DIT IS MIJN WINST SOFTWARE B.V.

Nieuws

De Tweede Kamer nam het amendement-Omtzigt/Ronnes aan. Hiermee kan een belastingplichtige eerder gebruik maken van de kapitaalsvrijstelling van een kapitaalverzekering eigen woning.

Kapitaalsvrijstelling KEW

Voor kapitaalverzekeringen eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW) gelden kapitaalsvrijstellingen. Voor een beroep op de lage vrijstelling ( € 36.800) moet de belastingplichtige ten minste 15 jaar premies betalen en voor de hoge vrijstelling (€ 162.000) 20 jaar. Deze jaareis geldt niet als de belastingplichtige verhuist naar een huurwoning of een restschuld eigen woning heeft.

Verruiming tijdklem

In het Belastingplan 2017 stelt het kabinet voor om de tijdklem van 15 of 20 jaar in sommige gevallen niet toe te passen. De belastingplichtige kan zijn KEW laten uitkeren en een beroep doen op de hoge kapitaalvrijstelling zonder dat hij 20 jaar premies betaalde, als:

  • het partnerschap van de belastingplichtige is geëindigd;
  • de belastingplichtige schuldhulpverlening wordt geboden;
  • de belastingplichtige een eigen woning heeft verkocht en hem, op het moment direct na die verkoop, nog steeds of opnieuw een eigen woning ter beschikking staat, of
  • er is vastgesteld dat de belastingplichtige financiële problemen heeft en als gevolg daarvan niet meer in staat is de lasten met betrekking tot zijn eigen woning te voldoen of naar verwachting binnen afzienbare tijd niet meer zal kunnen voldoen.

Bedrijven en (non-profit) instellingen die hernieuwbare energie (gaan) produceren, kunnen gebruik maken van de subsidieregeling SDE+. De subsidieregeling is bedoeld voor hernieuwbare energietechnieken en is onderverdeeld in de categorieën Biomassa, Geothermie, Water, Wind (land, meer en dijk) en Zon. De SDE+ categorie Wind op Zee heeft haar eigen budget en aanvraagprocedure.

Met de SDE+ stimuleert het ministerie van Economische Zaken de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening in Nederland. Duurzame energie is beter voor het milieu, maakt Nederland minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en is goed voor de economie. Informatie over hoe u subsidie aanvraagt en het traject daarna leest u op mijnrvo.nl.

SDE+ 2017

De Aanwijzingsregeling SDE-categorieën voorjaar 2017 is op 7 februari 2017 in de Staatscourant gepubliceerd. De voorjaarsronde is open van 7 maart tot en met 30 maart 2017 -met een budget van € 6 miljard. De SDE+ heeft twee openstellingsrondes: voorjaar en najaar. Het maximum basisbedrag van € 0,150/kWh wordt verlaagd naar € 0,130/kWh in 2017. De bekendmaking van de definitieve data en het totaalbudget van de SDE+ najaar 2017 wordt vóór 1 juni 2017 verwacht.

Fasebedragen voorjaar SDE+ 2017

Fases en data
Maximum fasebedrag
elektriciteit en warmte
(€/kWh)
Maximum fasebedrag
hernieuwbaar gas
(€/kWh)*
Fase 1: 7 maart, 9.00 uur
0,090
0,064
Fase 2: 13 maart, 17.00 uur
0,110
0,078
Fase 3: 20 maart, 17.00 uur
tot 30 maart, 17.00 uur
0,130
0,092
*De fasegrens hernieuwbaar gas is gecorrigeerd voor de bijdrage aan de duurzaamheidsdoelstelling (78,5%) en factor onderste/bovenste verbrandingswaarde Gronings aardgas (31,65/35,17)
Informatie over de wijzigingen en kenmerken van de categorieën vindt u op de pagina’s Biomassa, Geothermie, Water, Wind (land, meer en dijk) en Zon.

SDE+ volledige aanvraag

Bent u van plan om in 2017 SDE+ subsidie aan te vragen voor een project? Zorg dat u alle benodigde vergunningen en bijlagen op tijd heeft, want geen vergunning(en) terwijl wel vereist, betekent geen SDE+ subsidie.
U bent zelf verantwoordelijk voor het tijdig en volledig indienen van uw aanvraag. RVO.nl behandelt de subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst. Aanvragen die op dezelfde dag worden ontvangen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen.

