (bijvoorbeeld de complete renovatie van de badkamer) wordt afgerond in de periode na 1 maart 2013 kan de arbeidscomponent in de dienst van de hoofdaannemer aan de cliënt wel in het verlaagde tarief delen. Wanneer de onderaannemer zelf factureert aan de cliënt dan geldt het tarief dat geldend is op het moment dat de onderaannemer de dienst heeft voltooid.
In die situatie waarin de onderaannemer een deel van een groot renovatieproject aan de hoofdaannemer in de periode vóór 1 maart 2013 heeft opgeleverd (bijvoorbeeld de eerste 10 huizen in een totaalproject van 100 huizen) kan het verlaagde btw-tarief voor deze (deel)oplevering niet worden toegepast. Voor het begrip “oplevering” zie ook het antwoord op vraag 11.

4. Het onderhoud van een algemene cv-ketel in een huizenblok of flat. Deze ketel verzorgt de warmte voor de aangesloten huizen of appartementen. De opdrachtgever is een particulier, VVE of woningcorporatie.

5. Valt de arbeidscomponent onder het 6%-tarief?

De arbeidscomponent van het onderhoud valt onder het verlaagde btw-tarief, mits de dienst is afgerond in de periode tussen 1 maart 2013 en 1 maart 2014. De algemene cv-ketel in een appartementencomplex volgt het regime dat geldt voor de particuliere woongedeelten.

6. Kunnen onderaannemers die werk in onderaanneming hebben aangenomen met 21% BTW blijven factureren als zij de verleggingsregeling toepassen?

Wanneer de verleggingsregeling wordt toegepast vindt geen facturering met BTW tegen het algemene of verlaagde btw-tarief plaats. De onderaannemers moeten wel een splitsing aanbrengen tussen arbeid en materiaal (ervan uitgaande dat de prestatie van de onderaannemer is afgerond tussen 1 maart 2013 en 1 maart 2014).

7. Een installatiebedrijf verricht 95% van de werkzaamheden onder de BTW-verlegd regeling. Het bedrijf hanteert een vaste prijslijst. Het bedrijf heeft een verhouding tussen materiaal en arbeid berekend (45% arbeid). Volstaat het nu om op de facturen te vermelden dat: – als voldaan wordt aan de voorwaarden van de tijdelijke btw-verlaging – er 45% van de factuur aangemerkt kan worden als arbeid?

Uitgaande van de juistheid van dat percentage, volstaat het om op de facturen te vermelden dat, als voldaan wordt aan de voorwaarden er 45% van de factuur aangemerkt kan worden als arbeid. De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor een juiste toepassing van de maatregel.

8. In de bouwsector is het gebruikelijk de bouwsom in termijnen te factureren. De bouwsom kan bijvoorbeeld in vijf termijnen aan de opdrachtgever in rekening worden gebracht. Is het noodzakelijk om bij het factureren van elke termijn de tot dan toe werkelijk gerealiseerde arbeid, materiaal en overhead in rekening te brengen?

Wanneer reeds bij het opstellen van de begroting een (voorlopige) verdeling is gemaakt tussen arbeid en materiaal kan deze verdeling bij de tussentijdse facturen worden aangehouden. Bij de eindafrekening kan de bouwonderneming dan eventueel verrekenen naar de werkelijke verdeling arbeid en materiaal.

9. Veel opdrachtgevers kiezen ervoor om de bouwonderneming een prijs te laten aanbieden op basis van aangenomen werk. Dit betekent dat het risico voor hogere kosten (omdat het werk tegen zit) voor rekening van de bouwonderneming is. Als het mee zit, is het voordeel voor de bouwonderneming. De opdrachtgever weet vooraf waar hij aan toe is. De extra uren worden bij aangenomen werk niet in rekening gebracht. Is er dan ook geen sprake van btw over die uren?

Bij aangenomen werk worden de extra uren niet in rekening gebracht en niet gefactureerd (dus ook geen btw over deze extra uren).

10. In de bouwsector is het percentage Algemene Kosten (AK) een veel gebruikt begrip. Kunnen AK als overhead worden aangemerkt?

