DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

All posts in Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, omzetbelasting

Wanneer u goederen verzendt is het gebruikelijk een bedrag aan verzendkosten op de factuur te vermelden. Regelmatig onstaan er misverstanden over het feit of er nu omzetbelasting (btw) over die verzendkosten gerekend moet worden. 

 

BTW en postzegels Wanneer u postzegels of pakketzegels koopt, betaalt u geen btw op deze producten. U kunt hier dus ook geen omzetbelasting voor aftrekken op uw aangifte omzetbelasting. De reden hiervoor is dat in de wet postverkeer en in de wet omzetbelasting de organisatie TPG voor wat betreft post- en pakketzegels is vrijgesteld van btw-verplichtingen. Wellicht denkt u nu dat u als ondernemer uw verzendkosten dan ook zonder btw mag factureren aan uw klanten. Dit is echter niet het geval.
Omzetbelasting(btw) en verzendkosten De wet op de omzetbelasting stelt dat: “Portokosten die bij de levering van goederen in rekening worden gebracht, behoren tot de vergoeding waarover belasting is verschuldigd. Hierbij is hetzelfde BTW-tarief van toepassing als dat van die goederen.” U dient dus omzetbelasting te berekenen over het totaalbedrag van uw goederen inclusief verzendkosten.

Wat nu als u dat niet doet? Wanneer u geen btw afdraagt over de verzendkosten die u aan klanten factureert, komt u in de problemen bij een belastingcontrole. Wanneer sprake is van veel verzendingen, kan dit aardig in de papieren lopen. Bovendien loopt u het risico op een boete, daar u als ondernemer verplicht bent kennis te nemen van de wet- en regelgeving die op u van toepassing is.  

Uitzondering voor boekhandels Een bijzondere positie is weggelegd voor de boekhandels. Deze berekenen ook geen btw wanneer zij post-en pakketzegels verkopen. Dit is het gevolg van een speciale constructie; de boekhandel is een agentschap van TPG post. De postzegels worden op papier nooit ingekocht door de boekhandel en daardoor rechtstreeks uit naam van TPG Post. ngt hierbij af van onder welk omzetbelastingtarief uw goederen vallen. Vaak zal dit 19% zijn.

 

 

BTW-supletieformulier vanaf 1 april verplicht

Hebt u over de afgelopen 5 jaar te veel of te weinig btw aangegeven? Dan bent u verplicht dit te melden aan de Belastingdienst. Deze verplichting bestaat sinds 1 januari. Vanaf 1 april moet u deze btw-correcties aangeven met een verplicht gesteld suppletieformulier. U kunt dit formulier vinden in het beveiligde gedeelte van belastingdienst.nl, of hier downloaden. U kunt de formulieren nu ook al gebruiken.

Kleine correcties

Om uw administratieve lasten te beperken, mag u kleine btw-correcties – dat wil zeggen tot per saldo 1000 euro (te betalen of terug te ontvangen) – ook verwerken in uw eerstvolgende aangifte omzetbelasting. Let op: verwerk hierbij wel de correcties in de juiste rubrieken van de aangifte. Bij correctie in de reguliere aangifte ontvangt u geen naheffingsaanslag of afzonderlijke teruggaafbeschikking voor de correctie.

Bron: belastingdienst

De meest voorkomende periodes om aangifte omzetbelasting/BTW te doen zijn jaaraangifte, kwartaalaangifte of jaaraangifte. Indien je voor de omzetbelasting/BTW jaaraangifte hoeft dan doe je jaarlijks achteraf aangifte per kalenderjaar. Je hebt dan vanaf 1 januari tot en met 31 januari van het jaar op tijd om aangifte te doen en als je BTW/omzetbelasting moet betalen dan dien  je dat dan ook uiterlijk 31 januari van het jaar erop gedaan te hebben. Start je bijvoorbeeld in dit jaar dan loopt de eerste BTW/omzetbelasting aangifte van de startdatum van je onderneming (inschrijving bij de Kamver van Koophandel) tot het einde van het kalenderjaar.

De meeste onderneming die zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel en die verplicht omzetbelasting/BTW-aangifte moeten doen, moeten dit per kwartaal doen. Hieronder zijn de tijdvakken weergegeven voor BTW/omzetbelasting-aangifte. Begint je onderneming in de loop van een kwartaal dan loopt de aangifte tot het einde van het betreffende kwartaal. Bijvoorbeeld begin je per 16 maart dan moet je van 16 maart tm 31 maart aangifte Omzetbelasting/BTW doen. Vervolgens sluit je gewoon weer aan op de reguliere data om aangifte omzetbelasting / BTW te doen.