Haalbaarheidsstudie

Informatie over de haalbaarheidsstudie leest u in de ‘Handleiding haalbaarheidsstudie SDE+’. Om u te helpen met een volledige haalbaarheidsstudie biedt RVO.nl een ‘Model haalbaarheidsstudie SDE+’ aan. Vul dit model volledig in. Dan ziet u ook welke documenten u  moet uploaden voor de haalbaarheidsstudie. De handleiding en het  model haalbaarheidsstudie vindt u onder Downloads. Meer documenten en informatie over aanvragen vindt u op mijn.rvo.nl  onder Aanvragen en Bijlagen.

Aanvragen van SDE+

Ook in 2017 vraagt u SDE+ subsidie aan via het eLoket. Vanaf medio februari 2017 kunt u uw aanvraag in concept klaarzetten, de bijlagen inscannen en vervolgens uploaden in het eLoket. Zet uw aanvraag tijdig klaar in het eLoket. Uw officiële aanvraag kunt u indienen vanaf 7 maart 2017, 9.00 uur bij de start van fase 1 van de ronde SDE+ voorjaar 2017.

SDE+ voorlichtingsfilm en brochure

Gaat u hernieuwbare energie produceren en bent u van plan SDE+ subsidie aan te vragen? Bekijk dan de SDE+ 2017 voorlichtingsfilm. Binnen 4 minuten weet u of en hoe u gebruik kunt maken van de regeling. De brochure SDE+ voorjaar 2017 verschijnt binnenkort.

SDE+ 2016 Eindstand aanvragen

In de Kamerbrief van 27 januari 2017 vindt u de resultaten van de SDE+ 2016 najaarsronde. De tabellen met het aantal ingediende aanvragen SDE+ najaar 2016 en de eindstand van de SDE+ najaar 2016 vindt u bij de Stand van zaken aanvragen.

Veelgestelde vragen SDE+

Heeft u vragen over deze subsidie in het algemeen? In de FAQ vindt u antwoorden op veelgestelde vragen.

(Bron: RVO.nl)

Man en vrouw zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden. In het kader van de echtscheiding twisten zij over de vraag of het goudenhanddrukstamrecht van de man, onder het te verrekenen vermogen valt. Zij vragen de rechter om duidelijkheid.

De zaak (Rechtbank Den Haag, 20 december 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15738) verloopt als volgt. Man en vrouw zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden. Er is sprake van uitsluiting van elke gemeenschap van goederen met een periodiek verrekenbeding. In 2007 ontvangt de man een ontslagvergoeding van € 175.000 in de vorm van een goudenhanddrukstamrecht. Hij bedingt een uitgesteld stamrecht bij de eigen BV. Op 6 juli 2015 dienen zij het echtscheidingsverzoek in bij de rechtbank. Deze datum is ook de peildatum voor het te verrekenen vermogen.
Man en vrouw twisten over de vraag of het stamrecht in de verrekening moet worden betrokken. De rechtbank oordeelt dat het stamrecht tot het privévermogen van de man behoort en geen deel uitmaakt van het te verrekenen vermogen. Er zijn nog geen stamrechtuitkeringen gedaan. De rechtbank is van oordeel dat deze aanspraken gezien de in de huwelijkse voorwaarden opgenomen bepaling over het begrip inkomen, namelijk besteedbaar inkomen, buiten de verrekening vallen.

Belang voor de praktijk

Een periodiek verrekenbeding is een beding waarmee de beide partners afspreken dat ze jaarlijks het niet geconsumeerde inkomen verdelen. Onder het niet geconsumeerde inkomen moet meestal worden verstaan het inkomen dat overblijft nadat de kosten van huishouding (woonlasten, boodschappen, etc.) zijn betaald. Wat en hoe er moet worden verrekend kan verschillen. Het ene periodiek verrekenbeding is het andere niet. Dat heeft vooral te maken met de omschrijving van het begrip ‘inkomen’ in de huwelijkse voorwaarden. Feit is overigens dat er van de overeengekomen jaarlijkse verrekening vaak niet veel terecht komt. En wat dan?
Als een verrekenbeding is opgenomen in de huwelijkse voorwaarden maar niet is uitgevoerd, dan bepaalt de wet dat er bij het einde van het huwelijk alsnog moet worden verrekend tussen de beide echtgenoten. Dat kan dus bij overlijden zijn, maar ook bij echtscheiding. Vaak kan een juiste verrekening niet meer plaatsvinden, simpelweg omdat de daarvoor benodigde gegevens ontbreken. Het komt er dan op neer dat het totale vermogen van de beide huwelijkspartners moet worden verdeeld alsof er een huwelijkse goederengemeenschap is.

[ Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden ]

Voor een aantal belangrijke fiscale faciliteiten moet u voldoende uren in uw bedrijf werken. Maar hoe hard moet u dat kunnen maken als de fiscus daarom vraagt? Wat vond de rechter hiervan?

Voor de zelfstandigenaftrek, de oudedagsreserve, de S&O-aftrek en de meewerkaftrek dient u minstens 1.225 uren per jaar in uw bedrijf te werken én meer dan de helft van alle gewerkte tijd, bijvoorbeeld als u er nog een baan in loondienst naast heeft. Deze laatste eis geldt niet voor starters. U moet de gewerkte uren desgevraagd aannemelijk kunnen maken, maar de fiscus kan ook te veel vragen, zo bleek onlangs voor de rechter.

Schatten mag soms

Uit de uitspraak blijkt dat u de gewerkte uren in sommige gevallen ook in redelijkheid mag schatten. Dit hangt af van de omstandigheden. In het betreffende geval ging het om een fotograaf die onder andere buitenlandse fotostudiereizen verzorgde. Die uren baseerde hij deels op zijn ervaringen hiermee in het verleden. Ook rondde hij soms af. De rechter was hiermee akkoord.

Echter, uit eerdere rechtspraak blijkt ook dat u niet mag afronden op hele uren, dat is te globaal. Ook is het ongeloofwaardig als u bijvoorbeeld iedere dag precies een half uur aan schoonmaakwerkzaamheden besteedt en een uur aan bestudering van vakliteratuur. Als u echt dagelijks een urenstaat bijhoudt, zal blijken dat de bestede tijd varieert.

Tip: Het bijhouden van een urenstaat kan dan moeilijkheden voorkomen. Bedenk dat u soms pas jaren later, bij een boekencontrole, de gewerkte uren moet kunnen aantonen.

Urenstaat niet verplicht

Een urenstaat is niet verplicht, maar maakt uw bewijsvoering wel makkelijker. Een achteraf opgestelde urenstaat werkt niet in uw voordeel. Gemaakte fouten in uw urenstaat evenmin, zoals een urenstaat die het gehele jaar door met dezelfde pen was ingevuld en vermeldde dat op 31 april van het jaar 8,5 uur was gewerkt.

Let op! Eerdere rechtspraak maakt duidelijk dat met name een lage winst in combinatie met veel gewerkte uren vragen oproept.

Heeft u vragen rond de bewijslast van een urenstaat, neem dan contact op met uw adviseur.

Een 66-jarige belastingadviseur uit Utrecht blijkt circa 2500 allochtone Nederlanders ernstig te hebben benadeeld bij het invullen van hun aangiften. Daarvoor heeft de rechtbank in Amsterdam hem dinsdag bestraft met veertien maanden gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk. Hij mag drie jaar niet werken als belastingconsulent.

De Belastingdienst liep door de fraude ruim 470.000 euro mis. De cliënten van de man, die vrijwel zonder uitzondering de Nederlandse taal niet machtig waren, wisten niets van de fraude af.
Uit het vonnis blijkt dat de man willekeurig niet-bestaande aftrekposten opvoerde, zoals zorgkosten die niet waren gemaakt. Ook vulde hij hogere bedragen aan aftrekposten in.
Doordat zijn cliënten minder belasting hoefden te betalen, had de man aan klanten geen gebrek: aldus de rechtbank. Hij gebruikte slechts tien tot vijftien minuten per aangifte. Op die manier verdiende hij circa 50.000 euro per jaar. De klanten zijn nog steeds bezig de ten onrechte ontvangen bedragen terug te betalen aan de Belastingdienst.
(Bron: Taxlive_