Om praktische redenen kunnen voor de toepassing van de post renovatie de AK als overhead worden aangemerkt met uitzondering van de winstopslag. Onder AK kunnen worden begrepen arbeidskosten (zoals salariskosten van algemene leiding, secretariaat en stafdiensten), afschrijvingen en huren (van gebouwen en inventaris) en overige algemene bedrijfskosten (zoals energiekosten, ict-kosten etc.). In zijn algemeenheid mogen overheadkosten pro rata worden verdeeld over arbeid- en materiaalkosten.

11. Het komt in de bouwpraktijk voor dat er bij de oplevering een aantal punten naar voren komen die de bouwonderneming later moet herstellen. Bijvoorbeeld een kras in een ruit. Is het werk af met de oplevering, of telt de tweede oplevering als alle opleverpunten zijn afgerond?

De dienst wordt als verricht beschouwd als de oplevering heeft plaatsgevonden. De oplevering vindt plaats als het afgesproken werk is voltooid en de consument het werk heeft aanvaard. De aanvaarding kan ook blijken uit het feit dat de consument het werk heeft betaald.

12. Zijn er specifieke eisen bij de creditnota bij verrekening van het juiste btw-bedrag?

Veel bouwondernemingen leveren na 28 februari 2013 een vóór die datum aangevangen werk op. Omdat eerdere termijnen met 21% btw zijn gefactureerd, zal er een verrekening van de btw plaatsvinden. Hoe vraagt een ondernemer aan de Belastingdienst de teveel betaalde btw terug?
Op de gebruikelijke wijze door middel van een verzoek om teruggaaf.

13. Als een (bij)gebouw verbouwd wordt tot een woning, vallen de werkzaamheden (de arbeid en een deel van de overhead) dan onder het 6%-tarief?

Als een gebouw verbouwd wordt tot een zelfstandige woning, geldt voor die verbouwing geen verlaagd tarief als sprake is van de oplevering van een nieuwe onroerende zaak. Dat valt niet onder het begrip renovatie en herstel van een woning die langer dan twee jaar in gebruik genomen is. Bijvoorbeeld een bijgebouw naast de woning dat op hetzelfde perceel is gelegen of de transformatie van een kantoorpand tot een woning. Voor wat betreft de verbouwing van een kantoorpand is het verlaagde tarief zondermeer niet van toepassing.

14. Is het bouwbedrijf verplicht het mandagen register ook naar de opdrachtgever te sturen? Of is het voldoende als het bouwbedrijf arbeid, materiaal en overhead uitsplitst op de factuur?

De Belastingdienst stelt niet verplicht het mandagenregister aan de opdrachtgever te sturen.

15. Op welk moment kan worden aangenomen dat de dienst is afgerond bij onderhouds- en serviceabonnementen voor cv-installaties, liften e.d.?

Met de klant worden afspraken gemaakt over onderhoudswerkzaamheden aan cv-installaties die nodig zijn voor de veiligheid en het ongestoord functioneren van de cv. Vaak worden hiervoor zogenoemde onderhoudsabonnementen afgesloten. Als daarnaast ook afspraken worden gemaakt waarbij de ondernemer zich, tegen een relatief geringe (extra) vergoeding, verplicht om binnen een bepaalde termijn (meestal 24 uur) een storing te verhelpen worden dit meestal serviceabonnementen genoemd. Voor deze zogenoemde storingsbeurten kunnen ook afspraken worden gemaakt over het al dan niet berekenen van arbeidsloon. De materialen worden echter altijd apart in rekening gebracht. Kenmerkend aan de hier bedoelde overeenkomsten is dat in alle gevallen eenmaal per vastgestelde periode, bijvoorbeeld één keer per jaar, onderhoudswerkzaamheden aan de installatie worden verricht. Het moment waarop de vergoeding wordt betaald kan variëren van een eenmalige vooruitbetaling, betaling in termijnen of zodra de onderhoudswerkzaamheden zijn verricht. Zowel bij de hiervoor bedoelde onderhoudsabonnementen als de serviceabonnementen is de onderhoudsdienst de hoofdprestatie (hetgeen onder andere tot uitdrukking komt in de prijs van het abonnement). Het moment waarop de onderhoudsdienst is afgerond is daarom bepalend voor het antwoord op de vraag of het verlaagde tarief van toepassing is. Hierbij is niet van belang op welke wijze de vergoeding (vooraf, in termijnen of na afloop) wordt betaald.