Hieronder een overzicht van de tijdvakken aangiftedata en uiterste betaalmomenten voor de omzetbelasting/BTW voor kwartaal en maandaangifte (Er staat 2012, maar er kan ook een willekeurig ander jaar ingevuld worden):

Kwartaalaangifte (Veelal van belang voor BTW, omzetbelasting ZZP’ers eenmanszaken):

 

Tijdvak

Ingangsdatum

Einddatum

Uiterste Aangiftedatum

Uiterste betaaldatum

1e kwartaal

01-01-2012

31-03-2011

30-04-2012

30-04-2012

2e kwartaal

01-04-2012

30-06-2012

31-07-2012

31-07-2012

3e kwartaal

01-07-2012

30-09-2012

31-10-2012

31-10-2012

4e kwartaal

01-10-2012

31-12-2012

31-01-2013

31-01-2013

 

Maandaagifte

 

Tijdvak

Ingangsdatum

Einddatum

Uiterste Aangiftedatum

Uiterste betaaldatum

Januari

01-01-2012

31-01-2011

29-02-2012

29-02-2012

Februari

01-02-2012

29-02-2012

31-03-2012

31-03-2012

Maart

01-03-2012

31-03-2012

30-04-2012

30-04-2012

April

01-04-2012

30-04-2012

31-05-2012

31-05-2012

Mei

01-05-2012

31-05-2012

30-06-2012

30-06-2012

Juni

01-06-2012

30-06-2012

31-07-2012

31-07-2012

Juli

01-07-2012

31-07-2012

31-08-2012

31-08-2012

Augustus

01-08-2012

31-08-2012

30-09-2012

30-09-2012

September

01-09-2012

30-09-2012

31-10-2012

31-10-2012

Oktober

01-10-2012

31-10-2012

30-11-2012

30-11-2012

November

01-11-2012

30-11-2012

31-12-2012

31-12-2012

December

01-12-2012

31-12-2012

31-01-2013

31-01-2013

 

 

 

Bij een bedrijfspand komt de btw altijd om de hoek kijken. Of het nou om een huurcontract gaat, een kooppand of een kantoor aan huis, de vraag is altijd: “Is het met of zonder btw?”

BEDRIJFSPAND EN BTW – 8 VRAGEN EN ANTWOORDEN
De keuze voor het bedrijfspand is een belangrijke beslissing. Vijf jaar aan een huurcontract vastzitten? Een bedrijfspand kopen of toch liever een kantoor aan huis? In alle gevallen luidt de hamvraag: ‘Met of zonder btw?’

1. Hoe zit het met btw bij koop?
In principe is de levering van een onroerende zaak vrijgesteld van btw-heffing. Is echter sprake van een levering van een bouwterrein of van nieuwbouw (waarbij de levering vóór, op of uiterlijk twee jaren na eerste ingebruikneming van het pand plaatsvindt) dan is btw over de aankoopsom verplicht. Maar ook bij een ‘ouder’ pand kunnen koper en verkoper kiezen voor levering inclusief btw.

“Dat mag echter alleen – en is ook pas interessant – als de koper het nieuwe onderkomen aanwendt voor werkzaamheden die nagenoeg geheel (voor negentig procent of meer) btw-plichtig zijn. In sommige branches bestaat deze mogelijkheid al bij zeventig procent”.

2. Wat wordt bedoeld met btw-plichtig?

U bent btw-plichtig als u voor de btw ondernemer bent. In een aantal gevallen is het leveren van goederen of het verlenen van diensten bij wet vrijgesteld van btw. Over deze prestaties mag u geen btw berekenen aan uw afnemer en hoeft u geen btw af te dragen. U hebt geen recht op aftrek van voorbelasting voor zover u goederen en diensten gebruikt voor uitsluitend vrijgestelde prestaties.

Voor koop en huur van het bedrijfspand hanteert de wetgever de eerder genoemde grens van negentig procent. Gaat u daar overheen, dan mogen koper en verkoper opteren voor levering van een pand met btw.