BV X leverde bedrijfssoftware voor dienstverlenende organisaties. Zij bood onder meer een door een derde ontwikkeld fiscaal softwarepakket aan ter ondersteuning van aangifte- en advieswerkzaamheden voor accountants en administratiekantoren. Het softwarepakket was een Cloud-applicatie, de gebruiker had overal ter wereld toegang tot zijn gegevens. BV X huurde daarvoor een deel van een server van Amazon in Ierland. In november 2016 werd BV X door de FIOD benaderd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen de heer A, die werd verdacht van het systematisch onjuist doen van aangiften inkomstenbelasting. A maakte gebruik van het softwarepakket van BV X. De FIOD vorderde – met een machtiging van de officier van justitie – op grond van artikel 126ng van het Wetboek van Strafvordering (Sv) de gegevens van A over 2011 tot en met 2016, waaronder de door A voor derden ingediende aangiften en onderliggende aantekeningen. BV X verstrekte aan de FIOD een bestand met gegevens en diende vervolgens bij de Rechtbank een klaagschrift in over de kennisneming en het gebruik van de gegevens. De strafkamer van Rechtbank Overijssel besliste dat BV X kon worden aangemerkt als een aanbieder van een communicatiedienst als bedoeld in artikel 126la, onder a, Sv, zodat de officier van justitie op juiste gronden de vordering ex artikel 126ng Sv aan BV X had gedaan. BV X faciliteerde voor haar klanten de mogelijkheid om bij de cloud te komen waar de klanten toegang hadden tot de door hen opgeslagen gegevens. Het toegang hebben tot die gegevens en het invoeren van de gegevens kon alleen via telecommunicatiestructuren en het faciliteren van de mogelijkheid om klanten toegang te geven tot de cloud, was volgens de Rechtbank dan ook een vorm van telecommunicatie. De Rechtbank verwierp de stelling van BV X dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit waren geschonden. Bij de beoordeling van de vordering waren andere alternatieven overwogen, maar die waren niet afdoende gebleken. Het was niet uitgesloten dat er verschil bestond tussen de fiscale gegevens van een klant in de cloud en de gegevens die waren doorgegeven aan de Belastingdienst. Een doorzoeking van de computers van A die vele uren in beslag zou nemen of het in beslag nemen van de server van Amazon, was volgens de Rechtbank beduidend ingrijpender. De Rechtbank verklaarde het klaagschrift van BV X ongegrond.

(Bron: FUTD)

BV X begeleidde mensen vanuit een uitkeringssituatie naar een reguliere arbeidssituatie. In de jaren 2009 tot en met 2013 plaatste een gemeente langdurig werklozen bij BV X. Zij paste voor hen de afdrachtvermindering onderwijs startkwalificatie toe. Toen de inspecteur constateerde dat BV X niet aan de voorwaarden voldeed, legde hij naheffingsaanslagen loonheffingen op met vergrijpboeten van 25%. Hof Den Haag besliste dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd. Het Hof handhaafde ook de boete. Volgens het Hof had BV X zich op de hoogte moeten stellen van de betrekkelijk eenvoudige voorwaarden voor toepassing van de afdrachtvermindering. BV X ging in cassatie. De Hoge Raad besliste dat het Hof terecht had beslist dat BV X geen recht had op de afdrachtvermindering, maar de beslissing over de boete was onjuist. De Hoge Raad zag geen reden om af te wijken van zijn arrest van 13 februari 2009 waarin was beslist dat een belastingplichtige zich niet in de inhoudelijke aspecten van op hem toepasselijke belastingregelingen hoefde te verdiepen, als die zich liet bijstaan door een adviseur die hij voor voldoende deskundig mocht houden en aan wiens zorgvuldige taakvervulling hij niet hoefde te twijfelen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak voor de boete naar Hof Amsterdam.

(Bron: FUTD)

Ook onder de Wet IB 2001 geldt dat alleen kosten voor opleidingen om de eigen vakkennis op peil te houden aftrekbaar zijn van de winst of het resultaat uit overige werkzaamheden. Voor andere studiekosten is men aangewezen op de persoonsgebonden aftrek.

Wie als zelfstandig ondernemer of resultaatgenieter inkomsten uit zijn werkzaamheden in de aangifte inkomstenbelasting opvoert als winst respectievelijk resultaat uit overige werkzaamheden vindt het misschien niet meer dan logisch om scholingskosten in mindering te brengen op die inkomsten. Maar net als onder de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 geldt ook onder de Wet IB 2001 dat eerst moet worden vastgesteld dat de betreffende opleiding tot doel heeft eerder opgedane vakkennis op peil te houden.

Nieuwe kennis valt onder persoonsgebonden aftrek

Als het volgen van een opleiding ertoe leidt dat iemand meer geld kan vragen voor zijn diensten doordat hij nieuwe vakkennis opdoet, en daarmee zijn vakbekwaamheid uitbreidt, zijn de scholingskosten alleen als persoonsgebonden aftrekpost op te voeren.

Het huidige kabinet wil echter de persoonsgebonden aftrekpost voor scholingsuitgaven per 1 januari 2018 vervangen door scholingsvouchers die bestemd zijn voor diegenen voor wie het maatschappelijk belang van deelname aan scholing groot wordt gevonden. Daarmee zou voor zelfstandige ondernemers alleen het op peil houden van de eerder opgedane vakkennis en vaardigheden nog aftrekbaar blijven. De stemming over het betreffende wetsvoorstel is overigens na zware kritiek uit de Tweede Kamer opgeschort. Of deze aftrekpost toekomst heeft valt op dit moment niet te zeggen.