16. De dienstverrichter moet het verlaagde tarief aannemelijk maken. Moet de dienstverrichter in zijn boekhouding een verklaring voegen van de opdrachtgever dat de woning voldoet aan de eis dat de woning ouder is dan twee jaar na het tijdstip van eerste ingebruikneming?

Nee, om te verifiëren of het verlaagde btw-tarief terecht is toegepast, baseert de Belastingdienst zich op de gegevens uit de BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en uit de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens). Bij twijfel of een woning voldoet aan de ouderdomseis van twee jaar, mag de dienstverrichter desgewenst nog steeds een verklaring laten tekenen door de opdrachtgever.

17. Het tijdelijke verlaagde btw-tarief op arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen kan onder voorwaarden ook worden toegepast op renovatie- en herstelwerkzaamheden aan woonboten en woonwagens ouder dan twee jaar na het tijdstip van eerste ingebruikneming. Betekent dit dat de bestaande (structurele) verlaagde btw-tarieven ook mogen worden toegepast op woonboten en woonwagens?

Ja, het verlaagde tarief voor schilder- en stukadoorswerk, isolatiewerkzaamheden en schoonmaakwerkzaamheden binnen woningen is ook van toepassing op dergelijke werkzaamheden in, aan en binnen woonboten en woonwagens. De woonboot of woonwagen dient dan wel bestemd te zijn voor permanente bewoning door particulieren, aangesloten te zijn op (nuts)voorzieningen en bestemd te zijn om duurzaam op één bepaalde plek te worden gebruikt als woning.

18. Bij het tijdelijke verlaagde tarief op arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen in 2010-2011 waren praktische afspraken gemaakt met betrokken organisaties in de gevelelementenbranche voor wat betreft de toe te passen verhouding van arbeid en materiaalkosten bij het vernieuwen, vergroten etc. van deuren en kozijnen. Gelden deze afspraken nu weer?

Ja, de forfaitaire verdeling van 40% arbeid en 60% materiaal mag worden toegepast bij de berekening van de btw voor de totale vergoeding van de dienst: vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van deuren en kozijnen. Dit betekent dat het bedrijf bij het factureren van bovenstaande dienst over 40% van de kosten 6% btw en over 60% van de kosten 21% mag rekenen. Wanneer een ondernemer van mening is dat er een groter aandeel dan de overeengekomen 40% arbeid in de dienst van toepassing is dan dient dit te worden gespecificeerd rekening houdend met onderstaande punten:
– de toerekening vindt plaats op basis van de gangbare prijzen voor de levering van de materialen en voor het verrichten van de arbeid (marktwaardenmethode);
– de toerekening vindt plaats op basis van de kostprijzen voor de materialen en de arbeid. De (voorbereidende) installatiewerkzaamheden vallen wel onder de factor arbeid. Overheadkosten worden naar evenredigheid over de twee kostenposten verdeeld.

19. Bij het tijdelijke verlaagde tarief op arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen in 2010-2011 waren praktische afspraken gemaakt met Bouwend Nederland en de Aannemersfederatie over een forfaitaire verdeling van de vergoeding in materialen en arbeid. Gelden deze afspraken nu weer?