3. Waarom kiezen voor levering met btw?
Wanneer een ondernemer het pand nagenoeg geheel voor btw-belaste prestaties gebruikt, is het voor hem interessant om te opteren voor btw-belaste levering. Hij kan de aan hem in rekening gebrachte btw (nagenoeg geheel) aftrekken.

Let wel op dat de koper er rekening mee moet houden dat de vooraftrek ‘voorwaardelijk’ is. “Er start een herzieningstermijn van negen jaar na afloop van het jaar waarin hij het pand in gebruik heeft genomen. Verkoopt de ondernemer binnen deze periode het pand, dan kan hij met herzienings-btw worden geconfronteerd. Wordt bij de verkoop binnen de herzieningstermijn geen btw in rekening gebracht, dan moet de verkoper een deel van de afgetrokken voorbelasting ineens terugbetalen.”

De verkoper zal deze terugbetaling naar alle waarschijnlijkheid (indien mogelijk) in zijn verkoopprijs willen verdisconteren.

4. Is naast btw-heffing ook overdrachtsbelasting verschuldigd?
Wanneer de levering van een pand verplicht met btw plaatsvindt, kan gebruik worden gemaakt van de samenloopvrijstelling voor de overdrachtsbelasting.

Dat geldt echter niet als de koper de btw geheel of gedeeltelijk kan terugvragen en het pand al als bedrijfsmiddel is gebruikt. Kiest u in dat geval voor levering mét btw, dan is naast de btw ook overdrachtsbelasting verschuldigd.

5. Is de huursom belast met btw?
In principe is verhuur van een bedrijfspand onbelast. Huurder en verhuurder kunnen echter gezamenlijk kiezen voor btw-belaste verhuur. Hierdoor kan de verhuurder de aan hem in rekening gebrachte btw in aftrek brengen. Voorwaarde is dat de huurder negentig procent of meer van de in rekening gebrachte btw in aftrek kan brengen. Voor sommige branches geldt zeventig procent.

6. Is btw op een pand dat ook privé wordt gebruikt aftrekbaar?
Tot 2011 kon een ondernemer van een pand dat zowel voor bedrijfs- als voor privédoeleinden werd gebruikt de btw via de zaak voor de volle honderd procent opvoeren bij de aangifte omzetbelasting, wanneer het pand voor de btw volledig tot het bedrijfsvermogen werd gerekend.

Van deze mogelijkheid werd nog al eens gebruik gemaakt, wanneer een ondernemer een woning liet bouwen. De over de bouw verschuldigde btw was direct aftrekbaar. Het privégebruik werd vervolgens belast.

Sinds 1 januari is deze mogelijkheid vervallen en is de btw over de aanschaf-, onderhouds- en renovatiekosten alleen nog maar aftrekbaar voor het bedrijfsgedeelte van het pand (voorzover recht op aftrek van voorbelasting bestaat). Als het bedrijfsgedeelte qua omvang binnen tien jaar wijzigt, wordt de btw-aftrek alsnog gecorrigeerd.

7. Hoe pakt dit financieel uit?
Een voorbeeld. De btw over de aanschaf van een pand dat geheel tot het bedrijfsvermogen gaat behoren bedraagt € 38.000,-. De ondernemer gebruikt het pand voor 80% voor bedrijfsdoeleinden waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat en voor 20% voor privédoeleinden.

Tot 2011 kon de ondernemer € 38.000,- in aftrek brengen en diende er jaarlijks een correctie plaats te vinden van € 760,- (ervan uitgaande dat het privégebruik 20% blijft).

Onder de nieuwe regeling kan de ondernemer ‘maar’ € 30.400,- (80% van € 38.000,-) op zijn btw-aangifte in vooraftrek brengen. 20% (€ 7.600,-) is privé-gebruik en komt niet voor aftrek via de zaak in aanmerking. Wijzigt op een later tijdstip het privégebruik, dan wordt de in aftrek gebrachte voorbelasting herzien.

8. En hoe zit het met het verlaagde btw-tarief bij renovatie en herstel?
Een van de crisismaatregelen is de verlaging van het btw-tarief naar 6% voor renovatie en herstel van een woning die minimaal twee jaar oud is. De regeling geldt nog tot 1 juli 2011. Het gaat hierbij om het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning. Dus ook het plaatsen van bijvoorbeeld een serre.