(Bron: Accountancyvanmorgen)

Belastingadviseur A had in de aangiften IB 2010 de negatieve inkomsten uit de eigen woning van € 40.088 volledig toegerekend aan Y en alle gezamenlijke bezittingen en schulden voor box III volledig toegerekend aan zijn echtgenote X. De aanslagen waren conform de aangiften opgelegd. Na hun echtscheiding in 2013 wilde X de verdeling van de negatieve inkomsten uit eigen woning zodanig herzien dat de helft aan haar werd toegerekend. Hof Den Bosch besliste dat uit artikel 2.17, lid 4, Wet IB 2001 (tekst 2010) bleek dat X en de ex-echtgenoot gezamenlijk moesten verzoeken om de in de aangifte gekozen verdeling van de inkomensbestanddelen en vermogensbestanddelen te wijzigen. Uit de schriftelijke inlichtingen die de ex-echtgenoot het Hof had verstrekt, bleek dat er geen instemming van hem was met de door X gewenste wijziging, zodat de inspecteur de herziening van de verdeling volgens het Hof terecht had geweigerd.

(Bron: FUTD)

EIGENDOMSVOORBEHOUD

Het komt vaak voor: je hebt net een hele partij zaken geleverd en je klant gaat – nog voordat hij heeft betaald – failliet. Dan heb je het nakijken.

Een oplossing is het eigendomsvoorbehoud, een bepaling in de overeenkomst of algemene voorwaarden die ervoor zorgt dat het juridisch eigendom van de geleverde zaken pas overgaat op de klant op het moment dat de koopsom (geheel) is betaald.

MIDDEL BIJ FAILLISSEMENT

Het eigendomsvoorbehoud is een effectief middel omdat bij een eventueel faillissement de curator de zaken die onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd (in beginsel) niet mag verkopen nu deze geen onderdeel vormen van de boedel. De zaken zijn immers eigendom van de leverancier en niet van de failliete onderneming.

Een eigendomsvoorbehoud heeft helaas niet altijd het gewenste effect. Soms duurt het lang voordat de zaken weer worden terug geleverd of blijft dit in het geheel uit, waardoor je schade kunt ondervinden.

AFKOELINGSPERIODE

Aan het begin van een faillissement kan er een zogenaamde afkoelingsperiode worden gelast. Deze periode is bedoeld om de curator de tijd te geven zich een oordeel te vormen over de omvang en samenstelling van de failliete boedel en om mogelijkheden zoals het voortzetten of verkopen van de onderneming te overwegen. Gedurende deze periode kunnen de geleverde zaken alleen met machtiging van de rechter-commissaris worden opgeëist. Een leverancier kan zich succesvol tot de rechter-commissaris wenden als hij bijvoorbeeld kan aantonen dat hij schade lijdt als gevolg van het niet terug geleverd kunnen krijgen van de goederen.

SCHADELOOSSTELLING

Het wil wel eens voorkomen dat de curator tijdens de afkoelingsperiode de zaken – ondanks dat ze zijn geleverd onder eigendomsvoorbehoud – aan derden verkoopt. Dat zal gebeuren in het geval er zwaarwegende belangen zijn die prevaleren boven het individuele belang van de leverancier.

Vorig jaar is er een geschil ontstaan tussen de curatoren van Etam Groep Retail B.V. en een tweetal leveranciers omtrent de verkoop van in eigendomsvoorbehoud geleverde zaken. De zaak is aan de rechter voorgelegd.

In de Etam-zaak werd duidelijk dat een mogelijke doorstart van de failliete onderneming kan worden aangemerkt als een zwaarwegend belang. In dat geval mag de curator de zaken – ondanks het eigendomsvoorbehoud – toch verkopen. De curator zal dan wel de leverancier schadeloos moeten stellen.

Verder was er in de Etam-zaak met name onenigheid over de hoogte van de vergoeding die de curatoren hadden voorgesteld te betalen. In deze zaak oordeelde de rechter dat het geoorloofd was om de in eigendomsvoorbehoud geleverde zaken alsnog te verkopen maar werd de vergoeding die daarvoor werd voorgesteld om te betalen door de curatoren te laag geacht.

conclusie

Een beroep op het eigendomsvoorbehoud tijdens een afkoelingsperiode heeft dus niet altijd tot gevolg dat u ook uw eigendommen (direct) terugkrijgt. Ook kan het voorkomen dat, net zoals in de Etam-zaak, wordt voorgesteld dat er een bepaald deel van de waarde van de zaken wordt betaald aan de leverancier als schadeloosstelling

(Bron: DVAN)