Ja, de hierna opgenomen praktische afspraken mogen wederom worden toegepast.
Deze forfaitaire verdeling kan worden gehanteerd bij het offreren van renovatiewerkzaamheden aan woningen, ouder dan twee jaar na eerste ingebruikneming. Deze forfaitaire verdeling kan ook worden gehanteerd als in de offerte geen verdeling arbeid en materialen is gemaakt en bij de facturering voor het geheel van de renovatiewerkzaamheid één prijs wordt berekend.
De forfaitaire verdeling voor de volgende werkzaamheden is gebaseerd op generieke marktwaarden van de arbeidscomponenten bij renovatie en herstel van woningen (prijspeil 1 maart 2013).
(25% arbeid)
– Gevel en dak: vervangen balustraden van galerijen en balkons, beglazing (vervangen glas)
– Installaties: vervangen en aanbrengen cv-installaties (incl. verwijderen geisers, aanpassen bestaande gasaansluiting, nieuwe radiatoren, plaatsen thermosstatische kraan + voetventiel, nieuw leidingwerk radiatoren), van individueel naar warmte door derden bij meergezinswoningen (incl. regelaar t.b.v. stadsverwarming, kamerthermostaat aan/uit, aansluiten thermostaat, demontage en afvoeren oude cv-ketel met toebehoren, standaard VR ketel, demontage en afvoeren keukengeiser, standaard keukengeiser, warm- en koudwaterleiding, isolatie thermaflex, appendages en hulpmaterialen en muurmengkraan), aanbrengen rookmelders, het plaatsen en afvoeren van zonneboilers;
(30% arbeid)
– Gevel en dak: vervangen draaiende delen van buitendeuren, vervangen hang- en sluitwerk ramen (buitenzijde) en buitendeuren; (40% arbeid)
– Gevel en dak (vervangen buitenkozijnen (ramen en deuren), vervangen vensterbank/waterslagen e.d.),
– Upgraden interieur: badkamerrenovatie (indien incl. verwijderen sanitair, wandtegels, vloertegels, aanbrengen nieuw sanitair, wandtegels en vloertegels, aanpassen leidingwerk en electra en bouwkundige voorzieningen), keukenrenovatie (indien incl. verwijderen keukenblok en wandtegels, aanbrengen wandtegels en keukenblok, aanpassen leidingwerk, aanpassen electra en herstellen aansluiting wasmachine e.d.). Let op: voor het enkel plaatsen van een keuken geldt deze afspraak niet!
– Installaties: herstellen/vervangen wandcontactdozen en schakelmateriaal;
(55% arbeid)
– Gevel en dak: herstel gevelmetselwerk, herstel scheurvorming binnenspouwblad, na-isoleren en hydrofoberen gevel, herstellen betonwerk, vervangen en ontstoppen hemelwaterafvoer, steigerwerk, stucgevelsysteem, galerijen en balkons (herstel galerijvloeren, balkons en balustraden), platte daken (vervangen en herstellen), hellende daken (verbeteren en herstellen), nieuwe dakrandafwerking, nieuwe dakramen, nieuwe dakkapel, vervanging dakbedekking op eigen terrein, vervanging 4 pans dakraam
– Upgraden interieur: na-isolatie vloer begane grond, toilet renovatie, het plaatsen van binnenwanden, vervangen binnenkozijnen, herstellen en vervangen van trappen en hellingen, binnenwandafwerkingen, pleisterafwerkingen, keramische afwerking (wandtegelwerk en vloertegelwerk), vloerafwerkingen (onder- en dekvloeren) en plafondafwerkingen
– Installaties: aanbrengen MV installatie, vervangen groepenkast, vervangen elektrische bedrading in woning, plaatsen brandmelders, plaatsen nieuwe radiatoren zonder vervangen cv ketel (incl. verwijderen radiatoren en nieuwe leidingen radiatoren);
(80% arbeid)
-Gevel en dak: oppervlakte afwerking (doorgestreken voeg, sloopwerk en voegwerk), herstellen gemetselde schoorsteen.
Wanneer een ondernemer van mening is dat er een groter aandeel dan de overeengekomen percentages arbeid in de dienst van toepassing is dan dient dit te worden gespecificeerd rekening houdend met onderstaande punten:
– de toerekening vindt plaats op basis van de gangbare prijzen voor de levering van de materialen en voor het verrichten van de arbeid (marktwaardenmethode);
– de toerekening vindt plaats op basis van de kostprijzen voor de materialen en de arbeid. De (voorbereidende) installatiewerkzaamheden vallen wel onder de factor arbeid. Overheadkosten worden naar evenredigheid over de twee kostenposten verdeeld.
Let op: er is geen forfaitaire afspraak gemaakt over een percentage arbeid/materiaal bij (totaal)renovaties of andere activiteiten en prestaties dan hiervoor bedoeld. Bij deze kan de aanbieder van de renovatie zelf het percentage arbeid vaststellen. Het is belangrijk dat de inschatting van de arbeid bij het verstrekken van de opdracht is vastgelegd. Dit betreft opdrachten met een vast overeengekomen aanneemsom

(Bron: Overheid)