De staatssecretaris heeft echter goedgekeurd dat panden die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt (bijvoorbeeld woon/winkelpanden) voor het verlaagde btw-tarief in hun geheel als woning worden aangemerkt. Daarbij geldt als voorwaarde dat die panden voor meer dan vijftig procent voor particuliere bewoning worden gebruikt. Bij een percentage van vijftig procent of minder geldt het lage tarief alleen voor het woongedeelte. Het verlaagde tarief is overigens alleen van toepassing op het arbeidsloon, niet op materialen.

Bron: De Zaak

Per 1 januari 2013 zullen nieuwe factureringsregels gaan gelden voor de btw. Het is van belang is om nu al kennis te nemen van de nieuwe regels, zodat tijdig met de aanpassing van ERP-systemen kan worden begonnen. In de Nederlandse wet wordt nu expliciet vastgelegd dat een factuur moet voldoen aan factureringsregels van de EU-lidstaat waar de levering of dienst wordt belast. Dit was in Nederland al praktijk. De ondernemer mag echter de factureringsregels van zijn eigen land toepassen als de btwheffing over zijn prestatie is verlegd naar de afnemer of als de levering of dienst volgens de Europese btw-regels is belast buiten de EU. Daarnaast komen er enkele extra vermeldingen die op de factuur moeten worden gezet in geval van ‘self billing’ (‘factuur uitgereikt door afnemer’), als de btw is verlegd (‘btw verlegd’) of bij toepassing van bijzondere regelingen, zoals de reisbureau- en margeregeling.

Regels elektronisch factureren versoepeld: De regels voor elektronisch factureren (e-invoicing) worden versoepeld. Ondernemers zijn vrij om zelf de technologie te kiezen om de authenticiteit, integriteit en leesbaarheid van de factuur te waarborgen. Afstemming met de inspecteur is niet meer vereist. Momenteel moet men gebruikmaken van een geavanceerde elektronische handtekening, uitwisseling van gegevens via een EDI (Electronic Data Interchange)-systeem of een andere vooraf door de inspecteur geaccordeerde methode.

Vereenvoudigde facturen: Er komt een mogelijkheid om vereenvoudigde facturen uit te reiken voor facturen met een vergoeding die niet hoger is dan € 100 en voor aanvullende documenten op een eerdere factuur, zoals creditnota’s. Een vereenvoudigde factuur bevat minder gegevens dan een normale factuur. Bij afstandsverkopen, intracommunautaire leveringen en als diensten belast zijn in een andere lidstaat dan waar de dienstverrichter is gevestigd, mag geen vereenvoudigde factuur worden uitgereikt.

Doorlopende intracommunautaire leveringen: Ten slotte wordt een regeling ingevoerd voor doorlopende intracommunautaire leveringen, bijvoorbeeld leveringen via een pijpleiding. Zij worden geacht elke kalendermaand te zijn voltooid. Op dat moment moet een factuur worden uitgereikt en btw afgedragen. De verplichting om bij vooruitbetalingen een factuur uit te reiken vervalt. Momenteel is men aangewezen op eventuele nationale regelgeving van lidstaten omdat er geen Europese regeling bestaat.

(Bron: Pleinplus bewerkt)

Ondernemers gebruiken soms middelen van de zaak voor prive-doeleinden. Denk hierbij bijvoorbeeld het gebruiken van een zakelijke auto voor privédoeleinden. Oftewel het meer dan 500 kilometer privé rijden met een zakelijke auto. De BTW (Belasting over de toegevoegde waarde) is een einheffing gericht op de consument. De belastingdienst ziet het gebruik van de auto door u als privépersoon dus eigenlijk als gebruik als consument.

Zou er geen correctie plaats vinden voor privé-gebruik dan loopt de belastingdienst dus eigenlijk omzetbelasting mis. In hoofdlijnen zijn vaak twee berekeningsmethoden voor het BTW privegebruik te onderkennen. Dit zijn de forfaitaire berekening op basis van vaste stelregels (vaak door de staatsecretaris goedgekeurd in een besluit) of het berekenen van het privégebruik op basis van werkelijke privégebruik en zakelijk gebruik (berekeningsmethode is vaak in de wet opgenomen).

De volgende correcties met betrekking tot privégebruik komen vaak voor:

– Correctie privégebruik auto voor de omzetbelasting (let op de uitspraak van Rechtbank Haarlem van juli 2011)

-Privégebruik omzetbelasting gas, water en elektra indien u een bedrijfspand heeft en een gedeelte hiervan prive gebruikt.

– correctie btw voor gebruik door ondernemer van tot het bedrijf behorende goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik, bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen die de ondernemer zowel zakelijk als privé gebruikt.)

-Correctie in het kader van de bedrijfskantineregeling (Besluit Uitsluiting Aftrek voorbelasting)

-Overige correcties inzake BTW. Bijvoorbeeld de ondernemer heeft goederen onttrokken aan de zaak voor privé-doeleinden. Een concreet voorbeeld hiervan kan zijn het boodschappen doen in een supermarkt van jezelf.

 

Andere aandachtspunten zijn:

-Soms kan er ook sprake zijn dat bijvoorbeeld onroerende zaken gedeeltelijk privé en gedeeltelijk zakelijk worden gebruik en die reeds eerder zijn aangeschaf waarbij het gehele bedrag aan omzetbelasting is afgetrokken. (De omzetbelasting moet dan over een periode van 10 jaar opnieuw worden uitgerekend in de juiste verhouding zakelijk /privé dient dan een correctie plaats te vinden.)

-Het kan bijvoorbeeld ook gebeuren dat een goed wat in eerste instantie 100% zakelijk werd gebruikt nu minder dan 100% zakelijk word gebruikt. Er dient dan ook nagegaan te worden of er correctie BTW ter zake van voorgenomen gebruik plaats dient te vinden.

-Vergeet bij de laatste aangifte van het jaar ook de kleine ondernemingsregeling niet. Als het bedrag onder de € 1.881 ligt gelden er specifieke verminderingen. Er geld echter een specifieke berekeningswijze voor de vermindering van de omzetbelasting.

Het berekenen van de juiste bedragen van privégebruik, hierziening of vermindering van omzetbelasting kan soms best lastig zijn. Neem gerust eens contact met ons op voor een vraag. U kunt ons bijvoorbeeld:. Mailen.

 

 

Vastgoed-BV X verkreeg op 5 januari 2000 de onverdeelde helft van een pand geleverd onder toepassing van de optie voor BTW-belaste levering. De leverancier had het pand zelf ook verkregen met de optie voor BTW-belaste levering.

Vanaf 5 april 2000 ging BV X het pand BTW-vrijgesteld verhuren. Op 4 juli 2000 leverde zij het pand vrijgesteld van BTW aan een derde. Omdat de levering aan BV X achteraf bezien niet voldeed aan het 90%-criterium van artikel 12a Wet OB, en dus niet aan de voorwaarden voor BTW-belaste levering, legde de inspecteur een naheffingsaanslag terzake van herzienings-BTW op aan BV X.

De Hoge Raad besliste dat de wetgever met artikel 12a Wet OB een regeling in het leven had geroepen voor het herzien van het bedrag aan BTW waarvoor de leverancier aftrek had genoten en welk bedrag moest worden herzien, ofschoon deze bedoeling niet duidelijk in de tekst van artikel 12a Wet OB tot uitdrukking was gebracht. Vervolgens legde de Hoge Raad een prejudiciële vraag aan het EU-Hof van Justitie voor omdat de Hoge Raad eraan twijfelde of het op grond van de Zesde BTW-Richtlijn was toegestaan om voor de herzienings-BTW een ander dan de leverancier als de belastingplichtige aan te merken. De Hoge Raad schorste het geding totdat het EU-Hof uitspraak heeft gedaan.

(Bron: futd 28-10-2011)

Wanneer een ondernemer in 2010 buitenlandse btw in een ander EU-land heeft betaald, heeft hij nog tot en met 30 september aanstaande de tijd om deze btw terug te vragen. Dat meldt de Gibo Groep. Aangezien het aanvragen van de benodigde inlogcode tot vier weken kan duren, is snelle actie gewenst.

 

Sinds 1 januari 2010 kunnen ondernemers alleen via een elektronisch portaal met speciale inloggegevens deze buitenlandse btw terugvragen. Let op: Het gaat hier om andere inloggegevens dan die voor het beveiligde gedeelte van de website van de Belastingdienst.

De speciale inloggegevens kunnen ondernemers aanvragen op de site van de Belastingdienst. Volgens de Belastingdienst ontvangt de aanvrager de inloggegevens binnen vier weken na toezending van de aanvraag.

(Bron: KluwerFinancieelManagement 15-08-2011)